YLISSIMSI HE OIBWT. No. 350. Vrijdag 21 December 1894. 32ste Jaargang. Gemeentebestuur. Zij, die zich met liet volgend kwartaal, aanvangende 1° Januari a. s.( op de Vlissingsche Courant abonneeren, ontvangen de nog tot dien datum ver schijnende nummers gratis. BRANDWEER. Verwisseling piket De Opperbrandmeester te Vlissingen, gelet op art. 444, laatste gedeelte, van de Algemeene Verordening van Politie in deze gemeente, brengt ter kennis van de manschappen van spuit C. dat die spuit van af 1 Januari tot •ultimo Juni 1895 met bet piket is belast. Vlissingen, 17 Dec. 1894. De Opperbrandm. voorn. J. G. GEIJSEN. Lombok. De Bataviasche bladen tot 20 November geven reeds eenige meer uitvoerige berichten over de inneming van Tjakra Negara dan de korte hier te lande ontvangen telegrammen. Generaal Vetter seinde 18 November Heden morgen uitgerukt 5 bataljons infan terie, 60 man landingsdivisie, een peloton cavalerie, twee sectiën veld-, twee sectiën berg-, twee sectiën coeboornmortieren, drie sectiën genietroepen, verdeeld in drie colonnes en een reservecolonne. Om 5 uur voormiddag Tjakra-Negara binnengedrongen. Twee colon nes, gevolgd door reserve, waren na heftigen tegenstand, waarbij zelfs vrouwen met de lans aanvielen, ten 9 uur voormiddags tot poeri genaderd, waarna zij die bestormden. De vermeestering poeri ging voet voor voet. Elk der zestien vakken, waaruit zij bestaat, ach tereenvolgens genomen, op één na, dat, toen om 4 uur namiddags terugmarsch moest worden aangenomen, nog niet was veroverd- Derde colonne, over Taman-Radja langs noordelijken oever Antjar getrokken, ondervond meesten tegenstandmoest, boewei anderhalf bataljon sterk, door twöe compagniën worden onder steund, om van noordzijde poeri te bereiken, waar zij 12 uur middags aankwam. Zeven compagnieën infanterie en twee sectiën ge nietroepen bezetten twee positiën tegenover poeri. Overige troepen 6 uur avonds in bivak terug. Morgen operatiën voortgezet. Vijand leed zware verliezen. Van ons gesneuveld kapitein Scheib, 2e luitenants d'Ancona, Schiff en van der Heijden. Gewond zwaar, kapitein Slangen, ie luitenant Wittichlicht, luit., t. z. Ie kl, van Wessem en 2e luitenant Halkema. Verliezen minderen, voor zooveel bekend, ge sneuveld 14 Europeanen, 7 Amboneezen, 4 inlanders gewond 68 Europeanen, 28 Am boneezen, 12 inlanders. Van dwangarbeiders sneuvelden 2 en wer den 9 gewona. Aan de Locomotief werd uit Ampenan bet volgende geschreven »De toestand op de Oostkust van het eiland moet nog zeer veel te wenschen overlaten, terwijl personen, die eenigszins van land en volk op de hoogte zijn, voorspellen, dat, als de Baliërs eens zijn ten onder gebracht, dg FEUILLETON. door H. C. 18.) »Ja? .Ja, goede God ja", herhaalde ik, de oogen naar de sterren gericht »Gij zult niet toelaten dat mijn ziel ver twijfelt. Ik heb behoefte aan kalmte, ik heb behoefte aan geloof in al wat groot en edel is." Arme mamal Zij liep intusschen af en aan, stilzwijgend in gereedheid bren gende alles wat noodig zou kunnen zijn bij de aankomst van den gewonde. Windsels, reepen linnen, pluksel, ga ren, een schaar, water, azijn, handdoeken. In het voorbijgaan maande zij mij Sassaks ons nog de handen volk werk zullen geven. Niet in dien geest dat we bepaald tegen hen te velde zullen moeten trekken, maar dat ze ons een heeleboel politiek ge harrewar zullen geven. Het gezag, dat de hoofden over hunne on- derhoorigen uitoefenen, moet al heel onbe- teekenend zijn, terwijl het eenige flinke hoofd, n.l. Goeroe Bangkol, die zijn volk onder den duim heeft, tegen het bestuur een toon aan slaat en een houding aanneemt, die niet lan ger mogen geduld worden. Een Mahomedaan- schen kleinzoon van den vorst, die door hem, Goeroe Bangkol, is gevangen genomen, weigert hij pertinent aan den generaal uit te leveren. Hij voert ook oorlog, en het is zijn krijgsgevangene, niet die des generaals" was zijn antwoord op den last om den vorstentelg uit te leveren. De voorspelling komt dus uit dat het ons bestuur moeite zou kosten met de Sassaks. die tijdens de expeditie zulk een dubbelzinnige houding .aannamen, klaar te komen. Binnenland. Vlissingen, 20 December. Van welwillende zijde wordt ons medegedeeld dat de laatste twee der op 23 Augustus jl. bij het ongeluk van Hr. Ms. pantserschip Stier, tijdens het bezoek van H.H. M.M. de Koninginnen, negen verwonde vuurstokers binnen enkele dagen uit het militair hospitaal alhier ontslagen zullen worden. Na eene behandeling van vier maanden zijn ze in zooverre hersteld dat zij met een maand verlof tot herstel van hunne gezondheid naar hunne haard steden kunnen vertrekken. Klumper is voor velen z<5o van uiterlijk veranderd dat ze hem niet meer herkennende Vries heeft het er beter afgebracht en ook beter de handen nu reeds tot zijne beschikking. Aan onzen stadgenoot, den heer J. P. Louwerse, beambte aan de Maatschappij Zeeland", is bij Kon. besluit, als blijk van goedkeuring en tevredenheid, de bronzen medaille en een loffelijk getuig schrift toegekend, wegens het met gevaar voor eigeu leven redden van een knaap uit de Dokhaven alhier op 23 Nov. 1894. Men verzoekt ons het volgende te melden Gisteren avond had, van wege de Chr. Jongel. Vereen. «Gelijk aan het Mosterd zaad" alhier, ^afd. van het Ned. Jongel. Verbond) een openbare muzikale avond plaats in de beneden-achterzaal van het gebouw bij de IJzeren brug. De openbare samenkomst werd met gebed geopend door den voorzitter, den heer J. F. Smelzer, die nadat de talrijke aanwezigen, begeleid door koperen in strumenten, Ps. 150 2 en 3 hadden ge zongen, enkele woorden sprak over het eigenlijk doel van deze bijeenkomst. Als musici hadden enkele heeren uit zachtjes aan om toch naar bed te gaan. Ik antwoordde haar weigerend en bleef zitten mijmeren. Het was bijna twaalf uur geworden, toen wij het langzaam voortrollen van een rijtuig hoorden. Half verborgen achter het gordijn van de deur, en doodsbleek keek ik uit, toen het rijtuig op een paar passen afstands van mij genaderd was. De dokter was uitgestegenGiacomo hield den arm onder het hoofd van zijn vriend om hem te steunen, en trachtte mamajmoed in te spreken. Ik hoorde den dokter zelf deze woorden uiten: »Er is niets om zich over te verontrusten." De heer Francis verdween in de plooien van een donker kleed, over hem uitge spreid om hem tegen de avondlucht te beschutten. De bedienden brachten licht, waardoor zijn spierwit en ernstig gelaat zichtbaar werd. Zoodra hij mijne moeder gewaar werd, lachte hij haar vriendelijk toe, en ik Middelburg zich welwillend bereid ver klaard dien avond op te treden, die met veel succes 12 verschillende nummers ten gehoore brachten, o. a. eenige ouver tures uit de bekende opera's Calif van BagdadMignonneitc, Zam/pa, eenige volksliederen enz. Het laatste lied «Een vaste burg is onze God," werd op her haald verzoek der aanwezigen herhaald. De koperen instrumenten klonken wat hard en schril in zulk een kleine zaal, heter voldeden daarom de nummers voor piano en viool, die verdienstelijk werden uitgevoerd. Den aanwezigen werd een genotvolle avond verschaft en de wensch geuit, dat door de Christelijke Jongelings-Veree- uiging op den ingeslagen weg voortge gaan zal worden. De avond werd met een opwekkend woord van den voorztter en met dank zegging besloten. Men schrijft ons uit Middelburg De afdeeling Middelburg van het Alg. Ned. Werklieden- Verbond heeft aan de verschillende patroons en werkgevers een verzoek gericht om in het vervolg het uitbetalen va'n loon nooit meer in her- hergen of bierhuizen te doen plaats heb ben, daar dit aanleiding geeft tot het maken van gedwongen verteringen en dit meermalen de eerste stap is geweest op den weg van slecht en losbandig leven. Tot burgemeester van Ellemeet is be noemd de heer A. van der Weijde. Benoemd tot burgemeester van Krab- bendijke, de beer J. N. Elenbaas, secre taris dier gemeente. Uit het afdeelingsverslag der Eerste Kamer in zake de Indische begrootiDg blijkt dat, over het algemeèn genomen, hulde werd gebracht aan de wijze, waarop de krijgsverrichtingen op Lombok na den overval in Augustus ziju gevoerd. Vele leden wenschten zich het oordeel over het politieke en militaire beleid in het alge meen, de doelmatigheid en uitvoerbaar beid der aan den sultan gestelde eischen en in het bijzonder over het militair be leid in de dagen van 25 en 26 Augustus en die daaraan voorafgingen, voor te behouden. Men wilde geen oordeel vellen over de wijze, waarop onze invloed thans op Lombok zal bepaald en gewaarborgd worden, maar in een zoo uiterst moeielijk vraagstuk aan de regeering hare volle vrijheid laten doch daarbij tevens wijzen op het gewicht der te nemen be slissing en op hare zware verantwoor delijkheid in deze. Andere leden bepaalden zich tot het vragen van eenige iulichtingen omtrent verschillende bijzonderheden der expeditie hoorde hem op zijn gewonen bedaarden toon tot haar zeggen U moest mij liever het hui3 uitjagen, mevrouw Ambrosio I ik ben oorzaak dat mijne goede vrienden niet eens rustig slapen kunnen." Hij steeg uit het rijtuig, bijgestaan door den geneesheer en mijn broeder. Toen hij bij den drempel van de deur gekomen was, besloot ik aan alle terug houdendheid een eind te maken, en giüg vlak naast de deur staan. Zijn blik ontmoette den mijne. Hij maakte een teeken van verbazing. aAch, mijnheer Francis!" stamelde ik, de handen samenvouwende. De bijstand, door mijn moeder aau haren gast veileend, had een verwonder lijk goeden uitslag zoowel in stoffelijken als in geestelijken zin. Een vrouw, die bedreven is in het huishouden, kan van alles ter wereld, of, beter gezegd, weet zich wijselijk te voe gen in elk soort van gebeurtenissen, en In zake Atjeli werd door eenige leden ingenomenheid betuigd met de scheep vaartregeling, die, voorloopig althans, ae gewenschte uitwerking schijnt te oefenen, al kan zij nog niet van overwegenden invloed zijn op de Westkust. Over het algemeen achtten zij den toestand zoo danig, dat hij, ofschoon groote voorzich tigheid nog altijd noodig is, onder de bestaande omstandigheden tot tevreden heid stemt. In dp zitting der Tweede Kamer van gisteren over het hoofdstuk Oorlog was de zuinigheid aan het woord. De heeren Viruly en Van Vlijmen drongen beiden bij den minister aan om de uitgaven meer in overeenstemming te breugen met de draagkracht der natie. De heer Viruly voegde daarbij nog den wensch om eene wettelijke legerorganisatie. De heer Beau fort (Amsterdam) sprak met zekere ironie. Hij erkende dat 'wij onze doode weermid delen en levende strijdkrachten zoodanig moeten inrichten dat wij onze neutraliteit kunoen verdedigen, maar verklaarde dat een minister, die ons tegen alle gevaren zou willen waarborgen, zijn vertrouwen niet zou hebben. De heer Staalman, het lid voor Hel der, daalde meer in bijzonderheden af. Hij sprak tegen de nieuwe geweren en wilde verhooging van het zedelijk peil van het leger door het verstrekken van sterken drank in de cantines te ver bieden zeker om de soldaten te dwin gen zich dien elders te verschaffen, in zeker veel minder geschikte localiteiten dan de cantines. De minister antwoordde op al die be denkingen dat de quaestie van den per soonlijken dienstplicht het best zal kunnen behandeld worden bij het betrekkelijk wetsontwerp. Zijn zorg strekte zich even zeer uit voor de levende, als voor de doode weermiddelen. Bij de herziening der vestingwet zal ook blijken dat waar wel eens aan getwijfeld werd hij den vestingbouw de noodige zuinigheid zal betracht worden. Trouwens een minister, die geen zuinigheid betracht, kan in deze tijden, waarin meer dan ooit streng toe zicht wordt gehouden op het beheer van 's Lands gelden, het niet lang uithou den. Wat de zedeloosheid in het leger be treft, zeide de minister, dat men niet te veel moest generaliseeren, d. i. niet uit enkeLe gevallen van onzedelijkheid be sluiten dat het geheele leger aan die ondeugd lijdt. Voorts verklaarde hij, waaraan wel niemand twijfelen zal, die er mee bekend is, dat de voeding en de huisvesting van den soldaat veel verbe terd zijn. De algemeene debatten werden daarop gesloten. {Zit taats te 6enc/itcn) is steeds bereid voor het welzijn der menschheid te zorgen en verkwikking aan te brengen voor ziel en lichaam. De heer Francis had duldelooze pijnen uitgestaan tengevolge van de ontwrich ting zijns schouders, waaruit eene hevige ontsteking voortgekomen wasmaar de onverpoosde zorgen mijner moeder, die hem dag en nacht bewaakte, als ware hij haar zoon, brachten hem tot onderwer ping en bedaren in de oogenblikkén van benauwdheid en ongeduld. Gedurende de ziekte van den heer Francis, die langer dan een maand aan hield, maakte ik flinke vorderingen in de huiselijke werkzaamheden. Ik wilde voorkomen, dat mijne moeder, die zich steeds in de kamer van den zieke moest ophouden, in onrust zat over den gaDg der huishouding, en binnen weinige dagen slaagde ik er in haar vertrouwen te winnen, en zulk een mate van erkentelijkheid en waardeering te verwerven, dat zij mij de verantwoorde lijkheid van de kleereqkast en zelfs een

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1894 | | pagina 1