VLISSINGSCHE COURANT. m M LEZEN~ antiën akkersknecht, :e Jongelui, tfkvrouw MEID Dienstbode Dienstbode No. 71. Vrijdag 21 Juni 1895. 33",e Jaargang. Binnenla n d. dkoopst en 't meest [vertrouwd, vervalschte Mout. ienewoud Los 0.14 per 5 ons. en afleveringen vaa fnEERD ZON- in ruimen voorraad k Kilogram. IH DE VELDE J.r, Kleine Markt. jlde aanvoer van ;he en Duitsche JHELKOLEN, bene- 1ET NOOTSKOLEN, BATJT ZOON. eelt zich aan voor het be- A N T1 EN op Beurs- [j Huizen, Inboedels, Koop- i en Land-, ltivier- en <s. bes.es,. Bierkade, D. 3» j gehuwd, 33 jaar oud, de moderne talen en itandig kunnende op- tsing op Kantoor of isingen of Middelburg, it kunnende stellen. L bureau v. d. blad. iEKKERS, Vlissingen. worden gevraagd chrijven en rekenen. X Y Z aan het bu- uigschriften onnoodig dgische Loodsensocie- Kastelein. I biedt zich aan als oudster, P. G., van torzien, of als Meid- iin gezin met Juli of bureau dezer court. Wnge Walstr. E no. 1. luitensbuis. Adres Il5. A A GD. zer courant. A ld W I E N S T. n en Middelburg r v Remisevm 4 60 (alleeD op trkt: 8,9.30, 11.—. 11,45. 0.66, 8,30, 10.10. 5, 2,45,4.15,6.56,7.45,9,16, Naar Zeilmarkt Vlissingm Frkdagen.) 6.30, 8 45, lu.15 20, 7.60, 9.20, 10,20. 12,85,-2,05, 8,36, 5,06, 7.—, Havendienst. 6.-, 6.20, 7,-. 7 50. 8.20 10.20, 10 40. II.—. 11.20 140. 2.—. 2.20. 2,40a 8.— 5 30, 5.60, 6.40, 7.20, 7.45 n. 6.10, 6.40. 7,20, 8.-. O.IO, 10.80, 10.60 IJ.10, 80. 1.10, 2,10. 2,30. 2.50, 80, 6.20, 5.40. 6.-. 6,1.0 (Telephoonnummer 10.) Zij, die zich met het volgend kwartaalaanvangende 1° Juli a. s., op de Vlissingsche Courant abonneer en ontvangen de nog tot dien datum ver- schijnende nummers gratis. Onedele wapenen. Niemand zal wel beweren, dat onze voorouders met concurrentie onbekend waren en dat zij ook niet gedreven wer den door de worsteling voor het bestaan om te trachten medehandelaars bij den verkoop een vlieg af te vangen. De omstandigheden waren echter oorzaak, dat hunne energie vaak geknot werd en de zucht om te concurreeren zich tot veel bescheidener grenzen moest bepalen dan tegenwoordig het geval is. Tusschen alle volken en volkjes waren toen slagboomen opgericht in den vorm van zware tol rechten, paspoorten en allerlei douane formaliteiten, die den handel dwongen zich grootendeels tot het binnenland, waar hij ook niet onbelemmerd was, te beperken, ten minste bij de meeste hande laars den lust doofden om met het buiten land in handelsbetrekkingen te komen. Oorlogen waren toen aan de orde van den dagpas was de krijgsfakkel in éene streek uitgebluscht, of zij ontbrandde weer in een andere, en het natuurlijk gevolg van zulk een toestand was dat de koop man, wiens goederen buitgemaakt werdeD, wel door hoop op zeer groote winst moest gedreven worden om nogmaals iets te wagen. Aan te ruimen blik op handelsgebied leden onze voorouders ook niet. Wilde zich b.v. iemand als timmerman neder zetten, hij had zich eerst te wenden tot de toeualmachtige gilden, die wel zorgden dat het aantal vakgenooten niet grooter werd,dan methun belangenovereenkwam. Natuurlijk was in zulke omstandigheden van geen concurrentie sprake. Maar ook de overheid waakte met vaderlijke zorg,dat de mededinging zich binnen de grenzen bewoog en belastte daarom menig artikel uit het buitenland zoo zwaar, dat er aan geen invoer te denken viel, en het publiek zich dus moest bepalen tot het gebruik van iulandsch fabrikaat en zich daarmede dikwijls behelpen moest. Niet zoo heel lang geleden werden immers in alle gemeenten van ons vaderland nog de prijzen van het brood naar believen der overheid geregeld. In 't kort, er bestouden zooveel belemmerende bepalingen voor den handel, dat deze zich niet vrij kon ont wikkelen, en b.v. in tijden van slechten oogst, bet buitenland, door de zware invoerrechten, niet in 't gebrek kon voorzien, en dat dikwijls een gebrek ge leden werd, waarvan in onzen tijd, nu F E U I L L E T O IV. 35.) «Ge zijt peinzend geworden en dat vind ik natuurlijk, daar het reeds vele personen zoo als u ging, zoodra zij mijn naam booren, mijnheer A propos, ge hebt nog niet de goedheid gehad, mij uw naam te noemen", sprak de dokter ua een poosje stilte. «Ik heet Walther Lund", antwoordde onze jonge vriend. «Ah, Lund, mijnheer Lund 1 Zeer aan genaam, inderdaad Pit is dr. Parker, mijn hulparts, dien ik juist in Londen heb aangenomen, om mij ter zijde te taan". zooveel mildere begrippen op handels gebied heerschen, althans geen sprake is. Wat is dat alles veranderd? Van de boeien, die den vrijen handel beletten de vleugels uit te slaan, zijn vele verbroken, en ofschoon men in andere landen in den laatsten tijd begonnen is om de voort brengselen van het eigen land tegen die van elders door kooge invoerrechten te beschermen, is het toch nog zoover niet of de concurrentie kan een veel grootere vlucht nemen dan in vorige tijden. En wat hebben wij niet aan de con currentie te danken Eene goedkoopte, die vele geriefelijkheden binnen het bereik ook van de lagere standen brengt, en de middelen om den geest te verrijken niet meer het privilege doet zijn van enkele bevoorrechten. Men ga slechts na hoezeer de behoeften van een klein bur gerlijk gezin thans verschillen met de eischen, die vroeger golden, en waaraan men niet zou kunnen voldoen, als de fabrikanten niet iu staat waren goed- kooper waren te leveren, dan vroeger. Natuurlijk heeft deze medaille ook hare keerzijde. Het gemakkelijk voldoen aau een menigte behoeften, vroeger onbekend, wekt tot weeldebejag, waaruit tal van ondeugden geboren worden en die alleen eenigszins vergoed wordt, doordien de middelen om zich besehaving te verwer ven gemakkelijker te verkrijgen zijn. Men ziet dus dat aan de concurrentie, benevens hare goede zijden, ook groote gebreken aankleven, en dat zij geen licht te schatten gevaren aanbiedt. Concurren tie op zich zeiven genomen is goed, zij wekt de sluimerende energie op, maar als zij in haar koortsige jacht tot onre delijke middelen de toevlucht neemt, verdient zij afkeuring. Een handelaar b.v., die om zijn concurrent een beentje te lichten, onder de waarde gaat ver- koopen en zoodoende de oorzaak is van diens ondergang, kan zulk eeu triomf niet met een gerust geweten genieten. Niemand zegge dat zulks niet geschiedt en geen handelaar beneden de waarde, dus met verlies, zal verkoopen. Die zoo redeneeren, kennen de praktijk des levens niet, weten niet dat menige persoon van dit stelsel gebruik maakt om zich klan- disie te verwerven, teneinde later, als de concurrent uit deu weg geruimd was, de prijzen op hun normale hoogte te stellen. Aldus verzekert men zich eene alleenheerschappij, die men misdadig kan noemen, omdat zij den ondergang van enkelen met zich brengt en het koopende publiek niet baat. En het kwaad neemt in onzen tijd steeds toe. Welke maat schappij, hetzij zij zich op het gebied van den groothandel, de zeevaart of van de spoorwegen beweegt, ondervindt thans niet de gevolgen der concurrentie, die links en rechts de mededingers doet vallen, de dividenden doet verdwijnen en De jongelieden maakten wederkeerig eene buiging. «Ge reist voor zaken, maar mag ik ook weten in welk artikel, mijnheer Lund «Katoen is het eenige artikel, waarin ons huis handelt". «Katoen, hm, een mooi artikel I Jammer, dat ik er geen gebruik van kan maken. Als ge bij voorbeeld in koffie, suiker, thee, meel, haring of kaas en boter ge reisd hadt, dan konden wij misschien een koop gesloten hebbeu, als uw prijzen billijk geweest waren. Ge kunt niet be grijpen, welke groote hoeveelheden van deze artikelen in mijne uitgestrekte in richting verbruikt worden". «Een inrichting, die op duizenden gelukkige genezingen kau wijzeu wel, het is licht te begrijpen, dat ge daar voor de verzorging van uw patiënten een menigte voediDgsartikelen noodig hebt". «Zaken, mijnheer Lund, zaken zijn de ziel van alles, dat weet ge als koopman even goed als ik. Laten wij bij zaken blijven. Ik heb u reeds gezegd, hoe het het bestaan moeielijk of onmogelijk maakt. Ons eigen vaderland levert er ons meer dan genoeg voorbeelden van. Het is waar, hiertegenover staat dat het publiek pro fiteert vau de lage prijzen, maar dit is slechts zoo lang tot het doel der con currentie bereikt is de ondergang van den mededinger. Is dit bereikt, dan betaalt het publiek ook wat door de concurrentie verloren was. Een ander wapen, waarvan de onedele Concurrent zich bedient om zich onrecht matige winsten te verschaffen, is het ver- valschen zijner waren, daarbij speculee- rende op de algemeene zucht van het pu bliek om een «koopje" te hebben. Nu, de kooper krijgt dau wel eens een koopje," dat echter voor hem vergift, of totaal onbruikbaar is, terwijl de verkooper ge vaar loopt in aanraking met den rechter te komen Zulk een schandelijke concur rentie wordt ook vaak gedreven bij de aanbestedingen van werken, waarbij de aannemer het laag bedrag, waarvoor hij inschreef, dikwijls door oneerlijkheid tracht goed te maken, wat hem echter niet gelukt zouder de met het toezicht over het werk belasten om te koopen, of den werkman een laag loon te geven, waarvan weder sociale misstanden met al hunne feilende het gevolg zijn. Concurrentie moet er zijn, zij is nuttig en noodig, want zonder haar zouden slechts enkelen het monopolie van den handel hebben, en wij zouden een toestand krijgen zooals in Frankrijk op het laatst der vorige eeuwhet monopolie van het kapitaal en het volk bedelaars, niet in staat zich eenige gemakken des levens te verschaffen. Alleen zulk eene concurrentie, die met eerlijke middelen strijdt, die het niet te doen is zich een gouden troon te bouwen ten koste van de ellende van anderen, is geoorloofd. Ook in den handel moet het niet zijn »öte-toi de Ik, afin que je m'y mette" maar uleven en laten leven" daar moeten ook de wetten der broederschap, die in de maatschappij geldig zijn, heerschen. Wat een niet- handelaar niet geoorloofd is in zijn om gang met anderen, moet ook voor den handelaar wet zijn. Ook hij hem moet niet de regel gelden dat in den strijd alle middelen geoorloofd zijn. Hij blijve mensch iu den waren zin des woords. Houdt hij zich daaraan, dan Zal zijne concurrentie ten zegen der menschheid ziju en op den rechten prijs geschat worden. In het Centrum werd onlangs aan de dissentieerende antirevolutionairen den raad gegeven om zich maar liever af te scheiden. Dien raad onderschrijft de Stan- mij spijt, dat ik met u geen zaken kan doen in het artikel, waarvoor ge reist. Maar hoe staat het aan uwe zijde Hebt ge geen bloedverwanten of bekenden, die ge mij zoudt kunnen toevertrouwen Mijn geneeswijze, waarover duizenden getuigschriften op aanvrage aan ieder worden toegezonden, heeft bereids in geheel verouderde gevallen de spoedigste en grondigste herstelling bewerkt". Terwijl dokter Brown zoo zijn kunst aanprees, schoot Walther een plan in het hoofd, dat zeker avontuurlijk was, maar dat hij toch wilde doorzetten. Zonder zich door eene bepaalde belofte te ver binden, zou hij daardoor de belangstelling van den dokter winnen en misschien kreeg hij daardoor ook wel de gelegenheid om het krankzinnigengesticht nabij Wor cester te bezoeken. Na eenige oogen- blikken antwoordde hij daarom aarze lend, alsof het hem moeite kostte er over te spreken «Ik heb een zuster, die sedert eenigen tijd aan een eigenaardige storing van het daardmaar voegt er de voorwaarde bij, dat eerst duidelijk gebleken moet zijn over welk beginsel het geschil loopt, en bij welk programma men uiteengaat. De Stand, heeft trouwens reeds na de terug komst van dr. ICuyper er op aangedron gen om, zoodra de nieuwe actie iDgaat, over een program van actie voor de naaste'toekomst te handelen; en bleek het dan dat men het daarover niet eens kon worden, dan als vroede mannen en als christenbroeders, rustig en kalm, op eerlijke wijze uiteen te gaan. Verder richt de Standaard de volgende opmerking, in den trant vangenees meester, genees u zeiven eerst," tot het Centrum »De fractie van het Centrum is zelve eene andere politieke gedachte toegedaan dan de conservatief-katholieken, verte genwoordigd in de Tijdmaar vooral in de Maasbode. Waarom, indien uiteengaan aan het Centrum zoo raadzaam voorkomt, heeft het dan zelf niet van zulk een uit eengaan het voorbeeld gegeven, en ook haar groep zelfstandig georganiseerd?" Voor de Amsterdammer (weekblad) is het uiteengaan van Lobman en Kuyper geen raadsel. Wat hen zoo plomp tegen elkander deed botsen, is de kracht der democratie, die het hechtste fonda ment der eendracht doet splijten, die, ook waar zij bet geloof niet aandoet, ook den geloofsband sterk scheurt. Welk een overeenstemming des geestes er moge bestaan, de verkoeling kan niet uitblijven, waar aan de wet der gelijkheid, door den een bet oor wordt geleend, terwijl de ander baar loochenen wil. De democratie dwingt de kerken naar zich te schikkeD, en elke kerk, die in tegenstelling met den Paus van Rome uf met het Calvinisme van dr Kuyper, zich tegen hare eischen verzet, straft zichzelve met verkwijning. Waar dit het geval is met de geestelijke instellingen, die den krachtigen steun bezitten van het chris telijk geloof, zou dit dan anders kunnen wezen ten opzichte van die maatschap pelijke en staatkundige groepen, wier innerlijke samenhang uitsluitend berust op gemeenschappelijk stoffelijk belang Wanneer de kerken nog een tijdlaDg de democratie kunnen weerstaan, de politieke partijen blazen ze omver en uiteen. Nu zelfs Lobman eu Kuyper moeten scheiden, klinkt het, meent de Amsterdammer krachtiger dan ooit door het katholieke, protestantsche en ongeloovige Nederland: de dagen uwer eendracht zijn geteld. De democratie eischt u op voor haar streven. Gij zult u moeten verklaren voor of tegen haar, want een conservatief-democratisme of een liberaal-radicalisme, een samen gaan van verdedigers en van bestrijders der volksrechten en der volksbelangen, heeft geen toekomst meer. verstand lijdt. Zij is niet kwaadaardig of gevaarlijk, doch zij lijdt aan een enkele inbeelding een idee fixe". «Zeer goed, mijnheer Lund, zeer goed Precies een geval, zooals ik er reeds meer dan honderd genezen heb. Breng de jonge dame bij mij en gij zult een wonder beleven. Naast eeu liefdevolle behandeling kunt ge op eene zorgvuldige verpleging rekenen, en wat de hoofdzaak is, de groote kennis van twee zoo voortreffelijke ge- neesheeren als ik en mijn collega hier, staat te uwer beschikking, waardoor een gelukkige genezing in allen gevalle zeker is. Laten wij dadelijk het geval nader bespreken, als ge het kunt goedvinden. Welke verkeerde inbeelding heeft de jonge dame «Ge begrijpt wel, mijnheer, dat deze plaats weinig geschikt is voor eene nadere bespreking, vooral nu ik u ook nog moet bekennen, dat het pijnlijk aandoet, wanneer ik in bijzonderheden van het geval moet treden. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1895 | | pagina 1