VLISSIMSCHE COURANT
1 ti BED.
L No. 97.
Woensdag 21 Augustus 1895.
333te Jaargang.
I i: I I L I E T O K.
I
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187 (Telephoonnummer 10
Prijs per drie inaandeu 1.—. Franco per post 1,15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneer! zich bij
alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
UITGEVER:
F. VAÏJ D32 VELDE Jr. te VliBsingen.
PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4
0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groot,e
letters worden naar plaatsruimte berekend.
genig Agent voor Frankrijk de flrma G. L. DAUBE
Co., te ParijB.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Znterdagavoud.
Abonnementen voor België, Duitsohland, Enge
land en Frankrijk f 1.65 per drie maanden
TWEE STROOMING EN.
Onze tijd is in menig opzicht een merk-
sa8rdige tijd, zoo merkwaardig, dat hij
ieker ook in de volgende eeuwen als zoo-
feoig zal gelden. Aan den eeneu kant
penbaart zich een krachtige stroom, die
dkeus en telkens wat nieuws te voorschijn
iept eu ons wel eens doet vragen, of de
lensclielijke geest dan geen grenzen heeft
of er niet eenmaal een tijd van uitputting
loet komen.
Wat tal van ontdekkingen op elk gebied
m wetenschap, kunst, nijverheid en dat
1 werktuigen, heeft deze eeuw niet reeds
jrtgebracht of hoort men nog bijna
igelijks van gewagen. Edyson, de koning
uitvindingen, onderwierp het electrische
icht aan den wil der menschen en verrijkte
je wereld met telephoon en pkonograaf, en
tie zal zeggen welke wonderen van uit-
ioding nog uit dien schranderen kop het
jcht zullen zien. De grootste afstanden zijn
irbonden door stoom en electriciteit
aaudenlange reizen zijn daardoor tot
ikele weken gekrompen. Spoorwegen bren-
:o in dolle, doch voorgeschreven en ge -
;elde vaart de volken dichter bij elkander,
jombooten, door krachtige machines ge-
:ven, streven hunne mededingers in
lelheid na.
Op elk gebied bijna is wat nieuws, ook
het gebied der letteren, waar het ro-
intische-sentimenteele tijdperk heeft plaats
maakt voor realisme in de beschrijviug,
it weder zijn grootsten bloeitijd reeds
ihter zich heeft en op punt staat vervangen
worden door,wat men zou kunnen noemen,
ine compositie van beide genoemde genres.
Vooruit is de leus. Steeds sneller is de
irt, die voor velen te snel is of hen doet
lizelen, maar voor anderen, die er weten
ïbruik van te maken, een middel is om
oh een weg door de wereld te banen.
Tegenover die wilde, uitputtende jacht
inbaart zich eene reactie, d.i. een geheel
jnovergestelde strooming, eene vereering,
is zelfs aanbidding van het oude, dat
ib Diet alleen openbaart bij heD, die,
it het tegenwoordige ontevreden, als van
If den blik wenden naar het oude, maar
ik bij hen, die meer met den geest des
Is vrede hebben en voor wie de snel
injagende stroom niets verschrikkelijks
■ïftl
KIn groote mate kenmerkt zich die zucht
het oude te doen herleven.
Kin openbare, zoowel als in bijzondere
lbouwen, in kerken, stations, scbouw-
postkantoren enz. bootst men met
meer of minder getrouwheid den eenmaal
ge vierden,doch in onbruik geraakten stijl na.
Tal van restauratiën van gebouwen getui
gen van de zucht om terug te keeren tot
de vormen, die onze zeker niet van smaak
en kunstzin ontbloote voorouders zich voor
hunne bouwgewrochten dachten.
Maar ook in de muziek doet zich deze
strooming gevoelen. Eeuwenlang vergeten
liederen worden uit het stof gedolven, en
het nageslacht verkwikt zich in defrissche
melodiëu, die de verrukking uitmaakten
van de door eeuwen van ons gescheiden
voorouders. Een Nederlandsche componist
trekt een deel van Europa met een schaar
uitgelezen zangers en zangeressen door.
Zijn repertoire is weder niets dan oude
Hollandsche en Vlaamsche muziek, en de
grootste musici luisteren eerbiedig naar de
tonen, die hun uit de oudere liederen te-
genklinken.
Zelfs de danskunst ondervindt den in
vloed van de richting, die tegenwoordig
aan het roer zit, en reeds herleeft aan de
hoven om van daar lager af te dalen.
Maar meer nog dan in dit alles vertoout
zch de terugkeer tot het oude in de kleeding,
voornamelijk in die der vrouwen. Wat
hebben wij niet vaak gelachen om onze
grootouders in hunne excentrieke kleedij,
en niet zonder reden, want de kleeding
was bespottelijk. Maar zal het nageslacht,
als het eene afbeelding van onze tegen
woordige dames in handen krijgt, ook niet
evenzeer lachen over de dwaasheden der
mode, waaraan onze tegenwoordige vrouwen
zich onderwerpen met eene gehoorzaamheid,
die op een ander gebied hare verdienste
zou hebben, maar nu enkel het getuigenis
aflegt dat de vrouw, die men zegt, dat
anders nu juist niet altijd zoo meegaande
is, als de mode spreekt zich geheel willoos
betoont.
Wij meenen hiermede voor ons doel
genoeg aangetoond te hebben. Als men ons
ten slotte vraagt of wij met dien terugkeer
tot het oude vrede hebbeD, klinkt ons
antwoord ja, zoover hij wezenlijk verbete
ring is, zoover het oude moet dienen om
het smakelooze en onnatuurlijke van den
tegenwoordigen tijd weg te nemen. Maar
ons antwoord klinkt ontkennend als wij
niet verder gaan dan tot het uiterlijke en
niet ook overnemen wat onze voorouders
groot maaktenamelijk hunne soliditeit,
die hen tot ver over de grenzen beroemd
maakte, hun eenvoud van zeden en zin,
die bij het tegenwoordige geslacht meer
en meer verloren gaat, den kloeken
geest, die geleerden, schrijvers en helden
te voorschijn riep, waarop het nageslacht
nog met bewondering staart, en den heiligen
ernst, die hen zeker meer dan het tegen
woordige geslacht kenmerkte en hen staalde
in den strijd des levens.
Elke tijd kan wat van een anderen leereu.
Houden wij deze waarheid voor oogen,
dan kan de oude ons in vele opzichten tot
leering zijn.
Binnenland.
Het is ons bekend dat de benoeming
van generaal Vetter tot legercommandant in
Indië daar niet onverdeeld en metgenoegen is
ontvangen en er zelfs velen zijn, die zijn
beleid op Lombok, natuurlijk wat de eerste
ongelukkige periode betreft, aan een scherpe
critiek onderwerpen.
Zoo bevatte de Locomotief, met de jong
ste mail aangebracht, een artikel, dat over
de benoeming van generaal Vetter tot leger
commandant handelt en geschreven is door
iemand die zich een /deskundige" noemt.
Deze nu beweert, dat de lange duur van de
tweede Lombok expeditie te wijten is
niet aan allerlei moeilijkheden, aan zulk
een veldtocht verbonden, maar aan het
feit, dat wraak moest genomen worden
voor 't «échec", ra. a. w. een lage, nutte-
looze opoffering van eigen troep.
Of deze «deskundige" op Lombok geweest
is, aldaar de sterke «poeri's" met hare bon
derden hechte muren heeft gezieD, of hij
den Baliër als krijgsman en zijne bewape
ning kent, of bij verzekerd is van de wer
kelijke hulp der 500,000 Sasaks, wordt
niet gemeld.
z/Wij hopen^ echter," zegt de «oud-offi
cier" ten slotte^ «dat generaal Vetter, min
der daD wij, zich ergert aan al dat laag
geschrijf en bij eiken aanval met voldoening
denke, dat het niet de slechtste vruchten
zijn, waaraan de wespen knagen".
Iu de Kohiische Zeitung geeft de heer
Louis Braun, die onder generaal Vetter
heeft gediend, enkele, voor ons volkskarak
ter en voor ons Indische leger beide, vleien
de beschouwingen naar aanleiding der ex
peditie naar Lombok. En hij maakt daarbij
eene vergelijking tusschen Bazaine en
generaal Vetter. Was deze laatste een
Franschinan geweest, na den overval
van Augustes 1894 zou hem wellicht land
verraad verweten en het lot van Bazaine
niet ontgaan zijn Maar de voornaamste
dagbladen, de Europeanen in Indië, de op
geschrikte bevolking iu het moederland, de
regeering in Nederland en in de koloniën,
zij allen lieten zich niet door den indruk
van bet oogenblik tnedesleepen. De Gou
verneur-Generaal liet Vetter bet opperbevel,
zond hem nieuwe troepen zooveel hij noodig
had, en schonk hem aldus de gelegenheid,
zoowel zijn eigen eer als die van zijn land
te handhaven. «En dat hij dit op de schitte
rendste wijze heeft gedaan, daarvan zal de
roemrijke geschiedenis van de Nederlandsche
koloniën nog aan het nageslacht verhalen.
Ten volle verdient generaal Vetter de hulde
van zijn volk en van zijne Koningin
„Met recht, zoo schrijft Louis Braun op
eene andere plaats iu hetzelfde opstel, is
het Nederlandsche volk trotsch op een van
de beste zijner zonen."
Het //Soer. Mand." zegt aangaande den
Rus Maligan het volgende
Uit het onderzoek moet al meer en meer
blijken, dat wij hier te doen hebben met
een dier vele avonturiers, die hun neus
stietten daar, waar zij zulks bet minste
dachten te doen, n.l. tegen de Nederlandsche
politie en justitie.
Het staat thans vast dat hij, vóór dat hij
op Lombok verzeild is geraakt, verscheidene
personen met zijn mooie praatjes bij den
neus heeft gehad, dan wel heeft gepoogd
om zulks te doeu, zij bet dan ook op be
scheidener schaal als zoovelen van zijne
voorgangers, die hier ook in den val liepen.
De les make money, my son, if it can
honestly, hut make money", dat is tot heden
het levensdoel, dat hij heeft nagejaagd, en
op Lombok heeft hij den eindpaal bereikt.
Het kluwen wordt langzaam maar zeker
afgewikkeld, opdat er geen knoopje, hoe
klein ook, iu den draad blijve zitten.
Aan het departement van Marine wordt
de regeling voor het personeel van 's Rijks
stoomvaartdienst herzien, en in verband
hiermede ook eene wijziging bewerkt van
de opleiding tot machinist der Marine.
Bij deze opleiding, zoo verneemt de W.
R. Cf., zal dan de officier-machinist, met
de leidiDg belast, vervangen worden door
een luitenant t. zteneinde het onderwijs
meer op militaire leest geschoeid zij. De
maandelijksche soldij, die thans door alle
schepelingen, ook door de machinist-leer
lingen, wordt genoten, zal vervallen en den
leerlingen wordt zakgeld toegekend. De
eerste uitrusting zal hun kosteloos worden
verstrektvan de ouders zal daarentegen
eene jaarlijksche bijdrage worden gevorderd.
De leerstof zal worden uitgebreid wat wis-
eu natuurkunde betreftook warenkennis
zal worden onderwezen, in zooverre de
machinist die in de praktijk zal noodig
hebben. De leeftijd voor toelating tot het
l'Zoo is het, mijnheer, bevestigde de echt-
■noote van den predikant. «Van den dag
t haar mama stierf, heb ik dit meisje
gevoed, tot zij den leeftijd van twaalf
en bad bereikt. Zoo iets veTgeet men
eleveD lang niet."
•Luister nu ook eens naar mij'," sprak
lee, terwijl zij zich geheel oprichtte en
'evierend in het rond keek.
•Hetgeen deze beide personen, tot wie
mij door plichtgevoel en dankbaarheid
aangetrokken, verklaard hebben, is
He waarheid. Ja, ik ben de dochter van
pen lord Frederik Norman, de erfgename
van een millioen pond sterling, en degene
die zich daarvoor uitgeeft en te Londen in
mijn hu's woont met haar vader, is mijn
nicht Mary Norman, dochter van Lord
Ralph Norman,den tegenwoordigen eigenaar
der baronie. Om voor haar de rijke erfenis
te redden, schoof mijn oom en voogd mij
in haar plaats en haar in de mijne. Met
zijn medehelper, den advocaat Carringshl iff,
verzon hij het boevenstuk zoo fijn, dat ik
in een krankzinnigengesticht geplaatst
werd, en telkens als ik de ware betrek
kingen blootlegde, versterkte ik daarmede
bet vermoeden dat ik werkelijk waanzin
nig zou zijn.
Maar hoe zwaar deze beproeving ook
was, de hemel gaf mij kracht om ze te
verdragen en vrienden om hen te overwin
nen, die mijn verderf wilden. Ja, mijnheer
Cliffton, uw vroegere leerlinge ziet ge terug
als verpleegde in een krankzinnigen-gesticht
en zonder twijfel beschouwt gij het als
een beschikking des hemels, dat gij het
werktuig zijt om mij weder op de plaats
terug te breDgen, waarvan ik verdreven
ben door de scbelmsche listen van mijn
tegenstanders."
Toen zij zoo gesproken bad, naderde zij
Waltberen stak hem de handen toe. Haar
stem weigerde; de gemoedsbewegingen, die
bij haar waren ontstaan, hadden haar hevig
aangegrepenaan de neiging van baar'
hart toegevend, zonk zij weenende aan zijn
borst. Hij drukte haar vast in zijn armen
en kuste haar. Op dat oogenblik gevoelde
zij, waar de plaats was, waar zij beschut
was tegen alle gevaren, waar zij rust zou
vinden na den strijd.
Er volgde nu een beraadslaging over de
vraag wat er gedaan moest worden. Me
vrouw Ciiffton maakte daar voorloopig een
eind aan, door het gezelschap uit te noo-
digen, mede te gaan naar haar woning.
Men nam haar vriendelijke uitnoodigiug
aan en besprak te haren huize wat het
wenschelijkste zou zijn, onmiddellijk het
gerecht in te roepen tegen den lord, of hier
alle opzien vermijden en iu Londen zelf
tegen Alice's voogd in rechten op te treden.
VValtber was niet met het eerste plan
ingenomen, de predikant kwam met een
tweeden voorslag en eindelijk had dr. Par
ker nog een derde voorstel.
/,Tot op dit oogenblik heb ik nog Diet
gesproken van een omstandigheid, die mij
toevallig ter oore kwam," zeide de hulp
arts. ,/Ik zweeg er van, om miss Norman
nieuwe onrust te besparen, zoolang er zoo
weinig gegronde hoop was om haar de
vrijheid te kunnen teruggeven. Na wij
echter in u, eerwaarde heer, zulk een krach
tige hulp gevonden hebben, vervalt mijn
vrees daarvoor. Dr. Brown is sedert een
paar dagen op reis, om volgens zijn eigen
zeggen, een samenkomst met lord Norman
te hebben, en naar de reis te oordeelen, zal
hij hem niet te Londen ontmoeten. Treden
wij nu te Londen of te Worcester tegen
de misdadigers op, dan hebben zij alle kans
om zich door de vlucht aan een langdurige
gevangenschap te onttrekken. Wij moeten
dit tot eiken prijs voorkomen, en daarom
acht ik het 't best, als wij niets laten be
merken en alles op den ouden voet laten
voortgaan. Zoodoende denken zij veilig te