VLISSINGSCDE COURANT. No. 46. Woensdag 18 April 1894. 32ate Jaargang. FIIÜL1T Be Ml-, Binnenland. Uit de Pers. Het Centrum komt bij nadere be schouwing- van den uitslag der verkie zingen tot de uitkomst dat de Regeering het pleit nu reeds won, daar de groote meerderheid der kiezers zich voor finale kiesrechtuitbreiding verklaarde Wie dit feit, dat door cijfers kan gestaafd worden, loochent, slaat de waarheid in 't aange zicht. Natuurlijk is, volgens het Centrum de uitslag nog verre van bereiktmaar hoe deze ook zij, is het belachelijk te spreken alsof de Regeeringspartij slechts een matig succes heeft behaald. Het blad berekent dat de Regeering bij de herstemmingen eene meerderheid van 57 stemmen kan hebbenware in Amster dam niet zulk eene verwarde stemming gehouden, dan zou dit 58 geweest zijn. De Telegraaf raadt, nu men bij de herstemming in Amsterdam gedwongen is éen conservatief te kiezen, daartoe op den heer De Beaufort te steramen, die, gekozen zijnde, dan waarschijnlijk voor Amsterdam zal opteerenen nam dan ook, wat niet onwaarschijnlijk is, de heer Roëll zitting voor Haarlem, dan kwam Utrecht geheel vrij, en konden de voor standers van Tak op nieuw bun slag slaan en ditmaal, naar het blad vermoedt, met beter gevolg, omdat de liberalen te Utrecht beter in de gelegenheid zullen zijn zich te organiseeren dan bij de eerste stemming. De Telegraaf zou willen dat ons eene zuivere verkiezings-statistiek worde gele verd door de Centrale commissie voor de statistiek. In Duitschland geschiedt dit na elke Rijksdagverkiezing. De Nederlandsche commissie zou echter wat vlugger moeten werken dan de Duitsche. Het blad berekent dat onder de voortreffelijke leiding van den secre taris, dr. Verryn Stuart, het zeer goed mogelijk zou zijn nog vóór de herstem mingen de officieele, nauwkeurige op gaven der verkiezing van 10 April ge publiceerd te hebben. De Amsterd. spot met de tegenstanders van Tak, die den afloop der verkiezingen als een échec voor dezen voorstellen. Het bewijs, dat de oppositie hieromtrent niet zoo heel gerust is, blijkt wel hieruit dat de Eerste Kamer dienst moet doen als laatste reduit. Toch raadt het blad haar aan niet te veel te vertrouwen op dezen boeman, die, nu men niet meer kan tegenspreken dat de huidige en de toe komstige kiezers, dat is te zamen het Nederlandsche volk, Tak's kiesrechtuit breiding willen, zich niet daartegen zal verzetten. Een Eerste Kamer is volgens het blad alleen bestaanbaar als zij geen anti-na tionale daden verricht, en dus geen anti nationale instelling wordt. Dat weten onze Bewerkt door A. M. O. 35.) Al had hij veel geld en een horloge met een gravenkroon, dan is hij daarom nog geen voornaam heer geweest," hield Galonbert vol. Heb je hem dan gekend vroeg Amata onverschillig en sloeg de oogen neer om zich niet te verraden. Een oogenblik stond Galonbert zicht baar in twijfel, doch hij barstte in la chen uit, klopte haar op den schouder en zei: «Wat denkt ge toch wel? Ik heb ook een beetje kennis vaD gelaats trekken. De vermoorde man is nooit een voornaam heer geweest, maar stellig wel hoogstaangeslagenen en onze hoogge- plaatsten opperbest. Van nu af krijgt, dank zij der energieke houding van minister Tak, de kiesrechtstrijd een kalm verloop. N. R. Ct. zegt na eene uitvoerige, afkeurende beschouwing oyer het ont werpTak, wat betreft het daarin op gegeven kenteeken van geschiktheid en raaatscbappelijken welstand, dat volgens de grondwet bij den kiezer moet aan wezig zijn, alle hoop te koesteren dat de tweede stembus over Tak's «monster van wetgeving" een vernietigend vonnis zal strijken en het de plicht is van allen, die met haar Tak en zijne plannen tegen staan, daartoe mede te werken Volgens hetzelfde blad heeft dr. Kuy- per Maandag te Sliedrecht een krassen aanval te verduren gehad van den heer Van Hoeve, die hem bezwoer den weg des verderfs te verlaten en met citaten uit Groen (die ook door dr. Kuyper gaarne geciteerd wordt) der vergadering aan toonde dat de ware antirevolutionairen dr. Kuyper niet konden steunen. Deze be strijding heeft indruk gemaakt en het laat zich voorzien dat zij, zegt de N. R. Ct niet zonder gevolg zal zijn bij de her stemming. Wat dr. Kuyper op dien aanval ge antwoord heeft, meldt echter de N. R. Ct. niet aan haar lezers. Dr. Kuyper is an ders niet gewoon het antwoord schuldig te blijven. In de -ZV. W. Ct. heeft de heer B. L. Tydens, lid van de Tweede Kamer, het denkbeeld geopperd een reuzen-petition nement op touw te zetten. Wat hem daartoe aanleiding gaf, is het feit, dat, naar het zich laat aanzien, de kieswet maar even de meerderheid zal behalen. De Regentes en de Eerste Kamer komen, waar het de definitieve beslissing geldt, in een moeilijk dilemna, vooral wanneer, zooals de heer Tijdens vreest, blijkt dat het totaal aantal stemmen tegen het totaal aantal voor overtreft. Het is daarom meer dan noodig dat beide machten weten hoe het Nederland sche volk de beslissing wenscht. Het Nederlandsche volk moet zich dus uit spreken. In alle kiesdistricten, waar voor standers gekozen zijn, moeten daartoe door dezen hun kiezers opgeroepen wor den om het district in dorpen of wijken te verdeelen en commissiën te benoemen, die de lijsten aanbieden. De heer Tydens twijfelt niet dat dra die weifelaars in Tweede of Eerste Kamer met een millioen voorstanders kunnen bestookt en door een gelijk aantal de kloeke Regentes in haar echt constitu- tioneelen zin kan gesteund worden. een van ons soort." Amata wist nu, dat Galonbert den vermoorden man herkend had, maar dit niet wilde erkennen. Zij durfde niet verder vragen om geen argwaan te wek ken en zeide«nu je kan wel gelijk hebben. Papa Martin, hoeveel ben ik u schuldig? Ik ga naar huis, ik word slaperig." Toen papa Martin betaald was, stak Amata haar goedgevulde beurs achte loos in haar zak, zoodat een eindje daar van zichtbaar was. Galonbert maakte Sylvain door een blik hierop opmerk zaam. «Ge schijnt niet vast op uw bee- nen te staan," zei Sylvain. «Als ge wilt, zullen wij u thuis brengen, tiet is voor een juffrouw zoo laat alleen op straat, wel wat gevaarlijk." «Dat is flink," antwoordde Amata te vreden. «Maar je mag niet verder mee, dan tot den hoek van de straat, waar ik woon. Dan zal ik zelf den weg wel vinden." «Ah ge zijt wantrouwend," zei Vlis8ingen, 17 April. Naar men verneemt,zal de binnenbetim- mering van het havenstation uitgevoerd worden onder leiding en naar teekenin- gén van de architecten Schil en Haver kamp te Amsterdam. Het station belooft uit- en inwendig een sieraad onder de Nederlandsche in richtingen van dien aard te worden. Naar de AT. R. Ct. verneemt, zal de directie van de Waterleiding Maatschap- pi; alhier voorstellen over 1893 een divi dend uit te keeren van 5 pet. Bij Kon. besluit is op verzoek eervol onltslag verleend aan J. Geluk Pzn.,- als gezworen van het waterschap St. Maartensdijk en G. J. Lette, als ge zworen van den polder den Oosterenban van Schouwen. •Aan de door den Minister van Oorlog voorgeschreven troepenoefeningen in de legerplaats te Bergen op Zoom van en m6t 3 September tot en met 10 Septem ber, zal deelgenomen worden door de 4 veldbataljons van het 3e reg. inf. Bij het departement van Marine be staat het plan een of meer oorlogs schepen tijdens de tentoonstelling naar Antwerpen te zenden, evenals in 1885. Het plan zou daar veel bijval vinden, omdat Nederland niet officieel deelneemt aan de expositie, terwijl nog geen andere natie toegezegd heeft de vlag daar te vertoonen. liet instructie-schip Nautilus, comm. kap. luit. t z. C. Vreede, vertrekt in bet begin van Mei naar de Noordzee tot het houden van oefeningen met de boots- mausleerlingen. Dezen zomer zullen Ber gen en Edinburg worden aangedaan. Het democratisch kiescomité te Dord recht heeft in eene gisteren avond ge houden vergadering met groote meerder heid dr. A. Kuyper als candidaat gesteld. Woensdag zal dr. Kuyper te Gouda en en Donderdag mr. E. Fokker, lid der Eerste Kamer, te Kapelle eene politieke lezing houden. Naar de N.R.Ct verneemt, is door de staatscommissie voor de droogmaking der Zuiderzee in hare Zaterdag gehouden vergadering het eindrapport vastgesteld en geteekend. Te Scheveningen schijnt het zeestrand in geen gunstigen toestand te verkeeren, Galonbert. »Nu het is mij goed, tot den hoek van de straat dan. Misschien ont moeten we elkaar nog wel eens bij papa Martin." «Dat kan best zijn," zei Amata en verliet met de twee de herberg. Zij leunde zwaar op Sylvain's arm, die haar goed steunde. «Klaar," zei Sylvain plotseling zacht. Dat beduidde, dat haar beurs in zijn zak was overgegaan. Amata begreep dit wel, te meer daar zij de hand van den behen- digen zakkenroller had gevoeld. Moet ge nog ver vroeg Galonbert, die nu weg wilde. «Neen, jelui kan nu wel heengaan, ik zal den weg wel vinden. Ik kom weer bij papa Martin, jelui bent brave kerels 1 Wel te rusten 1" En Amata ging met wankelende schreden voort. De twee mannen verwijderden zich in de tegenovergestelde richting. Amata hoorde hun haastige schreden en volgde hen. En achter haar volgden Jodelet en Martel. De weg voerde door hetgeen blijkt uit een door de Vereeni- ging ter bevordering der Nederlandsche visscherijen tot den gemeenteraad gericht adres, waarin op dezen toestand gewezen wordt en tevens op het feit, dat de put ter bewaring van zeewater voor de bin nenbaden van het Kurhaus, waarop vroeger reeds drie schuiten zijn stukge slagen, thans meer dan ooit gevaarlijk ligt. De Vereeniging verzoekt dezen put te dempen of te verplaatsen. Het is reeds vijftig jaar geleden dat de be kende Fransche romanschrijver Alexander Dumas met de uitgave van zijn roman «Les Trois Mousqnetaires" zijn naam alom bekend maakte. Hij beschreef daarin met ongeëvenaard talent de avonturen van een viertal jongelieden in een tijd, toen ieder edelman, zooals men het noemt, zijn fortuin op de punt van zijn degen droeg. De Drie Musketiers verplaatsen ons in een tijdvak der geschiedenis van Frank rijk, toen de fel vervolgde Hugenooten, in hun laatste verschansing La Rochelle teruggedreven, door de troepen van Lo- dewijk XIII zoo werden bestookt, dat het hun onmogelijk was de vesting te be houden, indien niet tijdig hulp opdaagde. Engeland, in dien tijd in vijandschap met Frankrijk, zou Rochelle geholpen hebben, indien niet Buckingham, eerste minister en onverzoenlijke vijand van den Franschen kardinaal de Richelieu, door den dolk eens moordenaars, naar men vermoedt het werktuig van dezen, gevallen was. Alexander Dumas laat zijne helden aan deze worsteling deelnemen en levert een verhaal vol ridderlijke daden, galante avonturen en hofintriges, een verhaal dat van het begin tot het einde boeit en met wegsleepend talent geschreven is. Voor hen, die met dit schoone pro duct van Duma's pen wenschen kennis te maken, heeft de uitgever C. Misset te Doetinchem dit verhaal in een Ne- derlandsch gewaad gestoken en het tegen den buitengewoon geringen prijs van 10 Qt. per aflevering verkrijgbaar gesteld. De uitvoering is zeer net, de druk hel der en duidelijk en de illustraties zeer goed, zoodat wij den uitgever meenen te mogen voorspellen dat vele liefhebbers van Fransche lectuur zich geneigd zul len gevoelen op zijn werk in te teekenen. Uit Kotta-Radja wordt aan het Rat. Hbl. gemeld dat onder de oorlogspartij in Atjeh een zekere strooming is ont staan om aansluiting bij het Nederl. bestuur te zoeken. Aangelokt door het goede leven van de lieden van Toekoe Djolian (onze bondgenooten), moeten ver scheidene Djahats en daaronder ook verscheidene steegjes en kleine straten in een stadswijk, waar slechts arme lie den woonden. Sylvain en Galonbert ston den eindelijk stil voor een vervallen huis en Galonbert haalde een deursleutel uit zijn zak. Amata verschool zich en zag hen binnengaan. Jodelet en Martel kwa men een oogenblik later het huis voorbij en ontvingen bevel politiehulp te halen. Een half uur later waren de schurken Den volgenden morgen werden Sylvain en Galonbert door den heer de Gibray in verhoor genomen. In baar gewone kleeding en achter een hooge lessenaar verborgen, was Amata daarbij tegen woordig. Wie is Galonbert P" vroeg de Gibray. «Ik, mijnheer," antwoorde Galonbert. «Ge zijt reeds zesmaal gestraft." «Dat is zoo, mijnheer," zei Galonbert op klagenden toon. «Maar ik ben onge lukkig. Anderen stelen jarenlang zonder

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1894 | | pagina 1