YLISSIWNTHE (OIRWT. No. 23. Vrijdag 22 Februari 1895. 333t,s Jaargang. Aanschouwelijk Onderwijs. B i n n e n 1 a n d. BUREAU: Kleine Markt 1 N°. 187. Prijs per drie maanden 1.Franco per po.st 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. UITGEVER: F. VAN DE VELDE Jr. te Vliasingen. PRIJS DEK ADVERTENTIËN Van 1 tot A regels 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig Agent voor Frankrijk de firma G. L. DATTBE Co., te Parijs. Verschijui iHusdag-, Uoudcrdag- en Zaterdagavond. Abonnementen voor België, Duitsohland, Enge land en Frankrijk f 1.66 per drie maanden. II. {Slot.) Daar leeft de knaap in zijn werk, met zijn geheele ziel is hij bezig, van ver velinggeen sprake. Dit verschijnsel deed de hygiënisten en moralisten zich voor het slöjd-onderwijs verklaren. Zij zeggen dat lichamelijke bezigheid het beste mid del is tot bevordering van den welstand, zoowel van het lichaam als van den geest. Oneiudig beter voor een kind is het, beweren zij, dat hij al arbeidende zijn vrijen tijd doorbrengt, dan dat hij stil en in zichzelven getogen in een hoek een romannetje verslindt of desportmanie hem overweldigt. Van groot belang voor het practisch leven is liet voorts dat het kind reeds gedurende de schooljaren zijn handen leert gebruiken. De meeste menschen toch moeten later door een handwerk aan de kost komen, en nu is het waar, dat als de hand niet vroegtijdig geoefend wordt, deze in 7ele gevallen niet die mate van geschiktheid zal erlangenwelke vereischt wordt om vele ambachten in den grond te leeren verstaan. Het gaat hiermede als met een piano-speler, die, zich in zijne jeugd niet geoefend hebbende, nooit de noodige vaardigheid verkrijgt. Naast het teekenen is het leeren behan delen van enkele gereedschappeu een noodzakelijk aanvulsel van ons stelsel van onderwijs, waaraan nog o. a. deze voordeelen verbonden zijn dat handen arbeid den smaak, den zin voor vormen en kleuren ontwikkelt, en dus medewerkt aan de aesthetische vorming onzer jeugd, die in hare omgeving gewoonlijk geen opwekkende voorbeelden tot vorming van dien smaak vindt. Begrippen van maat en vorm komen langs den weg, dien de slöjdmannen wil len bewandelen, veel beter tot het be - wustzijn, en daar het kind, wil het zijn voorwerp voltooid zien en eerder rust het niet daartoe niet kan geraken dan door een opeenvolgende reeks uitingen van zijn wil, wordt deze laatste krachtig geoefend, beter dan door het dikwerf abstracte taal- en rekenwerk het geval is. En last not leastde beoefening van den handenarbeid zal bij de knapen uit den stand der geleerden, kooplieden of F Ey t L L S T n. door II. C 4L) Eenmaal de overmaat van aandoening te boven, werd ik weder de Margherita van weleer, levendig, druk eu met har telijkheid ben verwelkomende. Tusschen de bedrijven door vond ik den tijd om voor het collation te zorgen, en mijne orders naar rechts en links uit te deelen. Francis moest nog even uit, en toen hij terugkeerde en het maal werd opge discht, was hij zeer tevreden alles naar behooren geschikt te vinden. Voor het middagmaal bewaarde ik het allerfijnste tafelgoed, het kostbaarder aardewerk, en ambtenaren, die nu eenmaal niet bestemd zijn voor het handwerk, toch achting voor dit laatste aankweeken omdat zij een eerste schrede hebben gezet op den weg van den lichamelijken arbeid, omdat zij kennis gemaakt hebben met de tal- looze bezwaren eu moeilijkheden, die deze oplevert. Zij zullen deze achting voor den arbeid onwillekeurig overbrengen op den man, die het uitoefent, en deze om standigheid is uit een sociaal oogpunt van het grootste belang. Waaruit spruit bij vele niet-arbeiders voor een groot deel de weinige achting voort, die zij hebben voor het handwerk Is het niet omdat zij zelfs met de aller eenvoudigste beginselen daarvan niet bekend zijn Onbekend maakt ook hier dikwijls onbemind liet bovenstaande zal wel voldoende zijn om hen, die nog geen keunis met de nieuwe beweging op het gebied der opvoeding gemaakt hebbeu, te overtuigen, dat wij hier met een hoogst belangrijke zaak te doen hebben. Niet het geven aan de kinderen van een zekere tijdpasseering, een aangename bezigheid, etcis het doel, de grond der beweging ligt veel dieper, en daarom vindt zij onder de beste en warmste voorstanders van goed onderwijs al meer en meer aanhangers. Vlissingen, 21 Februari. Bij kon. besl. is aan den loodsschipper 2e kl.-kwartiermeester E. van Hoepen, en de roeiers 1 Kamermans, J. Jobse, II. Mommaas, P. de Jong en J. A. Hey- deüs, allen van het loodswezen in het 6e district te Vlissingen, vergunning ver leend tot bet aannemen en dragen der versierselen van het kruis van burgerlijke verdiensten, le kl door eerstgemelde en 2e kl. door de overigen, hun geschonken door Z. M. den Koning der Belgen. Bij kou. besluit is op pensioen gesteld kapitein L. F. Leyds van het 3e reg. inf. alhier, ad ƒ1567 'sjaars, wien ook, te rekenen van den dag, waarop zijn pensioen ingaat, de rang verleend wordt vau majoorbenoemd bij het 5e reg. tot luitenant-kolonel de majoor G. van Essen, van het 3e reg. inf. alhier. Met instemming nemen wij het vol- gendé ingezonden stuk over uit de Mid- delb. j Courant van gisteren, waarin de beschuldiging van het Handelsblad van Antwerpendat de Nederlandsche loodsen tijdeps den ijsgang geen schepen naar Antwerpen opbrachten of wilden op brengen, op afdoende wijze weerlegd wordt. Het luidt als volgt »Met verontwaardiging hebben wij kennis genomen van het schrijven, voorkomende in het Handelsblad van Antwerpen, waarin eenige hatelijkheden gedebiteerd worden aan het adres onzer Nederlandsche collega's. Is iden Belgischen loodsen lof toegezwaaid voor de wijze, waarop zij hun plicht blijven vervullen in het »noodweer", waarvan genoemd blad gewag maakt, niet minder lof voorzeker verdienen de Vlissingsche rivierloodsen. Zij toch aarzelden evenmin de Schelde op en af te varen telkens als hun daartoe de gelegenheid werd geschonken. En dat zij die gelegenheid in geen enkel opzicht ontvlucht hebben, daar van bunnen wij, hun concurrenten, maar al te zeer getuigen. Met de redactie der Middelb. Ct. noemen wij dan ook bovenbedoeld schrijven een infame leugen, en evenzoo stemmen wij ten volle met haar in daar waar zij zegt, »dat het Handels blad haren landgenooten te Vlissingen alles behalve genoegen doet met zulke onware voorstellingen, waarvan dezen zeiven de klein geestigheid wel zullen erkennen." Met ware hoogachting enz., Vlissingen, Vele Belgische loodsen." Tot verbetering van ons bericht in ons vorig nummer melden wij dat door den heer P. A. Bakker, aannemer alhier, 50 woningen zullen gebouwd worden aan het begin van den Nieuwen Vlissiug- schen weg onder Middelburg (gemeente Koudekerke) en deze niet alleen uit werkmans maar ook voor een deel uit burgerwoningen zullen bestaan. Volgens mededeeling van den inspec teur over het loodswezen in het 6e district, dd. 17 Februari jlis de lichtboei op de NO.-punt van de Thornton-bank, Noord zee, weder ontstoken. Men schrijft ons Maandag IS Februari hield de onder- afdeeling van den Ned K. K. Volksbond, Bouwvakgilde, onder patronaat van St. Jozeph, een buitengewone vergadering, waarbij genoodigd waren het hoofdbe stuur en de besturen der verschillende onderafdeelingen van den Volksbond. De ouderafdeeling St. Caecilia, (muziek,) had welwillend de uitnoodiging aangenomen om deze vergadering, die een feestelijk karakter zou dragen, op te luisteren. Ue heer Geleijn, secretaris van St. Jozeph, opende als waarnemend voorzit ter de vergadering. Hij riep den aanwe zigen een hartelijk welkom toe en wees er op dat het eigenlijke doel der bijeen komst was den voorzitter, den heer W. P. Edelman, een blijk van hoogachting en erkentelijkheid te schenken op zijn geboortedag, omdat hij het doel, waar naar alle leden der Vereeniging streven: verbetering van het lot van den werkman, met bezadigdheid en beleid tracht te be vorderen Als stoffelijk blijk van deze waardeering werd den feestvierende het insigne van den Ned R. K. Volksbond, waaronder in zilver een gekruiste zaag en bijl met truweel, als attributen van het Bouwvakgilde, en daarboven een zilveren plaatje, met het opschriftu Pre sident van St. Jozeph," door den heer Geleijn op de borst gehecht met den wensch dat het nog lange jaren daar zou prijken. De heer Edelman verklaarde zulk een huldeblijk niet te hebben durven ver wachten dankte allendie daartoe hadden medegewerkt, hartelijk en ver klaarde dat hij steeds met de hulp zijner medebestuurders, alles zou aanwenden, wat strekken kon tot bloei der onderaf- deeling en tot verbetering van het lot van den werkman. Op gezellige wijze bleef men nog enkele uren bijeen, welke veraangenaamd wer den door St. Caecilia, dateenige nummers ten beste gaf. Te Utrecht overleed, in den ouderdom van 79 jaar, de heer S G. Heringa, laat stelijk postdirecteur aldaar. Hij was achtereenvolgens postdirecteur geweest te Tilburg, Vlissingen, Schiedam en Ut recht eu leefde sedert 1872 ambteloos. Hij schreef een vervolg op het bekende Woordenboek van Witsen Geysbeek en een herhaaldelijk herdrukt «Aardrijks- kuudig Handboek" vau Nederland, en redigeerde een aantal jaren het «Jaar boekje voor de Posterijen." Men schrijft ons uit Middelburg De gemeenteraad heeft, overeenkom- het kristallen servies dat zulk eene mooie vertooning maakte achter de glazen van de daarvoor bestemde kast. Mama volgde mij met de oogen terwijl ik af en aan liep, en alles zoo bedaard mogelijk in orde bracht. Ik wist maar al te goed dat eene drukke bereddering haar ten zeerste mishaagd zou hebben. Ik las de goedkeuring in haar vriende- lijken blik, maar geen loftuiting vernam ik van haar lippen. En eigenlijk, waarom ook iemand te prijzen die niets doet dan zijn plicht waarnemen Giacomo, met de lorgnet op den neus, en een zeer welwillend voorkomen van bescherming aannemende, liep overal rond, onderzocht alles, vroeg naar hon derderlei dingen en klopte mijn man op den schouder, zeer ingenomen met alles wat hem onder de oogen kwam. Mijn moeder, Giulia en ik met de handen in eengestrengeld, de hoofden bij elkaar, praatten honderd uit, en hadden elkan der allerlei te vertellen. Mijn moeder had inij twee, drie malen gevraagd of mijn gezondheid wel goed was. «Niet zoo bijzonder; redelijk." Terwijl ik, aan den maaltijd gezeten, iets ik weet niet meer wat aan mijn sohoonzuster toereikte, werd ik overvallen door eene dier niet ongewone, doch on verklaarbare ongesteldheden, waardoor mijne lippen spierwit werden en het koude zweet mij op het voorhoofd stond. Ik slout een oogen blik de oogen en het kostte mij moeite adem te halen. Spoedig kwam ik weer bij. «Mama", sprak Giulia mij strak aan ziende, «wat dunkt u Ik sukkelde even zoo Mijn moeder stond op, kwam naast mijn stoel staan, eu mijn hoofd tegen haar borst drukkende, fluisterde zij mij in het oor, maar hard genoeg dat allen het hooren konden «Niet den moed verliezen! Het is een Francis die volgen zal op een Ainbi'osio." O goede God I Dat was juist wat ik al in stilte gehoopt had ja sinds een dag of wat had mij die blijde toekomst reeds voor den geest gezweefd Maar ik had er mij nog niet geheel aan durven vasthouden, uit vrees van teleurstel ling I Maar nu werd door de woor den mijner moeder en Giulia's opmerking de geheimenis ontsluierd, en een gewaar wording van ongekende zaligheid in mijn hart opgewekt. Ik sloeg de oogen op naar Francis, De uitdrukking van zijn kalm bleek ge laat gaf een van die vreugden te kennen, welke al werden ze slechts eenmaal hier beneden ondervonden, dan nog zulk een overweldigenden indruk op de ziel maken dat men dien nimmermeer vergeet. Zijne stralende oogen bleven op de mijne gevestigd. Hij stond half van zijn stoel op en stak mij de hand toe. Giacomo kwam tusschen beiden, beval stilte aan allen, streek met de hand over het voor hoofd, en scheen vroegere herinneringen op te roepen. «Weest zoo goed mij uwe aandacht te schenken", sprak hij in de rondte bui gende en zich meer bepaaldelijk rich-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1895 | | pagina 1