Bi Prinses vu Mig. I lederen aa 11. HAAR8ÏA iigen fabrikaa TUUR, êkjurT stbode, svrouw .schvrouw No. 111. Maandag 23 September 1895. 33ste Jaargang. er-Schelde Die leelijke Kapitalist. B i n n e n 1 a is d. m h gemaakte ft, AMWORS A Si Si 15 steeds verhoop B O TEHHAi ÏT, van 8 ct.p.otl Walstraat. eboden. Adrespt op een der" WINKELHUIS." lezer courant. leen flink BOVENHII su voorzieD, op het |P. BUTTNER, G AGNE(Koningswj Zich aan te ïrdagsavonds. bureau dezer coa VVASSCHEN. Adt ndel. AMUIENKT. en en Middelburg v Remisevm. 4 60 (alleen lmarkt8,—, 9.80, 11,-, 5—, 6 55. 8,80, 10,15. 5, 2,45, 4,1 6.55, 7.45, Naar Zeilmarkt VliiUu rkdagea.] 6.HO, 8 45, i 0, 6.-, ;,50, 9.20, 10,«0. II 2.05, 8,Sn5 05 vlissimsche mmmt BUREAU: Kleine Markt I N°. 187. (Telephoorm ummer 10.) Prijs per drie maanden 1.—. Franco per po3t 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. UITGEVER: F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen. PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groot,e letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig Agent voor Frankrijk de flrma G-. L. DATTBE Co., te Parijs. Veraehljnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnementen voor België, Duitsohland, land en Frankrijk f 1.66 per drie maanden. Zij, die zich met het volgend aanvangende 1° Oct. a. s.. Dp de Vlissingsche Courant abonneeren, ontvangen de nog tot dien datum ver- schijnende nummers gratis. Uaveudiensi. 6.—, 0.20, 7,—. 7 60, 10.20, 10 40. II.-. 40. 2.—, 2,20. 2.40. 3,~ 05.50, 6.40, 7.2), 7.15, ui. 6.10, 6.40. 7,20, 8.-, 10.80, 10.60. 11.10, 11 1.60, 2.10. 2.30, 2.50, 6.20. 6.40. 6.-. 6.50 ootdicust, 'urg en Zierikzee r, tember, van zierikzee. 30 Douderdng 19 C 80 Vrijdag 20 7 50 Zaterdag 2) 7 60 Zondag 22 7 50 Maandag 28 7 40 Dinsdag 24 7 50 Woensdag 25 7 5U Donderdag 26 6 80 ootdieust. sehen delburg, Botterdam nliggende plaatsen TEMBER. iu Middelb. van Roller! Tm, 9 8 45 8 45 n 8 46 n 8 45 9- correipondonlie met Je ih 11 45 nm 3 80 e 6 20 12 15 um 4 Q 6 60 ïakerke vm 8 40 en ,9 10 ianr Hoofdplaat m. 1.60 Breakeua 2.20 n VliaBingen 2.60 Din&dag en Vrijdag Ttn 7 Vm I I 45 um 7 20 nm 12 06 7 40 vm 10 0 8— 10 80 I rcrcskcfig-Tcr Neat lig voor vier doji Men heeft wel eens beweerd, dat alle kapitaalvorming oorspronkelijk uit eenvou dige toeëigening ontstond, dat zij dus haar rrond vindt in de hebzucht, veelal op hare leurt de drijfveer tot aanzien en macht. Br moge voor sommige tijden wat waars die beschouwing zijn, er zijn toch zeker altijd vele eerlijke lieden geweest, die zich door noesten arbeid en spaarzaamheid iets wisten te verwerven, ook toen er van eene geregelde maatschappelijke samenleving nog [een sprake was. Niemand zal het dien ieden tot een euveldaad aanrekenen, dat zij het zuur verworvene tegen slechte tij den, tegen ouderdom, tegen roofzucht, tegen allerlei rampen trachtten te beveiligen, om het na te laten aan hunne kinderen. Hier was alleen sprake van een eigendomsrecht, dat men zich zelf toekende en dat men zelf moest beschermen. De rechtmatigheid van het bezit hing af van de meerdere of mindere eerlijkheid van den bezitter. Later, toen meer maatschappelijke samen leving ontstond, was het de overheid, de wet, die, in het belang van den Staat zelf en van de orde in den Staat, het bezit te gen de aanranding van anderen in bescher ming nam. Ook hier zien wij dus onmis kenbare zedelijke grondslagen. Maar dat het kapitaal zijne ware roeping in de samenleving zou vervullen, dit bleef aan de nieuwere tijden voorbehouden. De bevolking is op enorme wijze toegenomen, het peil van beschaving is verhoogd. Ter wijl door het eene de strijd om het bestaan moeilijker werd, moesten door het andere menschelijke behoeften merkbaar toe nemen. De bouw der maatschappij is ge worden een zeer ingewikkeld raderwerk. of niemand staat meer op zich zelf. Niemand kan meer geheel in eigen behoef* voorzien. Door den een moet worden voortgebracht wat de ander noodig heeft, dat wil eenvoudig zeggen, wat de ander weuscht te bezitten om zich zoo gelukkig FEUILLETON. UIT DE AVONTUREN VAN EEN WEBNEE DETECTIVE. EERSTE HOOFDSTUK. In de oude keizerstad aan den Donau is de Heerenstraat een der oudste straten, en daarin is het paleis van graaf Leo von Thurn- fels zeker een der oudste en tevens een der aanzienlijkste gebouwen. Het is van arduin steen gebouwd, heeft twee verdiepingen en wordt aan den ingang bewaakt door een ouden portier. De bovenverdieping wordt bewoond door een ouden, eenzaam levenden man. Alles doet hier aan het verleden den ken die breede trap met zware, plompe mogelijk te gevoelen en zijn maatschappe lijk doel zoo goed mogelijk te bereiken. Doch, voortbrenging van eenige betee- kenis, om in de behoeften van anderen te voorzieD, is zonder aanwending van kapitaal vrij wel onmogelijk. Voortbrenging, dat wil hier natuurlijk zeggen alle voortbren ging handel, nijverheid, landbouw. Er behoort niet veel nadenken toe, om in te zien, dat de dingen onderliDg zóo samen hangen, dat bet voortbestaan der maat schappij van de grootste der werkkrachten, het kapitaal, afhankelijk is. We willen eens aannemen dat alle menscben genoegzame lichamelijke werk krachten hebben, en daarbij de meest on ontbeerlijke zaken (toch ook kapitaalom het uoodige voort te brengen voor bet eigen onderhoud. Hoe zal men op den duur aan de noodige grondstoffen en werktuigen en al die duizende benoodigdheden komen, om van kleediDg enz. niet te spreken, wanneer ieder afzonderlijk blijft werken waar zal men bij ramp en ongeval terecht moeten komen om in alles te voorzien Wie zal voor woningen zorgen Wie voor alles wat tot het daarstellen van die wo ningen noodig is? Zulk een toestand is ook daarom onrao - gelijk, omdat er altijd yelen zulleu zijn, die uitteraard niet kunnen werken in bloot lichaamlijken zin. Een wereld zonder geleerden en deskundigen Maar de nuttige werkkring van den geneesheer, van duu rechtsgeleerde, van den ingenieur zou toch onbestaanbaar zijn zonder de aanwending van die middelen, die er noodig waren om hen te bekwamen. Hoe zou men trouwens tot zulk een toestand moeten geraken? De leelijke kapitalist is nu eenmaal in de wereld. Op een gegeven oogenblik ge lijk op deelen, dat is onuitvoerbaar. Boven dien is bet voor een groot deel onmogelijk, want hoe zou men den bodem in zooveel kleine stukken kunnen verdeelen, dat ieder een stukje had van dezelfde voortbrengende kracht en dat precies onder zijn bereik lag Zelfs indien men hierop iets wist te vinden, b.v. eene onteigening van den ganschen bodem ten behoeve van den Staat, die dan den grond in kleine stukjes in gebruik gaf, dan bereikte men toch zijn doel niet. De gelijkheid van roerend ver mogen, eén oogenblik verkregen, duurt geen oogenblik voort. Gij kunt de menscben niet dwingen, hunne natuurlijke levensverrich tingen te staken, te streven naar meer genot, meer zekerheid en rust, en dus naar meer leuning en uitgesleten treden; die verscho ten looper op de trap, die twee verweerde standbeelden, welke verroeste kroonluchters in de opgeheven banden vasthoudendie groote schilderij in olieverf, eenmaal een sieraad, toen de kleuren nog friscb waren en bet doek nog niet gescheurd was, en eindelijk die oude familieportretten aan de muren in de gang en in de voorkamer van de bovenverdieping. De oude, eenzame man, die dit oude buis bewoont, graaf Leo von Thurnfels, zit bij den haard. Op den marmeren schoorsteen mantel staat een oude pendule, stijl Louis XVI, en bij tusscbenpoozen richt de grijs aard den blik op de wijzerplaat, om dan \veer terug te keeren naar de courant, die op zijn knie ligt, of zich te verliezen in den gloed van bet haardvuur. Opeens richt de graaf het hoofd op, als luistert hij naar iets. In de verte hoort men het geratel van een rijtuig. Neen, hij heeft zich niet vergisthet rijtuig komt al dich ter en dichter bij. Dat zal hij zijn 1 roept hij uit en ijlt naar het venster. Hij bezit. Gij kunt bet geluk en het ongeluk niet wegredeneeren. Vlijt en ^luiheid, harts tocht en onverschilligheid, eerlijkheid en oneerlijkheid, ze blijven voortbestaan en ze zullen uw kaartenhuis in een oogwenk doen ineenzakken. Maar bet hechte gebouw van bet kapitaal zal nooit vergaan. En waarom wordt het kapitaal tot meerdere voortbrenging aaDgewend Om dat de prikkel van het eigenbelang ieder drijft. Ieder, behalve dan misschien de niets waardige die leeft van de band in den tand, is ieder geboren kapitalist. Ieder streeft naar éenig bezit, hoe geiiDg ook, en als bij bet bekomen heeft naar meer, tot hij het zoover door ziju arbeidskrachten heeft gebracht, dat zijn kapitaaltje zelf een arbeidskracht, een voortbrengend iets ge - worden is. Wat wij opmerken komt hierop neer, dat zonder de aanwending der opgespaarde vruchten van den arbeid,de maatschappelijke voortbrenging in de verste verte niet aan de behoefte zou kunnen voldoen. Het kapitaal houdt het raderwerk der samenle ving geregeld aan den gang, en de kapitalist is eenvoudig de persoon, die tijdelijk met het beheer is belast. Als wij slechts even de oogen opslaan, dan zien wij tal van instellingen en onder nemingen, die de krachten van den enkelen mensch te boven gaan en waarvoor soms honderden bet huDne moesten bijdragen. Neem dat alles weg in handel en nijverheid, stel u een wereld voor, een wereld als de onze, waarin ieder is overgelaten aan zijn eigen lot. Waar zal ieder in die denkbeel dige wereld den arbeid vinden, geëveuredigd aan zijn aanleg en krachten, voldoende in zijne behoeften. Hoe zal men zich staande houden, waar gebrek dagelijks te vreezen, overvloed nooit te hopen is De bron is verdroogdde arbeid heeft zijn prikkel en zijn waarde verlorenverval en armoede zijn de eenig denkbare gevolgen l Over het algemeen is de pers van ge voelen, dat de troonrede ditmaal niet alleen sober van inhoud, maar ook tevens onbe duidend is. In sommige organen wordt zelfs over dit staatsstuk onbarmhartig den staf gebroken. De Kamper Courant zegt o. a. dat alle onbeduidende wetjes zijn opge somd, zelfs dat, waarbij de verlengiug van den diensttijd der miliciens weder voor eenige jaren wordt bestendigd. Zelfs de schuift de zware damasten gordijnen ter zijde en ziet naar buiten. Door de sneeuw, die in dichte vlokken neervalt, ziet bij het rijtuig al nader komen, maar hij ziet het ook snel voorbijrijden. Dat is vreemd I De trein is toch zeker al lang aangekomen, mompelde hij, maar van het station naar hier De oude neemt weer plaats in zijn leun stoel, en weder zwerven zijn blikken van de courant naar bet haardvuur en vandaar naar de wijzerplaat der pendule. De lamp, die naast den leunstoel op een tafeltje staat, werpt baar mat licht op de gelaatstrekken van den grijsaard, die een onmiskenbare uitdrukking van goedaardig heid vertoonen. De blik van ziin helder blauwe oogen verraadt de rustige, bezadigde stemming, die de beste aanwinst voor den ouderdom is de lichte rimpels in zijn voorhoofd zijn misschien alleen toe te schrij ven aan de kleine bezorgdheid, die op het oogenblik zijn geest bezig houdt. Slechts weinige dunne lokken wit haar komen te voorschijn van onder het fluweelen kapje veranderde inrichting van het kantonge recht te Ridderkerk prijkt deftig op de lijst van gewichtige maatregelen, door deze re- geeriDg met de Staten-Generaaï tot stand gebracht. De geestelijke armoede der troonrede wordt door het blad De Hollander nog acherper in de volgende woorden aange duid »Banale, alledaagsche uitdrukkingen komen in de rede voor, waarin pit noch ziel isfrazen, uitgedacht om datgene te verzwijgen, wat de natie toch eigenlijk wilde; woorden zonder klank, omdat ze niet getuigen van een meeleven van de regeering met het volk in zijn worste ling om het dagelijksch brood, en zijn strijd bovenal op zedelijk en geestelijk gebied. )>Wij dwepen niet met de spreelriust en ook niet met de min of meer autocratische politiek van den Keizer van Duitschlandmaar leg het woord, waax-mede hij tot zijn volk spreekt, naast de troonrede, die dezer dagen werd uitgesproken, en gij gevoelt en tast de groote tegenstelling." De Gelderland is daarentegen niet zoo erg ontstemd over de troonrede. Zij zegt vrede te kunnen hebben met het kiesont- werp-Van Houten, indien de kiesplicht werd ingelascht. Zij leest in de zinsnede over handel en nijverheid van de troonrede een protest tegen de overdreven protectie der naburige rijken en over bet algemeen in Europa, en tevens eene erkenning" dat wij met onzen absoluten vrijhandel bezig zijn eigen handel en industrie in den grond te boren. De Standaard wijst er op, dat de kans dat bij de nieuwe kieswet de minderheden tot eenig proportioneel recht van vertegen woordiging zullen geraken, in onze Tweede Kamer niet bijster gtnstig staat. Bij de Presidentskeus kwam dit uit. Wat ware humaner, kiescber, nobeler geweest, zegt het blad, dan dat de meerderheid de eerste plaats gaf aan de conservatief liberalen, de tweede aan bun Roomsche bondgenooten en dat ze de derde plaats ter beschikking der opposi tie liet. Vooral bij de presidentskeus geldt in elk parlement de regel, dat de regee- rings-partij en oppositie elkaar over en weder respecteeren. De ministrieele groep beeft daar echter anders over gedacht. Zij beschikte over de helft plus éen stem de oppositie kon haar dus niets maken, en met zekere onbeschaamdheid des aangezichts nam ze dan ook de drie plaatsen alleen voor zich, en liet de op positie aanzien. Op zichzelf doet dit er nu weinig toe. De derde president treedt bij ons toch nimmer op. Maar voor den met gouden kwast, dat zijn schedel dekt, maar zijn ferm voorkomen verraadt nog niets van de gebreken des ouderdoms. Er ligt nog lenigheid in de vlugge beweging, waarmee hij nu weer van zijn leunstoel opstaat, in den vasten tred, waarmee hij in de kamer heen en weer loopt. Wat zou er met hem gebeurd zijn? mompelt hij voor zich heen. De trein zal vertraging gekregen hebbendat is alles. Toch luistert hij opnieuwhet geratel van een rijtuig lokt hem nogmaals aan liet venster. Het komt al nader en nader. Bij het onzekere schijnsel van de gaslantaarns meent hij tusschen de dwarrelende sneeuw door ziju equipage te herkennen, die den verwachten man van het station heeft af- Ja, het rijtuig houdt stil voor het paleis. De portier komt toesnellen en opent het portier van het rijtuig. Hij is het, roept de graaf uit. Einde lijk, eindelijk Hij schelteen bediende treedt binnen

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1895 | | pagina 1