VLISSIMSC No. 47. Maandag 22 April 1895. Jaargang. Gemeentebestuur. FEUILLETON. B i li n e n 1 a n tï. B fi E A li Kleine Markt I N°. 187. (Telephoonnummer 10 Prijs per drie maanden J.—. Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Ü1TG1YKK: F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen. PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés eu groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Benig Agent voor Frankrijk de firma Q-. L. DATJBE Si Co., te Parijs. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnementen voor België, Duitscbland, Enge land en Frankrijk f 1.66 per drie maanden. De Burg. en Wetli. van Vlisaingen, Gezien ae artfc. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875 Stblno. 95), tot regeling van liet toe- ziekt bij bet oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of binder kunnen veroorzaken, Geven bij deze kennis dat bij ben zijn in gekomen de navolgende verzoeken om ver gunning van lo. P. C. Speckens, tot bet bouwen van twee bakkersovens in perceel wijk A. no. 124 aan de Coosje Buskenstraat. 2o. H. J. v. d. Meer tot uitbreiding van zijne bergplaats voor petroleum op bet voor malige kogelpark, sectie D. no. 1332. dat die verzoeken met de bijlagen, gedu rende veertien dagen, te beginnen met Vrijdag den 19 April 1895, op de gemeente-secre tarie ter visie zullen worden gelegd en dat den 3en Mei 1895, ten raadhuize, aes namid dags ten 2 ure, gelegenheid zal worden gege ven om bezwaren tegen het oprichten der inrichtingen in te brengen, terwijl gedurende drie dagen vóór dat tijdstip, ter gemeente secretarie van de ter zake ingekomen schrif turen kennis kan worden genomen. Vlissingen, den 19 April 1895. De Burg. en "VVeth. voornoemd, TUTEIN NOLTHENIUS. De Secretaris, J. H. C. BUSING. Het waagstuk -van het drankverbruik uit een oog punt van Staatsbelang. II. (Slot.) Op het oogenblik dat wij' ons met de bewerking van dit opstel bezighouden, is bij het Engelselie parlement een voor stel van wet ingediend, waardoor het mogelijk wordt, de kiezers uitspraak te laten doen over het beperken van den verkoop van sterkeu drank, het algeheel verbod daarvan, het niet verleenen van vergunning, enz., een voorstel dat na tuurlijk niet zou passen in onzen re- geeringsvorm, maar dat bewijstvan hoeveel gewicht men ook elders bet onderwerp acht. Wat wij in dit opzicht wenschelijk achten, het is vooral dat de wet algemeene regelen zal stellen, en ji 1 12.) ^Inderdaad een verschrikkelijk lijden, dat mij ten zeerste treft. Zou bet dan ook aan de kunst van onze Engelsche dokters niet mogen gelukken, hier ge nezing te brengen Dat is de eenige hoop, die mij over blijft." b Geve de hemel, dat die hoop vervuld worde Juist, mijnheer CarringshliffLaten wij onze hoop op God stellen. Hij zal ons op den goeden weg brengen. Ik heb nog verschillende zaken met u te be spreken en verzoek u daarom bij mij te bij de uitvoering nog meer ruimte en vrijheid dan thans aan de gemeentebe sturen zal laten. Om een voorbeeld te geven, De wet bepaalt o. a. dat in gemeenten beneden 10000 zielen het maximum der Vergun ningen 1 op 250 inwoners is. Gemeenten van 1000 inwoners staan alzoo met ge meenten van 10000 inwoners gelijk, en daaraan is niets te veranderen, omdat de wet bepaalt, dat toeneming der bevol king, geene verlaging van het maximum medebrengt. En toch is het zeer goed mogelijk, dat b.v. een aantal van veer tig vergunningen bedenkelijk is, laat ons stellen voor eene fabrieksstad met eene arme bevolking, die op lagen trap van ontwikkeling staat. Het gemeente bestuur behoort in dit en vele dergelijke gevallen zelfstandig te kunnen beslissen, als de wet er maar voor zorgt, dat geen gemeentebestuur het groote doel tegeu- werkt in plaats van het te bevorderen. Maar één ding is zekerdat de mid delen, die het gemeentebestuur kan aan wenden ten goede, vele zijn middelen, waaronder eene strenge handhaving der politie wel een der voornaamste zal zijn Trouwens, het is er ver van verwij derd, dat de Staat in het geheel niets anders zou kunnen doen, dan den klein handel in sterken drank beter te regelen Wij willen hier, tot staving daarvan, slechts wijzen op den belangrijken post van 26 millioen op de Staatsbegrooting, wegens accijns van den wijn en bet gedistilleerd Wij treffen bier bet treurig verschijnsel aan dat, hoe meer drank er verbruikt wordt, hoe meer de Staat er bij profiteert, en daar de Staatsschuld en de kosten van leger en vloot ons voort durend totaal afhankelijk doen zijn van baten, die overigens niets dan afkeuring en veroordeeling verdienen, bestaat er steeds gereede aanleiding, om de afschaf fing of vermindering van dergelijke hef fingen uit te stellen. Zelfs het betrekke lijk geringe bedrag, dat de Staatsloterij oplevert, kan niet worden gemist, waar men het geld met stuivertjes (men denke aan het kinderachtige (juitantiezegel) bijeen moet halen. Nu doet zich hier echter het eigenaar dige verschijnsel voor, dat wel de accijns op het gedistilleerd is te betreuren, om - komen, zoodra ik mijn kleediug verwis seld heb. Doch wees eerst zoo goed mij de bedienden voor te stellen." De bedienden hadden stil en stom dit lange gesprek aangehoord, zonder er een woord van te laten verloren gaan. Zij werden nu ieder afzonderlijk met naam en kwaliteit door den advocaat voorge steld. De lord sprak eenige woorden over getrouwheid, gehoorzaamheid en reiuen levenswandel en vroomheid, waarna hij zijn kamer opzocht. Een kwartier later werd mijnbeer Carringshliff uitgenoodigd, bij hem te komen. V. Deze ontvangst van lord Norman had plaats gehad ongeveer drie weken voor den aanvang van ons verhaal. Het was op den middag na dien storm- achtigen nacht, waarin het huis' van mevrouw Lund zulk een ongewenschte gast had opgenomen. Miss Alice Norman, de pupil van den lord, was nog niet lang uit haar bed, waar zij haar kop chocolade gedronken had. Juist was zij dat er zooveel gedronken wordt, maar tevens, dat de afschaffing of verminde ring het kwaad in de band zou werken en het dus beter is, met te verlagen. Integendeel. Alle accijnzen, of belas tingen op voorwerpen van verbruik, hebben dit kenmerk, dat zij, in het be lang der schatkist, kunnen worden ver hoogd zoolang tot de opbrengst daalt, omdat er ééns een tijd komt dat de zwaarte vau den belastingdruk het ver bruik doet afnemen in zoodanige mate, dat ook de belasting, niettegenstaande alle verhooging, niet meer aan het doel beantwoordt De wetgever moet hiermede dus in het algemeen zeer voorzichtig te werk gaan. In het algemeen, want bij den accijns op wijn en gedistilleerd is het anders. Deze acccijns kan ook een zede lijk doel hebben, namelijk het te groote verbruik tegen te gaan, en bier behoort de wetgever dus zoolang te verhoogen, tot de opbrengst van den accijns daalt. Men wane toch niet dat hierin eene bevoorrechting van de meer gegoede standen gelegen is. liet staat vast dat door duizenden zooveel aan sterke dran ken dagelijks wordt verbruikt, dat een matig gebruik van een goed glas wijn op gezette tijden en zeer zeker vau een uitstekend glas bier daarvoor in de plaats kan treden. Het staat ook vast, dat een doorgaand overvloedig gebruik van sterk alkoholiscbe dranken, liet meest onder de talrijkste en armste klassen der bevolking wordt aangetroffen en het meest tot die armoede bijdraagt. Vandaar dat de maatregel volstrekt niet, zooals men wel eens meent, eene be voorrechting daarstelt en het niet aan bevelenswaardig zou zijn, om ook de wijnbelasting te verhoogendat het zelfs aanbeveling zou verdienen om deze te verminderen, omdat, enkele persouen daargelaten, in ons klimaat en in onze toestanden, misbruik van wijn en bier, in den zin waarin wij gewoonlijk van misbruik spreken, uiet te vreezen is. Men zegt wel eens stoutweg, wanneer over dit onderwerp gesproken wordt welnu, sluit Schiedam I Wat wil dit zeggen? Dat men zou wenscheu, dat alle fabricage en dan natuurlijk ook alle invoer van sterke dranken in het Kijk verboden werd. voornemens door de kamenier de laatste hand aan haar toilet te laten leggen. Dat was een werkzaamheid, waarvan de kamenier niet veel genoegen of voldoe ning had, want miss Alice was gedurende het aankleeden niet alleen heden, maar geregeld alle dagen in zoo'n slechte luim en liet die door woord en daad zoo on zacht aan haar ondergeschikte gevoelen, dat de kamenier menigmaal met rood geschreide oogen de kleedkamer verliet. Ook heden gaf miss Alice zich volstrekt geen moeite om haar slechte luim te verbergen. »Je bent en blijft een verschrikkelijk onhandig schepsel, Betsy," riep zij stamp voetend uit. »Ik ben zoo pas de pijn kwijt van je lompe rukken aan mijn haar en nu werp je mij die japon weer zoo onhandig over het hoofd, dat mijn kapsel geheel in de war is. Begin maar weer van voren af aan 1" „Een enkele streek met den haarbor stel zal voldoende zijn, om alles weer in orde te brengen, miss I" zeide het meisje. Zeker, dat zou eeu afdoende maat regel zijn. Toch vergete men niet dat, daargelaten de geldelijke bezwaren en de belaugen der nijverheid, dit slechts als uiterste maatregel in aanmerking zou kunnen komen, Het denkbeeld, al wordt er vaak mee gespot, is zeer goed te verdedigen, al thans, wanneer men er aan verbindt, de invoering van een zoogenaamd Staats monopolie, m. a w. van het stelsel, dat alleen de Staat mag fabriceeren en ver- koopen. Deze heeft clan de regeling vau bet verbruik in handen eu het vermogen om te voorzien in de behoefte, waar die somtijds inderdaad aanwezig is of zelfs in een redelijk verbruik. Naar onze raeeuing zal dit denkbeeld in de verre toekomst meer vorm aanne men en meer kracht verkrijgen, wanneer niet elke opvolgende regeeriug hare ern stige aandacht aan het onderwerp wijdt en er naar streeft het volksbelang door gepaste maatregelen in tijds te behar tigen. Laat ons hopen dat dit laatste steeds het geval moge zijn. In de lijn der roeping van den Staat ligt het zeker niet om koopman, fabrikaut, of loterijhouder te zijn Vlissingen, 20 April. De Standaard wijst op de Indische bladen, die ons vermanen om bij onze Vcfier-manifestatie, als de held van Lom bok terugkomt, niet al te luidruchtig te werk te gaan. Die raad moet niet in den wind geslagen worden, omdat het zou zijn outrouw aan onze bij den nachte lijken overval gevallen soldaten en offi cieren, indien we ons aanstelden als waren de bittet-e dagen van Augustus ons uit hart en hoofd gegaan ln de tweede plaats is de overwinning, op Lombok bevochten, toch van te kleine afmeting om heel een natie daarin zóó te zien groeien, dat het is of ze een schitterenden triomf op een machtigen vijand had behaald. In Tsjitral, zegt de Standaard verder, voeren de Engelschen thans oorlog met een kleine 2000 man, en toch zal, ook al slaagt die expeditie, niemaud er aan denken om deswege te Londen zich in „Heb je geen ooren om mijn bevelen te hooren, jou gans Ik wil niet dat je mij op den koop toe met dien scherpen borstel pijnigt, zooals je me met den kam gedaan hebt! Je moet weer van voren af aan beginnen En met deze woor den trok zij de pijl uit bet kunstig ge wrocht van haar vlechten op het achter hoofd, zoodat de zware vlechten op haar schouders vielen. Zonder een woord te zeggen, begon het meisje de nogmaals glad gestreken haren weer op te steken, doch een zucht wegens het geheel noo- delooze werk kon zij daarbij niet onder drukken. »Wil je bij die zucktenmuziek nog niet een tranenvloed voegen, onbeschaam de viel de gebiedster uit. «Nooit heb ik onbeschaamder dienstbodengespuis aangetroffen, dan hier. Wacht, ik zal aan den ellendigen rommel een einde maken en jelui tot reden brengen, vóór je eenige dagen ouder bent geworden. Houd toch op met dat gejank, het hindert me." I Met geweld onderdrukte het meisje

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1895 | | pagina 1