No. 21.
Maandag 18 Februari 1895.
33ate Jaargang.
sn Lijfrente,
1 te Ylissinaen |f
indijk 100.
I Zuiveringszout.
lil) fleze courant tóoort een lipoepl.
Gemeentebestuur.
•aaeisaBEaASKMfö.
rantiën-
sjo gevraagd
nsfbode
[er meisje.
nstMe
|lN RAALTE verlangt
Ier meisje,
astbode
FUIILLITOM.
ER
VLISSI\(iS( HE COIIRMT
I U R E A li:
Kleine Markt I N°. 187.
Prijs per drie maanden 1.Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij
alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
DadalIJk Ingaand*
gaand*
Ifreatn n
U 1 G E V E fi
F. VAN BE VELDE Jr. te Vlissingen.
PUIJS DEK ADVERTENTIËN; Van 1 tot 4 regels
ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote
letters worden naar plaatsruimte berekend.
Benig Agent voor Frankrijk de firma G-. L. DAUBE
Co., te Parijs.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Abonnementen voor België, Duitechland, Enge
land en Frankrijk f 1.05 per drie maanden
ƒ20.— p.m. g?
- 25.es'
-25.—
rts - 30.— g-
- 30.— s?
lsky - 40.—
- 40.— tx3
Tinos - 50.S3
l - 60.— o
gemeen gunstig bekende
ZUIVERINGSZOUT, een
tegen M aagkwalen
ng, Hartwater enz,
rkrijgbaar in 1 4 pakjes a
tjes a 27'i, Cent en heele
t, te Vlissingen, bij
Q, A. HARDER.
Slaat, aanwijzende de uitkomsten der grond
belasting.
Do Burgemeester van Vlissingen maakt bekend
dat ticiu ingevolge art. 1+ der wet von den 26 Mei
1870. (Staatsblad no S2.) (loor den beer bewaarder der
bypotbeken en bet kadaster le Middelburg is tuegezon-
ilt» een staat aanwijzende de uilkomsteu
lo. der meting naar <le artikelen 9 en 10;
2o. der scbatiiDg naar de artikelen il en 13
'3 So. der afschrijving van belastbare opbreng,t near
5 artikel 6
4o. der verbetering naar artikel 23
4 6o. der regeling van den nanvung der tormijuen naar
artikel 41 der aangehaald* wet
dst die staat te rekeueu van af heden gedurende
I dertig dagen voor belanghebbenden ter gemeente-se
cretarie ter inzage zal zijn uedergelrgd
eu herinnert aan art. 16 derzelfde wet, waarbij i»
I bepaald dut de belanghebbenden ten koste van ongelijk
ia een aan Gedeputeerde Maten gericht verzoek
schrift op oogezegeld papier hermetiug of hersebattiug
kunuen vordcreu binnen den tijd voor het ter inzsg*
liggen bepaald.
Ën is hiecvan aflcoudigiog geschied, waar het be
hoort, den 16 Februari 1393.
De Burgemeester voorn.
TUTEIN NOLTHBNIUS.
beveelt tick aan voor het be-
VRANT1EN op Beurs-
op Huiten, Inboedels, Koop
epen en Land-, Rivier- c
<5. BEKER.
Bierkadfl, D. 3,
i. Hooikade no. 14.
Noordstraat E.
101,
atsing gezocht voor een
15 jaar. Franco brieven
ifi dezer courant.
ft vrouw VERMAAS,
ïgen.
Hiuishouden behulpzaam
linke
ide L. 107, Vliesingen,
SCHÜLöVOHÖEBiNGEN*
Herinnering aan het tijdig indienen van
schuldvorderingen, ten laste van het Rijk,
de Provincie en dt Gemeente.
De Unrgemeenter cn Wethouders van Vlissingen,
Gezien de circulaire van den Commissaris der Ko
ningin iu de proviucie Zeeland van den 7 Febr. 189 s
A no. 113, le afdeeling, (Prov. blad.no. 2(1),
herinneren do ingezetenen aan de wet van 8 Novem
ber 18IS (Staatsblad uo. 51,) volgens welke alle
vorderingen ten laste van den Slaat, bet dienstjaar
1894 betredende, voor of op den 80 Juni 1893, bij de
betrokkene administration door welke de bevelen tot
het doen vnn werken, leveringen enz uitgegeven zijn,
moeten zijn ingediend, alsmede dat de bij geuoemdo
vfet gestelde termijn van verjariug volgens art. 12,.
der provinciale- eu art. 228 der gemeentenet o»k op
de vorderingen ten laste vau de Provincie en de Ge
meente van toepassing is
Wordende mitsdien de belanghebbenden aangemaand
i den uitersten termijn niet of te wachten maar
hunne rekeniugeu cn verdere bewijsstukken wegous
icbuldvoideriugcu leo lusle vau bet lOjk do Proviucie
of de Gemeente voor het dieDBljoar .894, ter plaatse
iar het behooit, ten spoedigste in te dienen
Eu is hiervau afkondiging geschied waar het be
hoort, den 16 Februari 1895
De Burg en Weth voorn,
TUTEIN NOLTHENIUS
De Secretaris.
J. H C. BUSING.
Naar 'het Italiaanseh
door H. C.
»Ik heb hooren zeggen dat Voltaire
slechte boeken had nagelaten, maar
merkwaardige boeken, omdat zij den
stempel van het genie dragenen daar
de geuieën zeldzaam zijn, eu slechts wei
nigen door hun naam, hetzij ten goede,
hetzij ten kwade opgang maken, zoo
moet men die weinigen eerbiedigen
»Om die reden zou u dus niet een
hoek van Voltaire in de lucht gesmeten
hebben sprak de dame met een spot
achtig lachje.
iVVeet jk hetP ik geloof van neen.
Op „onveilig".
II.
Ons eerste opstel was bestemd, om er
met nadruk op te wijzen, dat de toene
mende bandeloosheid eu onveiligheid een
ernstig gevaar opleveren voor liet wel
zijn der maatschappij, en dit vooral
dreigt van de zijde van den zoogeuaam-
den werkmansstand.
Aan het einde vroegen wij naar de
oorzaken, omdat, de oorzaken te kenneD,
dikwijls hetzelfde beteekent als den weg
te kennen tot genezing en verbetering.
Voor wij op die oorzaken een blik
slaan, willen wij de wellicht overbodige
verzekering geven, dat wij een open oog
hebben voor het vele goede, dat men
ook ouder den werkmansstand aantreft,
wanneer men zich namelijk tot den en
kelen persoon bepaalt. Als algemeenheid
beschouwd, is ons oordeel ongetwijfeld
in overeenstemming met dat van vele
weidenkenden, die toch een warm hart
hebben voor bet lot der arbeidende be
volking. En zoo behoort het ook te zijn
want het is eene onloochenbare waar
heid, dat die bevolking in vele opzichten
hulp behoeft en aanspraak mag maken
op die bijzondere voorzieningen in haar
belang, die wij gewoon ziju de sociale
wetgeving te noemen.
Voorzeker, nog weinig, te weinig, is
op dit gebied verricht, doch, al ware er
nog minder tot stand gekomen, dit wet
tigt, dit verklaart in geen enkel opzicht
het toenemend misbruik der vrijheid en
de toeuemende verstoring van orde eu
veiligheid.
Zullen wij als volwassenen eerbied
toonen voor het gezag en dien eerbied
den onzen inprenten, dan moeten wij het
zelf als kinderen geleerd hebben Van
daar dat wij ons onwillekeurig wenden
naar de schuol, naar de lagere school,
waarin als bet ware de geheele toekomst
van elk opvolgend geslacht verscholen
ligt. Noch bij het onderwijs zelf, noch
ook, vaak althaus, bij den onderwijzer,
treffen wij dien eenvoud en die gemoede
lijkheid meer aan, die zoo gunstig wer
ken op het jeugdige hart. Terwijl de
lagere school vooral eene plaats van op
voeding behoort te wezen, is zij lang
zamerhand eene instelling geworden tot
Wat ik wel weet is dit. Aan de ellendige
schrijvers die hun roem zoeken in het
onedele, die den naam bezoedelen der
vrouw, dat teedere geslacht der mensch-
beid verguizen waartoe ook hunne moeder
behoorde, aan hen verleen ik niet de eer
mijner aandacht. Ieder heeft zijne eigene
opinies."
Volkomen", sprak mevrouw Candida,
die uit de wolken scheen te vallen.
Zij had het boek opgeraapt en bleef
staan in de klaarblijkelijke verwarring
of zij weer zou gaan zitten of haar af
scheid zou nemen
Deze onzekerheid bracht mij de waar
schijnlijkheid voor deu geest dat mevrouw
Candida zich een andermaal goedgezind
jegens mij zou belooneu, en ter wille
mijner vriendschap haar literarischen
smaak zou weerspreken. Deze gedachte
was voor mij gelijk olie in het vuuren
ik besloot den strijd voort te zetten.
Mevrouw", sprak ik met den groot
sten ernst. «Als u geen andere boeken
hebt om mij mede bekend te maken dan
verkrijging van algemeene kennis, waar
veel gevergd wordt van bet hoofd en
minder van bet hart, en waar veel meer
werk gemaakt wordt van het lichaam
dan van het gemoed. Voeg daarbij dat
de rampzalige politiek, die alles bederft,
ook de school bedorven heeft, door ver
brokkeling van krachten en eenzijdigheid
van richting en opvatting.
Wordt op de lagere school ontegen
zeggelijk veel geleerd en veel zooge
naamde ontwikkeling opgedaan, waardoor
onze knapeu en meisjes zeer wereldwijs,
maar niet zelden ook onverstandig eu
onaardig wordenmet hun toekomstige,
positie als burgers van het groote geheel,
dat men den btaat noemt, wordt veel te
weinig rekening gehouden. Wij bedoelen
natuuurlijk niet, dat wetenschappelijk
onderricht moet worden gegeven in staats
inrichting en staathuishoudkundedit
zou niet alleen onmogelijk, maar het zou
ook verkeerd zijn. Maar wel bedoelen
wij dat, lezende, sprekende en spelende,
aan het kind eenvoudige en gezonde be
grippen moeten worden ingeprent omtrent
het samenstel der maatschappij en de
voorrechten, rechten en plichten van hen
die daarin leven omtrent de groote ver
schijnselen van het leven en de wanbe
grippen van den tijd vooral ook omtrent
de groote maatschappelijke zouden, die
de wortels der samenleving bedreigen.
Allermeest bedoelen wij,dat de ouderwijzer
en opvoeder het kind, eens burger eu
hoofd van een volgend geslacht, als de
hoogste goederen in het burgerlijk sa-
meuzijn, de wederkeerjge vrijheid, den
eerbied voor het hoogere en zwakkere,
de orde, de matigheid, de eerlijkheid eu
de beleefdheid moet doen kennen al die
bloot burgerlijke deugden, waarvoor men
in hooge wijsheid tegenwoordig den neus
optrekt, eu die juist, onvermengd en on-
vervalscht, de grondzuilen en hoeksteeuen
van een degelijk, burgerlijk leven uit
maken.
In de school komt het kind uit het
gezin en uit de school keert het er terug.
Welke invloeden doen zich gelden in
het gezin van den werkman met. betrek
king tot de jeugdige gemoederen Ook
in het gezin van den werkman, waar
het kind alles ziet en alles hoort, hebben
de politiek en de godsdienstige twist
vragen van deu dag hun zetel opgeslagen;
kunt u gerust uw boekenkast op slot
doen, den sleutel uit bet raam gooien
en stellig overtuigd wezen dat ik dien
niet zal oprapen."
»0! als u eveneens doet", en zij
weesnaar mijne boeken, »zal ik net zoo
min een stap verzetten."
/'Bijgevolg",bracht ik daar weer ongedul
dig tegen in,» als u en ik datgene behouden
wat ons toebehoort, kunnen wij ons de
moeite besparen van een onnoodigen
woordenstrijd."
Onze samenspraak begon bet karakter
aan te nemen van een gekijf dat ik moede
werd en dat mij vernederde. Mijne knieën
knikten. Het was de eerste maal in mijn
leven dat ik brutaal weg mijn afkeer
betoonde, dat ik alle wellevendheid die
het ware sieraad eener fatsoenlijke vrouw
is, op zijde zette, ook kon ik mij niet
geheel vrij maken van eene gewaarwor
ding van plotselinge verlegenheid, en een
verbittering tegen mij zelve, die veel had
van gewetenswroeging.
»Mijn moeder", dacht ik snel, «zou
de vergaderingen der clubs, waar de
raddraaiers hun vergif uitstrooien, doen
er bun invloed gelden. Het zijn niet alleen
de schier algemeene betrekkelijke weelde,
onmatigheid en uithuizigheid, die een
volgend geslacht uitrusten ten levens
strijd maar bet zijn vooral de lectuur
eu de gesprekken, iu de richting en den
geest van den tijd, die de opvoeding van
het kind besturen die bet berooven van
zijn eerbied voor bet hoogere en schoone,
die het stempelen tot geboren vijanden
der orde eir van het gezag, die het be
zielen roet dien bekenden gloeienden haat
tegen het kapitaal, die in hem de toe
komstige bijdragen leveren voor de
sociale revolutie.
Zullen wij nu nog opzettelijk wijzen, op
de ontzaglijke verantwoordelijkheid, die
zij op zich laden, die, hetzij dan door
teleurstelling in den levensstrijd, hetzij
door eerzucht, hetzij door halve
kennis er toe gebracht, nieuwere
begrippen onder het volk versprei
den, die noch den toets der zedelijkheid
noch dien van het gezond verstand kun
nen doorstaan De verkeerde uitwerking
van hun stellingen, die dan alleen waarde
hebben, wanneer de wetenschap en de
zedelijkheid ze verlichten, maar die voor
den werkman alleen kunnen leiden tot
een toestand waarin hij zijn lot meer
gevoelt zonder het te kunnen verbeteren,
die uitwerking zal veelal ook op ben
zelf terugvallen.
Zelfs de kerk is niet geheel onschul
dig. Of ziju het niet schier overal de
kerkelijke strijdvragen en godsdienstige
twistpunten, die, in den dienst der poli
tiek, den boventoon voeren bij zooveel
wat van de kerk uitgaat En zou de
verantwoordelijkheid hier minder groot
wezen Zou niet, op het gebied vau op
leiding en opvoeding, het eenige, ware
doel der kerk zijn, de vorming van den
jeugdigen mensch tot den maatschappe-
lijken levensstrijd, van dieu jeugdigen
mensch, op wiens zedelijke begrippen de
kerk zelve hare hoop voor de toekomst
stelt
Wij willen hier eindigen, want, waar
wij ten slotte nog de aandacht zouden
moeten vestigen op de tekortkomingen
van het gezag en de gebreken onzer
niet aldus gehandeld hebben J"
Mevrouw Candida deed een stap naar
de deur, maar alsof zij er niet toe komen
kou mij te verlaten en zij die onverklaar
bare scène wilde ophelderen, omvatte zij
bet boek met beide handen en met kuor-
rigen blik nam zij het op.
Dat hebben wij aan u te dauken I"
prevelde zij. «Wie kou ook denken dat
die dame zoo lichtgeraakt was? Het is
een boek dat overal circuleerthet is
een vreemdsoortig boek zooals er zoo"
velen zijn en dit wordt nu een oor
zaak van vijandschap tusscben u eu
mij
Zij kwam naderbij, en zag mij uit—
vorschend aan.
«OnmogelijkI" zoo besloot zij.
Dit onmogelijk bracht mij tot het
uiterste.
«Vijandschap dat geloof ik niet, me
vrouw", sprak ik op ijskouden toon. Dit
is een leelijk woord dat niet in mijn
woordenboek staat Ik verzoek u slechts
overtuigd te willen wezen dat mij