VLISSIUSCIIE COURANT. No. 133. Maandag 12 November 1894. 32'e Jaargang. Gemeentebestuur. BUREAU: Kleine Markt 1 N°. 187. Prijs per drie maanden 1.Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert ziek bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. UITGEVER: F. VAN DB VELDE Jr. te Vlissingen. PiUJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés eu groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig Agent voor Frankrijk de firma G. L. DATJBE Co., te Parijs. Vemhijui Dtusdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnementen voor België, Duiteobland, land en Frankrijk f 1.05 per drie maanden B ATI 0 li AL E MILITIE. Oproeping van Vrijwilligers voor de Nationale Militie. De Bargeineestet en Wethouders van Vlissingen, brengen bij deze ter kennis van een ieder dat zij, die genegen mochten ziju. vrijwillig te dienen bij de Nationale Militie, zich vóór den I December a s. dagelijks, met uitzondering van de Zondagen, zullen kuuneu »»rvoegen ter gemeente-secretarie, vergezeld van twee ter goeder uaam en faam bekend staande meerder- jerige inwouers dezer gemeente, die de vereischte ver klaring omtrent den burgerlijken staat en het gedrag vau den persoon, die als vrijwilliger verlungt op te treden, kunnen afleggen en bet op te mtiken getuig schrift ondertcekeoeo voorts: dat do vrijwilligers voor de Militie moeten zijn; ongehuwd of kiuderloos, weduwnaar en iagezeteneu tan het rijk, lichamelijk voor den dieDst geschikt, ten minste 1.&6 Meter lung en op den leu Januari van het jaar der optceling als vrijwilliger het 20ste jaar inge treden ziju ep het 3-e jaar niet hebben volbracby Zij die in het bezit zijn vau de hier onder sub. 2 vetmelde •tukken, kunnen tot en met hun 4Ce jaar als vrijwil ligers voor de Militie worden toegelaten dat zij, zoover zij daartoe geschikt bevonden zijn en er gelegenheid toe bestaat, wordon ingelijfd bij het korps hunner keuze dat zij. behalve het bovenbedoelde getuigschrift^zul- len moeten overleggen 5o. het bewijs dat zij aan de plichten der Militie voor zoover die tewervulleu waren hebben voldaan; io. indien zij als militair op 's lands vloot gediend hebben, een bewijs van ontslag e:i een getuigschrift van goed gedrag, afgegeven door den commandant vim het korps, wasrbij zij laatstelijk hebben gediend (dit ge tuigschrift kin bij den commandant worden aangevraagd) So. indien zij minderjarig zijn een bewijs van hnnnen vader of voogd dat hij. die voor de Militie is ingrschreren als vrij williger wordt toegelateu slechts voor de .gemeente in welke hij ingeschreven is, tenzij hij geene plichten ten aanzie* van de Militie meer te vervullen heeft. Eu i» hiervau afkondiging geschied, waar htt be hoort. den 8 November 1894. De Berg. en Weth. voornoemd, TH, VAN U1JE P1ETERSE, L. B. De Secretaris J. H C. BUSING. PERSONEELE BELASTING. Afkondiging van het kohier der Personeele Belasting no 6, dienst 1 834;,s De Burgemeester van Vlissingen mavkt bekend: dat op heden hij hem ontvangen cu aou den rijks ontvanger ia gezonden liet executoir verklaarde kohier wegens de Persoaeele Belasting no 5. diciist 8M 9S dc daarop voorkomeude belastingschuldigen worden uitgeuoodigd om Imune aanslagen op don bepaalden tijd aan te zuiveren, ook ter vooikomiug van vervolgingen; en herinnert dot de bezwaarschriften binnen drie maanden na boden bebooren te worden ingediend terwijl de aangiften ter bekoming vau ontheffing, ingeval van verhuizing op grond van art. *7 3 der personeele wet FEUILLETON. Naar het Italiaanscli door H. C i.) Een huisvrouw heeft tal van oplichten te vervullen. De ordeennauw- gezetheid, waarmede zij zich van deze «hare taak kwijt, dragen er oneindig »veel toe bij om het geluk endenvoor- spoed van het gezin te bevorderen. De «huisvrouw moet zich ten volle bewust «zijn van het gewicht harer zending eu «er niet tegen opzien die met moed en vastberadenheid te aanvaarden. Zij zal «eene groote voldoening daarin vinden, »en niet gekweld worden door verveling, moeten worden gedaan bij den rijks-oatvaDger binnen ééne maand, volgende op die, waarin bet perceel is ODtruimd. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort. den 8 November 1894. De Burgemeester voornoemd, TH. VAN U1JE PlETEltSli L. B. Politieke ontwikkeling. In 1848 werd aan Nederland een nieuwe grondwet geschonken, die aan een groot deel van het Nederlandsche volk poli tieke mondigheid schonk, d. i. het volk vergunde invloed uit te oefenen op het bestuur van het land, wat tot dieu tijd het deel was geweest van enkele bevoor rechten, die wel zorgden dit voor zich en hunne vrienden te behouden. Met de afkondiging dier grondwet ging als het ware de dageraad der poli tieke vrijheid op, nadat eeuwen lang het volk kunstmatig en soms met geweld van alle staatsbemoeiing uitgesloten was. Wij schrijven thans 1894. Een tijd perk van 46 jaar is sedert verloopen, en wat heeft het volk gedaan om zich het hem geschonken voorrecht waardig te makenwaaruit blijkt, dat dit met zoo veel moeite verkregen recht ook slechts door de helft der kiezers op prijs gesteld wordt Moet dit soms blijken uit den stormloop naar de stembus bij enkele verkiezingen, nl. die voor de Tweede Kamer, den Gemeenteraad en in den laatsten tijd. ook voor de Provinciale Staten, uit de opgewondenheid, die dan als eene rilling van koorts de gewone slaperigheid en onverschilligheid vervangt. Hij, die uit zulke periodiek terug komende opflikkeringen tot den.politie- ken zin der Nederlandsche Natie mocht besluiten, zou zich deerlijk vergissen. Nauwelijks heeft toch de stembus ge sproken, of de kiezer meent al wonder wat gedaan te hebben door zich den gang naar de stembus te getroosten en dus zijn burgerplicht te hebben vervuld, eu verzinkt weer in zijn gewone lethargie om, als bij' eene volgende verkiezing luide op de groote trom wordt geslagen en oorlogskreten in de verschillende kampen de strijders te svapen roepen, voor een oogenblik door het vuur van den «aangezien de verveling ontstaat door «lediggang, enz. enz Ik weet niet waar mijne moeder deze zeer gescbikle paragraaf gelezen had, doch een feit is het, dat zij onder het waarnemen harer plichten als wakkere huisvrouw zich niet tevreden stelde met het practische voorbeeld, dat zij mij voor oogen hield, maar daarenboven mij deze preek voordroeg, waaraan, om de waar heid te zeggen, mijn schoonzuster en ik heel weinig waarde hechtten. Ik was achttien jaar Ik hield zoo veel van 's morgens lang te slapen, van 's middags behaaglijk te luieren, van 's avonds pret te maken en niets te doen Wat gaf ik er om, dat mijn moeder met onuitputtelijk veel geduld telkens weer mij met den vinger op den schou der tikte en mij met een hoofdknikje dat allerliefste handwerkje aanwees, ge borgen in de lade van het werktafeltje En dat zij mij op zachten toon herbaal- verkiezingsstrijd te worden medegesleept En nu is het een feit dat er nog een groot aantal kiezers zijn, die door niets in geestdrift zijn te brengep en de leer van Gods -water op Gods akker te laten loopen van ganscher harte zijn toege daan, en ook velen, die van de stelling uitgaan dat het er niet op aankomt welke regeering aan het roer is, want dat men ten slotte toch betalen moet. Redenen om zich aan verplichtingen te onttrekken, kunnen altijd gevonden worden, al zijn het soms drogredenen. Wij hebben echter slechts op de houding van ons volk in 't algemeen te letten, als gewichtige vraagstukken in de Kamer aan de orde worden gesteld, b. v. de verdediging des lands, de toestand van de vloot, en de sociale vraagstukken, die door den ernst der tijden dubbel ge wicht erlangen. Blijkt dan iets van eene publieke opinie, zooals in Engeland be staat en waarvoor elke Regeering de vlag strijkt Blijkt dan dat de natie met de Regeering medeleeft en haar arbeid met aandacht volgt? Hoevelen zijn er niet, die dit werk aan de zoogenaamde «geleerden" overlaten en, rustig voort- dommelende, wachten tot zij door het geknetter der verschillende partijen ont waken. Het is een bedroevend verschijn sel, waaruit blijkt dat de politieke ont wikkeling van ons volk in het lange tijdstip van 46 jaar al evenmin is voor uitgegaan als de beschaving in China in al de eeuwen, die het reeds doorleefd heeft. De natie is er dus zelve het slachtoffer van als de zaken in het land niet gaan zoo als verlangd wordt. Wat meer belang stelling in de openbare zaak, en zeker zou het aantal schapen, dat zich door 'mooie praatjes laat overhalen om eer- zuchtigen op deu troon te plaatsen, sterk verminderen. Daarvoor is echter noodig dat men wat wete van de zaken, die de openbare belangstelling verdienen daar voor wordt een zekere mate van poli tieke ontwikkeling vereischt. Verschillende middelen zijn reeds voor gesteld om in dien toestand verbetering te brengen. Er zijn er, die de school met deze taak wilden belasten, alsof zij ooit iets meer dan de eenvoudigste beginse len van staats-economie kan aanbrengen delijk zeide, dat alles ordelijk moest ge houden worden in de kamer eener jonge dame Dat handschoenen, strikjes, siera- deu niet opgestapeld moesten worden op zakdoeken en heraden 1 Hoe vele waar heden en nuttige dingen heeft mijn moe der niet altijd gezegd Ik hield van piano spelen, zonder daarom mij nu zóó sterk daarvoor iu te spanneDik speelde een dans, een marsch, ik fantaseerde wat, wel 1 en dan had ik er genoeg van. Ik schreef gaarne een brief aan eene mijner afwezige vriendinnen, kopieerde met opgewondenheid het een of ander gedeelte uit een boek, dat mij aanstond, en ik maakte daarover opmerkingen, overdenkingen, die mij hoogst verstandig voorkwamen. In hoofdzaak beviel mij alles wat uit eigen vrijen wil geschiedde, weinig of niets dat, wat een voorschrift van orde of werk was. Ik was achttien jaar. Is dat eene ver ontschuldiging voor mij f Nu ik ver en zij bovendien reeds niet genoeg te doen heeft met de aanstaande staats burgers voor het veeleischende leven in de maatschappij te bekwamenanderen beweren dat het kwaad met tak eu wortel zou uitgeroeid zijn als slechts het algemeen stemrecht werd ingevoerd waarbij zij echter slechts behoeven ge wezen te worden op Duitschland, Enge land en Frankrijk, en laatstelijk ook op België, waar aan een groot aantal of aan alle staatsburgers de politieke mondig heid is toegekend, maar waar van be langstelling in de publieke zaak al even weinig blijkt als in ons land. Staatkundige leziDgen zijn ook als op voedingsmiddelen aangeprezen, maar haar kleeft dit gebrek aan, dat zij slechts op enkele tijdstippen gegeven worden en daardoor als staathuishoudkundige op voeding geeu waarde hebben. Bovendien trekken zij, omdat zij vaak in een taal gehouden worden, die voor een gewoon onontwikkeld mensch te hoog is, weinig de aandacht en worden gewoonlijk slechts bezocht door hen, die geene po litieke lessen noodig hebben, maar be hoefte gevoelen om tot den strijd, die hen wacht, opgewekt te worden. Waar de staatkundige ontwikkeling van het volk zoo laag staat, dat zelfs bij de gewichtigste verkiezingen groote getallen van kiezers wegblijven en het om zoo te zeggen zijne politieke upvoe- ding nog van meet af moet beginnen, zal het in de eerste plaats noodig" zijn dat men algemeene belangstelling tracht te wekken voor zaken, die wel buiten den gewonen kring liggen, maar de aandacht overwaardig zijn. Daartoe is o. i. noodig dat men afdale tot het volk en dit niet aan zijn lot overlate tot men zijn stem weder noodig heeft. Wil men het volk voorlichten en zijne politieke opvoeding bevorderen dan kan dat geschieden door in zeer begrijpelijken vorm geschre ven en goedkoop verkrijgbaar gestelde werkjes. Van diepzinnige beschouwingen over staatkundige onderwerpen genieten slechts enkele bevoorrechten. Zij kan ook bevorderd worden door lezingen, maar dan mogen deze geen grepen zijn hier en daar uit het staatkundig leven, maar, zouder iu den schoolscheu toon te vervallen, moeten zij helder en duidelijk scheidene jaren ouder ben, zeg ik van neen. Ik schrijf een verhaal. Ik hen voornemens het breedvoerig te doen, zeer nauwkeurig, voorzien van alle mogelijke bijkomende omstandigheden, omdat ik het genoegen wil smaken een zaak plichtmatig ten einde gebracht te hebben. Ik schrijf niet, dag voor dag, in vlie genden baast, een journaal, dat men zou kunnen betitelen Verspreide bladen neen. Ik schrijf kostelijke herinnerin gen, die, Goddank nog kersversch in het geheugen liggen, dat wil zeggen, dat ik rekening houd met mijne jeugd, eu ik schrijf ze rustig op, geen enkele bijzonderheid, geen schakeering, geen geleidelijken voortgang overslaande. Ik maak een begin bij die dierbare achttien jaren, glansrijk gelijk het mor genrood, zorgeloos gelijk de wolk, die niet weet van waar zij komt, noch waar z.ij henen drijft. Lieftallige en overmoe dige leeftijd, die ons dopr zijne roos-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1894 | | pagina 1