UISMUSCilE OII H.WT.
No. 321.
Maandag 15 October 1894.
32sre Jaargang.
Gemeentebestuur.
FEU1LLETQK.
B U 11 A U
Kleine Markt I N°. 187.
Prrjs per drie maanden 1.—. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij
alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
UITGEVER:
F. VAN DE VELDE Jr. te Vliesingen.
PRIJS DER ADVERTENTIËN; Van 1 tot 4
ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote
letters worden naar plaatsruimte berekend.
Eenig Agent voor Frankrijk de firma G-. L. DAUBE
Go., te Parijs.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- enZaterdagavond.
Abonnementen voor België, Duitsebland, Enge
land en Frankrijk f 1.05 per drie maanden
XïJVKRHfclD.
De Burgemeester en Weth.. van Vlissingen,
Gezien de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni
1875 (Stbld no. 95,) tot regeling van liet
toezicht bij het oprichten van inrichtingen,
welke gevaar, schade of hinder kunnen ver
oorzaken,
Geven bij deze kennis dat bij hen is in
gekomen een verzoek van P. L. Hoknemann
om vergunning tot het inrichten van een
slachtplaats in perceel wijk B., no. 109 Koe
straat
dat dit verzoek met de bijlagen, gedurende
veertien dagen, te beginnen met Vrijdag den
12 October 1894 op de gemeente-secretarie
ter Yisie zal worden gelegd en dat den 26
October 1894, ten raaanuize, des namiddags
ten 2 ure, gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen het oprichten der inrich
ting in te brengen, terwijl gedurende drie
dagen vóór dat tijdstip, ter gemeente-secretarie
van de ter zake ingekomen schrifturen kennis
kan worden genomen.
Vlissingen, den 12 October 1894.
De Burg. en Weth. voorn.
TUTEIN- NOLTHENIUS.
De Secretaris,
J. H. C. BUSING.
BEUNHAZERIJ.
Het woord, dat wij boven dit opstel
plaatsen, is geen woord, dat aan den
tegenwoordigen tijd ontleend ïs. Zoolang
er toch bedrijven en beroepen zijn uit
geoefend, en dit zal wel reeds duizenden
jaren zijn, vond men menschendie
zonder de minste bekwaamheid in het
een of ander vak of beroep te bezitten,
voorgaven die bekwaamheid wel te be
zitten en menigeen het slachtoffer van
die onbekwaamheid waakten.
Hoe het er in oude tijden uitzag, toen
de examen-koorts nog niet bestond en
diploma's nog onbekende grootheden
waren, laat zich wel nagaan. Van eigen
lijk gezegde beunhazerij tegenover de
door de wet erkende bevoegdheid kon
toen geen sprake zijn, omdat het peil
van kennis en wetenschap toen algemeen
zeer laag stond. Het volk, door niets
voorgelicht, nam zijn toevlucht tot de
Een dorpsgeschiedenis.
Welke plaatsen wil u hebben" vroeg
het mannetje, toen de heer Wolfram voor
het tafeltje kwam. Ahadrie op den
eersten rang zeide hij vergenoegd, toen
Wolfram een thaler op de tafel neer
legde, en daarbij drukte de man hem
drie kaarten in de haDd. De fabrikant
lachte even en richtte toen zijne schre
den naar de deur, waar twee mannen
de kaarten in ontvangst namen. De drie
gingen nu de danszaal binnen en namen
plaats op een der houten banken dicht
bij het tooneel. Zij keken nieuwsgierig
kwakzalvers en liet zich, zooals tegen
woordig ook nog wel geschiedt, door
dezen scheren en bedriegen. In latere
eeuwen is men echter gaan hegrijpen
dat het zoo niet kon blijven en ontston
den de gilden, wier taak het was alleen
een bewijs van bekwaamheid uit te
reiken aan hen, die door een werkstuk
daarvan de bewijzen gaven. Dit was
echter uitsluitend voor handwerkslieden
een breede stroom van onbevoegden bleef
van hare bemoeiingen uitgesloten.
Deze gilden hebben in hun bloeitijd
ongetwijfeld goed gedaan, maar toen het
nepotisme in hun gelederen sloop, werden
ook brevetten van bekwaamheid uitge
reikt aan sommigen, die het niet ver
dienden, maar zich in de protectie van
den een of anderen grooten heer moch
ten verheugen. Geen wonder dat de gil
den op deze wijze hun prestige verloren
en ten onder moesten gaan.
Zooals wij reeds zeiden, strekten de
gilden hun zorg alleen tot de hand
werken uit. Zij dwongen b. v. geen bar
bier om zich alleen tot zijn scheerriem
te bepalen en zijn wonderzalfjes en won
derpillen iu den vuilnisbak, waar zij
eigenlijk thuis behoorden, te werpen. Tot
de school strekte zich hun invloed ook niet
uit. Daar werd een afgedankte koetsier,
doch die in 't leven moest gehouden
worden, een uitgediende matroos, of soms
nog erger, goed genoeg geacht om de
jeugd, de hoop des vaderlands, gedurende
een geruimen tijd te onderwijzen, of
liever er plakgevechten mede te honden.
In het leger en op de vloot hetzelfde
verschijnsel; daar bloeide het protectie-
stelsel, waarvan men aardige staaltjes
in de geschiedenis des vaderlands kan
lezen.
Maar vooral op de kermissen bloeide
het charlatanismedaar vloog het u als
't ware in 't aangezicht. De heeren, die
zich wel verwaardigen wilden tot hun
publiek af te dalen, prijkten met de
namen van professoren, die alle hoven
van Europa en Azië met een bezoek
hadden vereerdwaarzegsters, voor wie
het verleden en de toekomst geen enkel
geheim hadden, maar die toch van haar
eigen lot geen jota wisten, bedotten de
lichtgeloovigen en lachten hen later uit.
Op het tooneel, op weinige uitzonderingen
na en dan nog enkel in de groote steden,
in het rond en moesten bekennen, dat zij
nog nooit in zulk een eigenaardig schouw
burglokaal waren geweest.
De gordijnen voor de vensters waren
dichtgeschoven om het daglicht buiten
te sluiten, en nu werden de danszaal en
het tooneel verlicht door kaarsen. De
eerste, tweede en derde rang waren door
touwen afgescheiden, alle rangen hadden
houten banken zonder kussens. Het
tooneel was op halve manshoogte opge
timmerd. De zijstukken bij het tooueel
waren beschilderden toonden witte zuilen,
maskers en allerlei wonderlijke figuren.
Het tooneelscherm was vuurrood ge
schilderd en had onderaan vergulde fran
jes. De muzikanten zaten vooraan tegen
den muur op twee houten banken en
bliezen met veel lust en weinig harmonie
een vroolijke danswijs.
Er kwamen nog voortdurend toeschou
wers de zaal biunen. Op den eersten
rang zag men alleen vreemdelingen en
rijke boeren, die wgeen afgepast geld"
hadden betaald. Op den tweeden rang
hetzelfde verschijnselalles onnatuur,
rollende oogen en rlwaze gestes, stukken
vol overdrijving en geaffecteerdheid, in
plaats van een getrouw weergeven der
natuur.
Zulke toestanden kondennaarmate
de beschaving veld won, niet. blijven be
staan. De tijd kwam dat men begon in
te zien, dat het b. v. niet aanging de
opvoeding der jeugd iu handen te geven
van mannen, die beter in een stal dan
in een school op hunne plaats waren,
of de zorg voor het lichaam over te laten
aan menschen, die van de eigenlijke ge
neeskunst misschien evenveel wisten als
een, koe van sterrekunde. Door de behoefte
gedreven, ontstonden toen de examens.
Men spreekt tegenwoordig van examen-
manieen, werkelijk, op dit punt heerscht
overdrijving, maar niemand zal wel be
weren dat zij onnoodig zijn en niet aan
veel beunhazerij een einde hebben ge
maakt. Om iets te noemen, vergelijke
men eens den gediplomeerden genees
heer van den tegenwoordigen tijd met
zijn collega van vroeger, of lette men
op de omwenteling, die in de school- en
tooneelwereld en op menigerlei gebied is
gekomen door het vorderen van een
maatstaf yan kennis. Wij zouden nog
meer voorbeelden kannen aanhalen, waar
uit dat verschil tusschen voorheen en
thans blijkt, maar gelooven dat bij de
door ons genoemde categoriëu het ver
schil het meest in 't oog springt.
Het is er nog zeer verre van verwij
derd dat ook in onze beschaafde negen
tiende eeuw met haar meerdere bescha
ving en meerder licht de beunhazerij
haar laatste woord gesproken heeft. Zoo
lang toch het verschijnsel zich voordoet
dat talloos velen zich nog laten beet
nemen door hoog opgevijzelde, maar
door geneeskundigen afgekeurde kwak
zalversmiddelen, of z. g. wonderdokters
en woDderdokteressen in het bijgeloof
steun vinden, of zoolang er nog men
schen gevonden worden, die liever dan
op wetenschappelijke gronden berustende
weervoorspellingen af te gaan, hunne
keunis patten uit Enkhuizer Almanakken
c. s., waar men voor een tijd lang het
weder pasklaar maakt, zoo lang het
publiek zich in het algemeen door
schoone woorden bedotten laat, aan
marktgeschreeuw het oor leent en voor
zag men minder rijke boeren, die den
bepaalden prijs betaalden, en op den
derden rang vond men boerenknechts en
meiden en het jonge volk van bet dorp.
Vooral het publiek op den derden rang
verlangde met gespannen verwachting
naar het oogenblik, dat het tooneelscherm
2ou worden opgehaald.
Eindelijk was het lang verwachte
oogenblik aangebroken, lie muzikanten
hielden op met spelen, op het tooneel
werd een klokje geluid en het scherm
werd opgehaald. Het gegons en gelach
verstomde en allen keken met gespannen
aandacht naar het tooneel. Dit stelde de
plaats voor een herberg voor. Eenige
gasten, waaronder een voerman in blauwe
kiel, zaten daar onder een glas bier ge
zellig te praten,en eene kellnerin bediende
hen. Een weinig ter zijde zat een rood
harige man met somber gelaat, alleen
voor zijn glas. Het was Vitus, die de rol
van den arbeider Röthliug speelde. Hij
liet terloops zijn blik over de aanwezigen
glijden, maar zette toen weer den arm
den eenvoud van het ware en schoone
geen oog toont te willen hebben, kan
men niet zeggen dat de beunhazerij va*
het tooneel verdwenen is.
Veel is reeds op dat gebied verbeterd,
meer en meer wordt erkend dat de on
bevoegde geen recht heeft op het grootste
deel van den maatschappelijken disch,
maar dat die toekomt aan hen, die zich
door inspanning en vlijt een positie in
de maatschappij hebben verworven
maar toch moet nog steeds tegen de
beunhazerij, die nog zulk een groot#
onverdiende plaats iu de maatschappij
inneemt, in welken vorm zij zicb ook ver-
toone en tot welke verleidelijke gedaante
zij zich plooie, strijd worden gevoerd,
maar ook tevens de menigte, die voor
een groot deel niet weet te onderschei
den tusschen klatergoud en echt goud,
tusschen schijn en waarheid, geleerd wor
den dat wel te onderscheiden Zij zal er het
best bij varen als zij leert verstaan en
toepassen het gezegd# van den Franschen
schrijver, dat niets schoon is dan het
ware.
Lombok.
Het Nieuws van den Dag bevatte Don-
dag het volgende bulletin
tda Bagoes Rai (een Balisch hoofd)
heeft zich met 200 volgelingen onder
worpen. He bevolking van Tjakranegara
geeft teekenen van onderwerping."
De Arnh. Ct. velt omtrent het verraad der
Balineezen het volgende oordeel, dat zeker
afwijkt van het gewone.maar stellig opmerking
verdient
»Men wijt alles aan het verraad der Bali
neezen, maar men moet dit aan een inland-
scken vijand niet als zwaardere zonde toe
rekenen dan het in zijn oogen heeft. Wie
niet sterk is, moet slim zijn, geldt als een
hunner levensregelen. De listen en hinderlagen
vormen een belangrijk deel der strategie.
Onze eigen langdurige vrijheidsoorlog vormt,
vooral in het eerste tijdvak, eene reeks van
geheime aanslagen en overrompelingen. De
wijze, waarop onze verschillende colonnes op
een gegeven oogenblik gelijktijdig werden
aangetast, zonder elkander te kunnen bijstaan,
getuigt van een geest van samenwerking en
van een taktisch overleg, die voor ons be
schamend zijn.
De Tijd is ook niet ingenomen met het
beleid, dat op Lombok aan den dag gelegd
wordt. Het eiland, dat wij te onderwerpen
hebben, is niet grooter dan Gelderland, heeft
onder het hoofd en keek somber voor zich.
De eerste bedrijven werden rustig af
gespeeld. Maar toen Hiesel optrad, werd
hij met gejuich ontvangen, want deze
speler (Sepp) maakte door zijne lange,
krachtige gestalte en zijn flink gelaat
een zeer goeden indruk op het publiek.
I'e jonkman speelde niet slecht; hij
speelde eenvoudig en natuurlijk. Toen
de gerechtsdienaren den gewonden boe-
reuknaap Andries op het tooneel sleepten
en Hiesel dadelijk de touwen doorsneed
en de gerechtsdienaren op de vlucht joeg,
toen zij met getrokken sabels op hem
aanvielen, toen dreunde de zaal van
het applaus. Naas, die achter de coulissen
als souffleur dienst deed, was in de wolken
van vreugde. Hij dauste van pret, maar
daarvoor had hij weinig tijd te missen,
want hij moest ook achter het tooneel
op het rechte oogenblik geweren af
schieten, met de zweep klappen, hoerah
roepen en zorgen, dat de spelers te rechter
tijd op het tooneel kwamen Zeljf speelde
hij de rol van dorpsgeestelijke en nog