VLISSIMSCHE COURANT.
7
Zuiverinszout.
C. h: VAN DER EIJK.
:M!i is,
Vrijdag 1 November 1895.
33 Jaargang.
ter-Schelde.
De Kasteelstraat.
18.
i L B U R G.
>lied en fraai Bindwerk
zen. (Franco huis).
langen
leering Z IJ D Evoor
af 0.95. OPRUIMING
in PLUCHE, a 50 cc. p el
.H.A. SITSEN.
meen gunstig bekende
UIVERINGSZOUT6en
M aagkwalen.Zuur,
water enzis thans
in 1 4 pakjes a 15 Cent
ent en heele pakjes a 50
en, bij
2. A. HARDER.
te Amsterdam.
'lijk goedgekeurd
apitaal f KM». O OU
lime reserve.
L. ELDERS.
Hen, Spiegelsgewone Ruilen,
an breken, ontslaan door on
willigheid, straatrumoer, etc,,
Vlissingen cn Omstreken
int, No. 237.
in her TE HUUR
n vóórzien. Te bevragen
ant,
tide aanvoer van En
en Duitsche HAARD
ENbene ven s ANTHRA-
LEN, voor Vulkachels
IIHALT ZOON.
ZOOM.
ier „de Zoom.'"
EN-OP-ZOOM
'(IliD.Wi; WASSCIIKil.
ERTROFFEN,
per abonnement
nz. worden op aan*
vera trekt hij don
P. J. ASSELBERGSC'-.
11 A I» IK F. W ft 'F.
*en en Middelburg v v
Remiseviu. 4 60 (nllei-u op
eilmarit: 8.-. 9 30, II.-, li,3"
4 i ti. R.IO, 5.56, 6.55. 7.
Naar Remise vin
Zei/marletR 45,
4.90, 5.I&. C.-.
illeeo
ie liiivcuilleuMi
II. 6.-, r. 20, 7.-. 7 60, 8 20
lü.'io, 1(1 (O. II.—. U2Ö
14(1. 2.-, 2.20. 2.4(1. 3 - 3.20
j 30. 5.50, 0 40, 7.2". 7.«, S.üO
vni. 6.10, 6 40. 7.20. 8.—, 8.30
10. 10.30. 10,60. 1 1.10, 11.30
1.1.0, 2.10. '2.30. 2.60, 3.10
5 20. 5 40 6.— 6.6 0 7 30.
ber 1895.
a II r,G nm 3 3('
ol2 25 inn 4
iskerke vni 8 4'J
!«n „9 10
naar lloofilplaat 1111
Breskeus
Vliatingcu
1.55
2.25
2.55
en
Vrijdag
ra 7 vm 1155 niu 3 80
7 20 urn 12 15 3 50
7 25 vm 10 10 I 55
7 45 10 30 2 15
-Ter Neuzen, BreskensJt
•geven, geldig voor vier 'hp
(Telephoonnummer 10.)
Gemeentebestuur.
Verkiezing van een lid van de Kamer
van Koophandel en Fabrieken.
De Burg. en Weth. van Vlissingen,
Gelet op het Kon. besluit van 9 Nov. 1851
(Sfc.bl. no. 142), gewijzigd bij de besluiten van
16 Februari 1854 (St.bl. no. 13)11 Augustus
1859 (St.bl. no. 80) en 12 Juli 1873 (St.bl.
no. 1081
maken bekend dat op Zaterdag den 30 Nov.
as. van des middags 12 tot des namiddags 2
uren, in eene der benedenzalen van het Raad
huis, zal worden gehouden eene vergadering van
kiesgerechtigden, orn de plaats aan te vullen
van°een lid van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken, aldaar gevestigd, opengevallen door
het overlijden van den heer C. MORTIER
en dat de lijst der kiesgerechtigden ter in-
za°e ligt ter gemeeute-secretarie, terwijl zij, die
tegen die lijst bezwaren vermeenen te hebben,
die gedurende acht dagen, te rekenen van heden,
bij het gemeentebestuur kunnen inleveren.
'En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 31 Oct. 1895.
De Burg. en Weth. voorn.
TUTEIN NOLTHENIUS.
De Secretaris,
J. H. O. BUSING.
Velen hebben zich wellicht verwonderd
over deze naamgeving aan eene straat bij
den Badhuisweg, ver van het kasteel door
Al va begouneu, maar niet voltooid.
riet Gemeentebestuur van Vlissingen
heeft echter aanbeen gansch ander kasteel
gedacht, toen het dit gebouw door die
oaamgeving aan de vergetelheid wilde
ontrukken.
Verplaats u in den voortijd. Voor de
tweede maal was er strijd tusschen den
Graaf-van Vlaanderen en dien van Holland
Zeeland over de heerschappij van Zee
land Be wester Schelde. Hierdoor hadden
onderscheidene Edelen schade geleden.
Vanwege den Graaf van Holland en Zee
land wordt., daarvoor in I24S en 49 eene
van „1200 i Vlaamsch beloofd aan
Picter van Zouburg en Gillis van Cou-
;fcer/ce met hunne vriendeu."
Ten derde male brak de strijd los. Het
Hollaudsche leger van Jan van Avesnes
deed een inval in Henegouwen. Het Vlaam-
sclie leger van Margaretha van laanderen,
m den wandel Zwarte Margriet genoemd,
landde bij YVestkappelle. Met een zwaar
verlies werd voor deze stad het leger der
Vlamingen verslagen, verstrooid en smadelijk
teruggezonden. Dit viel voor op den 1 Juli
1253, Het gevaar was voorloopig afgewend.
Thans was het de tijd om aan versterking
te denken.
Wisse van Coudekerkehierop bedacht,
wil eene landing bij het veer van Vlissin
gen voorkomen en bouwt Oost van de
kerk van Oud Vlissingen een „steenhuis",
de vroegere naam voor een kasteel. In het
jaar 1264 droeg hij bet op aan de Voog
des van Graaf Floris V, om het in leenrecht
r Jï SI 1 L 9, li T 9» K.
WD! AV0NTÜRM VAR TM WEEKER
DETECTIVE.
18.)
Gedurende het rijden was zij zeer opge
ruimd geweest en had met genoegen ge
luisterd naar de opmerkingen, die haar
kamenier maakte. Doch thuisgekomen, werd
zij weer erg ongerust. Het uur naderde,
dat de baron zou komen om het valscbe
testament te brengen, en binneno weinig
tijds zou beslist worden of het waagstuk
gelukte of niet. Deze vrouw was bijzonder
tjdelde bewonderende blikken, die op haar
geworpen waren gedurende haar rijtoer,
toeschouwde zij als een hulde aan haar
Bchooulteid, en die hulde bedwelmde haar
terug te krijgen, Hij was de zoon van
bovengenoemden Gillis en dezelfde, die, als
Wisse Gillesz van Coudekerke, in het jaar
1292 het huis te Vlissingen verheft van
den Graaf. In hem hebben wij den eersten
Heer van dit Kasteel te erkennen, die met
zijne vrouw Adelise en zijne drie kinderen
Jan, Simon en Lisbet daarin woonde. 11ij
wordt ook Wisse van Vlissingen genoemd,
omdat hij zijne ambachten in beide plaat
sen had.
Maar ook Graaf Floris wenschte daar
eene sterke stelling door er eene stad
(Nieuw Vlissingen) te stichten en kocht
daartoe in 1294 eenige ambachten van den
heer Ravi, van Wisse Gilliszoon, Gillis
Codde Garens, Hughe sGouwers en Maude
Jans.
Wisse van Coudekerke had echter niet
geheel zijn ambacht afgestaan. Het s leen huis
met zijne omliggende gronden en een meer
verwijderd deel behield hij voor zich eu
zijne erfgenamen. Reeds vóór het jaar 1318
was hij gestorven, want in dat jaar komt
Adelise voor als „YVessen wedne", die in
1821 met hare kinderen Jan, Simon en
Lisbet van den Graaf liet restant ontvangt
van de koopsom van de Ambachtsgrouden
De twee, na den koop door Floris V
overgebleven Ambachten, gingen over op
de beide zonen van zijnen zoon Simon,
Boudin en Mande. Adelise zelf bleef met
hare dochter het kasteel bewonen, staande
op den ambacktsgrond van Boudin, dat
later bekend staat onder den naam van
Ravesteinsambacht. Hare dochter Lisbet
trouwde met Heester Lam Mdtthyszoon, die
hierdoor de tweede Heer van het Kasteel
werd en het bewoonde tot zijnen dood.
Daarom betaalde hij, toen ziju neef het
ambacht liet aan den Graaf, in het jaar
134') de rente „van der steeuhuus meet te
Vlissiughe", hetgeen hij vroeger niet had
gedaan. Nu het in de hand van vreemden
kwam, betaalt de eigenaar van het huis de
cijnspacht voor den grond.
Hij is een man van beteekenis geweest.
Ofschoon niet genoemd ouder de knapen,
die op verschillende plaatsen den Rent
meester dienden, werd hij toch door Pieter
van Vlissingen" die in Walchren gheset
was dat gbelt tontfangen" gebruikt tot
inning en betaling, totdat hij, in de plaats
van Heinric Poppen, die zelf Rentmeester
van Bewester Schelde werd, als klerk op
trad, eene betrekking die later met den
naam stedehouder aangeduid werd.
In deze betrekking reist hij in 1341 naar
Henegouwen, om zijnen Heer te spreken
over lieden, die in de kerk van Baarland
lagen eu eenen edelknaap verslagen hadden
in tijd van vrede. Ook gaat hij in datzelfde
jaar naar Sluis, Danune, Rrugge en Gent
met eene zending aan den vermaarden
Vlaamschen volksleider Artevelde en nog
maals naar Sluis, om antwoord te bekomen
en naar Geut, om zijnen lieer te spreken.
In het jaar 1312 is hij als klerk afgetre
den en heeft nog eenigen tijd daarna geleefd,
want in de Rekening leest men „item Lam
Malhys die (des Rentmeesters) clerc ghe-
meer en meer. Men bewonderde haar, dat
had zij den avond te voren reeds opgemerkt,
toen alle tooneeikijkers op hare loge gericht
werden. En haar triomfen te vieren in deze
stad, waar zooveel vrouwelijke schoonhe
den waren, dat was haar eenige he
geerte, en om daartoe te geraken had zij
de rnillioenen van den overleden graaf
noodig- Elk middel om tot haar doel te
geraken, scheen haar geoorloofdzij had
dan ook geen oogenblik geweifeld een weg
te betreden, waar zij telkens gevaar liep,
in botsing te komen met wet en Teeht
Zij trad aan bet venster en trommelde
met baar vingers tegen de ruiten. Even
later bracht de kamenier de lamp, en nu
nam Miuona op de sofa plaats, met een
boek in de hand, doch de lectuur kon haar
niet boeien. Zij staarde strak voor zich
heen en scheen verdiept in gedachten van
minder aangenamen aard. Daar werd zij
uit haar droomerijen gewekt door het ge
luid der huisbeler werd driemaal kort
na elkaar gescheld. Dat was bet afgespro
ken teeken, dat haar de komst van den
wiesen heeft Bewesterscelt in Zeeland." Zijn
aftreden geschiedde wegens ouderdom of
om gezondheidsredenen, want den 28 Nov.
1314 heeft het verley (een overgangsrecht)
plaats van het Kasteel met een met een
meedwater ende hofstede." Hij is dus vóór
of in 1844 gestorven.
Ken zijner zonen Jan Meester Larnszoon
trad iu zijns vaders plaats als klerk van
den Rentmeester. Hij werd Ao. 1344 naar
D-irdrecht gezonden, om te zorgen voor het
timmeren en gereedmaken van 's Graven
enghienen, waartoe hem verscheidene per
sonen nagezonden werden.
in 1347 vinden wij hem nog als klerk
werkzaam en is bij onder degenen, die
mijns Heeren klcederen (livrei) dragen. Hij
woonde „op thuus te Vlissinghe" en was
dus de derde Heer van het Kasteel.
I-Iet veer te Vlissingen, hem in 1356 door
Willem V verleend, gaat in datzelfde jaar
aan een ander over en ook het steeuhuis
wordt in 1360 vervreemd Voor dit laatste
jaar was .Tan Larnszoon weggenomen door
den dood
Op den 17 Maart 1.360 wordt het steen-
huis met zijn gracht en hofstede en 21
gemeten 75 roeden lands verleend aan den
vierden Heer van het KasteelJan van Oost-
Souburg, en wel zoo als het kwam van
Meester Lamzoons dood. Hij kocht dit en
verhuisde derwaarts, omdat het oude slot
te Oost-Souburg vervallen was en hij op
die wijze ontheven werd van hei bouwen
eener nieuwe woning, terwijl hij toch in
de nabijheid van zijne heerlijkheid bleef.
In 1374 had hij zijne bezittingen te Vlis
singen uitgebreid tot 30 gemeten Hoelang
hij daarna op het kasteel van Vlissingen
heeft gëwoond, is nog niet bewezen.
Of Gillis van O.-Soubiorgzijn broeder,
wien in voorn, acte van 1360 het recht van
successie gegeven wordt, hem werkelijk is
opgevolgd als vijfde Heer van het Kasteel
is evenzeer nog niet uitgemaakt.
Dit alleen staat vermeld, dat het kasteel
nog verscheidene bezitters gehad heeft,
menigwerf verpand werd en ten tijde van
Jac v. Grijpskerke (16141656) niet meer
in wezen was, ja zoo onbekend geworden,
dat hij het met dat van Alva verwarren kon.
Het wordt niet vernoemd bij „de mate
rialen van de vervallen Kerke, huizen en
kelders" van Oud Vlissingen, die in 1585
dienen moesten „tot fortificatie der stad en
tot behouff van de menutie van Seeland."
Daaruit kan worden opgemaakt dat het
toen reeds verdwenen en zelfs geen ruïne
daarvan overgebleven was.
Waar waren dan de materialen van het
Kasteel helend Op de „Carreveldweije,"
waarop eens het kasteel zijne kanteelen
omhoog hjef, werd in later tijd een „Taen-
huis" gevonden, dat iu 1570 reeds in eene
zoutkeet veranderd was, zooals de groote
kaart van 1570, op het stadhuis aanwezig,
ons kau doen zien. YVat ligt nu meer voor
de baud dan de onderstelliug, dat men, reeds
lang vóór 1570, misschien na de overrom
peling van 1485, de materialen van het
kasteel gebruikt heeft om een Taanhuis te
baron meldde.
Eindelijk! riep ze en haar hart begon
sneller te kloppen.
Zij stond op eu trad den baron tegemoet,
die op den drempel verscheen, terwijl mijn
heer Knableiu achterbleef.
Wel, mijn vriend, wat brengt ge?
vroeg zij, hem de hand toestekende.
Lk ben niet alleeu, schoone gravin
daarom weusch ik u gaarne onder vier
oogen te sprekeu.
Kom dan even mee
De gravin sloeg de portière open, die
naar haar boudoir voerde, eu sloot daarna de
deur, die zij met een knop uit den wand te
voorschijn trok.
Nu, baron, hoe staat -liet? Brengt ge mij
het bewuste testament?
Helaas, alleen het origineel, dierbare
Minoua, antwoordde de baron, terwijl hij
zijn best deed om een terneergeslagen ge
zicht te zetten.
Wat? Is het dus niet mogelijk ge
weest
De baron trok intusschen een geschrift
bouwen. Deze huizen waren bestemd voor
het tanen der netten, touwen en zeilen van
de Oud-Vlissingsche visschersvloot.
Hieruit is af te leiden, dat de bloeitijd
van het Kasteel van West-Souburg de ou
dergang is geweest voor het Steenhuis te
Vlissingen, dat nu nog alleen door de
Kasteelstraat zal voortleven iu de gedach
tenis van het nageslacht.
Doch nu is de gewichtigste vraag aan
de orde waar heeft het gestaan Is dit
nu nog aanwijsbaar Volg mij daartoe door
de Clijver- en de Hobeinstraat tot aan den
ingang van de Kasteelstraat. Gij zijt dan
op den Oostelijken uitgangsweg van het
Kasteel, die eertijds langs den Lagenweg
naar West-Souburg ging. YVend u dan van
de Kasteelstraat recht uit westwaarts tot
het achtereind van een open erf.
Dan staat gij voor de vroegere buiten
gracht van de drie gemeten gronds, waar
op het Kasteel gebouwd is. Dit perceel
heette vroeger de Carreveldweije. De Bad
huisweg, juist zoo ver hij op heden be
bouwd is, d.i. van de Glacisstraat tot het
pand N. No. 164, is daarvan de schuine
doorsnede.
Op dit veld, Oost van de kerk van Oud
Vlissingen bouwde Wisse van Coukerke
zijn kasteel met een binnengracht of meet
water. Daar de weide later nooit tot be
bouwing heeft gediend, kau de straatweg
in Zuidwestelijke richting, onlangs ontdekt,
niets anders zijn dan de weg, waarlangs
de Heeren van het Kasteel westwaarts de
dorpsstraat bereikten.
Zij stondeu dan aan een kruispunt. Sta
ken zij nu de dorpstraat over, dan konden
zij door de Papendreef, liggende tusschen
het Papenhof Zuid eu het Kerkhof Noord
het Papenhuis of de pastorie van den Pa
rochiepaap, bereiken, om aldaar rechts om
slaande te komen tot den hoofdingang van
de dorpskerk.
Van dien weg, van het Kasteel naar de
Kerk, in later eeuw bestraat, is voor eenige
dagen het laatste overblijfsel gevonden
als mede een steen, naar den vorm te oor-
deelen, tot grenspaal van land gediend
hebbende.
Hierdoor wordt echter met zekerheid be
paald dat het Steenhuis of Kasteel stond
aan het Oosteind van dien gevonden weg,
op het terrein heden ingenomen door de
panden wijk N. No. 162164.
YVaar deze plaats zelf geene gelegenheid
geeft ter herinnering, was het eeue goede
gedachte van het Gemeentebestuur, aan
eene der nabij gelegen straten, de gedach
tenis te verbinden aan een stuk geschiede
nis uit den voortijd van Oud Vlissingen en
daardoor aan te wijzen den eersten grond
slag van de nu tot bloei gekomen stad.Jjg
L. Zw. P. IC. D. -
Binnenland.
Het Handelsblad heeft de opmerking ge
maakt, dat daar in het kieswetontwerp
veel te beperkende bepalingen omtrent de
uit zijn borstzak en ontvouwde het.
Het is het handschrift van een ster
venden grijsaard, zeide hij, en de man,
in wiens bekwaamheid ik vertrouwen stelde
en die werkelijk een meester in de kunst
is, verklaarde mij, dat het onmogelijk was,
het handschrift van zoo'n halfverstijfde
hand getrouw na te maken.
De schoone vrouw fronste het voorhoofd,
terwijl ze een blik op het papier wierp.
O, dat is verschrikkelijkzei ze.
En gisteren waart ge zoo vol vertrouwen
op een goeden uitslag.
Herkent u het origineel Herinnert
ge u goed het schrift van den graaf
Wel zekerantwoordde Minona, nog
altijd op het papier starende.
Maar lees dan toch, wat er staat.
Wel dat is
Dat is het vervalsche testament, dat
u tot eenige erfgename benoemt.
Maar dat is niet mogelijkik zou er
op gezworen hebben en toch Waar
is het echte testament?
Het echte stuk bestaat niet meer I