COURANT. No. 34. Maandag 19 Maart 1894. 32ste Jaargang. Gemeenteraad UEEAU: Kleine Markt I N°. 187. Prijs per drie maanden 1.—. Franco per post 1,16. Atzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. UITGEVER: F. VAN DE VELDE Jr. te Vliasingen. PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig Agent voor Frankrijk de firma G. L. DAÏÏBB Co.. te Parijs. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond. Abonnementen voor België, Duitscbland, land en Frankrijk f 1.65 per drie maanden Zij, die zich met het volgend kwartaal, aanvangende 1° April a. s. op dit Had abonneer en, ontvangen de van heden tot dien datum verschijnende nummers g r at i s. .Zitting van Vrijdag16 Maart 1894. Voorzitter de heer Tutein Nolthenius, bur gemeester. Afwezig de heeren Mortier en Alter met kennisgeving, De Voorzitter opent de zitting met den heer le Sage van Hoeve, die voor het eerst na zijue ziekte ter vergadering verschijnt, hartelijk met zijn herstel geluk te wenscnen, waarbij hij de hoop uitdrukt, dat het hem zal gegeven worden nog langen tijd in het belang der gemeente te mogen werkzaam zijn, waarmede de leden van den raad blijken van instemming geven. De heer le Sage van Hoeve betuigt den Voorzitter zijn innigen dank voor de tot hem gerichte en zeer gewaardeerde woorden, als mede voor de belangstelling, welke hij van hem. en de leden van .den raad gedurende zijne ziekte mocht ondervinden. De notulen der vorige zitting worden ge lezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede een ingekomen schrijven aan Burg. en Wetb. van den Mi nister van W. H. en N. in antwoord op het dezerzijds opgemaakt exploit dd. 15 Dec. inzake de Marinehaven alhier, waarbij de Staat wordt gesommeerd om binnen den kortst mogelijken termijn (binnen éen jaar na dagteekening) de Marinehaven in zoo- danigen toestand te herstellen, dat het ser vituut betreffende bet lossen van beer, zoo wel als het recht voor handel en scheepvaart om met zeil- en stoomschepen de naven te kunnen naderen, daar binnen te loopen en daarin te laden en te lossen, ongehinderd kunne worden uitgeoefend. Van deze vordering, gedaan op grond van de met den Staat gesloten overeenkomsten kan de Minister de gegrondheid niet er kennen. Zooals reeds vroeger door zijn ambtsvoor ganger werd opgemerkt, legt de overeenkomst, van 1857 aan de gemeente de verplichting op om den beerput te maken en door een koker te doen uitloopen naar buiten in de vaartuigen en nergens elders. In het contract van '85 wordt aan de gemeente een recht fewaarborgd om te behouden drie uitloozings- uizen door staatsgrond, langs de beschoei ing van de buitenhaven. Dit recht strekt volgens den Minister zich niet verder uit dan tot het behouden van de drie genoemde buizenvan een servituut om in ae haven te mogen uitloopen is geen sprake en nog veel minder van eene verplichting van het Rijk om de buitenhaven in zoodanigen toe stand te houden, dat de vaartuigen den beer kunnen opnemen en vervoeren. Evenmin verklaart de Minister, dat het contract van '57 aan den Staat de verplich ting oplegt om de haven open te houden voor handel en scheepvaart in dien zin, dat de Staat de noodige werken zou moeten uitvoeren om de haven voor handel en scheepvaart bruikbaar te maken. Het bij dat contract gegeven recht voor handel en scheepvaart om de haven te naderen, binnen te loopen en daarin te lossen heeft geen an dere strekking, dan dat de haven, zoolang zij marinehaven is, niet mag worden geslo ten voor, noch het gebruik er van mag wor den ontzegd aan handel en scheepvaart. Daaruit vloeit dus niet voort, de verplich ting om de haven te herstellen en te houden in aen toestand van voor handel en scheep vaart bruikbare haven, maar alleen om geen handelingen te verrichten, die deu toegang tot en bet gebruik van de haven voor handel en scheepvaart zouden belemmeren en dit laatste geschiedt ook niet door het leggen van een dam in de marinesluis, omdat daar door in den feitelijken toestand van de haven geene verandering wordt gebracht en evenmin als te voren de mogelijkheid wordt weggenomen onl de sluis weder in bruikbaren staat op te leveren. Naar aanleiding van deze kennisgeving aan het adres van Burg. en Weth. leggen deze hierbij een schrijven hunnerzijds aan den Minister van W. H. en N. over, waarbij zij te kennen geven, dat zij het ongepast achten om, vóór dat de 2e Kamer eene be slissing heeft genomen op dat adres een verweerschrift toe te zenden om de in het hierboven aangehaald schrijven zijner Excel lentie's opgeworpen bedenkingen te weerleggen. Alleen meenen zij aan Z.E. kennis te moe ten geven, dat zij door hun stilzwijgen niet mogen geacht worden in te stemmen met de itt dat schrijven, naar hunne meening, aller zonderlingste en speeieuse uitlegging der tusschen den Staat der Nederlanden en de gemeente Vliasingen gesloten overeenkomsten voorafgegaan door tusschen de vertegenwoor digers van den Staat en de gemeente gevoerde onderhandelingen. Wijders deelt de Voorzitter een schrijven mede van mej. Snellen, houdende kennisge ving, dat zij hare benoeming als onderwijzeres aan school D aanneemt; idem van den heer Breukink, dat hij zijne benoeming als 2e gemeente-geneeskundige heeft aangenomen eene kennisgeving van Ged. Staten, waarbij het raadsbesluit tot onderhandschen verkoop van gemeentegrond wordt goedgekeurd idem het raadsbesluit tot onderhandsche verpachting van gemeentegrond eene beschikking van dat college, waarbij worden gehandhaafd de aanslagen in den hoof- delijken omslag van J. Walrave en A. J. Noordhoek iu de 13e en L. Nathan in de 11e klasse. Al deze mededeelingen worden voor ken nisgeving aangenomen. Worden overgelegd een afdruk van het adres aan de Tweeae Kamer, in zake de wer ken aan de Marinesluis, strekkende om de rechten der gemeente Vlissingen te handhaven en de Marinesluis en haven zoo spoedig mo gelijk in bruikbaren staat te brengen en voor het scheepvaartverkeer open te stellen idem een adres van adhaesie aan de Tweede Kamer van de Kamer van Koophandel al hier, in zake de Marinesluis, met verzoek om te willen bevorderen dat aan het verlangen vau den raad zal worden voldaaneen bezwaarschrift van I. van den Berg tegen zijn aanslag in de 5e klasse, dat met ont vankelijk wordt verklaard als te laat te zijn ingekomen. Wordt besloten op haar verzoek, wegens voortdurende ongesteldheid, eervol ontslag te verleenen aan mej. C. F. Kokelaar, als kwee- kelinge bij het onderwijs in de nuttige hand werken. Als le onderwijzer of le onderwijzeres wor den, op aanwijzing der commissie van toezicht op het lager onderwijs, benoemd aan School A (hoofd de heer Landsman) de heer J. J. Antheunisse. School B (hoofd de heer van Kamer) de heer K. C. Delvoije. School C (hoofd de heer Op den Zieke) de heer A. A. J. Weijens. School D (hoofd mej. Beijerman) mej. J. M. de Koningh. School E (hoofd de heer Frijlink) de heer F. van der Veen. School F (hoofd mej. Schuurman) mej. Ter benoeming van een onderwijzer aan school B worden voorgedragen de heeren E, J. Michielsen, onderwijzer te Terkeijden, A. N. Halm, onderwijzer te Dwingeloo en C. Sanderse, onderwijzer te Domburg en met algemeene stemmen als zoodanig benoemd de heer E. J. Michielsen te Terheijden. üit de voordracht van onderwijzeres aan school F, bestaande uit mej. A. J. Krafft, Onderwijzeres te Winterswijk, en mej. J. Meinesz onderwijzeres te 's Gravenhage wordt met algemeene stemmen als zoodanig benoemd mej. A. J. Krafft te Winterswijk. Ter voldoening aan art. 2 der verordening regelende het plaatselijk toezicht op het lager ouderwijs in deze gemeente, doet voornoemde commissie ter aanvulling barer vergadering toekomen twee dubbeltallen in alphabetische orde, als volgt; le dubbeltal, de heereu A. S. Talma en C. L. Voorhoeve, waaruit met algemeene stem men de heer Talma wordt benoemd. 2e dubbeltal, de heeren J. H. van Munster en P. de Maret Tak, waaruit met 7 stem men wordt benoemd de heer J. H. v. Munster. Wordt besloten tot den onderhandschen verkoop aan den heer M. J. Ketting, van 260 M2 gemeentegrond, gelegen aan den Bad huisweg, tegen den prijs van 130 M2 Af 10 en 130 M6 A f 2, alzoo tot een bedrag van f 1560 en f 70.85 voor trottoirkosten idem aan den heer Jac. Willemse, 260 M2 gemeentegrond, mede aldaar gelegen en tegen aenzelfden prijs, alzoo tot een bedrag van f 1560 en f 70.85 voor trottoirkosten idem aan den heer F. N. de Rooij, van 153 M5 gemeentegrond, gelegen aan de Clijver- straat, ad f 4.50 de M2, alzoo tot een bedrag van t 688.50 met bijbetaling van f 76.50 voor trottoirkosten id 'te tot, onderhandsche verpachting f^an den heer H. Stroo van gemeentegrond op het «Eiland,» tegen eene pachtsom vau f 25 's jaars; idem aan den heer J. Jacobse van een per ceel bouwland, gelegen op de voormalige glacis en wel voor de som van f 31 's jaars. Wordt besloten aan den heer A. H. Polak hij concessie tot wederopzeggens toe en be houdens de rechten van derden te vergunnen eene door hem te maken spreekbuis van uit zijn kantoor naar zijn woonhuis, de Zeilmarkt, aan te leggen in gemeentegrond en zulks op dezelfde voorwaarden als verbonden waren aan de concessie, verleend hij raadsbesluit van van 16 December 1891, no. 2. Naar aanleiding van een door den keur meester van viscn H. P. Pillault ingediend adres, houdende verzoek hem eene gratifi catie toe te kennen voor de waarneming der betrekking van keurmeester van de droge visch, welke betrekking in het leven werd geroepen bij de behandeling der begrooting 1S94 en wel ingevolge de nieuwe politiever ordening, stellen Burg, eu Weth., in aanmer king nemende, dat gedurende een gedeelte van 1893 de bewuste keuring door adressant is verricht, billijkheidshalve voor, hem daar voor eene gratificatie van f 50 toetekennen. Alzoo wordt besloten. Iu de zitting vau den gemeenteraad van December 1893 werd dr. C. Duijvis herbe noemd als le gemeente geneeskundige op eene jaarwedde van slechts f 600, omdat zijne werkzaamheden voor een gedeelte zouden worden overgenomen door een eventueel te benoemen tweeden geneeskundige. De in functietreding Yan dezen laatston heeft echter plaats gehad 20 Februari jl. zoo dat dr. Duijvis van 1 Januari tot 14 Febru ari 1894 de geheele praktijk heeft waarge nomen. Het komt Burg. en Weth. daarom billijk voor hem voor dien tijd eene bezoldi ging toe te kennen, berekend naar den maat staf van zijne oude jaarwedde vau f 700. Mitsdien stellen zij voor aan dr. Duijvis voor het tijdvak van 1 Januari tot 19 Febru ari van dit jaar eene bezoldiging toe te ken nen van f 97.21. Komt ter tafel het in de vorige zitting in gediend plan met voorstel van den heer A. Loois tot het bouwen van een overdekte loods tot berging der badkoetsen gedurende den winter. Naar aanleiding van dien hebben Burg. en Weth. nogmaals overwogen, of het met het oog op de groote kosten geraden is daartoe over te gaan. De kosten daarvan worden door den heer Looia geraamd op f1665. Burg. en Weth. zijn met de commissie voor de fabricage van oordeel dat een geteerde loods bij de badplaats leelijk zal staan, waar om men zal moeten besluiten deze te verveD, wat ongeveer f 55 meer zal kosten. Bovendien is het weuschelijk de loods 5 M. grooter te maken, wat de kosten nog zal vermeerderen en wel tot een bedrag van f2000. Burg. en Weth. hebben zich afgevraagd, of het gerechtvaardigd is deze som voor dat doel te besteden. Berekent men dit kapitaal tegen een rente van 4%, dan wordt per jaar een vermeerderde uitgaaf van f 80 gevorderd, terwijl de loods toch ook noodzakelijk zal moeten worden onderhouden. Daarenboven komt het B. en W. twijfelachtig voor, dat door de plaatsing van de badkoetsen gedu rende den winter in die loods de kosten van onderhoud zullen verminderen. Huns inziens lijden zij het meest in den zomer door het gebruik, de groote droogte en door het daar tegen opstuiven van het zand. De onderhouds kosten van de koetsjes zullen niet noemens waardig verminderen, terwijl daartegenover eene stellige aanzienlijke verhooging van uit gaven zal staan. Om deze redenen stellen zij voor niet te willen besluiten tot het doen bouwen van bedoelde loods, In de commissie voor de fabricage ver klaarden zicb 3 leden voor en 3 leden tegtn het bouwen van bedoelde loods. Mocht evenwel tot het bouwen van be doelde loods worden besloten, dan adviseert de commissie die niet te doen teren, maar te doen verven en deze conform het rapport van den gemeente-bouwmeester 5 meter langer te doen maken. De heer Wibaut zegt tot de voorstandera voor het bouwen van een loods voor de badkoetsjes te behooren en is te dien opzich te nog niet van idéé veranderd, van daar dat hij het voorstel van den heer Loois met genoegen heeft vernomen. Evenwel zijn in ae commissie van financiën daartegen beden kingen aangebracht, welke hij moet beamen en hem mede doen opzien tegen het doen van meerdere uitgaven voor de gemeente. Mocht evenwel eene loods kunnen gebouwd worden van eene som van 6 a f700, zou hij met zulk een voorstel mede kunnen gaan. Voor het doen van meerdere uitgaven voor het beoogde doel deinst hij terug. De heer Loois zegt, dat de begrooting van het ingediende ontwerp, om der kosten wil in deelen is gesplitst. Eene overdekking, rondom open, geraamd op p. m. f 1100 zou z. i. voor net doel «opberging in den droge" voldoende zijn. Mocht echter de raad kun nen besluiten tot het bouwen van eene loods, die 5 M. langer ia en rondom afgesloten met geschilderden buitenwand, dan zouden z. i. ae kosten van f2000 voor het beoogde doel toch zeer nuttig ziju besteed en iu de toe komst goede rente afwerpen. Dat de badkoetsjes gedurende S'/g maand van het badseizoen aan slijtage onderhevig zijn, spreekt van zelf. Dat ze echter dan meer zouden hebben te lijden dan in de ruim 8 maanden, aan allerlei ruw wêer blootgesteld, zal geen enkel deskundige kunnen toegeven. Dat zij in de buitenlucht staande en alzoo aan allerlei weer blootgesteld meer te lijder hebben dan wanneer zij in een loods opge borgen worden too'nt hij uitvoerig aan. Ook zouden daardoor de reparaties, die reeds ten vorige jare al zeer belangrijk waren, verba zend toenemen en de koetsjes bij een ver blijf in de open lucht veel spoediger moeten geverfd worden. Het verven alleen kostte het vorige jaar ruim f600, onverminderd de herstellingen, die de koetsjes moesten onder gaan. Wil men goed en solied verfwerk hebben, dan dient zulks op droog hout eu in den droge te geschieden, wat bij een voortdurend staan in de open lucht zoo goed als onmo gelijk is. Het is daarom, dat hij het voorstel zeer ter aanneming aanbeveelt, volkomen overtuigd, dat daardpor iu eene bestaande behoefte wordt

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1894 | | pagina 1