I tUIN.MViSdlü COURANT. 1I1Ï eii (KM SUB GEVRAAGD in Lijfrente, 7 Nieuwendiik 156. m. siirantiën flinke Meiden. Maandag 2 September 1895. 33st Jaargang. Vrijhandel en Bescherming. No. 102. Do/lelijk ingaande V Janrlljksnho lijfrente ran- f 10O gestort kapitaal. J 6 8 9 11 13 83 I 6 54 I 7 57 9 18 10 51 13 G5 24 99 10 72 1 03 t 31 Augustus za] de m len Heer J. PLAIZIER0va ondergeteekende, die jwe gunst aanbeveelt. PAULINE SCHERP®, Korte Groenewoud en KW Kerkstraat, 110, tgelijks BOTER, MELK~", REN te koop. AdresClim 127. Melk wordt desverkiezeoi f, een kleine nette BOVEï VONING. Opgaaf van p H, bureau dezer Courant w er rembours of ra burskosten wordt slechs 15 Sevestigd te Amsterdam. i Koninklijk goedgekeurd in ijk kapitaal f ï»0. met ruime reserve. ctcur J. Ij. ELDERS, Spiegelruiten, Spiegels, gewone geval van breken, ontslaan dw kwaadwilligheid, straatrum \nt voor Vlissingcn en Omsta C, A: VAN DEM Vieuwstraat, No, 237. kende beveelt zich aan voor H SS R AN TIEN op B» op Huizen, Inboedels, Koopn ïen en Land-, Bivier- Biarkade, D Jom dadelijk geplaatst ten ag, tegen goed salaris, i Eer courant. MM» .tl T Ik .1 lil IHEÏÜ I Vlissingen en Middelburg ssingen Remise vm, 4 5M' Pan Zeilmarkt8,9.30, II." 3.30, 5—, 6.55, 8,80, 10.15. ,s: Dm 1.15. 2,45, 4.1'i. 5,55,7t idelburgNaar Zeilmarkt lleeu op wctkdngeD.) 6.30. 1 2 5 0. 4.20 6.-. .50, 9.20,10." nm. 12,35 2,05 8.36 5.05,1. Hlngschc Uavendlenil' ingenvm. 6.-, 6.20, 7, 2 4U. 10.—. 10.20, J 0 40. I1'* 2.1". 1.20. 140. 2.-. 2.20 20. 6.IO. 5.30, 6.50, 6.40, 7M j Suitentluis: vm. 6.10, 6.40. 7.2°. f-' 'J.fcO, 10.10. 10.30. 10.60 1IA 12 20. 1.80, 1.50, 2.10. 2.30. 4 10. 4.30. 5.20. 5.40, 6.- BUREAU' Kleine Markt I N°. 187. (Telephoonnummer 10) Prijs per drie maanden 1.—. Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonueert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. UITGEVER: F. VAN DE VELDE Jr. te VDssingen. PRIJS DER ADVERTENTIËN; Van 1 tot 4 regels ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groot.e letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig Agent voor Frankrijk de firma Q. L. DATJBE Co., te Parijs. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag* en Zaterdagavond. Abonnementen voor België, Duitsohland, Enge land en Frankrijk f 1.05 per drie maanden. Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel. Heel Nederland viert thans feest met eene eenstemmig heid, die zelfs in dit aan zijn vorstenhuis zoo verkleefde land ongeëvenaard is. Hat feest, in steden, in dorpen, in bijna alle woningen gevierd, geldt onze jeugdige koningin Wilhelmina, die heden nog een harer jaardagen viert waarop geen kroon haar drukt en het jeugdige bloed nog warm genoeg vloeit om onbezorgd zulk een dag te genieten. Nog slechts een drietal jaren en aan het thans 15- jarige vorstenkind wordt eed taak toevertrouwd, die in on zen veelbewogen tijd, waarin ook de troon door velen niet ongemoeid gelaten wordt dubbel zwaar is. Moge dan de liefde, waarin zich thans meer dan eenig ander menschenkind in Nederland verheugt, haar ten euu zijn in de vele, en vooral gelukkige jaren, die wij haar toewenschen. Door die iefde en trouw van een geheel volk gesterkt, zullen de doornen, die niemand, ook den worden, veel van hare scherpte verliezen, de wonden inder pijnlijk zijn. Nederland en Oranje één. Het blijkt weder op dezen dag van feestelijke her- ioking, Moge het zoo blijven tot in lengte van dagen I ïCMstêC 'S in. De belasting, die wij thans kennen onder ntnaam van invoerrecht, kwam voorheen de begrooting voor als «in en uit- aande rechtensedert 1877 is echter de itvoer van goederen naar het buitenland ilieel vrij. Men begrijpt gemakkelijk wat met dit tvoerrecht bedoeld werd. Een voorbeeld 1 het evenwel nog duidelijker maken, e Nederlandsche papierfabrieken gebrui- in lompen als grondstof voor de bewer ng. Kunnen zij nu die grondstof in 'loende mate in 'het binnenland bekomen hehben de lompen weinig aftrek naar it buitenland, dan is dit voor de fabricage FECILLETO foT. 'ïk begrijp u volkomen, mijnheer Car- ogshliff. Ik dacht, dat ge uwe ware be- voor mij wel niet achter mooie zoudt verbergen. Beken liever J, dat ge mijn vermogen wilt in mden hebben, om 'daarmee tevens den 'verbrekelijken band te bezitten, die mij n u bindt. Als ge dat zegt, zegt ge ten inste waarheid." Iet doet mij bijzonder veel genoegen, nieuwe bewijs van uw scherpzinnigheid te merken Als ge dan zoo gaarne de narbeid uit mijn mond verneemt, welnu hebt de zaak bij het rechte eind.-" voordeelig. Kan ue handelaar in lompen evenwel in het buitenland betere zaken ma ken, dan voert hij uit en de binnenlandsche fabrikant zal nu bij hem ook hoogere prij zen moeten betalen. Om dit laatste te voorkomen, om op die wijze de binnenlandsche papierindustrie te beschermen, kan de regeering een recht heffen van den uitvoer van lompen. Deze worden daardoor voor den vreemden fabri kant duurder en de grondstof wordt op die wijze voor de binnenlandsche industrie be houden. Wij nemen opzettelijk dit voorbeeld, om dat sedert eeuige jaren de uitvoer ten onzent geheel vrij is, namelijk sedert 1877, toeu de laatste uitgaande rechten werden afge schaft en dat waren juist die op de lompen De uitvoerrechten druischen dan ook geheel tegen het gezond verstand in. Zijdelingsche «Zeg mij nu nog een diügwat zal er van mijn vader, den lord, worden Hij is gewooD, in weelde te leven, en zou dan niets hebben dan de karige inkomsten van de baronnie." De advocaat haalde de schouders op. »Hij zal zich naar de omstandigheden moeten schikken," antwoordde hij. /Be denk, hoeveel meuschen zich rijk zouden gevoelen met het inkomen, dat ge karig gelieft te noemen. En blijft-hem niet een teedere dochter, die alles zal aanwenden om haar vader te doen deelen in den rijk dom, dien zij aan de zijde van haar echt genoot vindt »Wilt ge daarmede zeggen, dat ge ons geheel vrij wilt laten in onze bewegingen vroeg zij. De advocaat grijnsde. «Tegenover u zal ik nooit iets anders zijn en blijven dan uw gehoorzame slaaf," ant woordde hij. Er ontstond een stilte, die de advocaat zich ten nutte maakte om het meisje met be geerte aan te zien, dwang der regeering tegen de inwoners van het land, om alleen binnen 's lands te verkoopen, is met alle beginselen van staatsrecht volkomen in strijd. Maar ook economisch (uit een oogpunt van staathuis houdkunde) is dergelijke handelwijs niette verdedigen. Pe lompenhandelaar is ver plicht zijne waar af te staan aan den bin- neDlandschen papierfabrikant, tegen minde ren prijs dan hij in het buitenland zou hebben bekomen, indien het uitvoerrecht niet bestond. Pe fabrikant profiteert er dus van, hij en al zijn verbruikers, ten minste alt buiteulandsche papiersoorten tegen de binnenlandsche concurreerenanders zal het voordeel wel in de zakken van den fabrikant alleen terechtkomen. Laat ons echter aannemen dat het voordeel algemeen is. Daar tegenover staat dan toch, dat de lorapenkoopman niet alleen het nadeel draagt, maar dit nadeel geleden wordt door allen die oorspronkelijk aan hem verkochten. De geheele zaak komt dus op eene verplaatsing neer, en het is met geene mogelijkheid na te gaan, welk belang nu eigenlijk gebaat is, en zoo ja, in hoeverre. Zooals wij opmerkten, zijn echter nog steeds een aantal buitenlandsche producten bij invoer naar Nederland aan de betaling ven recht onderworpeu, en wel zulke voortbrengselen die dit althans was de oorspronkelijke reden ook in het bin nenland worden vervaardigd en op de markt de concurrentie van buitenlandsche artikelen van dezelfde soort moeten onder vinden. Laat ons hier intusschen opmerken, dat de stelling, die Nederland op dit gebied inneemt, niet ongunstig is te noemen. Tegenwoordig zijn vele artikelen, die oor spronkelijk in het oude tarief voorkwamen, vrijgesteld, terwijl bovendien het oorspron kelijke recht is verlaagd. Kon de Staat het nog altijd aanzienlijk bedrag missen, dat door de invoerrechten in de schatkist vloeit, dan gelooven wij dat de regeering niet aarzelen zou, daartoe thans reeds een voorstel te doen. Met zekerheid kan men ook zeggen, dat het behoud van invoerrechten op de meeste der in het tarief voorkomende artikelen, door de industrie of den handel thans niet meer wordt begeerd. Wil zulk een tarief wezenlijk reden van bestaan hebben, dan zou het van tijd tot tijd moeten worden herzien en het zou steeds die artikelen moeten bevatten, waarvan de markt om de eene of andere reden bescherming vraagt Wij zeiden dat het tarief van invoerrech ten dan een reden van bestaan zou hebben De jonge dame verbrak die stilte. Zij stond op, naderde den advocaat, die evt-n eens opstond, en stak hem de hand toe. «Ik geef u mijn hand en mij'n woord, dat ik uw vrouw zal worden," sprak zij op ijskouden toon. Carringshliff nam haar hand en wilde die kussen. Hij sloeg de oogen zoo teeder op als hem maar mogelijk was en zeide «Gij maakt mij tot den gelukkigste van alle stervelingen, mijn waarde. Nooit werd de hand van eene sehoone jonge dame met meer openhartigheid gegeven en met meer hartelijke teederheid aangenomen." Op haar gelaat was duidelijk te zien, met hoeveel tegenzin zij deze hoogdravende woorden aanhoordezij gaf zich volstrekt geen moeite om dit te verbergen en ant woordde «Bespaar mij het overige, ge hebt uw doel bereikt, wees daarmee tevredeo. Ik verzoek u laat mij het overige gedeelte van den dag vrijhet is misschien de laatste, dat ik mij vrij kan gevoelen." Hij maakte een diepe buiging voor haar dit kan toch de groote waarheid niet weg nemen, dat het begrip van bescherming een dwaalbegrip is en dat alle bescherming wel het particulier, doch niet het algemeen belang bevordert. Wanneer een artikel, in het binnenland vervaardigd, en aldaar geregeld koopers vindende, laat ons zeggen tegen den prijs van ƒ100, den invloed der buiteulandsche mededinging ondervindt, b v. op zoodanige wijze, dat even goed buitenlandsch fabri kaat tegen den prijs van 90 verkrijgbaar is, dan zou men b.v. het buitenlandsch fabrikaat met een invoerrecht kunnen be zwaren. Dit recht moet vrij hoog zijn. Ge steld dat het slechts ƒ10 bedraagt, dan zal de vreemde fabrikant, om de markt te behouden, een gedeelte van het veebt gaar ne voor zijne rekening nemen en het voor werp b.v. voor 95 leveren. Het invoer recht moet dus zoo hoog zijn, dat men berekenen kan, dat de mededinging niet vol te houden is. De inlandsche fabrikant heeft nu zijn zin. De verbruikers kunnen tegen den vroegeren prijs van 90, of zelfs van 95, niet meer koopen. Zij zijn verplicht tegen den prijs van ƒ100 bij hem te koopen. Wee hun, wanneer de buitenlandsche handel door de genomen maatregelen geheel van de markt verdrongen wordtwant dan zal het fabrikaat niet eens meer tegen den ouden prijs van '.00 verkrijgbaar zijn. Het zal beslist duurder worden, wanneer toevallig het publiek daartegen niet door de onder linge mededinging der fabrikanten in het binnenland beveiligd wordt. Laat ons nu echter den meest gewonen toestand aannemenbet binnenlandsche fabrikaat wordt tegen den ouden prijs ver kocht, maar ook het buitenlandsche komt nog op de markt voor en wordt daar, ten gevolge der betaling van het inkomend recht, ongeveer even duur verkocht. Het eerste gevolg van den maatregel is dus, eene verhooging van den marktprijs, ten voordeeie van enkeleneen voordeel, dat geheel op onnatuurlijke wijze verkregen wordt. Ook de schatkist wordt beter. Jam mer maar dat het invoerrecht, hoogstens door den importeur voor een deel voor zijne rekening genomen, overigens eene belasting is, door de koopers van het fabrikaat ge heel onnoodig betaald. Immers, de belasting zit verscholen in den verhoogden prijs, dien zij vroeger niet behoefden te betalen, en die nu terecht komt bij den Staat. Alle invoerrechten, hoezeer dan ook in het klein en schier onbemerkt, werken on geveer op dezelfde wijze. De prijzen zullen over het algemeen veelal hooger wezen en gereed om heen te gaan, zeide hij «Morgenochtend om tien uur is het oogen- blik daar, waarop sedert weken onze aan dacht gericht was. Ik zal de eer hebben, u voor de balie van de rechtbank op te wachten." Den volgenden morgen om negen uur liet lord Normann bij miss Normann vra gen, wanneer zij gereed zou zijn om naar het gerechtsgebouw te gaanhet rijtuig zou tegen half tien voorkomen. Dus nog geen bericht uit Worcester. Ook toen zij met baar vader en den advocaat voor den rechter stond, was er nog geen bericht. Zij pijnigde zich de hersens om een middel te vinden, dat haar van haar kwelgeest kon be vrijden maar zij vond niets. Eu daarbij ging de gerechtelijke handeling voort, waar voor zij hier gekomen waren, maar het scheen haar alles een droom. Carringshliff was echter terdege wakker, toen hij ziju cliënte ontving en in de rechts zaal geleidde. Bij zijn binnenkomen viel zijn oog dadelijk op een zwart gekleeden jonk man, die achteloos tegen de balie leunde

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1895 | | pagina 1