VLISSIMSCHE COURANT m h «n Berichten. No. 73. Woensdag 26 Juni 1895. 33ste Jaargang. Gemeentebestuur. en hebben in de Kongo, t oogenblik eene zuivere >rden. Haar zal door de rgeBteld worden aauA^ kennen een crediet va& le betaling der schulden grooting van dezen staat, g van 5 xnillioen aan de schappij, opdat zij haat n voortzetten. In de com. mkerzijde tegen; wat het in ae Kamer zal zijn, 3 zucht der meerderheid wille te zijn, geen raad- ïeizer Frans Jozef heeft ministerie Windischgritz h door begunstiging van idschap van de Duitsch- voornaamsten steun, had d. De crisis heeft echter want den Keizer gelukte gers te vinden. President nenlandsche zaken inhei dt graaf Kielmanssegg, verliest Hongarije weinig een man was van weinig volstrekt niet in staat :ijkheden, diejtegenwoordig en dag zijn, het hoofd te aouding van den Sultan ndheden inzake Armenif zijn dau een poos g. ,at dat Turkije hun eischet heeft de Gioote Heer vrat aar later toch toegegeven ls Turkije is, kan bezwaar «Patrimonium,alhier,», eene onderafdeeling op hebbende bij eventueel; hare leden de na Len steun te bieden, ifdeeling zijn lid dezer on eveling van deze zaak, di n" alhier is ter hand ge iker niet, daar deze zie ihe predikanten-confereoti kerken zal Donderdag" worden gehouden. and van Vlissingen. 22 Juni 1895. rWD: P. de Witte, je rstraate, gescb. 43 j. 22 j. en C. Langenbe P. L. Maes, jm. 21 j ïns, jd. 18 j. H. van Zandbergeu,js Veekman, jd. 18 j en J. H. Sorameling,; V. Lichtenberg, jm. Zij ace, jd. 20 j. J. B. ACoppejans,gel M. J. M- Wiersum,gel P. Swint, geb. Veneny nd, geb. Gabriëlse, z. ?t, geb. Mol, z. J- ■tijn, d. J.Poppe,g J. M. Vanpeeue,ge! M J. M. Schutlfl d. A. C. Poschmaos d. G. de Veij, ge] L. Knuijt, geb.' labriëlse, geb. de Met nl J. Cbristiaanse, vroi) s, 34 j- A. de Bi J. van Opbergen, trijn, 50 j. C.A. IJDINGEN. NGEN tertrokken rik .Flora" kapt. HtnrikM*. rik «GoslaV, k«pt. Helgaw. eideu ran Middelburg). 1NGEN gepaaieerd: be bark .Senior", kapt Vm#i Wioomer „Sumatra" van Douderdag bij Bath »ao J ehulp van slecpbooten yIoM'" ■tgezet. .ter te Vlissingen. Juni 12,57 Nieuw* 1,45 Springt'] I 2,22 2,58 T BERICHTE*. iingen, 21 Juni. i f 1.05 per Kilos» f 3.60 per 104 stuk» BUREAU: Kleine Markt I N°. 187. (Telephoonnummer 10.) Prijs per drie maanden 1.—. Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. UITGEVER: F. VAN DE VELDE Jr. te Vliasingen. PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groot.e letters worden naar plaatsruimte berekend. Benig Agent voor Frankrijk de firma G. L. DAU BB Co., te Parijs. Verschijnt Dtundag-, Dondcrd»s- en Zaterdagavond. Abonnementen voor Belgie, Duitschland, Enge land en Frankrijk f 1.05 per drie maanden Zij, die zich met het volgend hnanaalaanvangende 1° Juli a. s., 0p de Vlissingsche Courant abonneer en, ontvangen de nog tot dien datum ver schijnende nummers gratis. SCHUTTER ld. Tweede zitting der Commissie voor de Schutterij. De Burg. en Wetb. vbd Vliesiugon maken bekend dat Je commissie, iugevolge art. 15 der wet, belast met het onderzoek nopeDS de al of niet gegrondheid der redenen, die tot vrijstelling ol uitsluiting van den dienst derschut- leiij zijn ingebracht hare gewoue jaarlijkscbe zitting zal tegiuaeu op Dinsdag den 9 Juli a, b.. vuu des voormid- digs te 10 ureu, tot onderzoek van alle ingebrachte reclames uijders worden de daarbij betrokken personen geinl'or- Btcrd, dat zij die bun 34ste jaar hebben volbracht, zulks rerkiezende fiuial kannen worden ontslagen Hordende de belanghebbenden teu overvloede uilgenoo- digd, schriftelijke bewijzeu tot staving hunner redenen vun injslelling, b(j de wet gevorderd, alsnog voor zooverre dit list reeds is geschied, drie dagen te voren ter secretarie jier te leggen kennende bij bunue inschrijving ongehuwden, voorzoo- erre zij nog niet op eene der bijzondere rollen zijn ge lucht geworden, ingeval zij sedert dien lijd mochteu zijn gebuwd, de bewijzen van hun huwelijk alsnog uiterlijk vóór den 1 Augustus eerstkomende, aan de commissie, volgens «1, 14 der wet met het opmaken der rollen belast, ter had stellen ec zij eindelijk aan de belanghebbenden bekend gemaakt dit zij zich stiptelijk op de door de gedachte commissie lts onderzoek daartoe bepaalde tijdstippen voor baar zullen Mica. te vervoegen, daar zij, die dit mochten verzuimen, gehouden worden geene redenen tot vrijstelliug te hebben en toor zooverre zij dienstplichtige nummers getrokken bebben niet vallen in de termen van art. 3 a b, c l ca m en art 4 der wet, bij de schutterij zullen worden ingelijfd, totdat zij in een volgend jaar hunne reclames op foorscbreven voet zullea doen gelden. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort des 25 Juni J895. De Burgemeester eo Wethouders voornoemd, TUTEIN NOLTHKN1US. De Secretaris, J. H. C. BUSING. Binnenland. Dr. Kuyper heeft in de Standaard een artikel geplaatst, waarin hij op de beschul diging van het dagblad de Nederlander, dat hij zijn taak als Voorzitter van het Centraal Comité, met name tegenover de Kamerleden, die door de antirevolutionaire partij gecandideerd en vooral door baar invloed gekozen waren, niet naar eisch zou hebben vervuld, zegt dat hij er vooralsnog het zwijgen wenscht toe te doen, omdat de in dat blad besproken zaken tot de inwendige huiskouditig der antir. partij behooren. Dergelijke dingen behooren z i. niet op de publieke marktmaar in de binnenkamer FI5U1LL15TOM. »Men heeft thuis niet geweten, dat ik twee fatsoenlijke heeren zou meebrengen, d'e ik een plaats in mijn rijtuig heb toe- fjezegd, en daarom heeft men het kleine Wagentje gezonden, dat ik gewoonlijk voor my alleen gebruik. Dat spijt mij recht har telijk, mijnheer Lund, doch gij moet mij n,et aansprakelijk stellen voor dezen mis- Mag van mijn wagenmeester. Zoodra de ge- fegenheid zich daartoe aanbiedt, hoop ik u met mijne betere paarden en rijtuigen te laten kennismaken." Nu was de schimmel het eenige paard VaD den dokterin het koetshuis was geen van het partijleveD tehuis, te meer daar uit den aard der zaak zulk eene voorstel ling van den gang der zaken, ook bij de oprechte bedoeling om billijk te zijn, niet anders dan partijdig kan wezeu, eu vooral bij zoo gespannen verhouding, als waarin de redactie van de Nederlander zich tegen over dr. Kuyper geplaatst heeft, wel eigenaardig gekleurd moet zijn. Ook heeft hij een voorstelling van de zaak, maar die eene geheel andere is, en die hij eerst dan publiek zal maken, als het oogenblik hem daarvoor mocht schijnen gekomen te zijn. Voor het oogenblik spreekt het van zelf, dat hij (dr. Kuyper,) ook al ware hij niet aan de beurt vau aftreding, na zoo open bare en grievende aanklacht, èn zijn lidmaatschap van het Centraal Comité én zijn voorzittershamer, op de eerstvolgende Deputatenvergadering ter beschikking van de Deputaten zou stellen. Verder geeft de Standaard op eene an dere beschuldiging van de Nederlander waaruit blijken zou dat hij de booze man is, die overeenkomsten schendt, misbruik van zijn positie maakt, zijn rechten en bevoegdheden overschrijdt, met het geesel- koord rondloopt en den tuchtmeester speelt, dit blad den raad, om,wanneer dat alles waar is, het niet in algemeene phrases te zeggen, maar met de stukken te bewijzen, ter plaatse waar zulks behoort, en dus tegen dr. Kuyper in den boezem van het partij verband eene formeele aanklacht in te dienen. Blijkt hij aan deze dingen schuldig te zijn, dan moet hij afgezet worden. Als partij vormt de antirevolutionaire partij eene republiek, en als nu de president van de republiek blijkt de grondwet ge schonden te hebben en aan allerlei erger lijke dingen schuldig te staan, dan moet niet de republiek in tweeën gescheurd, maar een ander in zijne plaats worden gekozen. Waar zulke verklaringen noodig zijn, moet de tweedracht in de partij wel hoog geklommen en het vooruitzicht op vrede geheel verdwenen zijn. De hoofdredacteur van bet Bat, Hbl. heeft eene reeks van artikelen geopend over den tegenwoordigen toestand in Atjeh, waarvan de strekking is de regeering te doen inzien, dat de historische waarheid omtrent het beleid, vooral het militair beleid in Atjeh een geheel andere is dan de in officieele rapporten vermelde Een militair, die het waagde op dit feit de aandacht te vestigeü, zou zich blootstellen aan sluiting ander rijtuig en van een wagenmeester was geen sprake, maar dr. Drown nam het niet zoo nauw. Samengedrongen als haringen in een ton, zaten de drie heeren en de jongen, die met den wagen gekomen was, op de twee smalle banken van het voertuig en voort ging het naar het gesticht. Doch dat ging langzaam, want de schimmel was niet in den draf te krijgen, noch met goede woorden, noch met de zweep. De weg naar het schoon gelegen plaatsje, in welks nabijheid het gesticht lag, was zeer slecht, zoodat men eerst laat in den nacht stilhield voor het eerste logement van het plaatsje. Het logement heette De koning Holoferues." Ook hier ging dr. Brown nog patiënten zoeken, doch daar hij in de gelagkamer niets meer aantrof, ver sterkte hij zich met een stevig glas grog, voor hij met zijn hulparts den weg naar zijn woning insloeg. Na een driedaagsche reis in of bovenop den rammelkast, voelde Wal- ther al zijn ledematen gekneusd. Hij zocht zijn bed op en sliep zoo vast, dat hij eerst van zijn militaire loopbaan. De schrijver zegt in het bezit te zijn van genoegzame geloofwaardige getuigenissen om,hetgeen hij tegen het beleid in Atjeh inbreDgt, te kun nen staven. De reden waarom Atjeh na twee en twin tig jaren strijdens nog niet bedwongen is, zegt de schrijver, ligt in de dwarsbooming van het militair gezag, tengevolge waarvan het verlamd is. De terugroeping van gene raal van der Heijden, op het oogenblik van zijn volledig succes, was een regeerings- misslag, waarvoor het volk nog boet, en welke den lande duur te staan komt. Daarop zijn anti-militaire proefnemingen gevolgd, die allen mislukten, omdat zij de kracht des vijands overschatten. Men vervangt geen leger in een vijandig land door politie- vertoon, evenmin door het achter onveilige liniën op te sluiten en allerminst, zooals in de laatste jaren, door den vijand met geld om te koopen. Verder zegt de schrijver dat de werke lijke toestand in Atjeh verbloemd wordt. Het verschil tusschen vroeger en thans komt duidelijk uit, daar de vijaud thans artillerie heeft en ons met grauaten be schiet granaten, die vroeger door ons afgeschoten werden, maar niet sprongen, en het nu wel doen. Trouwens onze bentings, geheel open gelegen met den vlaggestok boven op, zijn een goede schijf. Daarentegen stelt de vijand zijn geschut achter bamboe doeri verdekt op, zoodat onze artillerie er niet op in kan schieten. De beschieting van eenige posten onlangs heeft dit feit in een helder daglicht gesteld. Vatten wij, aldus vat de schrijver zijn eerste artikel samen, de officieele rapporten omtrent deze aanvallen samen,dan blijkt daar uit dat onze posten en aflossingen in Groot- Atjeh van December j.l. tot Mei dezes jaars voortdurend beschoten en enkele zelfs vermeesterd zijn Hieruit is geene andere gevolgtrekking te maken dan dat, ondanks onze politiek van gekochte vriendschap met Toekoe Djohan en zijne vrienden, de oor logspartij in Atjeh den oorlog ten krachtigste volhoudt, met aodere woorden dat de pa cificatie van Atjeh, waarnaar het tegen woordige omkoopend régime streeft, verder is dan ooit. Onze troepen moeten in zulke omstandig heden voortdurend lijdelijk blijven. En toch is er geen sprake van dat ons leger niet tegen den vijand opgewassen zou zijn onze militaire kracht in Groot.Atjeh is enkel verlamd, en dat te meer daar de uittartende houding van den vijand in deze periode van aanvallen door geen enkel wapenfeit onzerzijds is getuchtigd. De toe laat in den morgen wakker werd. Nadat Walther zich goed den slaap had af geschud, stelde hij zich leveuöig voor oogeu, wat hem dezen dag te wachteu stond. Zou hij haar vinden? Hoe zou hij haar vinden Als hij ze vond, zou ze dan kalm blijven en hem niet verraden door een on- voorzichtigen uitroep? Wat hij met haar zou afspreken, als ze toevallig elkaar aantroffen dat wist hij zelf niet goed. Het was dan ook moeielijk vooruit vast te stellen, want het toeval zou de hoofdrol vervullenhij had geen vast uitgangspunt voor eenig plaD en van zijn optreden hing alles af. Het was een prachtige Meimorgen. De zon scheen helder, de hemel was onbewolkt, de vogels zongen vroolijk en de lentewind speelde met het ruischeude jonge loof der berkeboomen. Walther kon den dokter geen ongelijk geven, als hij in zijn brochure be weerde, dat het stadje schoon gelegen was. Het lag in een breed dal, ingesloten door heerlijke bosschen. Te midden van groene weiden stroomde een riviertje (een kleine stand is zoo anti-militair en hierdoor reeds zoo onhoudbaar, dat hij het tegenwoordige régime in Groot-Atjeh ten strengste ver oordeelt. De Haagsche correspondent van het Nieuws van den Dag verhaalt dat, toen den lSen Juni de vlag van den Haagschen toren woei, de menschen dachten dat het was ter eere van prins Mourinc (de hoofd persoon uit den optocht te Leiden, die een bezoek aan het Kurhaus te Scheveningen zou brengen.) «Want ginds bij de lindeD, op 't Rapenburg, klonk vedel 'en trom, en aan Waterloo dacht er niet één", zegt de schrijver met een aanhaliDg uit het bekende lied van den Vlaamschen dichter. »'t Is ook al tachtig jaar geleden, en we zijn nog altijd onafhankelijk immers." Hoe het staat met de geschiedkundige kennis van de aanstaande burgers, bleek den schrijver, toen hij bij twee 15jarige kinderen des volks een volslagen gemis aan elke waardeering van Waterloo vond. De naam was den knapen blijkbaar even onbekend als de binnenlanden van Afrika vóór Stanley c s. Zij wisten wel dat de Batavieren 10Ü jaar v. C. in ons land waren gekomen, maar dat de Franschen er 80 jaar geleden uit gehouden waren,was hun onbekend- De eene knaap was op eene stadsschool ontwikkeld" en de andere door fraters. De schrijver vraagt of dit nu het gevolg is van de verschillende ontwikkelende leermethodes of van de onderwijsquaes- ties? Een correspondent schreef onlangs inzake de openbare meening het volgende, dat die soms zoo vergode meening duidelijk juist karakteriseert ))))De openbare meening 1" Mon cher! dat is iets, dat acht dagen bestaat, hoogstens. Dan komt er weer iets anders tusschen al het vroegere wordt vergeten, en als na eenigen tijd iemand weer eens aan zulk een vraagstuk denkt, dan zeggen de menschen «Och ja, wat was dat ook weer met dieJawel, daar staat me wel iets van voordie heeft toen zoon drukte ge maakt overJa, juist, A propos, ga je van middag mee wandelen «Dat is «de openbare meening". «Bien fol est qui s'y fie" en op hare waardeering rekent, als hij zich een of ander publiek belang aantrekt, 't Eenige, dat hij er van overhoudt, zijn de vijanden, die hij er zich door gemaakt heeft. Want die vergeten niet, en daarmede laat «de openbare meening" hem later aan zijn lot over." In het weekblad van het «Tijdschrift voor Geneeskunde" komt een opstel voor over bijstroom van den Avon) en omspoelde het stadje aan de eene zijde. Over alles lag een waas van stillen vrede, die door niets ge stoord werd. Walther besloot den weg naar het gesticht van dr. Brown te voet af te leggen de afstaud was slechts een half uur, eu de ontwakende natuur lokte tot een wandeling nit. De weg was korter dan hij gedacht had. Weldra stond hij voor het gebouw, dat de kastelein uit ^De koniDg Holofernes" hem had aangewezen als de bezitting van dr. Brown. Het was een oud huis, te midden van een klein park, oorspronkelijk het zomer verblijf van een welgesteld man, die het kwijt wilde en daarom verkocht had. Van uit de verte geleek het gebouw vol strekt niet op eeu krankzinnigengesticht. Eerst als men dichter bij kwam, gaven de getraliede vensters en de hooge heining rondom het park blijk van de treurige be stemming. Over een soort van voorpleintje, dat van het park was afgesloten, naderde hij de

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1895 | | pagina 1