No. 20.
Woensdag 14 Februari 1894.
32ite Jaargang.
J
ylissi\i;sciii: ioiham.
Adres Gemeenteraad aan de
Tweede Kamer.
Nu de quaestie van de onbruikbaar-
making der voormalige Marinehaven wel
dra in de Tweede Kamer zal behandeld
wórden, meenden wij onzen lezers geen on
dienst te doen met hun in korte trekken
mede te deelen waarom de gemeente zich
gedrongen gevoelde een adres tot de
Tweede Kamer te richten als protest
tegen die onbruikbaarmaking
Aanleiding tot dit adres gaf de op 10
November jl. plaats gehad hebbende aan
besteding van het maken van een dam
in het buitensluishoofd der marinesluis
alhier, waarbij de Raad teverè op daartoe
gedaan voorstel van Burgemeester en
Wethouders besloot den Staat der Ne
derlanden te sommeeren
om de voormalige Marinehaven binnen
den kortst mogelijkeu termijn, immers
uiterlijk binnen een jaar na heden, in
zoodanigen toestand te herstellen dat het
meer gemelde servituut, zoowel als, het
recht voor handel en scheepvaart, om
zoowel met zeil- als stoomschepen de
haven te kunnen naderen, daar binnen
te loopen en daarin te laden en te los
sen, onverhinderd kunne worden uitge
oefend, ingevolge de daarbij overgelegde
contracten "en onder protest van kosten,
schaden en interessen, reeds geleden of
nog te lijden.
Deze sommatie aan den Staat der Ne
derlanden door de gemeente Vlissingen
vindt haar grond in de voorwaarden,
waarop een door haar den 29 Juli 1857
met den Staat gesloten contract van koop
en verkoop rustte, welk contract door de
Gedeputeerde Staten der provincie Zee
land, wat de gemeente aangaat, goedge
keurd werd.
Wij lezen daarin dat de Staat verklaart
van de gemeente Vlissingen te koopen
het onbebouwd terrein, gelegen binnen
de stad, nabij de voorhaven der Marine,
en eenige aangrenzende gronden, onder
voorwaarde het terrein, waarop zich de
verzameling van beer en mestvuilnis en
asch bevond, rondom door een behoorlijk
stevigen muur van 3,35 el hoogte af te
sluiten en binnen die afsluiting nog eenige
aangewezen verbeteringen aan te bren
gen. Eene strook gronds, langs de voor
haven der Marine, ter breedte van 6 el
len, bleef het eigendom der gemeente en
bestemd tot vrij en kosteloos gebruik,
zoo voor de Marine als tot lading en
lossing voor handelsvaartuigen en stoom
schepen.
Daarentegen moest zich de gemeente
verbinden afstand te doen van al de
rechten, welke zij had of zou kunnen
sustineeren op den eigendom van de
voorhaven, leidende tot het dok der Ma
rine, bekend onder den naam van de
Marinehaven, behoudens het recht
voor handel en scheepvaart,
LLETOri,
IWGIMII-Ï
Bewerkt door A. M. O.
10.)
VI.
Maurice Vasseur, redacteur van het
geïllustreerde dagblad De Schorpioen"
Dit opschrift las men op de deur eener
woning van de tweede verdieping in de
rue Marie no IK 1 >ie woning bevatte
drie kamers, welke met smaak gemeu
bileerd waren.
Op den morgen, dat Parijs ontsteld werd
door de tijding van den dubbelen moord,
was de kamer van den redacteur nog steeds
verlicht door een groote hanglamp. De
vensterluiken verhinderden
zoowel met zeil- als stooml-
schepen, om .de haven te
kunnen naderen, daar bin
nen te loopen en daarin te
lossen en te laden, buiten hin
der van de scheepsbeweging der Marine
en onder de verplichting zich te gedra
gen volgens de politie-bepalingen en de
politie-reglementen voor 's rijks Marine
haven, en onder alle zoodanige
beperkingen omtrent al bet
vorenstaande als t ij del ij k
in het belang der Marine
worde bepaald.
Pat de regeering er vroeger niet aan
dacht den toegang tot de Marinehaven
onbruikbaar te maken voor de scheep
vaart, zien wij als wij bet adres van den
gemeenteraad nader beschouwen In 1883
werd door de maatschappij De Schelde"
aanvraag gedaan om de sluis voor droog
dok in te richten. Het antwoord der re
geering was toen dat gewichtige
bezwaren van technischen
aard en de belangen der
scheepvaart, die het behoud
der sluis als reserve vorderen,
tot eene afwijzende beschikking op dat
besluit leidden. Bij de behandeling der
staatsbegrooting in 1890 was eene som
van 95000 gulden uitgetrokken, blijkens
de toelichting tot herstel en ver
nieuwing der deuren van de
voormalige Marinesluis te
Vlissingen. Door den minister werd
in zijn Memorie van Antwoord
medegedeeld dat in 1882 afwijzend be
schikt was op het verzoek der maatschap
pij De Schelde" om de sluis tot droog
dok in te richten, o.a. op grond dat
de belangen der scheepvaart
het behoud der sluis als re
serve vorderen, en dat in 1889 bet
verzoek herhaald werd, doch de zaak
sedert slepende was gebleven, waarom
de minister na hernieuwd verzoek van
de Maatschappij voorstelde eerlang eene
beslissing te nemen in deze zaak.
Ondertusschen was door het niet op
diepte houden der voorhaven de toegang
tot de sluizen slechts bij hoog water en
met uiterst kalm weder beschikbaar en
het voor de gemeente onmogelijk gewor
den den beer uit den beerput te doen
uitloopen in de daarvoor bestemde sche
pen, niettegenstaande dit recht bij de
ruiling van gronden aldaar bij overeen
komst van 24 Juni/17 Juli 1885 gewaar
borgd was door den Staat.
De gemeente vestigde den 22n Juni
1889 in een request aan den Minister van
Waterstaat de aandacht op dien toestand
en herhaalde haar verzoek het volgende
jaar.
Pen 7 Augustus 1889 volgde het ant
woord des Ministers, nl. dat het rijk niet
verplicht was genoemde haven op diepte
te houden, daar dit niet voortvloeide uit
het licht van den aanbjekenden dag in de
kamer te dringen, evenals zij het licht
der lamp beletten een enkel straaltje op
de straat te werpen In den haard brandde
een knetterend houtvuur en dicht daarbij
zat de redacteur Maurice, in een donker
blauwe morgen-jas, een heerlijke regalia
te rooken.
Maurice Vasseur kon weinig meer dan
drie en twintig jaar oud zijn. Zijn dik
zwart haar viel in natuurlijke krullen op
het ietwat laag voorhoofd. De opkomende
knevels stonden fraai bij zijn fijngevorm-
de lippen, die zich dikwijls tot, een schel
honend lachje openden. De kleur van
zijn regelmatig schoon gelaat herinnerde
aan het matte bleek van den opaal, waar
bij zijn groote,donkere, glinsterende oogen
zeer voordeelig afstaken. Aan zijn rech
terhand lag een boute hoop kleedingstuk-
ken bij elkander op den grond een
zwart vest, een winterjas, een hemd met
eenige bloedvlekken, een sjaaldoek van
witte wol, een halsdoek van roode zijde,
een blonde pruik en blonde knevel en
meergenoemde overeenkomst van 1857.
Z E. wilde echter medewerken zooveel
hem mogelijk was de gemaakte bezwa
ren op te heffen.
Later, in 1893, gaf liet gemeentebestuur
aan den Minister te kennen, dat het de
beer- en mestplaats wenschte te ver
plaatsen, maar daarbij volstrekt niet be
doelde de rechten op de bruik-
baarraaking der Marineha
ven en s 1 u i s p r ij s t e g ev e n Pe
Minister antwoordde, nadat het gemeen
tebestuur zich nogmaals tot hem gewend
had. dat hij geene vrijheid
vinden kon te dezer zake de
gemeente geldel ij k schade
loos te stellen, doch bereid was
zijne medewerking te verleenen om een
stuk terrein van het rijk in erfpacht te
krijgen.
Nadat dus aau het gemeentebestuur
gebleken was dat bij het Ministerie van
Waterstaat, Handel en Nijverheid geene
geneigdheid bestond om de geopperde
bezwaren weg te nemen en uit de reeds
gemelde aanbesteding van een te maken
dam in het buitensluishoofd der Marine
ten duidelijkste blijkt dat noch eene spoe
dige voltooiing, noch het openstellen en
bruikbaar maken in bet voornemen van
Z.E. den beer Minister ligt, besloot de
gemeenteraad zich tot de Tweede Kamer
te richten met het verzoek de rechten
der gemeente te handhaven en de Marine
sluis en haven zoo spoedig mogelijk in
bruikbaren toestand te brengen en voor
het scheepvaartverkeer open te stellen.
Uit de pers.
Het Sbl. is met de gewijzigde kieswet
nog niet voldaan. Het blad zou willen
dah zooveel mogelijk alleen diegenen
als kiezers worden toegelaten, die i n
werkelijkheid in eigen onderhoud
en dat van hun gezin voorzien Het
begrip van vaste woning of woonplaats"
wenscht het nader omschreven te zien.
I'e termijn van drie maanden is te kort
voor een ernstigen waarborg Zij zou
eene vestiging gedurende ten minste 6
maanden in dezelfde woning verlangen
en daarmede een enkele verhuizing in
het geheele jaar gelijk willen stellen.
Op die wijze zou men ook de zwervers,
die in slaaphuizen hunnen intrek nemen,
beter weren.
Verder oordeelt bet blad dat uitgeslo
ten moeten worden van bet kiesrecht
veroordeelden wegens openbare dronken
schap en overtredingen der zeden. Wat
de schrijfproef betreft, heeft het er be
zwaar tegen dat het lezen en schrijven
thans voorgesteld wordt als bewijs van
bet éene kenteeken van geschiktheid en
welstandhet voorzien in eigen onder
houd en in dat van het huisgezin. Dit
is geen bewijs van een kenteeken, maar
een portefeuille van groen geitenleder.
Maurice nam een tang in de hand en
wierp daarmee eerst den halsdoek in de
vlammen. Na weinige oogenblikken was
deze tot asch verteerd- Toen volgden
het hemd en het vest denzelfden weg.
De asch, die het vuur dreigde te dooven,
wierp hij met een vuurschop in een em
mer, die aan zijn linkerhand stond. Ver
volgens wierp hij eenige stukken hout bij
het vuur en toen dit flink brandde, gin
gen de wollen sjaaldas, pruik, knevels
en portefeuille denzelfden weg als 't vest
en de halsdoek Een stank van verbrande
wol en baar verspreidde zich door de
kamer en meermalen moest Maurice de
asch wegscheppen om te voorkomen, dat
het vuur uitging
Nu kwam eigenlijk het moeielijkste
pas aan, namelijk het verbranden van
den zwaren, gevoerden winterjas Maitrice
wierp eeu bijna moedeloozen blik op dat
groote, lastige kleedingstuk. Eindelijk
greep hij de schaar en begon de jas aan
kleine stukken te knippen, die onmid-
een deel van het kenteeken zelf, of liever
een tweede kenteeken, zoowel van ge
schiktheid als van maatscbappelijken
welstand.
Het Hbl. geeft van dit artikel eene
verbeterde redactie. Verder zou bet van
den kiezer een schriftelijke verklaring
willen vorderen dat hij voorziet in het
onderhoud van zich en zijn gezin. Deze
verklaring behoeft echter slechts een
maal te worden afgelegd
Het Centrum wijst op de verdeeldheid,
die er in de anti revolutionaire partij
heerscht inzake het hooger onderwijs, en
op het gevaar, dat haar dreigt door het
onder anti-revolutionaire vlag binnen
loodsen van allerlei socialistische begin
selen.
liet blad kan zich niet begrijpen dat
katholieke organen zich in zulk een toe
stand verhengen, daar de katholieke partij
bij 't uiteenrukken der antirevolutionaire
niets te winnen, maar wel te verliezen
heeft Ook verheugt men zich te vroeg,
daar de kans op vernietiging van ge
noemde partij zeer gering is.
Binnenland.
Vlissingen, 13 Februari.
Lijst van brieven, geadresseerd aan
onbekenden, ten postkantore alhier ter
verzending ontvangen gedurende de 2e
helft der maand Januari jl.
Pedriesse, Driewegen; J. Cuijpers, Lo-
vendeghem (Belgie
De Kamer van Koophandel te Middel
burg beeft in haar zitting van Maandag
besloten zich bij adres te wenden tot
de Tweede Kamer, met verzoek te ge-
moet te komen aan de alleszins billijke
eischen van den gemeenteraad van Vlis
singen vervat in zijn adres van 21
December 1893 opdat de Marinesluis
en haven zoo spoedig mogelijk in bruik
baren staat worden gebracht en voor
het scheepvaartverkeer opengesteld.
Tevens besloot de Kamer van Koop
handel bij de regeering aan te drin
gen alle zoodanige maatregelen te nemen,
waardoor ook de werken te Veere ten vol-
aan hunne bestemming beantwoorden
zullen.
De officier van gezondheid 2e kl. V-
Gravenstein is geplaatst te Amboina.
Te beginnen met 1 Juli zal, meldt bet
Centrum, geeD goederenvervoer des Zon
dags plaats hebben op liet Noorder- en
Zuideruet van de lijnen der Staatsspoor
wegmaatschappij en zal de H. IJ. Spoor
wegmaatschappij dit voorbeeld volgen
H.M. de Koningin-regentes aanvaardde
dellijk in het vuur gingen. Het was een
moeielijk en vervelend werk, maar einde
lijk was hij gereed. Hij keek in het rond,
neen, er was niets meer, dat verbrand
moest worden.
Afgeloopen," mompelde bij met een
verlicht hart. Hij zuiverde den haard
van de asch, legde nog een paar stuk
ken hout bij het vuur en bracht vervol
gens den emmer in de voorkamer uaar
den gootsteen bij de kraan der water
leiding. Hij vulde den emmer met water,
schudde alles goed om en ledigde toen
den emmer in den gootsteen. Het dikke
vuil van de asch werkte hij met een
stokje door de kleine gaatjes naar bene
den en spoelde vervolgens alles goed na,
tot alles weer zindelijk was.
Bij zijn terugkeer in het schrijfvertrek
kwam hem de stank vau het verbrande
goed te gemoed. Haastig opende bij het
raam en de luiken om de frissche lucht
toegang te verschaffen Doch nu drong
ook bet heldere daglicht de kamer binnen.
[Hordt vervolgd.)