UISMMStHE COURANT,
I
roud.
iMjfrente,
tie fabriek
ZOOI
No. 114.
Maandag 30 September 1895.
33ste Jaargang.
Gemeentebestuur.
pig Bericht.
liostro-Theater
rdienstbode
Loopjongen, Be PtifiSOS WTibifif.
lindolijk iDcaandii ft!
arlHkache Ulfrcnto roor
JMpestprt ."(fiol(n.(
'iV G en wordt doer
BUREAU:
Kleine Markt I 3P. 187. (Telephoonnummer 10.)
Prijs per drie maanden 1.—. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij
alle Boekbandelaren en Postdirecteuren.
UITGEVER:
F. VAN DE VELDE Jr. te VlisBingen.
PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels
ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groot.e
letters worden naar plaatsruimte berekend.
Eenig Agent voor Frankrijk de firma Q. L. DATTBE
Co., te ParijB,
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Abonnementen voor België, Duitsohland, Enge
land en Frankrijk f 1.05 per drie maanden.
Ig van het Edel Ac
feeente Vliseiagen zal
2R a la BASCH
fügen geven, waarvan!
I.DRSTELLING- bepaald!
October.
\rder cle groote
Directie,
ALBER A la
OBER worden Leerliol
Piano, Orgel, ftj
JJontrabas en Alt.
i. BI5KKEII
riekmeesfcer.
CAi-JHNWVfT SOf
Zl J nvajsm I
6*0 naog lapnoz
80/ naag
3Ul.mOJ[ U9P UBA Opjl
rapuo 'ji9z fiui
ilaris direkt een
uitgever dezer couil
en Boekhandel van Mil
NATIONALE MiLiTiE.
teste kennisgeving voor de loting van de Nationale
Militie.
I 5s Burgemeester en Wethouder» ran VlissiuRen,
J «let ap art. 28 eu volgende der wet vau den 18 Aug,
|l!6l, (Staatsblad no 72),
I brengen ter kenuia van belangliabbenden dat de loting
Ij,, m dit jaar foor do Militie ingescbrevuuen iu dize ge-
l-reote zal plaats hebben te» Raadliuize, op Donderdag
li.3 lu October 181). dei voormiddag» le 9 uren
I dit gedurende vijf dagen te rekenou van den dag waarop
lit loting heeft plaats gehad, tegen de wyae waarop zij is
ljucbied bij Gedeputeerd* Staten bezwaren kannen worden
Ijgbraciit door belanghebbende lotelingas of door htm
litltr of toogd;
dit da bezwaren moatan worden ingediend door middel
„a een door de uoodige bewijsstukken gestaafd verzoek-
Jitbtift op ongezegold papier, onderteekend door hem die
I,, jjbreugt, w<lk verzookichrift bij den Burgemeester moet
«orden overgebracht, tegen bewijs ran ontvang;
dit »p Maandag den 1* October 189a, de» voormiddag»
nu lU tot 12 uren, l»n lUudhuize zitting zal worden ga-
Iwdon tot b»t opmaken van de getuigschriften ter bekoming
na vrijstelling w»g»os bioederdiemt, of op grond van te
mo etaige wattige roou, bedoeld iu d» 2e es le zinsnede
na irt. 58 ven bovenbidoelde w«t
dit zij. die op zondanige vrijttelling a»n»pra»k maken op
üBcldin' tijd ton Raadhuize zullen moeten verschijnen,
'iinzsld twee bij den Burgamefiter bekende maer-
llwjirige iegmtenen. tarwijl opbroederdienst reclamearenden
I lillen moeten medtbrengeu de bewijzen van geboorte van
Itioiclvei *n van da nog iu leven zijnde broeder», beue-
Ikbi iet paspoort of ander bewijs van ontslag, of een uit—
Ijitiel ait bet atamboek, of »an bewys van werkelijke»
dienst van den broader of da broedara op wiens of wier
IfosC zg baaoa raeJiim* groadan.
jjn is hiervan Jafkoudigiug gasehied, waar bet behoort,
dea 28 September 1895
Da Burg. en Wath. voornoemd,
TUTEIN NULTUENIUS.
De Secretaris,
3. H. C, BUSING.
Die leelijke Kapitalist.
Ill {Slot).
Bedenkt men, naar aanleiding van het-
;eü wij in onze vorige artikelen opmerk-
q, dat de rol van het kapitaal deze is
voorzien in de voortbrenging van dat
deel der menschelijke behoeften, dat op
igeene andere wijze te verkrijgen is, dan
I ziet men tevens in, hoe ongegrond, ja hoe
I dwaas de haat is tegen het bezit en tegen
den kapitalist. Het kapitaal zon immers
niet kunnen bestaan wanneer het recht om
het eerlijk verworvene te bezitten en te
behouden, niet werd erkend en beschermd
en wanneer niemand de gelegenheid had
om voor de toekomst en voor de zijnen te
zorgen, zou de maatschappij al spoedig voor
het meérendeel bestaan uit een hoop lieden,
van den eenen dag in den anderen.
F 15 U I I. L 15'F O X.
14 jaar. I
K A 1M D I E IV'
igen en Middelburg v I
2 Remi-ievilt. 4 5" (sIIkj
Zei/mark/; 8,9.30, II,-,
6 55, 8,80, 10.15.
15, 2.45, 4,1.1. 6.SS, 7.4L
rgNaar Zeilmarkt P/«ri
i werkdagen.) 6.80,
4 20, 6.—, 7.50, 9.20,10,20.
12.85, 2,05, 8,88.6.05.?.-
:l«e naveatdueust.
m. 6.—. 6.20, 7,—A7 50,
10.20, 10 40. 11.—
U0. 2.—, 2.20. 2.40. 3-1
5.80, 5.50, 6.40, 7,2u. 7-45.1
vm. 6.10, 6.40. 7.20, 8.-
i.iO. 10.80. 10.60. 11.10,
SO. 1.50, 2.10. 2.30. 2.50,,
6.20. 5.40. 6.-. 6.60
1 UIT DE AVONTUREN VAN EEN WEENER
DETECTIVE.
4-)
Verder wist men te vertellen, dat de dood
van den ouden heer de jonge, levenslustige
vrouw uit haar kerker had verlost, en dat zij
nu naar Weenen was gekomen, om de genie
tingen van het leven te smaken, waarop zij
volgens haar jeugd en schoonheid aanspraak
maken mocht, en die haar schadeloos
moesten stellen voor die jaren van treurige
eenzaamheid. De teruggetrokken levens
wijze der schoone gravin wist men zeer
goed overeen te brengen met de verzonnen
onderstellingen. Welja, de welvoeglijkheid
De lust om te arbeiden, om te verbeteren,
om nuttige uitvindingen te doen, zou ge
heel verloren gaan.
Het staat dan ook vast dat elk menseh
van aard en aanleg kapitalist is, want, be
halve eenige luie en onverschillige lieden,
streeft ieder naar eenig bezit, hoe gering
ook, doet ieder zijn best, om, wanneer hij
iets bekomen heeft, het te behouden en te
vermeerderen. Slaagt men een weinig in
dat streven, dan worden de begrippen, die
men tot nog toe had, of althans aan den
dag legde, omtrent het rechtmatige van het
bezit en de noodzakelijkheid van het kapi
taal als maatschappelijk element, geheel
gewijzigd, en de ervaring, de beste onder
wijzeres, leert dan vooral dit, dat alles in
de samenleving ten nauwste verbonden is
en het mindere alleen bestaat door het
meerdere. Het kapitaal houdt in stand wat
niet bezit. Zonder kapitaal zou er slechts
algemeene armoede wezen maar de armoede
die er thans is, valt maar zoo scherp in
het oog, door de vreeselijke tegenstelling
tusschen haar treurig bestaan en het weel
derig bestaan van den rijke
En toch leert hem diezelfde ervaring de
weelde waardeeren. Ook daaromtrent be
staan vrij algemeen gansch verkeerde be
grippen. Men zegt, de weelde ontzenuwt
een volk, verzwakt het lichamelijk en ze
delijk. En die dit zeggen, beroepen zich op
de oude geschiedenis, o. a. op die van Rome.
De weelde van het oude Rome ontnam het
alle kracht en deed het een prooi zijner
vijanden worden. Doch wij verstaan onder
weelde niet het zich overgeven aan zede
loosheid en uitspattingen, het genieten van
den levensbeker zonder den arbeid, zonder
bij te dragen tot de algemeene voortbren
ging. Integendeel. Wij verlangen juist dat
het kapitaal krachtig tot voortbrenging van
nieuwe vruchten worde aangewend; maar
wij waardeeren het tevens, wanneer de
kapitalist op ruime schaal voldoet aan wat
voor hem, den man van beschaving, van
ontwikkeling, van smaak, levensbehoefte is.
Door te leven op de wijze, die zijne in
komsten hem veroorloven en zijn stand hem
als het ware beveelt, kunnen vele anderen
leven. Zijn weelde op zich zelf is een in
direct hulpmiddel der productie, en komt
vele neringdoenden en werklieden ten goede.
En hier merken wij weder hetzelfde ver-
schijnsél op, dat wij straks in het licht
stelden. Alle menschen, die maar eenigs-
zins zich weten te verheffen boven bepaalde
armoede, verschaffen zich voortdurend meer
genot, koopen meer zaken, dan zij bepaald
noodig hebben om in het leven te blijven.
Wat is dit anders dan weelde? En hieruit
volgt zonneklaar, dat weelde niets anders
is dan behoefteen, daar de een kan voort
bestaan en werkelijk voortbestaat van de
verteringen die de ander zich veroorlooft,
ia de gebeele maatschappij op weelde ge
baseerd en berust haar bestaan op niets
anders.
De staathuishoudkundigen leeren wel
dat de weelde der meergegoeden het al
gemeen belang niet bevordert, maar ook
met deze theorie moet men zeer voorzich
tig wezen. Ze behoort aldus te worden
opgevat. De weelde mag niet in den weg
treden aan, niet in de plaats worden ge
steld van kapitaalvorming. Het zeer groote
fortuin b.v. dat niet tot voortbrenging" van
nieuwe vruchten wordt aangewend, doch
gaandeweg verteerd, brengt wel geld onder
de menschen, zooals men zegt, maar kon
meer tot verhooging der algemeene wel
vaart strekken. Maar dat ieder, naar even
redigheid van stand, inkomen, enzwat
meer behoeften heeft dan het allernoodza
kelijkste tot levensonderhoud, dat hij aan
die behoeften ook voldoet, dat hij bij brood
alleen niet leeft (dit zoowel in letterlijken
als iu figuurlijken zin), dit strekt wel de
gelijk in het algemeen belang, en dit kan
ieder gemakkelijk begrijpen want, gesteld
dat de ganscbe menschheid op water en
brood leefde, in lompen gekleed ging en
zich verder alles ontzegde, ja dan zou er
vooreerst zeer veel meer kapitaal opge
spaard worden, maar wat zou men met de
vrachten ervan doen Iu een wereld zonder
behoeften heeft het kapitaal geen rol 1 Zoo
ziet men ook hierhet gansehe zijn der
dingen is één keten, waaraan geen schakel
ontbreken mag.
Na aandachtige overweging van al wat
we over het onderwerp schreven, hopen we
in de eerste plaats, dat de man die zoo
triomfeerend op ons afkwam (zie ons eerste
artikel), en die misschien wel instemde met
het opschrift onzer artikelen, tot de over
tuiging zal gekomen zijn, dat het verstan
dig schijnt, voorloopig noch het kapitaal,
noch den kapitalist te schelden, indien deze
uit anderen hoofde een achtenswaardig
burger mocht zijn. We hebben zelfs eenige
hoop, dat hij zijne bezwarea tegen mijn
heer A, die de bruidschat vau mejuffrouw
B. tegelijk met haar persoon verwierf, voor
loopig zal opgeven.
Dit zoo zijnde, kunnen wij hem hiermede
althans troostendat het overdragen, zonder
eenige beperking, van eenmaal verworven
rijkdommen, van het eene geslacht op het
andere, ook naar onze meening met de leer
der staathuishoudkunde in strijd is. Wij
vorderde, dat zij haar vreugdevolle ver
wachtingen van een nieuw leveu althans
voor een korten tijd verborg achter haar
weduwesluier. Dat die overgangstijd'ech
ter niet van langen duur zou zijn, maakte
men op uit de weelderige inrichting van
haar nieuwe woning. En hoe zou men ook
geloof slaan aan de oprechtheid van haar
weduwerouw, terwijl haar echtgenoot een
oud man was, die zijn jonge vrouw tien
millioen had nagelaten Ten minste, op
tien millioen schatte men haar.
Een groot deel van den dag is reeds ver-
loopeu, maar de jonge weduwe heeft haar
bed slechts verlaten om op den divan in
haar boudoir plaats te nemen. Hier ligt zij
in een witten, rijk met kant gegarneerden
huisjaponhaar hoofd rust op haar rechter
arm, die half bedekt wordt door haar lange,
zwarte lokken in haar linkerhand heeft ze
een Franschen roman, die echter niet boei
end genoeg is om de lusteloosheid te over
winnen, die uit geheel haar houding spreekt.
Nu eens glijden haar oogeu van het boek
naar de berenvacht, die voor den divan
ligt, dan weer sluit zij de oogen eu schijnt
in te sluimeren. Wordt zij dan plotseling
wakker, als het boek haar hand ontglipt,
dan keert zij zich met een diepen zucht om,
en op den rug liggende, richt zij haar don
kere oogeu op de bontgekleurde sterren,
die op het plafond geschilderd zijn.
Die afwisseling tusschen slapen en waken,
die onrustige bewegingen, die zuchten,
welke zij van tijd tot tijd slaakt, dat
alles duidt aan, dat die jonge vrouw ten
prooi is aan een groote ongerustheid, en
deze gemoedsgesteldheid drukt een eigen-
aardigen stempel op haar schoonheid.
De doffe droomerigheid verleent aan haar
blik iets zwaarmoedigs, dat de bekoorlijk
heid van haar fijne, bleeke trekken nog
verhoogt. Haar groote, donkere oogen, die
zoo juist passen bij haar andere bekoor
lijkheden, wedijveren met haar schoone
zwarte lokken. Het gelaat is een weinig
smalde lippen zijn niet zoo rozig en vol,
als wij ze ons bij een ideale schoonheid
denken. Het gelaat toont ook die strenge
koele trekken, eigen aan de berekenende
zijn o. a. bepaalde voorstanders van een
beperkt erfrecht en van andere maatrege
len, die dezelfde strekking hebben. Doch
deze punten kunnen wij hier thans niet
nader uitwerken.
De aandachtige lezer onzer artikelen weet
reeds, dat de staatsloterij in het geheel niet
in onzen smaak valt, en, wat dit punt be
treft, omhelzen wij zelfs onzen triomfeeren
den vriend als een broeder en bondgenoot.
KWAKZALVERIJ.
Z7i'f het Maandblad tegen de Kwcützalverij"
Deze woekerplant tiert het weligst op den
bodem van domheid en bijgeloof daar groeit
eo bloeit zij welig, weliger zelfs dan in de eigen
lijke geneeskunde. Ja, ik geloof zelfs, dat kwak
zalverij recht evenredig is met de onkunde van
een volk en dat de statistiek van de kwakzal
verij, (als die bestond) dus ook licht zou ver
spreiden over het peil van ontwikkeling van een
volk.
Ons volk 't is genoeg bekend is niet
zeer ontwikkeld; vooral in vergelijking met
Duitsohland (en daar is 't ook niet volmaakt)
komen we met ons volksonderwijs leelijk ten
achteren.
Op het tamelijk goed voorziene leerplan onzer
lagere seholen ontbreekt een belangrijk vak
hygiène of kennis van het menschelijk lichaam,
of welken naam men het anders wil geren.
Wie in ons land geen middelbaar onderwijs
genoten heeft, en hoe weinigen hebben dat wel
genoten vrouwen uiterst weinig (ze worden
zelfs hier en daar geweerd), mannen, alleen een
gedeelte, een klein gedeelte der burgerklasse
wie geen middelbaar onderwijs heeft genoten,
zeg ik, weet van zijn lichaam evenveel af, als
iemand van het rekenen, die nooit school gegaan
heeft.
Geen wonder, dat de belachelijkste begrippen
heerschen over 's menschen schoone organisatie,
dat over tandpijn, over uitsnijding van den milt,
over een te dikke lever en andere zaken ge
sproken wordt op een wijze, die te betreuren is.
Hoe menigeen is reeds het slachtoffer geworden
dezer onkunde vermeldden de bladen niet voor
twee maanden, dat een Fx-iesche boer met peper
en andere scherpe middelen tandpijn zocht te
stillen en er het hachje bij inschoot
Had men het geringste besef van den dienst
van dien machtigen factorhet bloed, men zou
zijn wonden zindelijk houden, 't Is treurig, waar
toe vervuilde wonden den mensch in zijn onkun
de brengen kunnen de staaltjes zijn te over-
vloedig dan dat het noodig zou zijn er hier
eenige aan te halen.
Voor de onwetende menigte bestaat er geen
ofüciaele wetenschap de reclame-makende
kwakzalverij is bij haar minstens even goed
als de stille geneeskunde, door den arts.van zijn
dorp uitgeoefend. En reclamemaken, dat verstaat
de kwakzalver 1 Ziet hem op het marktplein
vrouwen, die beurtelings weten aan te trek
ken en af te stooten, al naar zij verkiezen.
Bij haar eigenaardige schoonheid is alles
in schoone overeenstemming de fraaie Ro-
meinscbe neus maakt met het smalle pro
fiel een klassieken indruk, en het donkere
haar verleent aan haar bleeke trekken een
bijzondere bekoorlijkheid. Haar gestalte is
slank, en toch vertoonden boezem, armen
e-D hals de volmaakte vormen van een an
tiek beeld.
De schoone vrouw heeft juist haar hoek
van de berenvacht opgeraapt, om het lezen
voort te zetten, als de portière wordt open
geslagen en het gelaat der kamenier zicht
baar wordt.
Mevrouw, hij is er I fluistert de ka
menier.
Wie?
Wie anders dan de baron
Eindelijkklonk het als een verlich
ting van de lippen der jonge vrouw.
Laat hem binnenkomen, voegde ze er bij.
Wil mevrouw zich niet eerst wat
kleeden