VMSSIUSCHE COURANT. No. 145. Maandag 10 December 1894. 32ste Jaargang. Beige, prci™ woning Strijksters nstbode itmeisje -Schelde. Gemeentebestuur. Per Flesch. 1.50,1.70, 1.90. 0 90,1.—, 1.20. p. LiteT ƒ105, a ƒ1.15, nl per liter minder, JETHEER, irns. J. Rekkers. 95 brand 8] tegen varen. jraal-Agent, tm sums, Nieuwendijk. zonder kinderen, orstraat, M. 108. jrwijzers. Brieven tiën onder letter nt. AJVUE iscbe Wasscberij, jhting »de Maria ii gen. iv tegenwoordige, of Februari een M. P1ETERSE, ÏGD. larkt, F. 8 I III E 31 T. i Middelburg t TIC 4 Dl), («llaeu «p „kt: 8.-. 9.30, II.-, 3,3U, 4,15, 5,— 5.55, rr Zcilmerht riiieimjtn Leu 6.80, 8 45, H-.ll» 8.85, 4 20, 6.06, il!.— t d I e n t. urg Rotterdam. 1 pliatleQ Middelb 7 4'1 7 40 7 40 7 40 7 40 7 41' 7 *0 i Rotterd. Tm. 7 #0 7 ao 7 80 7 80 7 BQ p 7 80 7 80 ,19» p I \ondtnlie met ie sUrm- dienst» en Zierikzeo v. r. m. VAN ZIERIKZÜl londerdag 6 6 30 rijdsg 7 7SÜ at. 8 7 5011 80 oud 0 7 50 n.Cottg 9 15 d. Zierikü luaodag 10 7 60 V'ioadis 11 7 50 Voeoadig 12 7 <0 )ouderd»g 18 6{S0 1 30 180 en JAUiinri 1895. 11 45 nm 8 40 12 15 on I 10 10 KIET gemaakt, n 8 40 9 10 Hoofdplaat nm. 1.10 Breiltena 9.20 V U&tingeu a 2.60 rke Dinsdag en Vrijdag 7 lü ii45, nm 8 25 1 80, nm 12 05, 8 45 7 4ii, ^m 10 10, 1 60 8 1" 80. -uzeu, Bpeiken»» nfgcjeveu. gel- BUREAU: Kleine Markt I N°. 187. Prijs per drie maanden 1.—. Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. UITGEVER: F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen. PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regelt 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groott? letters worden naar plaatsruimte berekend. Ëenig Agent voor Frankrijk de firma G. I». DATJBE Co., te Parijs. Verschijnt Dlu»dag>, Donderdag:* en Zaterdagavoud. Abonnementen voor België, Duitschland, Enge land en Frankrijk f 1.65 per drie maanden. NIJVERHEID. Ken nisgevi n g. De Burgemeester en Wethouders van Vlis- aingen, Gezien de artfc. 6 en 7 der wet vau 2 Juni 1875 Stblno. 95), tot regeling van het toe zicht bij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen, veroorzaken, Geven bij deze kennis dat bij hen is in gekomen een verzoek van P. VROLIJK, te Scheveningen, om vergunning tot het inrichten van «en gedeelte van perceel wijk K, no. 70a, a&n de Palingstraat, tot slachtplaats van vee; dat dit verzoek met de bijlagen, gedurende veertien dagen, te beginnen met Vrijdag den 7en December 1894, op de gemeente-secretarie ter visie zal worden gelegd en dat den 21en December 1894, ten raaduuize, des namiddags ten 2 ure, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen het oprichten der inrich ting in te brengen, terwijl gedurende drie dagen vóór dat tijdstip, ter gemeente-secretarie van de ter zake ingekomen schrifturen kennis kan worden genomen. Vlisaingen, den 7 December 1894. Burg. en Weth. voorn. TUTEIN NOLTHENIUS. De Secretaris, J. H. 0. BUSING. N&TIOiXAX.lS MUtmü. Eerste oproeping tor inschrijving van de Na~ tionale Militie De Burgemeester ea Wethouders ren Vlissingeu ma- keu bekend dat het register tot inschrijving ran alle minnelijke ingezetenen, die op den eersten Januari a. s. hun 19e jaar zullen tiju ingetreden, derhalve zij dit in 167fi zijn geboren, zal gereed liggen Ier gemeentesecretarie, van den eersten tot en met den 81 Januari 1895 vun des ToormiddagN 9 tot des namiddags 3 urm, met uitzon dering tbu den .Zoudag dat voor ingezetene wordt gehouden lo. hij wiens vader, ol is deze overleden wiens moeder of zijn beide overleden, wiens voogd ingezetene ia. volgens do wet van don 1S Juli 18f>0 (Slaatsbl no. 14 2o. hij, die geen ouders uf voogd hebbende gedurende de laatste achtlicu msaudeu, voorafgaande aan don len Januari vnn het jaar, waarin h(j zich moet laten in schrijven, in Nederland vei blijf bicld 3o. hij van wieus ouders de langstlevende ingezetene wns, al 18 zijn voogd geen iugezeteue, mils hij biunen hel rijk verblijf hondt; dut niet voor iugezetcne wordt gehouden de vreem deling. behoureude tot een »tnat wa„r de Nederlander uiet aan dcu verplichten krijgsdienst is oudenvorpeu of waar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel van weuerkeerigheid is aaugeuomen art 15 der wet van 19 Augustus ISG (Stiiotsliln.l no 72); dut hij dia eerst Da liet intreden van ziju 1 9e jaar doch vóór het rolbreugcu van zijn 2"e iugezeteue wordt, verplicht is zich zoodra dit plants heelt, ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders dor F£UI, LLETOti, Naar het Italiaansch door H. C. 13.) Het laantje begon bier heel smal te wordenzoodat het slechts voor de helft in de schaduw was; ik liet de beste plaats over aan mijn moeder, en liep een paar stappen voor haar uit. Van toen af verloor ik den draad van het gesprek, en hoorde slechts bij tus- schenpoozen brokstukken van hoogst stichtelijke grondbeginsels, als: Wel opgevoede vrouwen zijn een schat voor het huisgezinstudie, handwerken, tee kenen, allemaal uitmuntende dingen, maar gemeente waar de inscbrijviug volgens art, 10 moet geschieden. (Art. 20 der wet) dat voor de militie mei wordt ingeschreven lo, de iu een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezetene die geen Nederlander is 2o de in eeu vreemd rijk verblijfhoudende ouderlaoze zoon van een vreemdeliug al ia zijn voogd ingrzetene; 3n. de zoon van deu Nederlander die Ier zake van 5s lauds dienst in 's rijks overzeesche btzittiugan ef koloniën woont (Art. 17 der wet); dat de ioschrjjviDg geschiedt lo. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of is deze overleden de moeder, of zijn beide overleden de voogd woout j 2o. van eeu gehuwde en vsd een weduwnaar in de gemeente waar bij woont; ilo. voo hein, die geen vader, moeder of voogd heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is in de geineeDte naar hij woout 4o van den buiten 's lauds vrouendeu zoon van een Nederlander, die ter zake van 'i lands dienst in e. n vreemd laud woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatste in Nederland gewoond heeft. (Art. 16 der wet) dat ieder, die volgens art. 15 behoort ta worden iu- geschreven, verplicht ia zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders ter boven aangegeven plaats en binnen den daar bepaalden tijd as:i te geven en dat bij diens onge steldheid, afwezigheid of ontstenteaia. zijn vader, of is deze overledeu. zijn moeder, of zijo beiden overleden, ziju voogd of tot het doen van die aangifte verplicht ia. (Art. 18 dtv wet.) Belanghebbenden worden mitsdien dringend aange maand aan de op hen rustende verplichting te voldecu en wordt hnn ten overvloede oei er de aandacht ge bracht dat bij beveiigeuoi-mde wet onder meer is bepaald; dut met boete van f25.— tot f tut) wordt gestraft de overtreding van art. 13 e» dat bij elke verourdeeliug lot eene boete tevens door den rechter wordt bepaald, dat iudieu daarin niet is voldaan binnen twee muandeu uadat do veroordeelde lot betaling is uaogeiaaand, de boete door geYuugenüstraf van ten hoogste tien maauden zal wordun vervangen (Art 183 en 188 der wet) Eu is hiervan afkoudigiug geschied, waar het be hoort, den 8 December 1854. De Burg. en Weth voornoemd, TUTEIN NOLTHENIUS. De Secretaris J. H. C, BUSING. Lombok. Uit Batavia wordt onder dagteekening van gisteren aan de N. Jl. Ct. geseind In Mataram is eene nieuwe benting ge bouwd voor de op Lombok blijvende troepen. Het hoofd van Praja, Goeroe Bangkol, is op weg naar Ampenan met Datoe Pangeran, zoon van Ktoet. Het blad voegt er het volgende hij In de Aanteekeningen betreffende Lombok vindt men als een der voornaamste hoofden der Saeaks genoemd Mami Bangkol van Praja, vermoedelijk dezelfde, die in het tele gram Goerie Bangkol genoemd wordt. Ktoet was, gelijk men weet, des radja's oudste wettige zoon, die, volgens een vroeger bericht, Jbij de bestorming van Mataram ge sneuveld is. Van den gouverneur-generaal van Ned.- niet voldoendebet is het naaien, het verstandig beheer van het huishouden wat de modelvrouw uitmaakt Diet zoozeer het eigenhandig stoffen en ragen of zelve vóór het fornuis staan, maar de vaardigheid in alle huishoudelijke zaken zoodat zij, desnoods, een paar uur koken kanoverigens in haar doen en laten als dame, onberispelijk van den vroegen morgen af tot aan den laten avond toe." Het was bijna uitsluitend mijn moeder die sprakaf en toe hoorde ik de heer Francis haar op zachten toon gelijk geven. sO", dacht ik toen bij mij zelve,wat moet het mijne goede mama hinderen, dat zij zoo weinig volgzaamheid bij mij vindt, en zooveel onoplettendheid betref fende die bezigheden, waarvan zij het nut en de noodzakelijkheid aanprijst I Dat zij er mij niet toe dwingt, komt al leen doordien zij te goedhartig van aard is, maar de steeds verschoouende vrien delijkheid, waarmede zij mij behandelt, moet haar heel wat geduld en overwin ning op zich zelve kosten. Arme mama 1 Indië is onder dagteekening van 7 December bij het departement van koloniën ontvangen het navolgende telegram, betreffende den gang van zaken op het eiland Lombok voornaamste Sasakscbe boofden door gene raal Vetter opgeroepen sommigen, waaronder Goeroe Bangkol, reeds gekomen; de anderen in aantocht. Datoe Pangeran (zoon van Anak Agoeng K'toet), die Goeroe Bangkol vergezelde, gaat 9 dezer naar Batavia. Eergisteren bezocht colonne Bangkol. Alles rustig. Voor het Lombokfonds dat te Soerabaja is gevormd, kwam in Indiö veel geld in. Men scbat het totaal, waarover zal kunnen worden beschikt, op f188.000, en het comité begint Vast dadelijk hulp te verleenen, maar weet nog niet, hoe het de zaak definitief zal aan pakken het hoopt dat de Regeering de administratie van aide in Indië en in Nederland verzamelde gelden zal overnemen. Het Nieuws van den Dag ontving gisteren het volgende telegram uit Batavia Volgens het Bat. Nieuwsblad gaan ernstige geruchten dat De Koningin Wilhelmina Maan dag naar Karang Asem (Bali) gezonden wordt. »De troepen op Lombok keerden terug van een verkenning naar Kediri (Z.O. van Tjakra) de Baliërs leverden daar de wapens uit. »De vorst van Praja (Sasaks) bracht de Mohammedaansche hoofden met een kleinzoon Van den (ouden) vorst te Ampenan aan; Deze prins wordt ook naar Batavia gezonden. Incident - Rutgers. De heer jhr. Rutgers van Rozenburg, van ouds bekend om den doorgaans scherpen toon, door hem bij de Kamer debatten gebezigd, en meer nog in den laatsten tijd om zekere ongelukkige uit drukking, welke hem in het vuur zijner rede ontviel, is blijkens bet Kamerver slag eergisteren weder in zijn oude fout vervallen. In de Haagsche Courant lezen wij daarvan het volgende Eerst liet hij zich uit over de voorstandera van 't ontwerp-Tak, zeggende dat dezen »te- f9n de liberalen te keer giDgen met hulp van e moderne katholieken en met de volgelingen van den man, die thans achter de Moerdijk in zijn isolement zijn kracht zoekt. ."waarop de heer Seret hem toeriep»Een zieken man, een afwezige bahl" De heer Rutgers verklaarde daarop, ook den heer Heldt niet te willen volgen, die blijkens zijn toon scheen te vergeten, dat hij niet onder de zijnen was in «Plancius." in het bezit van twee kinderen, en toch gedwongen om voor alles te zorgen Ook familiezaken, alles komt op haar neer. Giacomo moge al verkeerd han delen, ik op mijn beurt handel eveneens verkeerd 't strekt mij wel tot eer, dat moet ik zeggen l" Stijgend kronkelde het pad, en -ik be - vond mij onverwachts vlak bij onze vrien den, die zich op een schaduwrijk plekje aan den kant van den weg hadden neer gevlijd. Dus eindelijk allen weer te zamen, vervolgden wij langzaam onzen weg huiswaarts. Mijne eerste gedachte, zoodra ik mij in het bijzijn der jonge dames be vond, was ze met een uitvorscbenden blik van top tot teen op te nemen alsof jk ze voor de eerste maal zag. De beer Francis zou zich den gebeelen dag met haar bezighoudenha, een zeld zame verplichting die hem opgelegd was 1 wie van de twee zou hem bekoren mis schien alle twee Of geen van heiden (Teekenen van afkeuring.) De heer HeldtDaar ben ik nooit geweest. De beer Rutgers»'t Is een mooi lokaal Niet in »Plancius," zeg ik. De heer Borgesius: De heer Heldt heeft in noch buiten de Kamer ooit tegen den be hoorlijken vorm gezondigd. De heer HeldtIk was daar nooit, zeg ik u. De heer RutgersLaat mij uitspreken ik heb u immers gisteren ook niet aange blaft. De Voorzitter verzocht daarop den heer jhr. Rutgers van Rozenburg zich van persoonlijke opmerkingen te onthouden. Evenals hij den hr. Heldt tot de orde had geroepen, toen deze in die fout verviel, kon hij nu niet gedoogen dat de heer Rutgers den heer Heldt persoon lijk aanvalt. De heer Rutgers antwoordde daarop, dat ook niet te hebben gedaanhij sprak alleen over den toon van aen heer Helat, die niet was gelijk voegt in 't Parlement op het Bin nenhof in den Haag, maar die bovendien onjuist was, omdat hij sprak over een gefin geerde rede, niet over iets wat spr. had Terecht zegt het Vad. in zijn Kamerover zicht over die rede van den heer Rutgers ^Beschouwingen als die van den heer Rut gers konden in dit stadium van het debat veilig worden gemist, én omdat hij nog geen minister van Oorlog is, én omdat hij zich, al pratende, liet verlokken tot persoonlijke uitvallen vooral tegenover den heer Heldt zoo weergaloos, grof, als zij in ons Parlement nauwelijks ooit, zelfs toen de leider der so ciaal-democraten daar zetelde, zijn gehoord." Het (Artist.) Dagblad maakt de op merking dat de heer Rutgers de blijken geeft dat hij, niettegenstaande zijne be wering dat hij niets hechtte aan onder scheidingen van geboorte of stand, wel degelijk behebt is met een gevoel van geringschatting voor de arbeidende klasse, dat in een volksvertegenwoordiger diep te betreuren is. De heer Rutgers raakt uit zijn tijd. Het nieuwe, dat hij ora zich heen waarneemt, en waartegen zijn verroeste wapenen niets vermogen, schijnt hem in een toestand van onverdraaglijke prikkelbaarheid te brengen. Daarom raadt het blad hem aan, dat bij maar in iso lement een kalmen ouden dag ga zoeken. In het staatkundige leven wekt hij slechts ergernis, wat tegenwoordig tot eiken prijs moet vermeden worden. (Zie verder het Bijvoegsel.) ik weet niet of het een glimlach van spotternij dan wel van spijtigheid, of onverschilligheid was, die mij om de lippen speelde. Ik keek naar de oudste eu ik was op het punt de schouders op te halenik keek naar de andere een frisch en aanvallig persoontje, dat meisje I Naar de eetkamer gaande, bleef ik in het voorbij gaan even voor den spiegel staan om een huarspeld in mijn haar vast te steken. Was het mijn schuld of die van den toegeeflijken spiegel, dat ik mijzelve van het hoofd tot de voeten allerbevalligst vond. Wij gingen op het terras waar wij ons vermaakten met het spelen met de hoepeltjes en de paleten het gezamen lijk doorbladeren tan geïllustreerde tijd schriften en portret-albums. Wij spraken over muziek, over de liefde, over het huwelijk. MijD moeder had van alles te doen en moest zich dus telkens verontschuldigen, en ik liep haar gedurig achterna om met

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1894 | | pagina 1