Gemengd Nieuws.
veel meer dan dat van iemand, die zijn
plicht, iD ruimen zin, doet, hetgeen niet
verder dan tot een zeer nuttig voor
beeld te vermelden is.
De bekende heer L den Beer Poortu-
gael, doctorandus in de rechtwetenschap,
deelt mede dat zich 290 personen als
vrijwilligers bij hem aangemeld heb
ben om zich aan te sluiten bij de Lom
bok-expeditie. Hij heeft verder, toen er
zich 230 badden opgegeven, een lijst
met hunne namen enz. aan Zijne Ex
cellentie den minister van Koloniën op
diens verzoek aangeboden. Z. Exc. ver
klaarde hem echter, dat hij op dit oogen-
blik.met het oog op de gunstigerberichten
omtrent den oorlogstoestand op Lombok
en bet voorloopige resultaat der koloniale
werving, het aanbod, hetwelk door hem
ten zeerste wordt op prijs gesteld, niet
behoeft te aauvaarden.
De heeren, die aan zijne roepstem ge
hoor gaven, zullen zich dus weder tot
hunne studiën kunnen bepalen.
De Eerste Kamer hield gisteren eene
korte zitting tot benoeming van voorzit
ters der verschillende afdeelingen. Als
zoodanig werdén benoemd de heeren
Geertsema, Coenen, van de Putte, Viruly
en van Nispen, en tot leden der commissie
voor het adres van antwoord op de Troon
rede de heeren Alberda, van Alphen,
Nobbens Sterling, Pijnacker Hordijk en
Eokker, welke commissie haar onderwerp
ter tafel bracht, dat daarna onmiddellijk
in de afdeelingen werd onderzocht.
Het adres van antwoord,een korte sobere
weerklank op de Troonrede, werd in deze
zitting aangenomen.
De heer Eransen van de Putte betuigde
zijn diep leedvrezen over het gebeurde
op Lombok en vroeg of de ingevallen
Westmoessoen geen bezwaar opleverde
voor het ontschepen van troepen en of
het korps mariniers niet moest uitgezonden
worden.
De minister van koloniën verklaarde
in zijn antwoord vertrouwen te stellen
in de maatregelen der Indische regeeriDg.
IJet aantal suppletietroepen, ten getale
van 2466, is voldoende.
Wat het ontschepen betreft, zijn er
nog behalve Ampenan vele plaatsen,
waar dit geschikt kan geschieden. Uit
zending van mariniers zou eene misken
ning van het beleid der Indische regee-
ringzijn.
De heer Pijnacker Hordijk sloot zich
bij de bedenkingen van den heer van de
Putte aan hij liet het verleden en de toe
komst daar, maar was volkomen bereid
de Regeering te steunen.
De Kamer is gescheiden.
(Zie laatste berichten.)
Bij koninklijk besluit van gisteren is
benoemd tot voorzitter der Tweede Kamer
de heer Gleichman, die ook in het vorig
kabinet dezelfde betrekking vervulde.
In het kiesdistrict Eist is tot lid der
Provinciale Staten gekozen de heer S.
M. van Wijck (kathte Renkum met
743 stemmen. De heer H. A. Pauwer
had er 426.
De Amsterdammer maakt de opmerking
dat de troonrede spreekt van den goeden
voet, waarop Nederland staat met alle
»Ik heb mij dan vergist en het spreek
woord zegtDwalen is menschelijk I"
Daar heb je gelijk in het is ook
zoo erg niet, mijn jongen,'' antwoordde
de oude heer.
O neen, maar het zou heel erg zijn,
als wij bij den kastelein te Egern geen
plaatsje konden vinden."
bN«, wij willen hopen, dat er nog
plaats is," zeide de oude heer. «Het zou
een waar ongeluk zijn, als wij vandaag
bij Bartel geen plaatsje vonden, want
men lieeft in zijn tuin een prachtig uit
zicht op het meer."
«Maar papa," viel nu de jonge dame
in, «hadden wij dan niet beter gedaan,
met dadelijk in een roeiboot het meer
over te varen
«Lief kind, dat wilde ik om verschil
lende redenen niet doen," antwoordde
haar vader. «Eerstens waren wij dan
veel te vroeg te Egern geweest en had
den wij onze middagwandeling gemist.
Tweedens hadden wij niet zooveel lan
delijk schoons gezien, dat Edgar je zoo
buitenlandsche mogendheden, en dat de
betrekkingen tot allen van den meest
vriendschappelijken aard zijn. »Voor Por
tugal" zegt ,het blad, «kan ons volk
moeilijk iets, wat op vriendschap gelijkt,
gevoeleD, nu deze staat aan duizenden
Nederlanders de hun rechtmatig toeko
mende rente van geleend kapitaal ont
houdt."
HH. MM. de Koninginnen zullen Don
derdag 27 dezer een bezoek brengen
aan Alkmaar en de daar in 1893 ge
stichte Cadettenschool.
Volgens officieele gegevens werden in
het jaar 1893 in de gevangenissen en
huizen van bewaring hier te lande 52,770
personen verpleegd tot een gezamenlijk
aantal van 1,302,323 verblijfdageu. De
kosten van dat verblijf worden bepaald
op 944,634,40 en het arbeidersloon door
de gevangenen verdiend op 46,012,49.
Het saldo van 's Rijks schatkist bedroeg
op 15 dezer bij de Ned. Bank f 1.820.051;
bij de betaalmeesters 1.772.705.
De bij het O. I. leger gedetacheerd
geweest zijnde le luit. der infanterie L.
C. W. Defize, aan wien vergund is naar
Nederland terug te keeren, keert per
stoomschip Soerabaja uit Oost-Indië
hierheen.
Flet Centncm meldt dat de hoop be
staat dat dr. Kuyper over een week of
vier zoover hersteld zal zijn dat hij
Brussel zal kunnen verlaten, om daarna
tot verder herstel van zijne gezondheid
zich naar Montreuil te begeven, waar
hij waarschijnlijk tot het einde van het
jaar zal verblijven.
De examens voor stuurman aan boord
van koopvaardijschepen te Rotterdam
zullen beginnen op 9 October. Aangifte
vóór 2 October. Nadere bijzonderheden
geeft de Staatscourant no. 219.
Onder de gemeente Rozendaal, aan de
Belgische grens, is een schapen-export
slachterij op groote schaal opgericht.
Men zegt dat eenige Belgische onder
nemers het plan hebben eene dergelijke
inrichting, maar op grooter schaftl op te
richten.
Invoer van levende schapen is in Bel
gië verboden, maar niet die van geslacht
vee.
De gemeenteraad van Breda heeft met
algemeene stemmen besloten een crediet
van ƒ10.000 te verleenen tot versiering
der stad en der openbare gebouwen bij
gelegenheid van de komst der Konin
ginnen
Op de bevolking heeft de tijding van de
komst der Vorstinnen een zeer gunstigen
indruk gemaakt. Te oordeelen naar de
drukte, die er reeds heerscht, kan men
zeker zijn dat de ontvangst zoo feestelijk
mogelijk zal zijn
Het Vaderland verneemt dat de ver
schijning van een blad onder leiding der
tegenwoordige redactie van de Amster
dammer verzekerd is; onzeker is nog
slechts, of het reeds met I October zal
geschieden.
Het Vaderland schijnt echter niet met
zekerheid geweten te hebben of liet
nieuwe blad de radicale richting zal
precies weet te verklaren. En ten derde
zou ons het bier niet half zoo lekker
gesmaakt hebben als het nu doen zal,
bij onze komst in den tuin van Bartel."
«Ja, papa, u heeft gelijk," zei de jonge
dame lachend. «Papa heeft gelijk, hij
weet wel, wat hij doet."
«Och jij!" sprak de oude en dreigde
schertsend met zijn viDger. Ik geloof
dat je een loopje met mij wilt nemen.
Maar ginds ligt Rottach vóór ons en
Kottacb ligt tegen Egern aan. Wij heb
ben dus niet ver meer te loopen en dat
beurt mij op, want bij zoo'n warmte is
het bijna niet om uit te houden. Bij
voorbaat verheugt mij het uitzicht op
een frisschen dronk."
De jonkman zeide niets, maar zuchtte
en bevochtigde zijne lippen met de tong.
Gelukkig was het doel van den tocht
niet ver meer af en daarom versnelde
hij zijne schreden, welk voorbeeld vader
en dochter volgden. Zonder ergens uit
te rusten, stapten zij het dorp Rottach
door, haalden verscheidene wandelaars
volgen. Waarschijnlijk zal dit wel bet
geval ziju, de antecedenten der redactie
in aanmerking genomen.
De zes redacteuren van de Amsterdam
mer kwamen Dinsdag in het TJtr. Dgbl.
op tegen de bewering van een Amster-
damschen correspondent van dat blad,
dat het redactiepersoneel van de Armst.
ontslag zou hebben genomen, omdat de
hoofdredacteur, de heer de Koo, het niet
langer vinden kon met de overige hoofden
zijner partij.
Wij hebben schrijven zij ons
ontslag genomen, omdat de heeren de Koo
en dr. Pijzei, geen gevolg willende geven
aan voorstellen van den heer Tindal, die
niet anders konden worden uitgevoerd
dan door aanmerkelijke verlaging van
de redactioneele waarde der courant en
aanzienlijke vermindering onzer bezoldi
gingen, besloten af te treden.
Hoewel onzerzijds gaarne tot eenige
offers bereid, waren wij echter niet voor
nemens, voor minder dan een zettersloon
te arbeiden, opdat de heer Tindal een
sluitende balans zou kunnen maken,
waardoor hij in de gelegenheid zou ge
steld worden, ons en zijne courant aan
de meestbiedenden van welke partij ook
te verkoopen.
aWij hebben den brief, door den heer
de Koo aan den heer Henri Tindal ge
zonden, gelezen, waarin de hoofdredactie
aanbood altijd indien onze bezoldi
gingen niet werden verlaagd, ook al
om geregelder betaling onzer salarissen
te erlangen, zijn eigen bezoldiging niet
in geld, maar in obligatiën te ontvangen
en tevens het steeds ontbrekende be
drijfskapitaal te bezorgen. Als eenige
voorwaarde stelden zij een contractten
einde te voorkomen, dat bij eventueelen
verkoop het blad zou komen in handen
een andere partij.
«Wij namen ook kennis van het ant
woord van den heerTmdal op dit schrijven.
Het gevolg was, dat wij collectief ons
ontslag namen."
Bij de voorloopige commissie te 'sHage
ter oprichting van een Fonds ter tege
moetkoming in de opvoeding van de
wettig erkende kinderen van officieren
en onderofficieren van het Indische leger,
wier vader voor den vijand is gesneuveld
of tengevolge van bekomen wonden over
leden, is tot nu toe voor een bedrag van
3443,05 aan bijdragen ontvangen. Op
verschillende plaatsen van ons land heb
ben zich comité's gevormd, waarvan de
resultaten nog niet bekend zijn De ont
vangen gelden zijn gedeponeerd bij de
Nederlandsche bank.
Kerk- en Schoolnieuws
Ne.d Herv. Kerk Ueroepeu te Serooskerke op
Schouwen de heer A. de Pecker Jr,cand te Goriuchem.
Door eenige opgeschoten jongens
zijn Dinsdag in een paar winkels hier
pogiDgen gedaan tot ontvreemding, in
éen winkel zelfs met poging tot inbraak.
Ofschoon het in een dier winkels bijna
tot het onmogelijke behoorde de ramen
op te lichten, is het den knapen toch
eenigszins gelakt en hebben zij het een
en ander ontvreemd.
in en namen eerst rust, toen zij bij Bartel
waren aangekomen.
Zij traden den schaduwrijken tuin
binnen en bemerkten met genoegen, dat
er nog niet veel gasten waren. Zij kon
den daarom een goed plaatsje uitzoeken,
vanwaar zij een mooi uitzicht hadden
op het meer. Een dikke kellnerin, met
roode wangen, vroeg wat zij begeerden
en bracht voor de jonge dame koffie.
Een zwaarlijvige, sterke man hielp de
twee kellnerinnen hij de bediening der
gasten. Hij had wegens de warmte zijn
hemdsmouwen opgestroopt en zijn wit
voorschoot diende hem, om van tijd tot
tijd het zweet van zijn gelaat af te vegen.
Hier en daar bleef hij bij sommige zijner
gasten staan, om even met hen te praten.
Dit deed hij vooral bij zijne bekenden
uit het dorp en uit den omtrek. Met de
stedelingen was hij minder vertrouwelijk
als hij hen groette, maakte hij daarbij
gewoonlijk een tamelijk linksche buiging.
Hij had nu zijn nieuwe gasten opgemerkt
en kwam hen begroeten.
De politie heeft de belhamels reeds in
't verhoor genomen.
Naar wij vernemen, zegt het Hbl
is de instructie in zake den moord, in
den ochtend van den eersten Paaschdag
aan de Ceintuurbaan te Amsterdam op
den heer Schut gepleegd, heropend.
Zooals bekend is, werden kort na bet
gebeurde drie personen gearresteerd. Een
hunner was zekere Drayer, een grond
werker, die in een ark woonde, liggende
aan de Kuysdaelkade bij de Ceintuur
baan de tweede, J. van den Berg, was
ook grondwerker van beroepde derde
was een paardenslachter. Deze drie per
sonen werden herhaalde malen gehoord,
doch geen termen werden gevonden om
hen in hechtenis te houden, en telkens
weder werden zij op vrije voeten gesteld,
omdat geen enkel bewijs voor hunne
medeplichtigheid kon worden bijgebracht.
Toch bleef de justitie hen steeds in het
oog houden, en Vrijdag jl. zijn Drayer
en van den Berg weder gehoord, Zater
dag nogmaals, en ook Zondag was de
justitie bijkans den geheelen dag met
deze zaak bezig. Het slot van al deze
verhooren is, dat gistermorgen het bevel
van den officier van justitie is gekomen,
beide personen voorloopig in hechtenis
te houden.
De verklaring van deze beslissing moet
in het volgende worden gezocht.
Het zal ongeveer twee maanden ge
leden zijn, dat de vrouw van v. d. B. in
huis eeu slagersmes vond. Op hare vraag,
hoe hij aan dat mooie mes kwam, be
weerde haar man, het gevonden te heb
ben, De vrouw achtte echter die vondst
niet erg aannemelijk en deed mededee-
iing daarvan aan de familie van den
verslagene, waarvan weder het gevolg
was, dat het mes in handen van de ju
stitie kwam. Door deze ondervraagd, hoe
hij aan dat slagersmes kwam, antwoordde
v. d. B., dat het zijn mes was en dat't nie
mand aanging hoe hij er aan kwam.
Daarmee was de justitie niet tevreden,
en telkens weder werden D. en v. d.
B. omtrent het mes gehoord, ook omdat
laatstgenoemde had verteld, het van D.
gekregen te hebben. Klaarheid in de zaak
kwam er nietnu eens hield v. d. B.
staande, het mes te hebben gevonden
dan weder had hij het gekochten de
laatste mededeeling was, dat hij het ge
kocht had ergens in den lJpolder. Toen
ging de justitie in den IJpolder allen
bezoeken, bij wie het mes kon gekocht
zijn, doch niemand wist er iets van, en
de kooper was ook bij niemand daar
bekend. Een en ander heeft thans aan
leiding gegeven, de beide genoemde
mannen voorloopig in hechtenis te houden.
Ook vernemen wij, dat in de zaak een
nieuwe getuige is gehoord, die zou heb
ben medegedeeld, Drayer in den ochtend
van den moord omstreeks half 7 op de
Ceintuurbaan te hebben gezien.
Een nader bericht meldt, dat v. d. Berg
bekend heeft, dat hij 't mes van Drayer
kreeg.
Een badplaats failliet. In de vol
gende maand wordt publiek geveild het
«Goeden dag samen," zeide hij met
een buiging- «Goeden dag! Uw bezoek
doet mij veel eer aan. Ik hoop dat het
bier u smaken zal, ik heb juist een nieuw
vaatje aangelegd."
«O, het bier smaakt heerlijk na zoo'n
flinke wandeling I" zeide de oude heer,
terwijl, hij na een goeden slok, zijn glas
vergenoegd neêrzette.
«Is u den straatweg langs gekomen
vroeg de kastelein. «Ja, dan geloof ik
gaarne dat u dorst heeft gekregen. De
zon brandt van daag nogal en de keel
wordt droog van het stof. Men weet
geen raad met zichzelf van de hitte, men
zou liefst eens in het meer springen, om
wat op te frisschen."
Hebt ge tegenwoordig veel gasten
vroeg de oude heer.
«Ik heb niet te klagen." antwoordde
de kastelein. «De zomer is mijn beste
tijd, Ja, als wij geen gasten uit de stad
kregen, zou het er slecht uitzien. Maar
nu wemelt het van vreemden. Zij' doen
speelreisjes op het meer, of dwalen rond
in veld en bosch, ot beklimmen voor hun
pleizier de hoogste bergen. Wij hebben
zeker last en moeite genoeg van die lui,
maar wat is er aan te doen De menscli
is Wordt vervolgd.)