No. 80. Woensdag 11 Juli 1894. 32at„ Jaargang. FIiï!llLiT@l!t uissim.sciii: ((iiitvvr. Het laatstgenoemde kan niet ernstig worden opgevat, daar het waarschijnlijk spoedig geannexeerd wordt. Tegen de groote mogendheden bestaat het bezwaar, dat de schepen groote raoeielijkheden zullen ondervinden bij het uitbreken van een Europeeschen oorlog. Tegen Zweden en Noorwegen werd het bezwaar aan gevoerd, dat in deze landen officieren en j anderen aan een staatsexamen worden on- derworpen. Ten slotte blijven dus Neder land en België over als de aangewezen landen. vWanneer dit advies werd gevolgd, zouden we ous met deze onderscheiding weinig gevleid voelen. De hier bedoelde reeders verlangen van Nederland niets dan de vlag, terwijl schepen, reederij, officieren en bemanning. Eogelsch blijven. Zelfs het denkbeeld, dat de Staat, onder wiens vlag ze willen' varen, eigen eiscben zou stellen voor de' bekwaamheid der officieren, schrikt heni af.Rechtstreeksek voor- of nadeel zullen de> Nederlandsche handel en scheepvaart er; waarschijnlijk niet bij hebben. Uit del statistieke opgaven zal de oppervlakkige lezer zien, dat onze vloot met zooveel schepen en zooveel tonnen is toegenomen, dat in de buitenlandsche havens de Nederlandsche vlag zich meer vertoont. «Maar hoe zij zich vertoont, dit staat, niet in die tabellen te lezen «Met uitzondering van het toezicht opj stoomketels bestaan hier te lande geen' bepalingen in den geest van de Engel sche. Of het noodig of wenschelijk zou zijn ze thans in te voeren, kunnen we zonder een opzettelijk onderzoek niet be- oordeelen. Dit staat echter vast, dat de Nederlandsche regeering zich op den duur niet zou kunnen onttrekken aan de verplichting om toe tc zien op de vei ligheid van schepen en menschen, die onder haar vlag varen, en als het noodig bleek, deze veiligheid zooveel mogelijk te verzekeren door wettelijke bepalingen. De kans schijnt ons groot, dat, indien de Cardiffsche reeders hun denkbeeld doorzetten, zich weldra gevallen zullen voordoen, waardoor het in het leven roepen van dergelijke bepalingen voor Nederland eene onafwijsbare noodzake lijkheid wordt. „Alles le zamen genomen, zouden we eene vermeerdering van onze vloot op de hier besproken wijze zeer betreu ren, en zeer gaarne zouden we in tijds maatregelen genomen zien om deze te voorkomen. Het is niet aan ons, aau te wijzen, welke deze maatregelen zouden moeten zijn, maar wij willen toch in herinnering brengen, dat de commissie zelve uit de Engelsche reeders er ons een aan de hand doet, die hier te lande reeds dikwijls en ook in regeeringskrin- gen besproken is en dus weinig tijd van voorbereiding zou vorderen, namelijk de invoering van verplichte examens."^.) Binnenland. Vlissingen, 10 Juli. Met de nachtboot Prinses Elisabeth maakte gisterenavond Z. K. H. Prins Albert de overtocht van Londen naar hier om de reis verder naar Keulen voort te zetten met den trein van heden ochtend 6.46, waarin ten zijnen behoeve een compartiment gereserveerd was. De N. R. Ct. meldt dat het bij de H. S. M. voor eenigen tijd opgeheven doorgaande rijtuig AmsterdamVlissin gen (via Den Haag) binnen enkele dagen weder geregeld zal loopen. Men herinnert zich dat wij aan deze zaak eenige beschouwingen wijdden. Het doet ons genoegen dat de H. S. M. aan den door ons uitgedrukteu wensch ge volg gaf. Blijkens het Bericht aan Zeevarenden van het Ministerie van Marine, no. 117, werden in de onderstaande Zeeuwsche zeegaten in de maanden April, Mei en Juni jl de volgende diepten bij laag- water gevonden In het zeegat van Brouwershaven Schaar van Renesse 66 dM. en 25 dM. rijzingDijkwater 90 bij 26Droogte van Bruinisse 72 bij 26. In de Westerschelde Deurloo (buiten drempel 47 dM. bij 33 dM rijzing; Oostgat (buitendrempel) 72 bij 30 Sar- dijngeul 50 bij 37 Rug van Baarland (overloop Margriet) 109 bij 40Zuider gat (drempel) 66 bij 41Rug van Bat tusschen spitse ton No. 27 en 28 (in de lichtenlijn) 92 bij 44 Droogte bij Sant- vliet (in de lichtenlijn) 54 bij 44 Droogte' bi] Santvliet (even beW. de lichtenlii'n) 62 bij 44. Door commissarissen van de Kweek school voor de zeevaart ter opleiding voor de koopvaardij te Amsterdam, is tot kweekeling dier school, na gunstig afgelegd examen aangenomen G. J. Ter- wiel, leerling aan school E. (hoofd de heer W. J. Frijling.) Zondag werd onze stad door zeer vele vreemdelingen bezocht. Aan het strand was het bijzonder levendig Niet minder dan een 300tal zeebaden werden dan ook genomen. Wij vestigen de aandacht onzer lezers op den pleiziertrein, welke de Maatsch. tot exploitatie van Staatsspoorwegen Woensdag 18 Juli a. s. van Vlissingen naar Rotterdam zal laten loopen. De pleiziertrein bevat alleen rijtuigen 3e kl. Voor nadere bijzonderheden ver wijzen wij naar de advertentie in ons blad. Uit de geschiedenis der ontbinding. Plet volgende vindt men in de II. Ct. Als «een beetje geschiedenis" bericht te men dezer dagen aan het Amster- damsche Nieuwsbl. voor Ned.,«ter wille van de waarheid" het volgende r «Toen in de zitting van Donderdag- middag (8 Maart) het amendement-de «Meijier, waarover den volgenden dag «gestemd zou worden, behandeld was, was de minister Tak nog volstrekt niet «overtuigd van de onaannemelijkheid van «dat amendement in het kader der wet. Doch des avonds ontving hij bezoek van «eenige politieke vrienden, waaronder de «heer Kerdijk, die hem op heftige wijze «zijne weifelende houding verweten. Zij «verklaarden zelfs voornemens te zijn, «tegen de wet te stemmen, indien dat «amendement werd aangenomen. «Het liep zelfs zoo bar, dat bij het «heengaan de heer Kerdijk weigerde «den minister de band te reiken." Wat er verder dan volgde, kunnen we hier onvermeld latenwant bet Nbl. is met dit schrijven beetgenomen. Wat de berichtgever voor «een beetje geschiede nis" wil laten doorgaan, is nl. eenvoudig onwaar. Wij kunnen de stellige verzekering tegenover bovenstaand praatje stellen dat de heer Kerdijk tusschen Donder dagnamiddag, toen de Kamer uiteenging, en Vrijdag morgen, toen de zitting was geopend, buiten alle mondelijke en schrif telijke aanraking met den minister is geweest. Waar de berichtgever de overige «poli tieke vrienden" van den heer Tak niet met name noemde, konden wij omtrent dezen ook niet mformeeren. Maar toch meenen we in 't algemeen ook nog wel te kunueu zeggen, dat ook geeu zijner andere politieke vrienden den heer Tak op den bewusten avond heeft bezocht. Vreemde schepen onder Nederl. vlag. In het Juli-nummer van Be Zeeuw wordt de aandacht gevestigd op het feit, dat hoe langer zoo meer vreemde, spe ciaal Engelsche, schepen onder Nederl. vlag gaan varen, om aan de wettelijke bepalingen te ontkomen door de Engelsche regeering ingevoerd voor de veiligheid op zee enz. Zoo werd onlangs door eene vereeni- ging van reeders te Cardiff de wensche- lijkheid uitgesproken om hunne schepen onder vreemde vlag te brengen, teneinde aan de Engelsche bepaliDgen te ontgaan, en eene commissie benoemd om te onder zoeken bij welke landen dit het gemak kelijkst en met de minste kosten kan geschieden. A Is de meest geschikte landen werden door deze commissie aangewezen België, Nederland, Duitschland, Oosten rijk, Zweden en Noorwegen en Hawaï. 7.) Niets verstoorde nu meer de stilte in het vertrek. Erwin deed zwijgend, wat de toestand vau den gewonde noodig maakte. Nora zat, somber voor zich uit starend, in het kleurige maskaradekleed, dat zoo schreeuwend afstak tegen alles wat haar omringde. Door het gejoel, dat buiten nog altijd aan den gang was, hoorde men nu het geratel van een rijtuig. Op de trap klonken schreden, en Robert kwam binnen met een dokter. De gewonde werd ontkleed en onderzocht, waarna de geneesheer de diepste rust en de zorgvuldigste verpleging aanbeval. Pe zieke was na het verbinden zijne wonde geheel bijgekomen en daar liij beslist weigerde in het huis te blijven, stelde de dokter voor hem naar de zie kenverpleging, La Charité, te brengen, waarvan hij dirigeerend geneesheer was. Hij zou onmiddellijk de uoodige bevelen geven, en een draagbaar zenden, om den gewonde te vervoeren. En nu stonden de twee broeders, de beleedigde en de beleediger, alleeD te genover elkander aan Walters leger. Een huivering doorliep Erwins leden, toen Robert hem naderde met eene bede van vergiffenis en de hand ter verzoening uitgestrekt. Hij wendde het hoofd af en volhardde in een somber stilzwijgen. Maar Robert liet niet af. «Gij zijt broeders'' was zijn laatste woord. Toen hij ineenzakte, sprak hij, 'op Walter wijzend; «laten we het nu nog zijn, al is het dan voor 't laatst. Morgen moogt ge uwe beslissing nemenmaar geef me heden nog eens de broederlijke hand." Hij ging weer op zijn broeder toe en ditmaal omhelsde deze hem in stille ontroering. De mannen van de ziekeninrichting kwamen om den gekwetste weg te halen. Nora stond op het portaal, terwijl de treurige stoet zich verwijderde, maar geen blik richtte zich op haar, geen woord werd tot haar gesproken. Zoo stond ze daar nog in gedachten verzonken, toen de stem van mevrouw Maubert haar deed ontwaken. «Nora, kind, kom toch binnen; wat staat ge daar op het koude portaalge beeft, alsof ge de koorts badt." Daar niet been daar ligt bloed." „Bloed," zei ze, «bloed tusschen hem en mij. Mijn geluk is weg, mijne toekomst vernietigd." IV. Vroolijk schenen de stralen der zon door de ramen van een weelderig inge richt vertrek. Ze wierpen schitterende flikkerlichtjes op de glazen der schilderijen en de gepolijste meubelen, en vloeiden Alhier zijn voor den trein, die Woens dag van hier naar Oisterwijk loopt, ter gelegenheid van het Zendingsfeest, 31 kaarten genomen. Te Middelburg be draagt dit getal 158. In het geheel zijn aau de stations op de Zeeuwsche liju tot Roozendaal 745 kaarten genomen. Volgens den correspondent der Amster dammer, die het echter onder voorbehoud mededeelt, zouden H.H. M M. bij liaar bezoek aan Middelburg uitgenoodigd worden den eersten steen te leggen van een volksbadhuis, dat aldaar van ge meentewege zal worden opgericht en waar elk, winter en zomer, voor enkele centen een gezond bad zal kunnen krijgen. De Midd. Ct. zegt dat te Middelburg het gerucht loopt dat ten behoeve van H.H. M.M. en den hofstoet een groot aantal paarden en de noodige rijtuigen met voldoend stalpersoneel uit de resi dentie zullen komen Verder vernam zij dat evenals vroeger in sommige buurten pogingen aangewend worden om voor gezamenlijke rekening der bewoners ver sieringen aan te brengen, en dat jhr. de Ranitz particuliere secretaris der Konin gin, deze week te Middelburg verwacht wordt om de noodige voorzieningen yoor het koninklijk bezoek te treffen. Men schrijft ons uit Middelburg Zooals reeds eenigen tijd geleden werd medegedeeld, zou na kermis begonnen worden met het op nieuw bestraten van de Groote Markt^ waarvoor de gemeen teraad de noodige gelden beeft toege staan. Dit zal nu nog wel eenigen tijd moeten uitgesteld worden, aangezien de Markt bij de komst der Koninginnen niet gereed zal zijn. Verder meldt men ons vandaar dat de gemeenteraad reeds morgen middag ver gadert tot het bespreken van maatregelen met het oog op de komst der Hooge Bezoeksters, en dat het plan om de Ko ninginnen bij hare komst te begroeten door eene eerewacht te paard, gevormd uit jonge dames uit de eerste standen, om verschillende redenen opgegeven is. Voor den cursus 1S9495derHoogere Burgerschool te Goes hebben zich niet minder dan 27 nieuwe leerlingen aan gemeld, welk cijfer in tal van jaren niet werd breikt. Ook het aantal leerlingen voor de ambachtsschool aldaar neemt belangrijk toe. Uit Sluis schrijft men aan de N. R Ct dat door den gemeenteraad aldaar is besloten het stadhuis en den toren te doen restaureeren onder toezicht van den heer J. A. Frederiks, architect van de rijksgebouwen te Middelburg. in heldere lichtvakken op vroolijke kleu ren van het dikke, wollige tapijt. Ze tintelden lachend op de beeldjes en snuisterijen, die op kastjes en consoles stonden, en blonken in het verguld koper van de gaskroon en het porselein van het ontbijtservies op de tafel. En waar ze glansden, daar verdreven ze somberheid, en het was, of de vreugde van het nieuwe, jonge leven haar intocht deed. Op den bewoner echter schenen zij niet dien invloed te hebben, 't Was zelfs of de jonge man met zijn bleek, afgemat gelaat, het hoofd afgewend van het helder naar binnen stralende licht, de eene hand voor de oogen, slechts noode en als met tegenzin die blijde begroeting van bet DadereDde voorjaar zag, die zoo in tegen stelling was met de somberheid van zijne gemoedsstemming. Hij hield een brief in de hand, waarin hij nu en dan een blik wierp, om dadelijk daarna weer in diep gepeins te vervallen. Zoo nu en dan las hij eene zinsnede half luid op en soms sloeg hij zich voor

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1894 | | pagina 1