VLISSINttSCIE COURAHT.
ei Bil
o Lijfrente,
iter.
ICHT.
L GELEI,
e Dienstbode,
stbode,
io Dagmeid
ienstbode
No. 39.
Maandag 1 April 1895.
333,e Jaargang.
F 15 U I L L E T
"1
tb
B i ii n e n 1 a n d.
Dadelijk lncnande
Jaarlllksrlio lijfrente root
f 10U «entert kapitaal.
jAUGEIJK
gend uummer van het
Zondagsblad.
lende novellen en prack-
IMT E IST.
(met illustratie).
etten Schaakmat.
traties).
ge brie!
p den beroemden roman
sch van Rider Haggard,
>t illustraties).
ehus No. 7.
rijs verbonden een fraaie
ijd een aiilwoorJ klaar. Een
uslratie). Do Chineesclic oor-
Volgeling van Frlu» C'knn,
un in zomerkostunin, (illu-
Ingelselie Plezierboot, (illustratie.)
(illus(ratie). Aieccloleu. In
illustratie) Puzzle. Wie
im ziju Anecilole». Een
niet illustratie), Oplossing
npioblvein Baas boreu baas,
Mededeclingun.
kende waarschuwt een
t te verleenen aan zijne
jENA ASSAERT, daar
geene betaling wordt
vUGUST DURAND,
leerling bij het Belgisch
xodswezen te Vlissingen.
KWALITEIT:
it per 5 ons.
J. G. H. DOMMISSE,
Bellamykade.
ïmer 33.
IAren 50 centiaren
nder Zwanenburg, aan
Kleiweg.
DE MA RET TAK.
i Mei eene
ken eD eenigszins be
en. AdresBoekhande
er tegenwoordige,tegen
n klein gezin, zonder
Ivdres: fr. onder letter
LROOIJ, Papierb. enz.
buitenshuis. Adres
I dagmeid)
loongroote wasch
Nxxr Zerimxrkt Tlining en
erkdageu.) 6.3(1, 8 65, in 15,
2 60, 8.35, 4.20, 6.06, 6.—,
1,1,20. .1,—
B 1) a E A 1):
Kleine Markt I Nv. 187. (Telephoonnummer 10.)
Prijs per drie maanden 1.—. Franco per post, 1.15.
Alzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij
alle Boekhandelaren eu Postdirecteuren.
U 1 T G E V E K
VAK DE VELDE Jr. te Vlissmgen
PRIJS DER ADVERTENTIÊNVan 1 tot 1 regels
0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote
letters worden naar plaatsruimte berekend.
Eenig Agent voor Frankrijk de firma Q. L. DATTBE
Co., te Parijs.
VcrNchijni 8Ha»»dajj-, Bwndcs'il'ix- en Zaterdagavond.
Abonnementen voor België, Duitsohland,
land en Frankrijk f 1.05 per drie maanden
Doode strijdkrachten en
levende belangen.
L
De Tweede Kamer der Staten-Generaal
heeft den Minister van oorlog degelden
toegestaan, benoodigd voordeaanschalÏÏDg
aanvankelijk van 52000 nieuwe geweren
voor de iufanterie, naar de beste der
bekende constructies. Wij vreezen dat ook
de Eerste Kamer die millioenen wel zal
bewilligen en daarmede zijn we, wat dit
betreft, voor een jaar of wat weer ge
reed. Zoo heel lang zal het ongetwijfeld
niet duren, dat die mooie en dure ge
weertjes voor andere zullen moeten plaats
maken, of dat er weer eens wat aan zal
gepeuterd worden want de uitvindingen,
vooral de slachtuitvindingen, beginnen
elkander op te volgen met eene snelheid,
die even ijzingwekkend is als ze het
roenschelijk vernuft eer aandoet. Waar
de ons omringende rijken voortdurend
streven naar volmaking van hun leger
en zijne bewapening, daar kunnen wij
niet nalaten om zoo goed mogelijk mee
te doen en telkens de talrijke reeds aan
de weerbaarheid bestede millioenen met
Dieuwe te vermeerderen, totdat.
Ja, die volzin is eigenlijk niet zoo
gemakkelijk te beëindigen, en zeker is
het niet met juistheid aan te geven,
wanneer onze buitensporige gewone en
buiteugewone uitgaven voor leger en
vloot, tot de grenzen onzer krachten en
belangen zullen worden ingekrompen.
Wij zouden kunnen zeggen: het zal
duren totdat het gezond verstand der
natie inziet dat de tegenwoordige toestand
in lijnrechten strijd is met onze plichten
en behoeften.
Tegenover de doode strijdkrachten
staan als het ware levende belangen,
wier behartiging met die voortdurende
nuttelooze uitgaaf van zoovele millioenen,
een belangrijk deel van het budget van
den Staat, nimmer kan strooken. Trou
wens, niet alleen de doode strijdkrachten
(vestingen en wapens) eischeu voort
durend offers, of zulleu ze voortdurend
Daar deze inleiding mevrouw Lund
veelte lang duurde, zeide zij: Ik vind,
dat het tijd wordt, Wahber, om dit ge
sprek eenigszins te bespoedigen, als wij
«iet tot het aanbreken van den dag onze
nachtrust willen ontberen. Als je soms
te gegeneerd zijt om met de noodwendige
vragen aan uw beschermelinge voorden
dag te komen, zal ik dat in uwe plaats
doen. Je hebt alweer niet het noodige
overleg, zooals jelui maunen altijd, want
anders zou je bedenken, dat het meer
dan tijd is om eenige opheldering te
krijgen.''
«Laat mij n even in de rede vallen,
mama, en bet gesprek daarheen leiden,
vragen ook .de levende komen eens aan
de beurt. Willen wij ons blijven scharen
ouder de staten die werkelijk oorlog
kunnen voeren en desnoods willen voeren,
dan is het niet genoeg, de vestingen in
orde te hebben en de noodige wapens te
bezittendau zal het in de eerste plaats
moeten aankomen op de mannen, op
mannen in voldoend aantal en voldoende
afgericht om de wapens te hanteeren en
de forten te verdedigen.
Er is zeker maar weinig nadenken
noodig, om in te zien dat eene regeliug
van de levende strijdkrachten aan die
der doode weermiadeleu behoort vooraf
te gaan. Men verbeelde zich eens dat
werkelijk, zooals het voornemen schijnt
te zijn, eene aanvraag worde gedaan
voor de bewapening der schutterijen met
de nieuwe geweren van de schutterijen,
die waarschijnlijk mettertijd zullen wor
den afgeschaft en uit een oogpunt van
defensie van geenerlei nut zijn, tenzij
ze, en dit is onmogelijk, op dezelfde
wijze als het leger werden georganiseerd.
Het is eigenlijk belachelijk, zich voor
zulk een corps de uitgaaf van eenige
millioenen te veroorloven. Strikt genomen
is het even belachelijk, het vestingstel
sel te voltooien en de arsenalen te vullen,
wanneer er geen voldoende leger is.
Intusschen, dat we in dit opzicht de
verkeerde wereld vertonnen, daarover
valle men onze bestuurslieden niet te
hard. Zij hebben rekening te houden
met den staatkundigen toestand en de
staatkundige partijen. Wil men een leger,
zoo goed mogelijk samengesteld, berekend
naar de krachten van eeu volk tot krijg
voeren in staat, dan is algemeene en
persoonlijke dienstplichtigheid in de
eerste plaats noodzakelijkdoch, die de
kaart van het land kennen, weten dat
juist op dit punt van de tegenwoordige
Kamers waarschijnlijk geene voldoeude
medewerking is te verwachten.
Zeker achten wij dit een geheel ver
keerd standpunt. Wij zouden het ons
kunnen verklaren vau eene vertegen
woordiging die zich beslist verzette tegen
het meegaan in de militaire richting,
maar we kunnen het ons niet verklaren
van eene Kamer die, ongerekend de mil
lioenen die we op de gewone begrooting
tekort komen, voorloopig drie millioeu
waar u het wensebt,"
Met deze woorden stuitte Walther de
welsprekendheid zijner moeder, die, naar
ouder gewoonte, tot in het oneindige
dreigde gerekt te worden,
„U begrijpt, mejuffrouw, dat het, nadat
ik u mijn naam gezegd heb en u duide
lijk kunt inzien, dat ge n in fatsoenlijke
familie en onder de bescherming eener
achtbare dame bevindt, dat het mij wen-
sehelijk moet voorkomen, iets naders
omtrent uw persooulijke omstandigheden
te vernemen. Spreek openhartig en ver
zwijg ons nietsalleeu door wederzijdsch
vertrouwen zullen wij in staat ziju een
besluit te nemen over de stappen, die
gedaan moeten worden om u geheel ge
rust te stellen."
»U verlangt mijn naam te weten, mijn
heer Lund," sprak het meisje, terwijl zij
schuw naar de vensters eu de deur keek,
alsof zij zeker wilde zijn, dat niemand
haar hoorde dan de aanwezige personen.
Voor dat ik u dien noem, smeek ik u
aan niemand te verraden, dat ik hem
aan u heb toevertrouwd.
Ik heet Alice Norman. Vergeet dien
buitengewoon voor nieuwe geweren
toeslaat.Op den weg van zulk eene Kamer
ligt het om op algemeene en persoon
lijke dienstplichtigheid aan te dringen
want, die het doel wil, moet ook de
middelen willen.
Intusschen, het is juist het doeldat
om volledig ten strijde te zijn toegerust,
dat wij in de hoogste mate bedenkelijk
achten. Daarom kunnen wij er ons m
zeker opzicht in verblijden, dat tot nu
alleen de regeling der doode weermid
delen met ernst kon worden ter hand
genomen. Wij hebben nog altijd hoop, dat
die van bet leger zelf op ineer bescheiden
wijze zal plaats hebben, en dat, in over
eenstemming daarmede, ook geene verdere
offers voor nieuwe bewapening van de
natie zullen worden geëischt.
Het is een feit, dat de ons omringende
groote natiën tot de tanden zijn gewa
pend. Afgescheiden van de vraag, of er
een ernstig streven bestaat om tot eiken
prijs den vrede voortdurend te bewaren,
kan bet als zeker worden aangenomen,
dat voor het tegenwoordige de staatkun
dige toestand weinig vertrouwen kan
inboezemen. Men is eigenlijk geen dag
zeker. Slechts Engeland, Oostenrijk en
Libië zijn oprecht vredelievendgezind.
Frankrijk, dat wil hier zeggen het
Fransche volkwant de regeeriDg als
zoodanig heeft weinig beteekenis, is het
zeker niet. Van Duitschland en Rusland
kan men wel aannemen, dat zij den
vrede niet opzettelijk zullen verstoren,
maar ook niets meer. Wij betreuren het,
dat de jonge, ijverige keizer van het
machtige eu invloedrijke Duitsche Rijk,
zich niet tot levensdoel stelt, den alge-
meeuen Europeeschen vrede op hechte
grondslagen te vestigen en de algemeene
ontwapening tot de grenzen van het
betamelijke en noodzakelijke te bevorde
ren. Wat men ook van hem moge kunnen
verwachten, zeker niet dat hij zich dit
grootsche doel met ernst voor oogen zal
stellen, Zelfs hij is blind voor de gevolgen
der uitputting van het Rijk, door de
militaire uitgaven, en voor de ontzaglijke
verantwoordelijkheid, die de beheerschers
der groote rijken door den altoosdurenden
oorlogstoestand op zich laden.
naam weer, zoodra ge bera gehoord hebt
hij brengt ongeluk aan."
»Ik begrijp niet, wat u daarmede be
doelt. Waar wonen uwe ouders?"
«Zij zijn beideD sedert jaren dood
»Arm meisje, nog zoo jong en reeds
weeszeide Edith, die tranen in haar
oogen voelde opwellen. Hoe gelukkig
ben ik, dat God mij mijn goede moeder
heeft laten behouden."
>Ja, u is gelukkig, mejuffrouw," zeide
Alice met een teederen blik op Edith,
die naast haar zat. »Zie mij aan, ik leef
ook ik heb er ook recht op gelukkig
te zijn ik heb er ook recht op bemind
te wordenmaar tot op den dag van
hedeu heb ik nog niemand leeren ken
nen, die zulk een gevoel voor mij koes
terde. Allen haten mij, allen vervolgen
mij, allen treden mij met voeten. Zeg
mij, waarom geschiedt dit, terwijl ik nog
nooit eeuig mensch heb leed gedaan
De toon, waarop zij deze weemoedige
klacht uitsprak, trof hare toehoorders in
het hart. Doch ondanks alles was nu
voor mevrouw Lund de tijd verstreken,
dat zij hare nieuwsgierigheid in toom
Vlissingen, 30 Maart.
Door den heer J. Truyen, afgevaar
digde voor Weert,werd,in ziju redevoering
tot invoering van beschermende rechten
in de Kamer, beweerd dat 20 pet. der
Nederlanders door de openbare liefdadig
heid werden bedeeld, plus die der
kerkelijke en particuliere weldadig
heid. Uit het antwoord van deu minister
van buitenlandsche zaken bleek dat de
heer Trayen eene zeer onjuiste uitdruk
king bezigde toen hij zulk een groot
aantal Nederlanders tot armlastigen
maakte. De minister bewees met cijfers,
op ofEcieele statistieken berustende, dat
waar de geachte afgevaardigde op den
ougunstigen toestand wees, waarin zich
Nederland ten opzichte van het buitenland
bevond, waar de cijfers van onderstand
oneindig lager waren, hij niet mocht
voorbijzien dat daar de statistiek van het
armenwezen op andere gegevens berust.
In Amerika b. v. worden daarin alleen
opgenomen zij, die in armhuizen zijn
verpleegd, in Frankrijk alleen zij, die
door bureaux de bieufaisance" worden
ondersteund.
Het fantastische cijfer van 20 pet voor
Nederland door den beer Truyen aan
gegeven, kon ook den toets van het
onderzoek niet doorstaan. Zoo bleek vol
gens den minister uit de «Jaarcijfers over
1893, no. 60, waarin, naar deze meende,
ook de geneeskundige onderstand is be
grepen, dat het cijfer van onderstand
slechts 6 pet. is, maar bovendien had
de minister bij iemand inlichtingen doen
inwinnen, die ambtshalve geheel daarvan
op de hoogte kan zijn. Deze kwam op
een cijfer van 7 petwaaronder alles is
begrepen, niet alleen de openbare, maar
ook de bijzondere liefdadigheid en zelfs
de geneeskundige verpleging. Het door
den heer Truyen opgenoemde cijfer moet
aldus met 13 pet. verminderd worden.
Een ongelukkig advokaat, die met
zulke middelen zijn pleit zoekt te winnen
Er is eeu beweging op touw gezet om
bij genoegzame deelneming een verzoek
schrift aan de regeering te zenden tot
het verkrijgen van pensioen voor wedu-
kon houden.
»Het is zeker treurig, dat het u zoo
slecht is gegaan," zeide zij. Maar daar
is nu niets meer aan te veranderen. Het
is voor ons echter de vraag, hoe u in
die bijzondere omstandigheden gekomen
zijt. Ik mag er over nadenken zooveel
ik wil, ik kom telkens weer tot hetzelfde.
Wanneer men vier weken lang in heel
Londen wilde zoeken naar een jong
meisje, dat na middernacht, zonder schoe
nen door de natte straten ging wandelen,
zou bezwaarlijk iemand het geluk heb
ben, zoo'n meisje te vinden."
«Slechts eene zonderlinge aaneenscha
keling van omstandigheden bewoog mij
om mij zonder behoorlijk schoeisel op
straat te wagen. Zij hadden mijn schoe
nen weggenomen, omdat zij vreesden,
dat ik zou trachten te outvluchteu. Ik
ontsnapte daarom op kousen, zoodra het
gunstig oogenblik daar was."
«Maar zeg mij om God's wil: wat
bewoog u om in zulk een toestand te
vluchten van de plaats, waar ge u be-
vondt
Wordt vervolgd.)