VLISSIJVGSCDE CWJftANT.
No. 3 39.
Maandag 26 November 1894.
32"c Jaargang.
Gemeentebestuur.
Binnenland.
r i
L L I T M.
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187.
Prijs per drie maanden 1.—Franco per post 1.15,
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij
alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
UITGEVER:
F. VAN BE VELDE Jr. te Vlieaingen.
P1UJS DER ADVERTENTIËN; Van 1 tot 4 regels
ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés eu groote
letters worden naar plaatsruimte berekend.
Eenig Agent voor Frankrijk do firma G-. L. DAUBE
Co., te Parijs.
Verschijnt Dinsdag', Donderdag- en Zaterdagavond.
Abonnementen voor België, Duitechland, Enge
land en Frankrijk f 1.65 per drie maanden.
De Burgemeester van Vlissingen,
overwegende dat er zich in deze gemeente
gevallen ^nebben voorgedaan van typhus, welke
door de' geneesheeren worden toegeschreven
aan het gebruik van slecht drinkwater
waarschuwt de ingezetenen ten sterkste geen
ander dan gekookt regen- of welwater te gebrui
ken.
Vlissingen, 24 November 1894.
De Burg. voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS.
Vlissingen, 22 November.
Antecedenten kunnen een staatsman
soms geducht hinderen, vooral als zij,
zooals die van den tegenwoordigen mi
nister van binnenlandsche zaken in ge
schriften, zwart op wit, aanwezig zijn.
Als zulk een staatsman dan een wets
ontwerp indient en dit in strijd is met
de. vroeger door hem verkondigde begin
selen, is men er spoedig bij hem op zijne
vingers te tikken door te wijzen op wat
hij vroeger leeraarde.
Dit deed o. a de Amh. Ctwaar zij,
melding makende van het adres van dr.
Frowein, te Helder, aan de Tweede
Kamer, zegt dat als de Kamer zich de
zaak aantrekt, de heer Van Houten zich
in een moeilijken toestand zal bevinden,
want dat hij dan de verplichting tot eed
aflegging zal moeten verdedigen, die hij
vroeger, zwart op wit, zoo sterk met
argumenten beeft bestreden. Zoo zal het
ook zijn met een wetsvoorstel op de
lijkenverbranding, dat men van hem
verwachtte.
In plaats van met een met zijne
vroegere beginselen strookend ontwerp
voor den dag te komep, zoekt hij, volgens
de H. Gt., uitvluchtten om van die las
tige taak af te komen omdat hij den
steun van een gedeelte zijner hulptroe
pen niet missen kan.
Waarom dan de regeering aanvaard
als daarmede gepaard moet gaan eene
Naar het Italiaansch
door H. C
De Martinique koffie is sterker en aan-
zettender dan de twee zoo even door mij
genoemde, en meer nog dan die heide
is het noodig, dat deze soort veroudert,
om hare goede eigenschappen recht te
doen wedervaren. Koffie is, naar ik meen,
een van de weinige provisies, die mijne
moeder in groote quantiteiten opdoet
zij sluit die weg op eene droge plaats,
en geett er dan een gedeelte van uit om
te branden, de helft Martinique, de helft
Haïti-koffie, die zij door een mengt al
verloochening van beginselen, vraagt men
zich onwillekeurig.
Van een milder standpunt gaf dezelfde
minister blijk, waar hij wenscht eene
voordracht bij de Kamer in te dienen
om, waar plaatselijke verordeningen op
het venten van dagbladen het grond
wettig recht van drukpersvrijheid moch
ten schenden, die verordeningen ter ver
nietiging voor te dragen.
In zijn begrootingsantwoord in zake
de bevordering van ontginning van
woeste gronden van gemeentewege toont
zich de heer Van Houten weder meer
zichzelf te zijn. Hij verklaarde in begin
sel daar niet tegen te zijn. Werkver
schaffing door de gemeente wil hij wel
steunen bij wijze van armenzorg, mits
dat karakter werkelijk daaraan blijve
toegekend door den aard der op deze
wijze te steunen personen en het toe te
kennen loon.
Voorts is gebleken dat ook deze mi
nister niet voor de toelating van meisjes
op de Rijks hoogere burgerscholen is en
dat hij het denkbeeld wel in overweging
wil nemen om aan de gemeente-besturen
de bevoegdheid te schenken bij verorde
ning leerplieht in te voereu. Aan art. 82
der schoolwet kan z. i. die bevoegdheid
niet worden toegekend. Hij vindt ook
de tractementen der onderwijzers over
't algemeen laag, maar met de Kamer
acht hij aan voorziening groote finan-
cieele bezwaren verbonden. Het schijnt
dus dat de onderwijzers van dezen mi
nister geene lotsverbetering te wachten
hebben. De klachten omtrent den slech
ten geest onder de onderwijzers acht ook
de heer Van Houten overdreven. In elk ge
val mag z. i. niet de geheele onderwijzers
stand aansprakelijk worden gesteld voor
hetgeen door enkelen misdreven werd.
Mocht het schooltoezicht den steun der
regeering behoeven om, waar dat noodig
mocht blijken, krachtig op te tredeD,
dan zal die steun niet worden onthouden.
Deze woorden zullen zeker instemming
vinden bij de onderwijzers in den strijd,
dien de openbare school weder te voeren
heeft, maar zeer waarschijnlijk zouden
velen hunner liever zien dat ook materieele
hulp van staatswege niet achterbleef.
Eene verklaring van den minister rest
ons nog te melden, nl. dat hij niet ge
vorens te malen. Opdat de koffie een
wezenlijk aangeuamen smaak verkrijge,
moet ze matig gebrand worden, en niet
zwart, maar bruinachtig wezen.
Zoodra die gebrand is, bergt mama ze
in een goed gesloten flesch of trommeltje,
en laat daarvan slechs zooveel malen, als
voor het verbruik van het oogenblik be-
noodigd is.
Men wachte zich wel de koffie te zet
ten in een kan, waaraan de geringste
lucht is te bespeuren, of zelfs ze te
plaatsen in de nabijheid van het een of
ander voorwerp, dat maar eenigszins naar
iets riekt, overtuigd als men dan kan
wezen, dat de koffie terstond die lucht
overneemt en dat wel ten koste van haar
lekkeren smaak.
Ingenieur Francis, het kopje koffie
leegdrinkende, dat ik hem aangeboden
had, keerde zich naar mijne moeder en
sprak
»Het is een alledaagsch compliment,
dat ik u maak, maar ik kan het niet
nalaten. Bij u aan huis is het eten en
neigd is omtrent het rijkstoezicht op
weeshuizen en banken van leening rege
lingen voor te dragen. Men zou zeggen
dat, na al wat op dit gebied in de laat
ste dagen aan 't licht gekomen is, een
wetsontwerp tot regeling van het toe
zicht van Staatswege op dergelijke in
richtingen een onafwijsbare eisch was
geworden. De minister schijnt echter de
leer van het laisser aller te huldigen.
Het Centrum acht het bepaald een
verzinsel dat bij alle katholieke kamer
leden het plan bestaat om het geld voor
de nieuwe geweren te weigeren. Alleen
is het mogelijk dat eenige leden zich
zullen verzetten, al mist men het recht
te onderstellen dat zij dit doen zullen
om redenen buiten de geweren" liggende.
Eene reden tot weigering zou kunnen
gelegen zijn in de waarschijnlijkheid dat
de nieuwe geweren moesten worden
aangeschaft in het buitenland, en het
zou een ernstig bezwaar hebben een
stelsel van nationale defensie te blijven
handhaven, waarbij men zelfs voor het
het minste of geringste zijn toevlucht
moet nemen tot buitenlandsche leveran
ciers. Is het absoluut onmogelijk goede
geweren met bijbehoorende patronen hier
te lande te maken Zoo ja, dan zouden
wij wel kans zien het weigeren van de
9 millioen op dit oogenblik te verant
woorden, om daardoor het industrieel
gedeelte van ons defensiestelsel te tref
fen en de regeering te nopen tot een
wijziging, waardoor de uitgaven voor
onze verdediging de natie niet zouden
verarmen.
De gepens. majoor van Staden ten
Brink, die, zooals wij in ons vorig num
mer mededeelden, den op Lombok be
haalden buit voor. de helft onder de
troepen aldaar wilde verdeelen, schijnt
van deze zaak niet goed op de hoogte
te zijn. Nu, dat kan wel elkeen over
komen, die zich te veel door zijn geestdrift
laat medeslepeu. De Hacujsche Courant
waarin hij zijn denkbeeld ontwikkelde,
deelt van welingelichte zijde mede dat
«buitgelden" bij ons alleen nog maar
voor de marine bestaan. Den soldaat
komt niets toe van hetgeen in eene ver
overde plaats wordt gevonden. Hoe zou
drinken altijd voortreffelijk, en tot besluit
van het overheerlijk onthaal krijg ik een
kopje koffie, dat mij letterlijk verkwikt."
Met groote zelfvoldoening hoorde Mama
de woorden van haar gast aan. Het
eerste wat zij aan een nieuwen knecht
of nieuwe meid leert, is het koffie zetten.
Zij vertelde aan den heer Francis, dat
zij jaren lang gewend was geweest eigen
handig aan tafel na het eten de koffie
te zetten, maar een bedroevend ongeval,
dat daarbij voorviel, benam haar allen
lust om voortaan die plicht eener huis
vrouw waar te nemen.
Ik was nog heel klein en aan het
springen en dansen rondom de tafelik
strekte den arm uit om naar een stukje
lekkers te grijpen, ik geef een stoot tegen
de koffiekan vol met kokende koffie, die
kantelt om en alles over mijn schouder
heen. Onnoodig hier meer bij te voegen
mijn moeder griezelt nog als zij er van
spreekt.
De heer Francis, den geurigen drank
lovende, dien hij in kleine slokjes op
het trouwens gaan als dat recht aan den
soldaat werd toegekend Zouden dan de
gruwelen, die in vorige eeuwen de ver
overing van een land of een stad ken
merkten, niet weder herleven Rooven
en plunderen, zegt het blad terecht,
hetzij door den Staat of door de troepen
zeiven, is in volkomen strijd met het
het hedendaagsche oorlogsrecht, en het
hoopt dat het ter sprake brengen van,:
het vraagstuk er nu toe zal leiden dat
die «buitgelden" ook voor de marine
zullen worden afgeschaft. Het blad is er
echter niet tegen dat men uit de oorlog
schatting, welke van den radja van Lom
bok zal geheven worden, ook eene extra
toelage aan de expeditionaire troepen
geve, indien dat kan en mag, al was 't
maar alleen ter goedmaking van hetgeen
zij op zulk een tocht verlies lijden door
allerlei omstandigheden.
Majoor Van Staden ten Brink schrijft
echter nader in bovengenoemd blad dat
de «buitgelden" in wettigen vorm bij de
landmacht nog niet zijn afgeschaftware
dit het geval, dan zouden zij ook voorde
zeemacht niet meer bestaan; onze mili
taire rechtspraak c. a. is onafscheidelijk
van die der zeemacht; het is te zameu
éen stuk. Onze natie wacht reeds jaren
lang op de algemeene herziening van
ons militair recht," en alles wat daaraan
annex is, dus ook de onderhavige quaestie.
Partieele wijzigingen, niet in wettigen
vorm, maar bij aanschrijving, circulaires,
enz. ingevoerd, hebben geen kracht van
wet, althans niet in het oog van belang-
looze beoordeelaars.
Het Centrum waarschuwt voor de
verkeerde meening dat na den schitte
renden uitslag der expeditie op Lombok
geen enkel wolkje meer aan onzen
kolonialen hemel drijft. De gebeurtenissen
aldaar hebben juist bewezen, dat gevaren,
welke onze macht in Indië bedreigen,
niet zijn verminderd, maar veeleer toe
genomen, en dat de tijden nu juist niet
ten onzen voordeele zijn veranderd. De
beschaving heeft den inlander wapenen
in de handen gegeven, welke hij in
vroeger dagen niet kende, en, al zijn
wij bem nog debaas, al zijn het beleid en
de dapperheid onzer troepen hem nog te
machtig in een eerlijk gevecht, de
slurpte, daar hij zich door de vriendelijk
heid mijner moeder reeds volkomen thuis
gevoelde in onzen huiselijken kring, her
dacht het tijdstip toen, in het begin der
achttiende eeuw, kapitein Declieux, die
drie plantjes koffie uit de kassen van
den koninklijken tuin te Parijs had mee
genomen, ze overbracht naar Amerika,
alwaar heden ten dage de opbrengst van
de koffie een jaarlijksch inkomen van
60b millioen oplevert.
De reis van kapitein Declieux was
bovenmate lang en gevaarlijk hij kreeg
gebrek aan water, en de verdienstelijke
man onthield zich zijn rantsoen om de
drie plantjes te kunnen begieten.
Vau deze drie plantjes hield hij er
één in leven. Uit dat ééne, («O Voor
zienigheid I riep mijn moeder") ontston
den de onmetelijke aauplantingen in de
Antillen en van geheel het tropische
vasteland van het groote Amerika.
Nadat zij met geuoegen naar het ver
haal van den heer ingenieur geluisterd
had, stond mijne schoonzuster op, ging