ZON,
VLISSINtSCHE «IJ1AIT,
HIT ei BID.
I, Linten,
Merveil.
l Linnen
Eiill!
e fabriek
ZOON
„Looft den Eeer.
3 Mei a.s.
EAl'T ZOOS,
tij.
No. 53.
Maandag 6 Mei 1895.
33te Jaargang.
Gemeentebestuur.
SO Hl ET OEFENINGEN.
ING en wordt door
IT.
i: niMi
ftnateurs en Donatrices,
are, in bet lokaal van
[(PER, Groote Markt.
Begunstiger wenschen
uueu daarvan opgave
DOMMISSE, Secre-
G. 5. Contributie
I jaars.
BEN EDEN WO-
ingang, Aagje Be
lde aanvoer
;he en Duitsche
3HELKOLEN, bene-
IET NOOTSKOLEN,
ine.
895.
11 Loten 10(
Is het Cornxvir
VLIET,
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187. (Telephoonnummer 10.)
Prijs per drie maanden 1.—Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij
alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
UITGEVER;
F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen.
PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels
0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés eu groote
letters worden naar plaatsruimte berekend.
Eenig Agent voor Frankrijk
Co., te FarijB.
de firma G, L. DATTBE
VerMchijnl Dinsdag», Donderdng* en Zaterdagavond.
Abonnementen voor België, Duitsohland, Enge
land en Frankrijk f 1.66 per drie maanden.
Onveiligheid vaarwater.
De Burgemeester van Vlissingen,
Gezien de kennisgeving van den Com
missaris der Koningin in Zeeland, d.d.
1 Mei 1895, A. No. 1130, 3e Afd.,
brengt ter kennis van belanghebbenden
dat op 7, <5, 9 en 10 Mei e. k. schiet
oefeningen met het zware kustgeschut
met granaten zullen worden gehouden
van het Fort te IJmuidendat er zal
geschoten worden in Noordwestelijke
richting.
VlissingeD, 3 Mei 1895.
De Burg. voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS.
MWÊd KI EIIE).
De Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen,
Gezien de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni
1875 (St.bl. no. 95,) tot regeling van het
toezicht bij het oprichten van inrichtingen,
welke gevaar, schade of hinder kunnen ver
oorzaken,
Geven bij deze kennis dat bij hen is
ingekomen een verzoek van H. L. Hermans
c. a. om vergunning tot het oprichten eener
fabriek, tot hetdoor middel van electriciteit
bijlagen, gedurende
veertien dagen, te beginnen met Vrijdag den
3en Mei 1895 op de gemeente-secretarie ter
visie zal worden gelegd ©n dat den 17 Mei
1895, ten raadhuize, des
elegenheid zal worden gegeven om be-
m tegen het oprichten der inrichting in
ïngen, terwij! gedurende drie dagen
voor dat tijdstip ter gemeente-secretarie van
de ter zake ingekomen schrifturen kennis
kan worden genomen.
Vlisaingen, 3 Mei 1895.
De Burg. en Weth. voorn.
TUTEIN NOLTHENIUS.
De Secretaris.
J. H. 0. BUSING.
YAOCIKATïxU
De Burg. en Weth. van Vlisaingen,
maken bekend dat op den len en op den
3en Donderdag van iedere maand, des voor-
middags tu8schen 10 en IQ1/» uur, gelegen
i' i: i 11.1.1:1o
18.)
'Uw juiste inzichten in het leven zijn
voor mij het beste bewijs, hoe betreu
renswaardig; het was, dat mijnheer Lund
uw raadgevingen niet opvolgde," viel
de advocaat in, om den woordenvloed
der dame te onderbreken. Wat mij be
treft, ik hoop dat het mij vergund zal
zijn, u met daden te toonen hoezeer ik
mija best doe om het schoone geslacht
met hoffelijkheid te bejegenen."
Houd daar aan vast, waarde beer, en
ge zult steeds slagen. Maar daarbij moet
een gepast overleg niet vergeten worden..
Dat is eu blijft altijd de hoofdzaak.
heid bestaat tot kostelooze inenting en
herinenting van de ingezetenen, die zich
daartoe aanmelden bij den gemeente-genees
kundige, den Heer H. BREUKINK, arts, in
het benedenlokaal van het kantoor van den
Gemeente-Bouwmeester, aan de Groote Markt,
alhier.
Vlissingen, 4 Mei 1895.
De Burg. en Weth. voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS.
De Secretaris,
J. H. O. BUSING.
in de naaste toekomst te verwachten,
op menig punt verbetering zal aanbren
gen in de algemeene bevoegdheden en
verplichtingen der plaatselijke regeerin-
gan, en dat ook de woningvraag van
die betere regeling de vruchten zal
plukken. Voorhands staan wij helaas
machteloos tegeu gemeentebesturen, die
r hunne roeping niet begrijpen óf hun taak
met wat al te groote flauwhartigheid
opvatten.
II. (Slot.)
Wanneer eene woning, of een gedeelte
daarvan, in zoodanigen toestand verkeert,
dat door het gebruik gevaar ontstaat
voor de gezondheid of het leven der
bewoners of die van aangrenzende per-
ceelen, dan is het publiek belang een
voldoende rechtsgrond om den eigenaar
het gebruik van zijn eigendom te ont
zeggen. De feitelijke verhindering van
het gebruik zal dan op den duur het
best worden verkregen, door een abso
luut verbod om dergelijke eigendommen
op eenigerlei wijze te herstellen of voor
verder verval te behoeden, een maat
regel, waarbij men voor de werkelijke
toepassing de straf, die, ingeval van her
haling, wel van verder verzet zal doen
afzien, veel minder behoeft te vreezen.
Veelal zal ook voldoende wezen een
eenvoudig verbod om te bewonen of te
laten bewonen, gepaard, waar dit name
lijk mogelijk blijkt, door eene afsluiting,
bij wijze van gewonen politiemaatregel,
uit een oogpunt van veiligheid.
De plaatselijke besturen hebbeu inder
daad middelen genoeg te hunner be
schikking. Maar nu rijst de vraagwat
te doen tegenover nalatige gemeente
besturen, zooals 'o. v. in bet door ons
in het vorige nommer medegedeelde
geval der twintig onbruikbare woningen
Die vraag heeft echter eene verdere
strekking en slaat op menig geval, waarin
het recht der gemeentebesturen om niet
te bandelen, even bedenkelijk is als in
vele andere omstandigheden hunne be
voegdheid om wel te handelen zonder
hooger toezicht. Wij vertrouwen dat
eene herziening der gemeentewet, voor
de regeliug der plaatselijke belastingen
zoo noodzakelijk, en waarschijnlijk ook
Ofschoon ik dit mijn zoon dikwijls ge
noeg voorpreek, slaat hij op mijn woor
den niet zooveel acht als noodig is. Het
laatste geval, dat zijn onbezonnenheid
bewijst, is die geschiedenis met dat jonge
meisje. Half gekleed, doornat en niet
eens met schoenen aan de voeten brengt
hij haar midden in den nacht van de
straat bij mij in huis, in mijn eerbaar
huis, dat
Juist wegens die jonge dame kom ik
bij u, mevrouw Lund," viel de advocaat
in. ,/Nog kort geleden had ik met uw
zoon een gesprek over baar, dat echter
tot mijn spijt niets heeft uitgewerkt.
Tot mijn leedwezen hebben mijn zaken
mij verhinderd, om reeds vroeger hier
te komen en deze aangelegenheid te
regelen, en daarmee heb ik zeker niets
verzuimd, want onder uwe hoede bevond
het meisje zich zeker veilig." Hij boog
bij deze woorden om haar te danken.
»Ge komt dus tot mij, om de vluchtelinge
op te eischen, mijnheer CarriDgshliff
Dat stemt mij tot tevredenheid, wantik
Aankoop of onteigening van afgekeur
de perceelen door de gemeentebesturen,
ligt zeker niet op hun weg. De gemeente
komt er zoo licht toe, te treden op bet
terrein der bijzondere nijverheid. Wonin
gen te stichten en te verhuren is in het
geheel niet bun taak. Daarom zouden
wij er toch geen bezwaar in zien, wan
neer het recht van onteigening ten al-
gemeenen nutte, bij plaatselijk besluit,
ouder boogere goedkeuring der regee-
ring, mogelijk werd gemaakt. Met eene
wijziging in dien geest der onteigenings
wet zouden wij ons zeer goed kunnen
vereenigen, mits bepaald tot bet bespro
ken doel, en zeker niet in het algemeen.
f^Een der sprekers in de vergadering
van het verbond wees op de coöpera
tieve bouwvereeniging te Leiden, die
zeer gunstig werkt. Wij zijn in bet al
gemeen ook wel ingenomen met derge
lijke vereenigingen en trouwens in het
algemeen met elke onderneming, die zich
teu doel stelt het bouwen en in gebruik
stellen van geschikte verblijven, inzon
derheid voor den werkenden stand. Maar
men vergete toch niet dat dergelijke on
dernemingen bijna zonder uitzonderiDg
van speculatieven aard zijn en dat ze
veelal niet zouden verrijzen, wanneer
een degelijk toezicht van gemeentewege,
op de verordeningen gegrond, aan alge
meene regelen voor den bouw en de in
richting streng de hand hield. In vele
groote gemeenten moge dit zoo zijn, op
het platteland is het over het algemeen
anders. Er worden wel vele werkmans
woningen gesticht, uitwendig sierlijk en
verleidelijk door den glans der nieuw
heid maar dit laatste is niet zelden het
eenig wezenlijke voordeel-
Met de stichtingen der bouwvereni
gingen en dergelijke instellingen, die wij
moet eerlijk bekennen, dat het verblijf
van eene waanzinnige in mijn huis mij
ongerust maakt eu ook zeer lastig voor
mij is. Doch daarmede bespreek ik slechts
de eene zijde der zaak, de andere zijde
is eveneens van groot gewicht. Ik geloof
niet, dat het u ooit zou gelukken mijn
zoon te overreden, om het meisje vrij
willig uit te leveren. In uw laatste ge
sprek is hij gekwetst door iets, waarover
hij verder niet heeft gesproken. En daar
hij geen overleg genoeg heeft, is het
voor een spoedig beklinken van de zaak
beter, dat ik heden in zijn plaats optreed."
Niets kan mij aangenamer zijn, me
vrouw Lund. Wees slechts zoo goed mij
te zeggen, wat ik te doen heb, voordat
ik bet meisje uit uw huis kan wegvoeren."
Ge zult wel begrijpen, mijnheer Car-
ringshliff, dat ik gaarne eenige inlich
tingen ontvang omtrent de omstandighe
den der jonge dame, voordat ik uw
verlangen inwillig."
«Gaarne ben ik bereid, u alle inlich
tingen te geven, die u verlangt."
vooral in de grootere gemeenten aan
treffen, is dit anders en beter. Maar
ééne zaak trekt bier altijd onze aan
dacht, namelijk, dat men door het aan
leggen van straten op een en hetzelfde,
meestal eenigszins afgezonderd terrein,
de geheele werkliedenbevolking in een
zelfde buurt te zamen brengt en ze als
bet ware afscheidt van het overige
menschdom. Dit moge liggen in den geest
van den tijd, die afscheiding wil en als
het ware elke richting, elke partij en
eiken stand in afzonderlijke hokken
wenscht te zien (de school leert het ons
reeds), wij voor ons hebben er geen
vrede mee en wij betwijfelen of het ver
schijnsel op den langen duur de alge
meene maatschappelijke verhoudingen
zal verbeteren.
Zeer goed kunnen wij ons vereenigen
met de meening van den heer Heldt,
den afgevaardigde der Tweede Kamer,
die in de vergadering van het verbond
het woningvraagstuk .een der moeilijkste
sociale vraagstukken noemde Moeilijk,
zouden wij zeggen, in zooverre het een
redelijke oplossing betreft langs den weg
der wet., die trouwens altijd slechts eene
gedeeltelijke oplossing verschaffen zal.
Wij zoeken, het blijkt duidelijk uit
bet bovenstaande, ons heil vooral in het
bestuur der gemeentelijke huishouding.
Veel meer zouden wij durven verwach
ten van particuliere krachten, waar die
met verstand en met menschlievendheid
werden aangewend. In het stichten van
uiterst eenvoudige, maar echt Hollandsch
degelijke woningen voor den zoogenaam-
den arbeidenden stand, zien wij een
werk der weldadigheid bij uitnemendheid,
eene weldadigheid die, vreemd genoeg,
uiterst zelden beoefend wordt. Zelden,
in zooverre dat men kapitalen aanwendt
om allerlei inrichtingen en ondernemin
gen te steunen, of eenvoudig tot geld
belegging, maar niet zelf de banden aan
het werk slaat.
En toch, de speculant die het geld
van den kapitalist bezigt om zelf eene
hooge rente te genieten en het nage
slacht met de zorg voor eenige ruinen
te bezwaren, is geen weldoener der
menschheid. De kapitalist, die met
een matige rente tevreden kan en wil
zijn, en door zijn persoonlijk optreden
in den woningnood helpt voorzien, is het
in dubbele mate.
Begrijp mij goed, mijnheer Carring-
sbliff. Het is volstrekt geen nieuwsgierig
heid die mij drijft. Ik durf er op roemen,
dat ik nooit nieuwsgierig ben en dat ik
geheel vreemd ben aan deze ondeugd,
waarmee de meeste vrouwen behept zijn.
Om u slechts een geval te vertellen, dat
duidelijk het bewijs levert voor mijn
bewering daar was de dochter van onzen
buurman, den slager te
tfZoudt ge niet liever het verhaal van
dit stellig zeer gewichtige voorval willen
bewaren tot een volgende maal, beste
mevrouw vroeg de advocaat, die reeds
begou te huiveren voor haar talent van
vertellen. »Ik moet inderdaad vreezen,
u langer op te houden dan noodig is
voor mijn weinig beduidende zaak."
„Zooals ge wilt, mijnheer Carringshliff,
geheel zooals ge wilt. Het voorval is
werkelijk belangwekkend. Maar, waar
spraken wij over? Juist, ge zoudt mij
de noodige inlichtingen geven omtrent
de omstandigheden der jonge dame. Wilt
ge zoo goed zijn te beginnen