VL1SS1NGSCBE COURANT.
No. 45.
Maandag 16 April 1894.
32ste Jaargang.
Gemeentebestuur.
Strains; passaie over ie IJzeren Brei.
De Gevangentoren.
FfitLLITQN).
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187.
Prijs per drie maanden 1.—. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij
alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
UITGEVER:
F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen.
PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels
ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote
letters worden naar plaatsruimte berekend.
Eenig Agent voor Frankrijk de firma Q. L. DATJBE
Co., te Parijs.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond.
Abonnementen voor België, Duiteobland, Enge
land en Frankrijk f 1.65 per drie maanden.
Burg. en Weth. van Vlissingen,
brengen ter algemeene kennis,
dat, ter verrichting van eenige her
stellingen aan de IJzeren Brug, de pas
sage over die brug zal zijn gestremd van
af Maandag 16 April e. k. tot en met
Zaterdag 28 April d. a. v.
Vlissingen, 13 April 1894.
De Burg. en Weth. voornoemd,
TÜTEIN NOLTHENIUS.
De Secretaris,
J. H. C. BUSING.
[Ingezonden.)
Gelijk men uit de geschriften van de
mannen van beteekenis uit vroeger dagen
hun geesteskracht en grootsch talent kan
leeren kennen, zoo getuigen de nog in
stand gebleven bouwwerken van den
arbeid, het leven en de welvaart van
ons voorgeslacht.
Kan men in verschillende provinciën van
ons vaderland op bouwwerken wijzen,
die door hun antieken stijl reeds voldoen
de de aandacht vragen, ook in Zeeland
heeft men in vroeger eeuwen monumen
tale gebouwen doen verrijzen, die den
tand des tijds konden trotseeren en wier
artistiek schoon zoowel door vreemdeling
als inwoner moet worden geroemd.
Onder deze bouwwerken behooren o. a.
kerken raadhuizen kasteelen, torens,
particuliere gebouwen enz.
Wij behoeven niet ver te reizen om
het schoon van deze bouwwerken te ge
nieten. Middelburg o. a. biedt het ons
in ruime mate. Het doet ons in de Balans
poort, in de Abdij, de Romaansche bouw
orde met hare ronde bogen kennen en
in het Stadhuis, ten tijde der regeering
van Hertog Karei den Stoute gesticht,
den Gothischen bouwstijl of kruisvorm be
wonderen.
Een huis in den Langen Delft leert
ons den stijl Louis XIV kennen, en de
Oostkerk, de huizen de «Steenrots" en de
«Gouden Zon," zijn de pronkjuweélen van
den Renaissance stijl.
Bewerkt door A. M. O.
34.)
«O, ik zou gaarne eenig ongemak ver
dragen voor een vrouw, die ik waarlijk
liefhad," zeide Albert.
«Och ja, dat zijn de gedachten der
jeugd," sprak Bressol, die pijnlijk aan
gedaan werd door Albert's woorden, daar
tusschen hem en zijne vrouw sedert lang
geen sprake meer was van liefde. Maar
om op ons bal terug te komen ge komt
toch zeker ook,niet waar,mijnheer Servet?"
O, heel gaarne
«Dan schrijf ik u op voor de eerste
quadrille, mijnheer Servet," zei Marie en
werkelijk schreef zij iets in haar notitie
Heeft Vlissingen nooit op vele van
zulke door stijl uitmuntende fraaie ge
bouwen kunnen bogen, toch mogen wij
er op wijzen hoe het weleer een monu
mentaal bouwwerk bezat in het Raad
huis, dat op de Groote Markt stond en
door het bombardement in den jare 1809
is vernield. Dit Raadhuis was gedeelte
lijk gebouwd naar de Toscaanscbe, de
Dorische, de Joniscbe, de Romeinsche en
Corinthische bouworde.
Ook de Groote of St. Jacobskerk, het
Beeldenhuis, de Beurs, het tegenwoordig
Raadhuis en het Admiraalshuis herin
neren niet alleen aan de welvaart, maar
getuigen ook van de bekwaamheid en
den kunstzin van Vlissing's ingezetenen.
Behalve deze gebouwen treffen wij nog
torens aan die, al bezitten zij weinig of
geen artistiek schoon, toch geschiedkun
dige waarde hebben.
De toren der St. Jacobskerk staat in
de geschiedenis onzes lands bekend door
de klautertoeren van den onverschrokken
lijnbaanjongen, Michiel Adriaanszoon de
Ruyter.
De St. Jacobstoren is ongetwijfeld zoo
oud als de kerk zelve en onderging in
den loop der eeuwen weinig verande
ringen.
Wij wenschen beden echter niet uit
voerig over dezen toren te handelen en
willen alleen nog mededeelen, hetgeen
onzen lezers wellicht onbekend is,dat wel
eer op iederen hoek van de balustrade der
groote gaanderij een houten flesch stond,
het wapen der stad voorstellende, terwijl
op die der bovenste gaanderij een kegel
of spits toeloopend ornament gevonden
werd. Toen de toren in 1320 gesticht
werd, heeft men op het metselwerk een
kap gesteld, doch deze is in 1501 afge
broken, daar de toren toen hooger op
getrokken werd in den vorm, waarin wij
hem nog heden zien.
Er is echter nog een toren, die hoe
wel hij een gansch anderen vorm heeft,
niet onder behoeft te doen, wat zijn oud
heid betreft voor den St. Jacobstoren,
het is de welbekende toren bij de Bom
vrije kazerne.
Eene studie betreffende de oude ge
steldheid van Vlissingen, door ds. P. K.
Dommisse te Lage Zwaluwe, beeft hem
tot de overtuiging geleid dat deze toren
als de oudste toren onzer stad moet wor
boekje.
«Natuurlijk is mijnbeer Albert de Gi-
bray ook onder de genoodigden," vervol
de Bressol nu.Ik zal voor u en uw papa
een afzonderlijke uitnoodigingzenden,daar
ik gaarne uw papa zou leeren kennen."
Albert had mijnheer Bressol wel om
den bals willen vliegen, doch de goede
manieren verboden dat. Jïij boog dus en
dankte met enkele woorden.
«Kom, laten wij nu aan het werk be
ginnen," vermaande Servet schertsend, en
na de noodige toebereidselen aan Marie's
baar en kleeding, zette bij zich aan den
arbeid van haar portret.
XIX.
Precies negen uur 's avonds was Amata
in het huis op den boulevard Martin,
waar zij Jodelet en Martel wilde ont
vangen. Het huis behoorde aan de stad
Parijs en de politie beschikte over een
gedeelte, dat dienst deed als magazijn
voor vermommingen en als spreekkamer.
Amata verschafte zich toegang met den
den aangemerkt. Een en aDder zal in
een manuscript, dat van zijne hand zal
verschijnen, nader uiteen worden gezet.
Kon Napoleon I aan den voet der
Pyramiden zijnen krijgers toeroepen
Bedenkt dat van den top dier gevaarten
veertig eeuwen op u staren Ook wij
wagen hier een vergelijk en zeggen
Bedenkt, dat deze toren getuigt van het
werk onzer vaderen,dieVlissingen wensch-
ten te bouwen en te verdedigen tegen
eiken vijand, en verstaat uw roeping
Philips en Maximiliaan van Rourgon-
dië hebben ongetwijfeld veel bijgedra
gen om den toestand van Vlissingen te
verbeteren. Van den laatsten vinden wij
vermeld dat hij op den lien Oct. 1544
vergund heeft 100 Vis. voor elke 20 roe
den muur, die men tot de fortificatie of
bevestiging van Vlissingen zou maken.
Doch ook de stad besteedde voor het
maken van muren groote sommen, wat
duidelijk blijkt uit een brief, dato 3 Mei
1560, betreffende het onderhoud der
zeewerken. Een gedeelte dezer muren of
wallen liep van het Westerhoofd langs
den «Kruidtoren" naar de Kaaskaai enz.
Doch laat ons liever eenige teekeningen
uit vroeger dagen bezien om in 't bij
zonder daarbij bet oog te vestigen op
don yoogenaamdeu Gevangentoren in de
verschillende gedaantewisselingen, die hij
heeft ondergaan. Welk een schoon
tafereel vertoont zich voor ons oog I
Daar zien wij Vlissingen voor ons op
het laatst der XVI eeuw. Op de groen
en blauwachtig getinte watervlakte der
breede Schelde liggen tal van grootsche
koopvaardijschepen met bnn sierlijke
spiegels te dobberen, gereed om met rijke
vracht de haven binnen te loopen.
Twee sterk gebouwde.'paalhoofden, het
Ooster- en Westerhavenhoofd, strekken
zich ver geDoeg in de rivier uit om als
zeebrekers uitnemende diensten te bewij
zen. Maar zij hebben niet alleen de ver
dienste dat zij tot beschutting voor den
havenmond dienen, maar ook bieden zij
een geschikte gelegenheid als aanleg
plaats voor de kleine, maar talrijke
sloepjes der zeelieden aan.
Voorts trekt .onze aandacht de toren
der St. Jacobskerk, der Kleine of Middel-
kerk, alsmede die van de Oostkerk. Het
Stadhuis komt met zijn grootschen gevel
boven alle andere gebouwen uit, en ook
sleutel, dien mijnheer de Gibray haar
gezonden had. Zij vond in den baard een
fiinken voorraad hout netjes opgestapeld,
zoodat zij met een lucifer een flink vuur
kon krijgen. Een gevulde petroleum-lamp
verspreidde een helder licht in de ruime
kamer, waar ook een sofa stond om op
uit te rusten. Zij had verscheiden cou
ranten meegebracht en bekeek de lijsten
van de gasten, die in de hotels waren
aangekomen. Zij hoopte den naam Dur-
val te vinden, doch zij vond niets en be
sloot daarom alle couranten te doorzoe
ken, van den dag af, dat Smoiloff te
Parijs gekomen was Misschien was Lar-
tige gelijk met den Rus te Parijs geko
men of misschien nog vroeger.
Tegen half tien kwamen Jodelet en
Martel. Zij kenden Amata van vroeger en
waren verheugd, dat zij onder baar be
velen gesteld waren.
«Ik breng meteen gewichtig nieuws,"
zei Jodelet. «De vermoorde man is ber
kend."
«Werkelijk?" vroeg Amata verheugd.
het Prinsenhuis vertoont zich gedeeltelijk
voor ons oog, als wilde het getuigen van
de liefde en trouw van Oranje voor
Vlissingen.
Maar behalve deze gebouwen ontwaren
wij aan onze rechterhand een zwaren
steenen toren. Hij heft zich fier en stout
uit de zilte golven omhoog als tartte hij
het ruw geweld der woedende baren.
Door het schuim van bet wassend water
bespat, kan bij niet anders dan een zeer
pittoresk gezicht opleveren, terwijl de
lucht met de verschillende lichtscbakee-
ringen het hare bijdraagt om het schoon
tafereel te verhoogen.
Doch bezien wij den toren wat van
naderbij.
Allereerst merken wij op dat het niet
éen maar twee torens zijn, die zich aan
ons oog vertoonen. De eene toren staat
aan de zeezijde en is veel hooger en
kolossaler dan die aan de landzijde. De
eerste is ongetwijfeld van de oudste dag-
teekening en heeft gewis tot beveiliging
van stad en haven moeten dienen. Beide
torens waren door een gewelf dat eene
poort vormde, aan elkander verbonden.
Deze poort was de oudste uitgang aan
de noordwestzijde der stad. In een oud
stuk wordt zij de Westpoorte" genoemd.
De verdiepingen van beide torens waren
van gewelven voorzien, en de toren aan
de zeezijde bad een zwaar rondeel met
schietgaten. Een der vertrekken van dezen
toren verkreeg den naam van «de Ros
molen," omdat het geluid, dat men daar
waarnam als de woedende baren tegen
dit deel van den toren aansloegen en de
stormwind er langs been'gierde, veel
overeenkomst had met dat van zulk een
molen.
Onder den grond vaD dezen aan de
zee gelegen toren was nog een ander
vertrek, dat bekend stond onder den
naam van de donkere put." Hierin bracht
men die gevangenen,welke weigerden be
kentenis te doen. In dezen toren, die ook
later als gevangenis dienst deed, werden
o. a. zeekapiteins en ook vijandelijke
varenslui opgesloten tot zij ingelost
werden. Hoe schoon de toren voor anderen
mocht zijn, voor hen was hij voorzeker
een leelijk gevangenhuis.
De toren aan de landzijde was evenals
de groote toren van kanteelen voorzien
en is jaren lang gebruikt als kruitma-
Dat is inderdaad gelukkig nieuws 1"
«Maar er is toch een leelijk bezwaar
bij," vervolgde Jodelet. «Kom, laat ik u
alles geregeld verhalen. Dezenmiddag
mengde ik mij als burgerman onder de
menschen, die in de Morgue de lijken
kwamen bezichtigen. In het gedrang lie
pen twee mannen voor mij, die ik her
kende als gestrafte dieven. Ik hield hen
in het oog, omdat zij hier misschien hun
slag wilden slaan. «Hé, Sylvain, dien
armen duivel ken ikHij stond bekend
als een kerel, die goed met een dolk kon
omgaan en nu is hij met zoo'n dingetje
koud gemaakt
Bah," zei de andere dief, «hoe zou
je hem herkennen? Het gelaat is immers
blauw en vertrokken."
«Ja, maar de tatoeëering, dat is mijn
eigen werk! Hij liet voor4 tijdverdrijf....
verder kon ik hem in het gedrang niet
verstaan, maar ik hield hem in het oog,
totdat zij de Morgue verlieten."
«Hebt ge dien vermoorden man her
kend?" vroeg ik den een. «Ge zoudt de