VLIS.MUMM COURANT.
Ee Oïerviiiiiiig der Liefde.
No. 74.
Woensdag1 27 Juni 1894.
32ste Jaargang.
Gemeentebestuur.
BRANDWEER.
FIIÏLLIT
SCHUIT Ti Hl Hl.
Zij, die zich mei het volgende
kwartaalaanvangende 1° J u 1 i a. s.
op de Vlissingsche Courant abonneer en,
ontvangen de nog tot dien datum ver
schijnende nummersgratis.
OPENBARE VERGADERING
VAN DRN
GEMEENTERAAD VAN VLISSINGEN
op Woensdag den 27 Juni 1894,
des namiddags te 3 uur.
Mededeelingen.
Overleggingen.
Te behandelen zaken
1°. Voorstel tot onderhandschen ver
koop van eenige perceelen gemeentegrond.
2°. Idem tot wijziging der begrooting
voor 1893 van het Weeshuis.
3°. Idem tot het geven van vergunning
aan M. Laernoes tot het maken van een
trao achter de villa's.
Verwisseling Piket.
De opper-brandmeester te Vlissingen
gelet op art. 444, laatste gedeelte, van
de algemeene verordening van politie in
deze gemeente
brengt ter kennis van de manschappen
van spuit B, dat die spuit van af 1 Juli
tot ultimo December 1894 met het
Piket is belast.
Vlissingen, 23 Juni 1894.
De opper-brandmeester.
J. G. GEIJSEN.
De Plaatselijke Oommissie van toezicht op
het Lager Onderwijs maakt bekend dat de
openbare lessen aan de verschillende gemeente
scholen dit jaar zullen worden gehouden
als volgt
Op school A (hoofd de heer Landsman) Maan
dag 2 Juli 1894.
E (hoofd de heer Frijling) Woens
dag 4 en Donderdag 5 Juli 1894.
B (hoofd de heer v. Kamer) Vrij
dag 6 Juli 1894.
C (hoofd de heer Op den Zieke)
Maandag 9 Juli 1894.
F (hoofd mej. Schuurman) Dinsdag
10 en Woensdag 11 Juli 1894.
D (hoofd mej. Beijerman) Vrijdag
13 Juli 1894.
Telkens aanvangende 's morgens ten half
tien ure.
Ouders, voogden of verzorgers van leerlin
gen, zoomede andere belangstellenden, worden
voor de bijwoning dier lessen beleefdelijk uit-
genoodigd.
De uitreiking der diploma's, na volbrachten
schooltijd, zal plaats hebben in'de beneden-
1.)
I.
't Is toch niet te laat P" vroeg op een
toon, waarin angst en onrust lagen, een
forsch gebouwd man van hooge gestal
te, terwijl hij uit de postkoets sprong,
die voor een eenzaam gelegen jachthuis
stilhield.
»De baron leeft nog, maar zijn uren
zijn geteld, mijnheer de ritmeester,"
was het antwoord van den man, die den
aangekomene ontving.
Toen d de treden beklommen
had, well og verleenden tot eene
ruime ve wees de bediende hem
Stilzwijge de breede trap van
zaal van het Raadhuis (trouwzaal), op Zater
dag 14 Juli 1894, des namiddags drie uur.
De Oommissie voornoemd,
JOS. VAN RAALTE, Voorzitter.
F. N. VAN DER BILT, Secretaris.
Tweede zitting der commissie voor de schutterij.
De Burg en YVcth. van Vlissingen,
maken bekend
dat de commissie, ingevolge art. 15 der wet, belast
met het onderzoek nopens de al of niet gegrondheid
der redenen, die tol vrijstelling of uitsluiting van den
dienst der schutterij zijn ingebracht hare gewone jaar-
lijksehe zitting zal begin Den op Maandag den 9 Juli
a. s„ van des voormiddags te 10 uren, tot onderzoek
van alle ingebrachte reclames
wijders worden de daarbij betrokken personen geïn
formeerd, dat zij die hun 3-tste jaar hebben volbracht,
zulks verkiezende finaal kunnen worden ontslagen
Wordende de belanghebbenden ten overvloede uitge-
noodigd, schriftelijke bewijzen tot staving hunner rede
nen van vrijstelling, bij de wet gevorderd, alsoog voor
zooverre dit niet reeds is ge9cbied, drie dagen ie voren
ter secretarie over te leggen.
kunnende bij hunno inschrijving ongehuwdoo, voor
zooverre zij nog niet op eene der bijzondere rollen zijn
gebracht geworden, ingeval zij sedert diea tijd mochten
zijn gehuwd, de öewijzeu van hun huwelijk alsnog
uiterlijk vóór den L Augustus eerstkomende, aan de
commissie, volgens art. i4 der wet mot het opmaken
der rollou belast, ter baud stellen
en zij eindelijk aan de belanghebbenden bekend ge
maakt dat zij zich stiptelyk op de door de gedachte
commissie van onderzoek daartoe bepaalde tijdstippen voor
haar zullen hebben te vervoegen, daar zij, die dit
mochten verzuimen, gehouden worden geene redenen tot
vrijstelling te hebben, en voor zooverre zij dienstplich
tige nummers getrokken hebbende, niet vallen ia de
termen van art. 3 a, 6, c, l en m, en art. 4 der wet,
bij de schutterij zullen worden ingelijld, totdat zij in
een volgend jaar hunne reclames op voorschreven Toet
zullen doen gelden.
Eu is hiervan afkondiging geschied waar het be
hoort, den 20 Ju ui 1391.
De Burg. en Weth. voornoemd.
TUTEIN NOLTI1RNIUS.
De Secretaris,
J. H. C. BUSING.
Binnenland.
Vlissingen, 23 Juni.
De Arnsterd. maakt uit de aan de
Eerste Kamer overgelegde ontbindings
stukken op dat minister Van Tienhoven
zich geheel alleen tegenover de zeven
ministers stelde, die zich per brief met
hem verbonden hadden tot homoge
niteit ten opzichte van het kiesrecht-
ontwerp. De minister Van Tienhoven,
zegt het blad, heeft als kabinets-forma-
tor de treurige eigenschap vertoond, die
men in hem als burgemeester van Am
sterdam zoo lang heeft kunnen waarne
men de eigenschap, waarvoor de Arnsterd.
het nieuwe Kabinet zoo herhaaldelijk
waarschuwdede zucht tot knoeien,
hem als aangeboren. Hij verzweeg aan
de Regentes, ook in het ernstigst oogen-
blik, dat hij zich homogeen gesteld had
met zijne collega's wat het kiesrecht-
ontwerp aangaat. Toen was hij. ad
vocaat1', wat hij bleef toen hij in Maart
van dit jaar zijne houding tegenover
zijne collega's bij II. M. moest goed
praten en haar wilde wijsmaken dat de
donker eikenhout, welke naar de hoo-
gere verdieping leidde. Zoo zacht mogelijk
gingen beiden naar boven. De ritmeester
ontdeed zich, eer hij de kamer binnen
trad, die voor hem werd geopend; van
zijn sabel en trad voorzichtig, bijna
onhoorbaar, naar binnen.
Toch bad de zieke hem gehoord. In
het bed, waarvan de gordijnen waren
opengeschoven, zat hij half opgericht en
strekte de armen uit als ter verwelkoming.
»Daar ben ik, Walter," zei de officier,
innig de hand drukkende, die hem werd
toegestoken. Ik kon niet vroeger, anders
was ik gisteren reeds gekomenmaar
nu het leger mobiel wordt gemaakt,
heb ik met moeite één enkelen dag ver
lof gekregen."
„Eén dag is voldoende," zei de zieke,
terwijl hij het door lijden vermagerde
gelaat naar den spreker wendde. »Eén
dag, dan zal het wel afgeloopen zijn."
uZoo moet ge niet spreken, Walter.
Zoo lang hebt ge u van mij verwijderd
gehouden en nu zoudt ge me slechts
Kieswet niet verworpen was en daarom
eene ontbinding der Tweede Kamer niet
behoefde te volgen. De Kieswet was niet
verworpen. In dat woord verworpen" stak
nu ziju kracht.
De zwakheid van Tak c. s. om met
mr. Van Tienhoven van wal te steken,
is gestraft. Maar na deze erkenning past
het, zegt het blad, Tak c. s. te prijzen
omdat zij de kieschheid hadden hun on
trouwen broeder te sparen, den man, door
wiens treurige woordbreuk de kiesrecht-
nivbreiding inderdaad is gestrand. Die
k sjschheid was te prijzen, maar niet het
beleid, want de verkiezing had hoogst
waarschijnlijk een geheel anderen afloop
gehad, wanneer zij, in het belang van
volk en kroon, vóór de stemming, wat
Ou gepubliceerd is, hadden openbaarge
maakt.
Tak en de zijnen komen moreel on
gedeerd uit dezen strijd. Voor den heer
Van Tienhoven blijft er, volgens de
Arnsterd., niets over dan wat het blad
steeds verwacht had: »een naam, dien
niemand hem benijden zal."
De Standaard is van gevoelen dat de
publicatie van de brieven over de Kabi
netsformatie, waarvan aan de Koningin-
Regentes inzage onthouden was, allicht
te onkiesch zou geweest zijn. Het is bijna
ongeloofelijkzegt het blad, dat de
Kabinetsformateur de Koningin-Regentes
zou onkundig hebben gelaten van het
regeeringsprogramma, waarop de for
matie was tot stand gekomen. Hij be
hoefde natuurlijk niet den brief zeiven
aan de Regentes te vertoouen, maar hij
had haar niet onkundig moeten laten
omtrent den inhoud er van en de gestel
de en aangenomen conditiën. Hier moet
dus misverstand zijn, of de heer Van
T'enhoven heeft eene niet te verontschul
digt; politieke fout begaan.
Der Standaard komt de brief van den
heer Tak, hoe geschikt ook voor het
zuiver afbakenen van zijne positie, vol
strekt ongenoegzaam voor om als Kabi-
..nets-program te kunnen dienen, omdat
het in zulk een kabinets-program niet
voldoende is eenige wetsontwerpen, aan
de orde te stellen, maar daarbij althans
de leidende gedachte behoort uitgewerkt
te worden, en ten andere, dat het niet
aanging bij de wetenschap, hoe traag
onze politieke molen maalt, zeven groote
wetten in zulk een program op te nemen
als stoffe voor bezigheid, onderwijl de
de kieswet werd voorbereid. Op zoo losse
schroeven kon geen Kabinet staan, er
werd te veel afgegaan op blindvertrouwen.
Eén ding leert echter de Standaard
uit de stukken, nl. dat de heer Tak bij
zijn optreden in het Kabinet klaren wijn
schonk. Een wijn, die te klaarder afstak
bij het troebele glas van den Premier.
Voor het Haagsche Dagblad is heel
weinig licht uit de. stukken opgegaan,
hebben laten komen om afscheid van u
te nemen
Dat is nu eenmaal zoo, beste Erwin
het afscheidsuur is het beste, wat het
leven mij nog geven kan en gij kunt
het mij verzachten met mij eene laatste
gunst toe te staan."
Spreek," zei de ander, hevig ont
roerd, alles, wat ik bezit, eer, rijkdom,
mijn leven, alles is het uwe."
>Ik weet, waartoe uwe vriendschap
in staat is, anders zou ik misschien aar
zelen u mijn wensch kenbaar te maken.
Het is u bekend, Erwin, hoe ik mij
door de smarten des levens meer heb
laten ter neer drukken dan een man voegt.
Zoo is voor mij het uur der rust te
vroeg gekomenmaar nu het gekomen
is, zou ik zoo gaarne in vrede heengaan
Wilt ge me daartoe helpen
»Zeg me, wat ik voor u doen kan,
Walter."
»Laat mij u eerst iets vragen. In uw
brieven hebt ge me wel op de hoogte
gehouden van uwe uiterlijke omstandig
maar toch zooveel, naar het schijnt, dat
het blad den heer 'Lak durft beschuldi
gen van een ongehoorden dwang op het
ministerie te hebben uitgeoefend en durft
beweren dat het geheele protocol eene
vermetele daad, een overeenkomst tot het
oefenen van pressie op de Kroon was.
Volgens het blad werd de kieswet niet
verworpen en is wat Tak daarvan aau
II. M. mededeelde, onjuist of onwaar en
is evenzoo zijne houding tegenover het
amendementde Meijier evenmin te recht
vaardigen. 't Was hem blijkbaar om
Kamerontbinding te doen, hij rekende op
de stembus-zegepraal zijner richting.
Bar was overigens Tak s schrijven aan de
Koningin-Regentes, en het ging aan meer
dan éene constitutioneele ketterij mank.
Dat zijn voorstel niet verder ging dan
de grondwet gedoogt, heeft mr. Tak nog
niet bewezen. De bezwaren der oppositie
werden geïgnoreerd. Lichtvaardiger voor
dracht tot Kamerontbinding is wellicht
nimmer gedaan.
Maar," voegt het H D. erbij, die dus
mr. Van Tienhoven niet geheel in bescher
ming kan nemen, naar het schijnt, «de
ongunstige indruk, door de stukken ver
wekt, ontheflën hem niet van de ont
zettende verantwoordelijkheid voor zijn
vreemd bedrijf van de crisis feitelijk te
hebben voorbereid; zijn terugtreden re
leveerde hem, maar hij liet zijn premier
schap door mr. Tak tot eene latere
comedievertooning maken."
Men ziet dat mr. Van Tienhoven er
weinig minder genadig afkomt bij het
H. D. dan mr. Tak, volgens haar den
boozen geest van liet ministeriedie
zijne confraters als marionetten in be
weging bracht.
De IV. B. Ct. heeft op zeer uitvoerige
wijze haar oordeel over de geopenbaarde
ontbindingsstukken medegedeeld. Hef
blad stelt evenals in alle artikelen, die
het aan de laatste verkiezing wijdde, Tak
in het ongelijk en blijft bij haar oordeel
dat diens houding tegenover het amen
dement9e Meijier inconsequent was en
daarom de verbinding ongemotiveerd was.
Het was Zondag avond, toen het mu
ziekgezelschap der d.d. schutterij in het
Grand Hotel eene uitvoering gaf, een
avond, zoo schoon, als ons veranderlijk
klimaat zelden te genieten geeft, althans
niet dezen zomer. Van het terras genoot
men het uitzicht op de door het zachte
maanlicht beschenen, thans zoo rustige
wateren der Noordzee, waaraan nu en
dan een voorbijvarende stoomboot gloed
en leven bijzette. Buiten de afgesloten
ruimte van het terras stond eene talrijke
menigte te luisteren naar de muziek en
gedroeg zich zooals een beschaafd publiek
zich behoort te gedragen.
heden, maar me nooit gesproken over
de aangelegenheden van uw hart is
dat nog vrij gebleven
«Vrij geworden, wilt ge zeggen,"
antwoordde de ander bitter. »Nu, ja,
Walter, het is vrij, sedert den tijd, dien
ge u herinnert."
«Hebt ge uw broeder noch haar later
weergezien
«Waartoe zou dat gediend hebben?"
Hij is toch uw broeder, uw twee
lingbroeder
Mijn broederEn ik heb de hand
tegen hem opgeheven en zou zijn
moordenaar zijn geworden, als gij er mij
niet voor hadt bewaard, Walter. Als ik
denk, wat we aan u te danken hebben!
Mijn vader heeft u bestolen en wij.
"Stil," zei de zieke streng, zicli half
oprichtend, ik verbied u zoo te spreken.
Ge moogt het aandenken uws vaders,
die in een zwak oogenblik voor de ver
zoeking bezweek, niet onteeren. En ben
ik niet door de liefde en goedheid van
u allen, vooral van uwe lieve moeder,