VLISSimCQE COURANT.
No. 47.
Vrijdag 20 April 1894.
32ste Jaargang.
Gemeentebestuur.
MI».
Binnenland.
BKANOWEGIt.
De Opperbrandmeester te Vlissingen,
brengt ter kennis van de Pijpvoerders
en Inzetters bij de brandweer alhier,
dat eene oefening zal gehouden worden
op Maandag den 28 April a. s. met die
van de spuiten A en B en op Donder
dag den 26 dier maand met die van de
spuiten C en D.
dat zij zich tot dat einde op de voor
hen bestemde dagen, telkens des namid
dags ten 5.45 uur, zullen moeten bevin
den aan het brandspuithuis C, staande
aan het z. g. Prinsenboschje
dat bij ongunstige weersgesteldheid op
die dagen, des namiddags tusschen 4 en
5 uur, een roode vlag van den stadstoren
zal worden uitgestoken, ten teeken dat
de oefeningen tot den volgenden dag en
't zelfde uur zijn uitgesteld.
Vlissingen, 15 April 1894.
De Opperbrandmeester voornoemd,
J. G. GEIJSEN.
KLEINHANDEL IN STERKEN DRANK.
Verzoek om vergunning tot
verkoop van Sterken Drank in het klein.
De Barg. ea Weth. van Vlissingen,
gelet op art. 5 der wet van den 28 Juni
1881, (St.bl. no. 97,) zooal9 die is gewjjzigd
bij de wetten van 23 April 1884, (Staatsbl.
no. 54) en April 1885 (Staatsbl. no. 78),
doen te weten dat b(j ben is ingekomen
een verzoekschrift om vergunning tot verkoop
van sterken drank in bet klein, van A.
RIJNDERS, in perceel L. 67, Koudenhoek.
Vlissingen, den 17 April 1894.
De Burg. en Weth voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS,
De Secretaris,
J. H. C, BUSING.
Uit de Pers.
In den oorlog, zegt de Standaardzijn
niet alle wapenen geoorloofd. In de
politiek geldt dit ook. Door de tegen
standers van de kiesrechtuitbreiding
volgens Tak's ontwerp is ditmaal een
dergelijk wapen gebruikt. Dit verboden
wapen bestond hierin dat luide uitgeba
zuind werd dat de voorstanders de Grond
wet op zij zetten, de Grondwet oneerlijk
gebruiken wilden, en er geen been
in zagen om tegen de Grondwet in te gaan
en de Grondwet te schenden.
Mannen als de graaf van Bvlandt, de
heeren Th. Mackay, Schimmelpenninck
v. d. Oye en Van Wassenaer van Rosande,
ontzagen zich niet om de beschuldiging
te doen hooren dat de Grondwet voor
deze gelegenheid» maar liefst weggecijferd
werd" terwijl zij zeiven poseerden als de
Grondwet eerlijk te willen uitleggen.
Deze aanklacht hield dus in dat de
candidaten voorstanders zich be-
LLIT
Bewerkt door A. M. O.
36.)
»0m te stelen, te rooven, op groote
schaal bedrog te plegen en ook om
te moorden, als dat goed betaald werd.
Perrier vertelde mij, dat Lartige te Parijs
een jonge gravin had vermoord op last
van een Russischen edelman en dat hij
nu elk jaar vierduizend roebels als be
looning ontving."
»En waarom liet de Russische edel
man de jonge gravin vermoorden Heeft
Perrier dat niet verteld?"
Uit wraakzucht I De edelman was ver
liefd op de vrouw van zijn besten vriend
trachtte haar tot een scheiding over
reid hielden om, werden ze gekozen, op
16 Mei een eed op de Grondwet te
doen, met het voornemen in het hart
om dien eed straks te breken. Natuurlijk
maakten de kiezers, die op zulk een
candidaat stemden, zich ook schuldig
aan het feit dat zij, geplaatst voor de
keus tusschen een candidaat, die zijn
gezworen eeden hield, en een candidaat,
die zijn gezworen eeden door meineed
brak, willens en wetens den meineedige
voortrokken.
Zij, die deze lastertaal onder het pu
bliek uitstrooiden, meenden dit echter
niet, want zij wisten wel dat als een
Minister of een lid der Staten-Generaal
de Grondwet of zijn eed op de Grondwet
schond, hij vervolgbaar is bij den Hoogen
Raad. Waren derhalve de tegenstanders
van oordeel geweest dat Grondwetschen
nis door den Minister bedreven was, dan
hadden zij dit feit terstond moeten
brandmerken en zou men ook in de
nieuwe Kamer de Grondwetschenders en
meineedigen kunnen vervolgen. Hiervan
is echter geen oogenblik sprake geweest,
zelfs de felste tegenstander heeft aan zoo
iets geen oogenblik gedacht.
Het is door alle tegenstanders in de
Kamer ingezien en toegestemd dat er
geen oogenblik quaestie was van bewuste
of opzettelijke GrondwetseAmits, maar
eeniglijk en uitsluitend van verschil van
uitlegging der Grondwet. Zij hadden eene
enge, de voorstanders eene ruimere uit
legging, en beide uitleggingen werden
bepleit door kundige, eerlijke mannen,
maar de laatste uitlegging vond de
meeste verdediging onder de deskundigen,
en zeker is het merkwaardig dat drie
hoogleeraren in het staatsrecht, te Leiden,
Utrecht en te Groningen de ruimere op
vatting dekten met hun naam.
In een volgend artikel zet de Staïid.
uiteen dat de thans aangebonden strijd
eigenaardige, zelfs verblijdende verschijn
selen oplevert. Alle partijen zijn thans
dooreengeworpen, men gaat mede met
hen, wie men vroeger tegenstond, en bij
die aanraking vallen de tegenstanders u
mede en gij hun.
En daar het nu niet om de partij
maar om het Vaderland gaat, is de St.
uit de laatste twintig jaar geen verkie
zing bekend, waarbij zoo weinig ge
schimpt en gescholden is als ditmaal.
Van de paneelzagerij" hoorde men
niets meer, eri De Savornin Lohman
wordt met Beelaerts en Th. Mackay in
de N. R. Ct. als een hoogst achtbaar
politiek medestander in het thans han
gend geding aanbevolen.
Alleen Dr. Kuyper maakte hierop
exceptie. Tegen hem werden nog eenige
voetzoekers afgevuurd, die de redactie
der -ZV. R. Ct. nog van de vorige ver
kiezingen overhad, en die ze nu toch
moest opbranden.
te halen. Zij bleef echter standvastig en
dreigde, dat zij alles aan haar echtge
noot zou zeggen. Toen liet hij haar naar
de andere wereld helpen."
»En wie was de man, die te Poissy
naar Perrier kwam
«Dat was Verdier. Als priester ver
kleed, sloop hij in de gevangenis en
wilde Perrier een brief geven. Plij werd
betrapt en vluchtte, vóór de bewaarder
hulp kou roepen.
«Hebt ge Verdier gezien?"
«Ja, ik was juist op de binnenplaats
en zag hem de poort uitvluchten I"
«Zoudt ge hem nog herkennen?"
Dat geloof ik wel. Hij had een scherp
geteekend gelaat, dat men gemakkelijk
onthoudt."
«Kent ge Chauvin en Lartige alleen
bij naam
«Ja, mijnheer."
«Goed! Ge keert nu naar uw cellen
terug; als alles blijkt waarheid te zijn,
wat ge mij gezegd hebt, zal ik u weten
te beloonen."
Anders heugt de Stand, geen verkie
zing, waarin het, om de taal onzer eeuw
•te gebruiken, het zoo «net en zoo fat
soenlijk toeging."
Deze geheel exceptioneele verkiezing
heeft aangetoond hoe n>en onder vrienden
-en broederen in een politiek geschil
tegenover elkander kan staan, zonder dat
1 er een wortel van bitterheid ontspruit of
de vriendschap er onder lijdt.
In zoover is deze verkiezing eene tref
fende leerschool. De strijd is thans voor
<ret Volk achter de kiezers en tegen het
Conservatisme van alle gading. Men be
denke, waarschuwt bet blad, dat als
men het conservatisme helpt winnen,
men een groep aan het roer brengt, die,
uit de zonderlingste bestanddeelen ge
mengd, tot goede leiding onbekwaam is.
Men krijgt dan niets dan oponthoud en
wint niets dan uiUtel. Dan gaan er weder
-kostbare jaren voor de zaak van bet
Vaderland verloren. Dan komt er weer
niets tot stand. Dan raken wij al achter
uit. Dan blijft de Kieswetquaestie aan
ue orde. Dan gaat bet in tweeën, in
plaats van in éénen. En dan komt men
toch, maar pas over drie, vier jaren, waar
men nu, door voor het Vaderland op te
komen, het Vaderland in ééns brengen
kon.
Men spare dus aan het Vaderland den
jammer en de ramp, die het tijdelijk
weeropkomen van het conservatisme on
verbiddelijk na zich sleept.
Da Stand, heeft echter voor zich geen
angst. De eindtriomf verblijft toch aan
de democratische strooming in alle par-
tijen. 1
Bij de stembus gelde de leus: «Het
Vaderland ghetrouweHet is de zaak
van het Vaderland, die op Dinsdag a. s.
ook door de kiezers moet worden gered.
- --
De Winschoter Courant is volstrekt
niet ingenomen met het denkbeeld van
den heer Tydens om ter zake van het
kiesrecht een volkspetionnement op touw
te zetten. (Zie ons vorig nummer.) Op
de Kamer, die thans gekozen wordt, zal
zulk eene beweging niets vermogen, daar
zij bestaat uit mannen, die zich reeds
beslist vóór of tegen hebben uitgelaten.
Het denkbeeld van den heer Tydens zou
in overweging kunnen genomen worden
als de Eerste Kamer de kieswet ongun
stig mocht ontvangen. In ieder geval
oordeelt het blad thans bet oogenblik
als slecht gekozen. Voorts wijst het op
het gevaar, dat bij mislukking van zulk
een ondernemen de tegenpartij daaruit
munt zou slaan en doet uitkomen dat
men met zulke plannen dus uiterst be
hoedzaam moet te werk gaan.
Nauwelijks waren de dieven weg, of
Amata kwam uit baar schuilhoek. «O,
wat gewichtige ophelderingen," riep zij
uit, «ik zeide dadelijk, dat tusschen Lar
tige en den dubbelen moord verband kan
bestaan. Gustave Perrier heeft zeker iets
verraden en Lartige beeft hem daarvoor
gestraft. Die vermoorde vrouw zal ook
wel op eenige wijze het verbond der
misdadigers gehinderd hebben. Ik ben
nn stellig overtuigd, dat wij maar éen
misdadiger hebben, namelijk Lartige"
Misschien zijn er meer bondgenooten te
Parijs, dan Lartige alleen P"
Dat kunnen wij met de hulp van
Galonbert vernemen Hij kent Verdier en
Hermont, ik ken Lartige. Als ik in ver-
eeniging met Galonbert zoek, is bet zeer
waarschijulijk, dat wij éen van ben vin
den en dan kunnen de anderen spoedig
gevat worden."
«Dus ge wilt Galonbert en Sylvain in
dienst nemen bij de politie Nu, dat is
meer gebeurd, maar daarvoor moet de
directeur van politie verlof geven."
Vlissingen, 19 ApriL
Naar wij vernemen beeft de Duinwater
leiding-Maatschappij het voornemen, bin
nen kort een nieuwen watertoren te doen
bouwen en wel aan den Badhuisweg,
ter hoogte van de brug, liggende over
den watergang, omdat de tegenwoordige
toren geen voldoende drukkracbt bezit.
^Naar de Z. verneemt, zal de soldaat
P., als medeplichtige van sergeant T. v. A.
te 's Hage, voor straf bij het algemeen
depót van discipline alhier geplaatst,heden
naar 'sGravenhage worden teruggezonden
om bij zijn korps (grenadiers en jagers)
als gewoon soldaat weder te worden in-
De trein der S.S. thans van Rotter
dam D.P. vertrekkende te 5.35 um. zal
met 1 Mei 17 minuten vroeger, d. i. 5.18
nm. vertrekken en dan te Bokstel worden
ingehaald door den exprestrein van
"Vlissingen naar Noord- en Zuid-Duitsch-
land, zoodat dus de onderweg op dien
trein te Boktel opstappende reizigers op
laatstgenoemd station onmiddellijk aan
sluiting vinden op voornoemden expres-
trein. (N. R. Ct.)
Te Willemsoord is Dinsdag in dienst
gesteld Hr. Ms. pantserdekschip Konin
gin Wilhelmina der Nederlandenmet
bestemming voor buitenlandschen dienst.
Onder den état-major komt o. a. voor
de adjunct-administrateur H. P. Winkel-
Bij Kon. besluit is met ingang van 1
Mei 1894, benoemd tot burgemeester van
Veere en Vrouwepolder, jhr. mr. A. A.
vau Doorn.
De miliciens der lichting 1893, be-
boorende tot het blijvend gedeelte der
vesting-artillerie, zullen op 15 Juni on
bepaald verlof krijgen.
Den 13n dezer kwamen te Rotterdam
10 nieuwe gevallen van pokken voor.
Tien op één dag, zeven-en-negentig
in één week,driehonderd-elf in éen maand,
zou de N. jR. Ct. niet eens een klein
gedeelte van hare ruimte aan net twist
geschrijf met dr. Kuyper kunnen ont
woekeren, om eens de vraag te stellen,
wat men in Rotterdam doet om die ge
weldig voortwoekerende epidemie te
stuiten Charity begins at home.
(if. CL)
De Koninginnen zullen den 19en de
tentoonstelling van Indische poppen te
's Gravenbage bezoeken.
Gisteren bezochten de Vorstiunen den
dierentuin aldaar.
Een uur later bad zij dat verlof be
komen en werden de twee dieven in te
genwoordigheid van den directeur van
politie voor baar gebracht.
Galonbert en Sylvain herkenden haar
niet en keken nieuwsgierig den directeur
van politie aan.
«Ge zijt beiden vrij," sprak deze, «maar
onder éen voorwaarde."
«Spreek, mijnheer. Wij willen alles
doen voor de politie."
«Goed, daar kunt ge nu het bewijs
van leveren, want de voorwaarde is
dat ge tegen goede belooning bij de
politie in dienst treedt en het stelen
voortaan laat."
«O, wat een geluk," riepen de twee
mannen uit en Galonbert voegde er bij
Wij willen niets liever, dan eerlijke
menschen worden. Als wij een eerlijk
stuk brood eten, zullen wij geen dieven
meer zijn."
«Goed, ge staat onder de bevelen van
deze dame," sprak de directeur van po
litie. Zij bewijst ons gewichtige dien-