VIlSSIM.SCIIi: COURANT I No. 58. Maandag 21 Mei 1894. 329te Jaargang. Binnenland. BUREAU: Kleine Markt I N°. 187. Prgs per drie maanden 1.—Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. UITGEVER: F. VAN DE VELDE Jr. te Vüssingen. PRIJS DER ADVERTENTJËNVan 1 tot 4 regels ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig Agent voor Frankrijk de firma G. I». DATJBE Co., te Parijs. Verschijnt Dlusdag-, Donderdag-en Zaterdagavond. Abonnementen voor België, Duitschland, Enge land en Frankrijk f 1.65 per drie maanden. Het nieuwe Ministerie. Gelijk zich verwachten liet, heeft de troonrede niet algemeen een gunstigen indruk gemaakt, al wordt door de meeste bladen erkend dat de heer Roëll bij de samenstelling van zijn kabinet correct te werk is gegaan door den mannen, die zich tegen het kieswetontwerp Tak het meest hebben geroerd, eene portefeuille te geven. De troonrede, of liever gezegd, het rai- nistriëele programma, is volgens sommige bladen te sober gesteld, het Handelsbl. b.v.,zegt dat in het stuk alle hervormingen van socialen aard geheel op den achter grond zijn getreden en schrijft dit toe aan oneenigheid in de partij en het ge mis van overleg tusscnen de Regeering en de Kamer. Het Vaderland vindt nog meer lacunes in 't programma, het vraagt wat er zal geschieden met de onafgedane ontwerpen van het vorige Kabinet, met den leerplicht, de koloniale ontwerpen, die van sociaal en juridisch belang, en drukt ten slotte zijn verbazing uit over het feit, dat van 's Lands defensie geen wnord op het programma voorkomt. De Tijd is met het nieuwe ministerie ingenomen. Het blad beweert dat, als het ministerie in zijn taak slaagt, dit alleen met behulp der katholieken het geval kan zijn. Overigens kunnen dezen het nieuwe kabinet met een gerust geweten steunen Het Centrumorgaan van dr. Schaep- man, acht de ministriëele verklaring in overeenstemming met de uitspraak der stembus, maar gelooft dat de omvang rijke regeling van het kiesrecht, die de regeering zich voorstelt, een geruimen tijd van voorbereiding zal vorderen. Of de zoogenaamde groote araendementen, in de vorige Kamer behandeld, hierbij dienst zullen doen om eenig steunpunt te bieden voor eene gepaste meerderheid, blijft volgens het Centrum de vraag Ons zal het benieuwen of o. a. het UETQf). Bewerkt door A. M. O. 47.) «Geen woord meer," zeide Bressol. «Ik ben overtuigd, dat alleen liefde en grootmoedigheid uwe drijfveeren zijn. Komaan, nu naar mijn dochter. Ik zal haar een rijtoertje voorslaan." XXVIII. Paul de Gibray, die bijna den geheelen dag en menigmaal ook 's nachts wegens zijn ambt buitenshuis vertoefde, had nog nooit zoo gevoeld, hoe zwaar zijn beroep op hem drukte, als in den laatsten tijd, nu Albert's toestand hem voortdurend aan het ziekbed riep. De dokter kon geen naam vinden voor de ziekte, die Albert ondermijnde. De patiënt had voortdurend koorts, voelde geen eetlust en leed voortdurend aan slapeloosheid. Daarbij was hij zenuwachtig en zeer zwak. spaarbankboek amendement Van Houten ook dienst zal doen. Het Dagblad slaat natuurlijk een geheel anderen toon aan. Het verwacht van dit ministerie alles goeds en is on voorwaardelijk met zijn programma in genomen. Dit ministerie zal met eene wat meer beteekenende wijziging van het personeel voor den dag komen dan die, waarmede Pierson de natie teleur stelde. Aangenaam stemt het overigens het Dagblad dat in de troonrede Gods onmisbare zegen werd ingeroepen, wèl een bewijs, zegt het blad, dat, wat de ministers persoonlijk ook mogeD gelooven, zij en corps toch steun van Boven ver wachten. Voor De Telegraaf is de troonrede eer eene bemoediging dan eene teurstelliDg Die kalme en ingetogen volzinnen kan men zich moeilijk voorstellen het uit vloeisel te zijn van den wanhopigen strijd tegen de kiesrecht uitbreidingwelke hoofdzakelijk gevoerd is door hen, die ontstemd zijn over de invoering van de vermogensbelasting. De nieuwe regeering dient steun te zoeken bij de voorstanders van het inge trokken ontwerp. Als zij niet zoo ver gaat als de grondwet gedoogt en met terzijdestelling van geldelijken census en verhooging van leeftijd, blijft het vraag stuk aan de orde. De Stand, noemt de troonrede formeel geheel correctdaar ze zich rechtstreeks bij de Kamerontbinding aansluit, en er kent dat de regeling van het kiesrecht de taak is, waartoe dit nieuw opgetreden Kabinet zich in de eerste plaats geroe pen ziet. Dit afdoen van de electorale quaestie in de eerste plaats, zegt de Stand is klare wijn en snijdt zelfs de mogelijk - heid af om met de kieswet het liedeke van verlangen te gaan zingen. De Standaard verwacht na de afdoe ning van de eerste begrootingswetten dat het ministerie de kiesontwerpen zal voor leggen. Verder gaat echter de verkregen zekerheid niet. Plet is overigens niet ge heel onmogelijk dat de regeering de rege ling der gemeenteraden aan die van het Paul de Gibray las in de ziel van zijn zoon en begreep wel, dat de liefde en de bezorgdheid voor Marie voor een groot deel oorzaak waren van de ziekte Maar Gibray kon zijn haat tegen Va lentine niet onderdrukken. In die dagen was het voor hem een groote troost, dat graaf Smoiloff voor hem en Albert vriendschap had opgevat. Smoiloff bezocht Albert veel en werd eindelijk de vertrouwde van zijn harts geheimen. Geroerd beloofde de Rus, dat hij bij den heer de Gibray voor Alberts wenschen zou opkomen. De Bressols hebben sedert 5 dagen niet naar mijn toestand laten vragen," klaagde Albert op zekeren dag. »Zou Marie mij geheel vergeten hebben Neen, Albert, maar je papa heeft ver boden boodschappen van die familie aan je over te breDgen. Plij denkt, dat je Marie wel zal vergeten, als je niet meer van haar hoort." »0, papa weet niet, dat hij mij zoo- doendedoodt! Zonderje goede inlichtingen zou ik nu meenen, dat Marie mij vergeet en dat zou ik besterven." »Och kom, je moet niet aan sterven denken. Je moet leven en gelukkig zijn. Heb ik je dan niet beloofd, dat ik je ki wreekt laat voorafgaan, en dan schuift di- electorale quaestie weer een heel eind op, want eene wet ter herziening van de gemeentehuishouding dreigt een «groote wet" te worden, die bij ons gemeenlijk in weinig minder dan een volle zitting afloopt en ditmaal veel tijd zou vorderen omdat de regeling der gemeentefinanciën alsdan plaats zou hebben met bet oog op bet te verleenen stemrecht. Nog ernstiger zou deze vertraging wor den indien het werkplan der Regeering er toe leidde om óok de regeling van het personeel aan de regeling van het kiesrecht te laten voorgaan. Men zou dan eene vertraging van minstens anderhalf jaar verkrijgen. Roe breed de breede grondslag zal zijn, waarop de Regeering haar kiesrechtre geling wil doen rusten, valt nog minder te gissen. Uit de met zorg en zonder opzet ge kozen zinsnede blijkt aan de Stand, dat de jongste Kamerontbinding onze demo cratische ontwikkeling weer een eind- weegs vooruit heeft geholpen in de pu blieke opinie, en dat de voorstanders der finale kiesrechtuitbreiding, die heetten geslagen te zijn, eene niet onbelangrijke overwinning behaald hebben, daar een kabinet, uit den triomf der tegenstanders geboren, er prijs op stelt aanstonds den vólke kond te doen dat bet uitbreiding, en zelfs uitbreiding op breeden grond slag, noodzakelijk acht en door den eisck des tijds geboden. Waarschijnlijk zal die grondslag dan ook breeder zijn dan die van het amendementDe Meijier en ons in elk geval weer eene schrede nader bren gen in de goede richting. Of nu de Roomsche Kamerleden en de oud-conservatieven dien sprong mêe zul len maken, is het geheim der toekomst. Zooveel is echter door het moedig op treden van het vorig kabinet en de Ka merontbinding gewonnen dat het opge treden kabinet zich zoo ver mogelijk van zijn eigen medestanders verwijdert en blijkbaar zich inspant om niet te ver achter het program zijner tegenstanders te blijven. wenschen bij je papa zou bepleiten «Maar het zal je niet gelukken, Iwan I De wrok van papa is te diep geworteld en heeft goede redenen." «En als ik borg sta voor mijn wel slagen Je papa begint reeds te wankelen. Heb. maar geduld." «Ik zon wel geduld hebben, ik zou lang kunnen wachten als mij slechts één wensch vervuld werd." «En wat wenscht ge dan «Ik zou zoo gaarne Marie's portret hebben, om het elk oogenblik in handen te kunnen nemen." «Dat is een billijk verlangen, maar hoe komen wij aan dat portret Je papa zal er niet om vragen en ik ken de familie Bressol niet." Als je wat voor me wilt doen, ga dan naar mijnheer Servet. Je kent hem wel. Hij heeft Marie's portret in olieverf geschilderd en zou daarnaar gemakkelijk een medaillon-portret kunnen maken Dat zou mijn halve genezing zijn Eu Servet zal het zeker doen, als je uit mijn naam er om vraagt." «Ik ga dadelijk," zei Smoiloff bereid willig en vertrok. Op datzelfde uur had de grijze schilder Servet bezoek gekregen. Felicitas had Dat het mr. van Houten gelukken zal de kiesquaestie van de baan te helpen, noemt de Stand, eene illusie. Het tegen woordig kabinet kan ons wel een eind op den ontsloten weg vooruitbrengen, tot den eindpaal brengt het ons niet. Het blijft betreuren dat nu in tweeën moet komen, wat het zoo gaarne ter uitsparing van tijd en ter voorkoming van veel verbittering in éenen gewenscht had. Daarom echter niet gedesespereerd want het uitzicht in de toekomst voor onze democratische volksontwikkeling staat schoon. De Arnh. Ct. is van oordeel dat het ministerie wel de taak der kiesrechtrege ling aauvaardt, maar vreest dat zij haar op de lange baan wil schuiven. Het blad grondt die vrees op de aangekondigde ge lijktijdige regeling van het kiesrecht voor de gemeenteraden en van de voorgenomen belastingherziening. Het vreest ook dat een kiesrecht, afhankelijk van belasting betaling, zal worden voorgesteld. De Maasbode zegt dat de Regeering in hare voorgenomen hervormingen van den steun der katholieken verzekerd kan zijn, en het niet te voorzien is dat dezen ge plaatst zullen worden voor wetten, welke hen tot oppositie zullen noodzaken. Van de militaire quaestie is in de troonrede zelfs geen sprake, roept het blad juichend uit. Vlissingen, 19 Mei. Dat er in onzen tijd veel, ja zelfs hier en daar zeer veel wordt gedaan om in het soms zoo deerniswaardige lot van minder bedeelde en hulpbehoevende natuurgenooten eene gunstige wendiDg aan te brengen en hun leed zooveel mogelijk te verzachten, zal wel bij geen onzer lezers aan eenigen twijfel onder hevig zijn. En toch zal ieder, die meer of min van nabij bekend is roet de nooden en ellende, waarin sommige gezinnen, ten gevolge van ziekte als anderzius verkeeren, van mevrouw Dubieff verlof gekregen om uit te gaan en hare vrienden te be zoeken. Het meisje was eerst bij Marie Bressol geweest en nu kwam ze zien, hoe het met haar vaderlijken vriend ging. Servet ontving haar recht hartelijk en vond, dat zij er weer flink en gezond uitzag. Dus, het gaat je goed vroeg de schilder. «Ja, ik- ben gelukkig en tevreden. Mevrouw behandelt mij als een geliefde dochter en de meisjes van de school houden van mij als van een oudere zuster. Maar het treurig lot van me juffrouw Marie drukt mij ter neer." «Ah, je Marie, Het arme kind, arme Albert." «Weet ge dan ook, dat die twee elkan der beminnen dan durf ik onbeschroomd te spreken met u. Ik kom juist van Marie, ik ben wel een uur bij haar ge weest en zij heeft mij haar hartsgeheim geopenbaard. Zij klaagde, dat zij met haar papa driemaal aan de woning der Gibvay's geweest was, doch Albert's papa streng bevel had gegeven om niemand bij den zieke toe te laten, dan alleen graaf Smoiloff. {JU'Or dl vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1894 | | pagina 1