Is
YLISSIMSIHE COURANT.
Se Prinses ra Iahring.
140.
Vrijdag 29 November 1895.
Binnen Land.
33ste jaar£ang.
Naar Remise vin. 5.20 llcon
r Zeilmarkt8 45, 10.15. 11.45
4.20, 5.15, 6.-, 7,-7.60, 8.30
(Telephoonnummer 10.)
liet N. v. cZ. D. laat in een artikel wDe
Vacature vervuld1' duidelijk uitkomen hoe
gewichtig de betrekking van hoofdcommis
saris te Amsterdam is en welke eischen
aan zulk een titularis gesteld worden. Het
blad levert daarover de volgende beschou
wing
Amsterdam heeft weder eenen Hoofdcommis
saris van politie, de heer Franken van Maastricht
is als zoodanig benoemd.
De vacature heeft lang geduurd -zeker een
bewijs, dat de betrekking noch behoort tot de
gemakkelijkste, noch tot de aangenaamste.
Maar al zoude de vacature niet zoo lang
hebben geduurd en al zoude het aantal sollici
tanten grooter zijn geweest dan het geweest is
dat ae betrekking noch gemakkelijk is, noch
aangenaam, moet iedereen, met slechts een
weinig nadenken, toegeven.
Voor eenen hoofdcommissaris van politie is
geeD enkele soort van kennis overbodig, en on
ontbeerlijk is voor hem die kennis, welke het
moeielijkst te verkrijgen is en die velen zich
nooit kunnen verwerven de kennis van den
mensch. Hij die eiken dag in aanraking komt
met de ruwheden der maatschappij, moet zelf
een man zijn van fijne beschaving. Hij moet een
warm hart bezitten, maar een koel hoofd een
ijzeren wil, maar eene zachte hand. Zijn ooi-
moet alles hooren, zijn oog moet alles zien.
Overal moet hij tegenwoordig zijn, en toch moet
men hem kunnen vinden op zijn bureau. Dage
lijks staat hij daarenboven voor gevallen, waar
voor geen voorschriften zijn, en waarin hij dus
moet handelen naar zijn eigen inzicht een
hoofdcommissaris moet een man zijn van tact.
En de man, die aan al deze voorwaarden
voldoet hoevelen op de duizend voldoen er
aan aanvaardt, als hij aan het hoofd der
politie wordt geplaatst, een ambt, waarin hij
wel en luide de tekortkomingen verneemt, maar
waarin hem slechts bij hooge uitzonderingen lof
wordt toegezwaaid voor het goedeeen ambt,
waarin hij verantwoordelijk wordt gesteld voor
handelingen en feiten, waarvan hij de verant
woordelijkheid met geene mogelijkheid kan
dragen. Dit laatete geldt ook wel van andere
hooggeplaatste personen, maar van niemand ziet
het publiek dit zoo weinig in als van dezen
ambtenaar.
Is de betrekking dus reeds op zichzelve
moeielijk bijzonder moeielijk is zij in Am
sterdam, metropool met een half millioen inwo
ners, bewoond voorzeker door een trouwe
burgerij, maar bewooud ook door duizenden, die
in de hoofdstad een bestaan zoêken, dat zij
elders niet konden vinden of wel verspeelden.
En meer dan bijzonder moeielijk is de be
trekking van hoofdcommissaris van politie te
Amsterdam in dezen tijd van werkstakin
gen, tijd van optochten, tijd van volksvergade
ringen tijd ook, waarin ieder klaagt over
zedelijke verwildering.
Wij wenschen den heer Franken geluk met
den moed, dien hij door het aandurven van
dezen post heeft betoond. Dat nu de burgerij
het hare doe! Niemand verwachte dat Amster
dam door een tooverslag zal veranderen in een
paradijs van vlekkelooze orde. Men late den
nieuwen hoofdcommissaris den tijd om zijn ter
rein te verkennen, de toestanden te leeren be
grijpen. Indien ooit critiek misplaatst is, dan is
zij dat tegenover een ambtenaar, die op eenen
zoo moeielijken gewichtigen post staat in den
aanvang zijner loopbaan. Geen critiek dus, maar
I- Si I i I. i. li T
UIT DE AVONTUREN VAN EEN WEENER
DETECTIVE.
30.)
Verschrikt door de kooist van dezen in
dringer, was de gravin op een stoel neerge
zonken.
De baron verbleekte de band, waarin hij
het couvert hield, beefde zichtbaar. Het
volgende oogenblik echter hield bij het
couvert in de vlam der kaars en wierp het
brandende papier in den boek, waar bet de
gordijnen in brand stak.
De commissaris haastte zich bet kostbare
document te redden, terwijl mijnheer Wag
ner de brandende gordijnen afrukte, lntus-
scbeu maakte de baron van de gelegenheid
geduld en bovenal vertrouwen. Daarmede
roepen we den heer Franken een welkom toe in
Amsterdam.
Zooals men weet, is door den beer Bouman
een amendement voorgesteld om de eenige
vrouwelijke dienstbode van belasting vrij
te stellen. In bet Centrum doet een inzender
bet aanbevelenswaarde van dit amende
ment uitkomen door een voorbeeld uit zijn
eigen leven. Hij doet dit in de volgende
woorden
)>Nota genomen hebbende van hetgeen in
uw veelgelezen blad werd opgeiherkt omtrent
de «huisknechts voor zieken", stem ik met
den schrijver in en hoop, dat er in Den Haag
op zijn bezwaar acht zal geslagen worden.
Nu de heeren tech aan het plukken zijn,
wensch ik ook mijn omstandigheden eens bloot
te leggen, in de meening dat zij niet minder
voor herstel vatbaar zijn.
In 1891 verloor ik door den dood mijn echt-
genoote daar ik met drie kinderen zitten
bleef, was ik verplicht, een dienstbode te ne
men, of zoo men wil een huishoudster.
Aangezien ik geen koe in de wereld bezit,
was ik verplicht, de dienstbode aan te geven
in de eerste klasse. Nu moet u weten, dat ik
arbeider ben en aan personeel eerst betaalde
6.24. Thans voor een dienstbode, die ik
natuurlijk niet voor mijn plezier, maar uit
nood heb moeten nemen, (en deze zijn in den
regel heel wat minder zuinig in de huishou
ding dan een eigen vrouw; moet ik bovendien
nog betalen zevenzegge 7 gulden.
Dat is nu, omdat ik haar geen koe kan
laten melken, om de eenvoudige reden, dat ik
er geen rijk beD. Had ik een koe, dan was ik
rijker, en dan kon ik de dienstbode in de
tweede klasse doenNu dacht ik bij het lezen
van het stuk over den huisknecht, welk een
schreeuwende onrechtvaardigheid het is, dat
de arbeiders toch' zoo gedrukt worden. Ik
meende u te moeten verzoeken, dit eens in uw
blad op te nemen, aangezien er behalve mijn
persoon wel duizende anderen ril den lande zullen
zijn, die er zoo bij staan.
In de Stand, zegt de beer Victor de
Stuers in een ingezonden stuk, dat het be
richt omtrent eene technische onverstandige
restauratie aan O. L. Vrouwekerk te
Maastricht, waardoor groote scheuren zouden
zijn ontstaan, en bet gebouw gevaar loopen
zou absoluut ouwaar is, en noemt den schrij
ver, dien bij kent, een leugenaar.
Overigens betuigt de beer de Stuers, dat
bij bij zijn adviezen inzake restauratie van
monumenten zicb niet laat leiden doorzijn
godsdienstige meeningen en zelfs de ver-
oordeelen van prostestanten spaart.
De leider der muzikale politiek in't Vad.
spoort aan om de vrijwillige leening, door
de »Ned. Opera" uitgeschreven, te doen
mislukken iets, dat men thans gemak
kelijk kan aanraden, daar er tot dusver
nog niet de helft was bijeengebracht van
de f 30,009, die er op 15 November hadden
moeten zijn.
De drijfveer tot die aansporing is bet
verlangen naar een Duitsche Opera, die 't
Vad. veel meer natiouaal schijnt te achten.
«Zoolang de Opera-van der Linden be
staat, is er zegt het blad geen plaats
gebruik en vluchtte.
Zoodra de commissaris van bet document
gered bad, wat er nog van te redden viel,
begon bij met den beer Wagner den vluch
teling te vervolgen
De openstaande deur, die van de salon
toegang naar bet park verleende, verried,
welken weg de baron genomen had.
Alle bedienden werden met brandende
flambouwen en lantarens bet park ingezon
den, maar nergens was een spoor van den
vluchteling te vinden.
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
In een toestand, die het midden hield
tusschen de hoogste spanning en zekere
mate van teleurstelling, liep Karei Nisser
nog laat in den avond heen en weer in
de kleine kamer van bet logement, waar
bij den nacht zou doorbrengen.
Bijna had bij den eigenlijken verval-
scber van bet testament in banden ge
kregen, en toch was de schurk ont
snapt. In alle richtingen bad men den
omtrek van het kasteel doorzocht ook de
voor een Duitsche Opera te Amsterdam,
die natuurlijk op grooten steun zoowel bier
als te Rotterdam zou kunnen rekenen, waar
aan behoefte bestaat en waarnaar ook door
zeer velen in den lande verlangd wordt.
Aan zulk een Duitsche Opera zouden ook
verschillende landgenooten een bestaan
kunnen vinden. En naar een leider, een
voortreffelijken, zou men niet lang behoe
ven te zoeken. Wij kunnen nl. met zeker
heid meedeelen, dat, wanneer men Henri
Viottaaanbet hoofd eener goede Duitsche
Opera bier te lande wil plaatsen, bij gaarne
bereid is die betrekking te aanvaarden.
„De ware vrienden der muziek mogen
nu wel bedenken wat zij doen", eindigt 't
Vad. „Blijft de Opera-van der Lindeu,
dan is er aan een Duitsche Opera niet te
deuken. Kan men nog aarzelen II. Ct.
Volgens den Haagscben correspondent
der Zutph. Ct. wordt algemeen verwacht
dat de wet op bet personeel zal aangeno
men wordeo, zij bet dan met geene groote
meerderheid.
Blijkens de Memorie van antwoord beeft
onze minister van buitenlandscbe zaken alle
hoop, dat de grenzen van België spoedig
weder voor den invoer van ons vee zullen
geopend worden. Wederopenstelling der
Duitsche grenzen schijnt te mogen ver
wacht worden, zoodra het mond- en klauw
zeer bier te lande gedurende zeker tijds
verloop geheel geweken is.
Maatregelen van reciprociteit, n.l. den
invoer van vreemd vee bier te lande te
bemoeilijken, indien bet om gezondheids
redenen niet bepaald noodig is, acht de
minister niet wenscbelijk. Bij verdere stap
pen tot internationale regeling van het
veeverkeer zal op de wenscbelijkheid wor
den gelet, om althans te verkrijgen, dat
bij bet beerschen vau besmettelijke ziekten
de vrije invoer uit onbesmette streken worde
Blijkens bericht van den Belgischen ge
zant zal eerstdaags bet besluit van diens
regeering verschijnen, waarbij met ingang
van 5 December e. k. de invoer in België
wordt toegestaan van rundvee, herkomstig
uit Nederland en bestemd voor de groote
abattoirs. Hetzelfde besluit zal den invoer
van schapen toestaan.
De beer de Ras beeft aan de Tweede
Kamer voorgesteld, in art. 6 der wet op
bet Personeel de vermindering voor kin
deren ook toe te passen voor broeders-en
zusterskinderen, die met den belasting
schuldige bet perceel bewonen, en voorts om
inwonende ouders en schoonouders, wier
onderhoud geheel ten laste van den belas
tingschuldige komt, zoomede kinderen bo
ven de 20 jaar, lijdende aan ziels- of li
chaamsgebreken en daardoor buiten staat
om in eigen onderhoud te voorzien, voor
deze vermindering- met kinderen gelijk te
stellen.
De heeren Borgesius en Drucker wen-
bewoners van het dorp hadden daarbij ge
holpen, maar alles te vergeefs.
Onder voorwendsel, dat ze zich onwel ge
voelde, bad de gravin zicb onmiddellijk in
bare vertrekken teruggetrokken. De com
missaris, die baar wensebte te spreken,
kreeg tot antwoord, dat zij te bed lag en
eerst den volgenden morgen te spreken was.
Daar liep bij nu laat in den nacht in
zijn kamertje been en weermijnbeer Wag
ner lag in de aangrenzende kamer te snor
ken, en nu was de tijd gekomen, dat Karei
Nisser nauwkeurig kon onderzoeken, wat
hem in de banden was gevallen. Hij ging
aan tafel zitten bij de kaars en liet zijn
blikken rusten op het portret, dat bij op
geraapt bad. Daar las bij op de achterzijde
«Louise Koch, de moeder van mijn kind,
overleden bij baar bevalling, den 7n Juli
1859".
Het verbleekte portret vertoonde een ge
laat met scboone, regelmatige trekken,
lange gekrulde lokken en groote oogen,
met een uitdrukking van kinderlijk ver
trouwen. Een glimlach speelde om den
schen bedoelde verminderingen toe te staan
voor perceelen, waarvan de belastbare
huurwaarde bet zevenvoud (in plaats van
bet zesvoud) der bepaalde som niet te bo
ven gaat, terwijl zij het bedrag van den
aftrek voor sommige der verschillende ca
tegorieën willen verminderen en voor an
dere verboogen.
Voorts stellen deze heeren voor, de be
lasting voor de haardsteden te doen be
dragen voor drie f 3, voor vier f 6, voor
vijf f10, voor zes f 15, voor zeven f22,
voor acht f 30, voor negen f 39, voor tien
f 49, benevens f 10 voor elke haardstede
boven tien, een en ander met dien ver
stande, dat van belasting naar dezen
grondslag voor perceelen met niet meer
dan vijf haardsteden ten hoogste wordt
geheven 1 lJ2 percent van de belastbare
huurwaarde.
Men deelt mede
Daar bet zicb niet laat voorzien, dat de
Tweede Kamer deze week gereed komt met
de Personeele belasting, bestaat het voor
nemen de behandeling te staken tot na bet
Kerstrecés, en de volgende week aan de
Staatbegrooting te beginnen.
De Tweede Kamer heeft bet amendement
van den beer Heldt en dat van de heeren
Roessingb c. s. op artikel 12 van bet wets
ontwerp tot herziening der Personeele be
lasting, beide strekkende tot verhooging
der minima van belastbare huurwaarde in
de verschillende klassen, verworpen
bet eerste met 62 tegen 32 en bet tweede
met 54 tegen 40 stemmen.
In de zitting der Tweede Kamer van
gisteren is aangenomen een voorstel van
den beer Kerdijk om naast bet nieuwe ge
bouw voor postpakkettenverzending aan de
De Ruyterkade te Amsterdam geen aau-
neemkantoor in de Raadhuisstraat te stich
ten. Goedgekeurd zijn de suppletoire aan
vragen voor aankoop der kunstverzameling,
betrekking hebbende op admiraal deRuyter,
en tot herstelling van de Abdij te Middel
burg.
Bij bet voortgezet debat over de perso
neele belasting is de door de regeeriug
voorgestelde grens van onbelastbaarheid
aangenomen, na verwerping van bet amen
dement Roessingb c. s. om baar voor de
laagste en van bet amendement-Heldt om
baar voor de hoogste klassen te verboogen.
Door de Exploitatie Maatschappij zal in
Januari a. s. te Utrecht bet examen wor
den afgenomen voor surnumerair, uitsluitend
voor bet personeel dier maatschappij.
De Amst. Courant noemt bet een beden
kelijk verschijnsel, dat onze duinen privaat
eigendom kunnen zijn. Erger dan belachelijk
noemt zij het, dat bet landsbestuur niet
slechts in overleg moet treden met de eige
naren der duinen om maatregelen te ne
men, die Holland tegen de zee moeten
beschermen, maar bun daartoe vergunning
fijnbesneden mond, en toch lag over het
geheel een waas van treurigheid, als bad
zij een voorgevoel van baar treurig lot.
Het portret bad voor Karei eene aan
trekkelijkheid, waarvan hij zicb geen reken
schap kon geven. Het kwam hem voor, of
bij dat gelaat van vroeger kendebet was,
of bij de groote, zachte oogen, die lange
lokken, dien vriendelijk weemoedigen glim
lach meer bad gezien. En toch dacht bij
daarbij niet aan iemand uit zijn naaste om
geving, waaraan ieder zou gedacht hebben.
Nadat bij geruimen tijd het portret be
schouwd bad, stak bij bet in zijn portefeuille
en begon nu zijn onderzoek van betgeen
nog overgebleven was van de aanteekenin-
gen van den graaf. Hij legde de bladen
voor zicb op de tafel en ontdekte, dat hier
en daar op bet verkoolde papier nog eenige
woorden leesbaar waren. De laatste bladen
waren nog ongeschonden, de middelste ont
braken geheel, de voorste waren voor de
helft verbrand.
Hij begon onmiddellijk zijn rapport op te
stellen aan den chef der politie. Daarbij
L