VLISSUXGSCQE COURANT. No. 10. Maandag 22 Januari 1894. 329te Jaargang. Gemeentebestuur. KI 0=0 W I CU KI I II Do Burg. en Weth. van Vlissingen, Gezien de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875 (Stbl. no. 95), tot regeling van het toe zicht bij bet oprichten van inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunDen ver oorzaken, Geven bij deze kennis, dat bij hen zijn in gekomen verzoeken van lo. A. J. Woltuers, tot het oprichten van eene kalkbiusscberi], in perceel wijk A no. 99 (Kousteenschendijk), 2o. W. J van Uxem, idem van eene kui perij, in perceel D. 195 (Schoolstraatje) dat dit verzoek met de bjjlagen, gedurende veertien dagen, te beginnen met Vrijdag den 19en JanQari 1894 op de gemeente secretarie ter visie zal worden gelegd en dat den 2en Februari 1894, ten raadhuize, do9 nam. te 2 uren, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen het oprichten der in richting in te brengen terwijl gedurende drie dagen vóór dat tijdstip, ter gemeente secretarie van de ter zake ingekomen schrif turen kennis kan worden genomen. VlissiDgen, 19 Jan. 1894. Burg en Weth. voornoemd, TUTE1N NOLTHENIÜS. De Secretaris, J. H. C. BÜSING. Afk&ndiging van het kohier der gromibelastinO dienst 1894. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat bet op beden bij bem ontvangen ko hier der grondbelasting, dienst 1894, ter in vordering aan den rijksontvanger is verzonden en noodigt mitsdien de daarop voorkomen de belastingschuldigen uit, om bnnne aan slagen op de daartoe bepaalde termijnen aan te zuiveren. En is biervan afkondiging geschied waar het behoort, den 19 Jan. 1894. De Burgemeester voornoemd, TUTEIN NOLTHENIÜS IX. Zooals ik zeide, was er dus in Afrika een ruim arbeidsveld voor de beschaving Engeland vooral gaf het voorbeeld. Wan neer wij de geschiedenis van den be roemden Livingstone lezen, worden we vervuld van bewondering voor zooveel volharding en zelfopoffering I Jaren heeft hij doorgebracht in die gelieel onbeken de streken te midden van eene woeste bevolking, die de blanken alles behalve genegen was. Hij heeft zich daar niet alleen weten staande te houden, maar wat meer zegt, hij heeft zich daar be mind weten te maken. Niet met de wa penen baande hij zich een weg door die wildernissen, neenmet het zwaard van den christelijken godsdienst, door hulp betoon bij ziekten, waar zijne bekwaam beid als arts genezing wist aan te bren gen, maar vooral door menscbenliefde en zachtzinnige behandeling veroverde hij de harten dier bewoners. Verder was zijne zendiDg zuiver wetenschappelijk. Zijn onderzoekende geest vreesde geene bezwaren, om de voortbrengselen uit de verschillende natuilrrijken op te sporen, ze te verzamelen,, atle.rlei belangrijke aauteekeningen te maken, en op die wijze voor zijn land eenen rijken schat te vérgaderen. Met den naam van Livingstone ver binden we onwillekeurig dien van Stanley. Men weet het toch immers, hoe men in geen jaren eenig bericht van den eerst- genoemdeu had ontvangen, welk eene ongerustheid daarop aaugaaude hem be- gou te heerschen, en hoe eindelijk de ondernemende uitgever vau het Noord- Araerikaansch blad the New-York Herald zich weudde tot een man, bekend door zijn reizen, zijn moed en stoutmoedige, zelfs roekelooze volhardiug, tot Stanley. Dadelijk was hij bereid, om die voor hem zoo vereerende, zoo aanlokkelijke taak te volbrengen. Het gelukte hem, den vermisten reiziger op te sporen, en wat hij op dien merkwaardigen tocht heeft gezien en ontdekt en ondervonden, dat alles kunnen we lezen in 't zoo al gemeen bekende werk, dat in onze taal den titel draagt van: hoe ik Livingstone vond." Op hem kom ik nog terug. Niet lang nadat de merkwaardige ont moeting tusschen die beide mannen plaats had, begon Livingstone's gezondheid mer kelijk te verzwakken. Toch gaf hij den moed niet op, en wendde alles aan, om 't doel, dat hij zich voorstelde, te bereiken'. Met eiken dag verminderde hij. De man, die vroeger met den edelsten moed was bezield en dien bij zijn gevolg wist op te wekken en staande te houdendie altijd aan 't hoofd der zijnen hen voor ging, hij kwam nu geheel en al achter aan- Somtijds zat hij nog eenige uren op zijn ezel, maar spoedig veroorzaakte hem dit te veel pijn, en hij werd gedra gen op een soort van ruwe draagbaar, door zijne bedienden van takken gemaakt. Spoedig naderde zijn einde, en op zeke ren morgen vond men hem dood. Hij was gestorven, zonder dat een vrienden hand zijne oogen sloot, op duizende mijlen afstands van zijn vaderland. En wat deden nu die o n beschaafde wilden? 'tEerste antwoord zon mis schien gel'uid hebbenze namen zijn lichaam en verslonden het, en wanneer daarop een vol afschuw uitgesproken neenklonk, zou men hoogstwaar schijnlijk zeggen »het beste, wat ze nog deden, was 't lijk niet aan de roofdieren over te laten, maar het te begraven." Ook dit deden ze niet. Met den dood was de sterke liefdeband, die tusschen die menschen en den beschaafden Europeaan bestond, niet verbroken. Ook bier gold de waarheid van het schoone gezegde de liefde is sterker dan de dood. Ze wisten het, hoe de geliefde meester aan zijn vaderland was gehechtze wisten het, hoeveel waarde hij vond in die zorgvuldig gehoudene aauteekeningen, waarvoor ze eerbied gevoelden, en daarom namen ze bereidwillig de taak op zich, om het lijk en de aanteekeningen te ver voeren naar Zanzibar. Wanneer zij een maal daar aan de kust waren, dan was 't overbrengen naar Engeland een gemak kelijke taak. Weinigen zullen zich een denkbeeld kunnen vormen van zulk eene onderneming 1 Groot was de afstandon telbaar waren de gevaren, bijna onover komelijk de bezwaren bij 't overtrekken van breede, snelstroomende rivieren bij een totaal gemis van bruggen, en toch hebben ze die edele taak volbracht 1 Ik herhaal wat een sterk sprekend bewijs van liefde, van innige gehechtheid, van eerbied voor de zedelijke kracht der be schaving Dat wonder der liefde bad Livingstone gewrocht. Let welnooit heeft hij iemand van zijn gevolg wegens weerspannigheid gedood Wat beteekent in het oog van sommigen het leven van zoo'n schepsel, zóó onbeschaafd, zóó wei nig liooger staande dan een dier? Zooals men weet, is de man in de Westminster Abdij met groote eer be graven. Hij rust daar te midden van ko- ningeu en vorsten en beroemde dichters. Die allen vereenigde hij in zijn persoon. Hij had volbracht, wat anderen vóór hem niet hadden kunnen doen. Over een ge deelte der menschheid had hij zijnen schepter gezwaaid. Onbeschaafden had hij verwonnen door de beschavende macht der liefde. Hoe ging 't verder? Dezelfde Stanley heeft later zijne ontdekkingsreizen voort gezet, een nieuw licht over vele onbe kende streken doen opgaan, en zijn naam klonk wijd en zijd Naast liet straks ge noemde werk, waarin hij het vinden van Livingstone beschrijft, hebben we nog andere werken van zijne hand, waarin zijn roemvol volbrachte tocht dwars door 't zwarte land wordt beschreven Wat al geestdrift heerschte er allerwegen, toen de mare zich verspreidde, dat bij alle gevaren te boven was gekomen en de kust veilig had bereikt! Zijn naam zweefde op aller tongen. Eene eervolle ontvangst werd hem in Engeland bereid, en in andere landen, die hij later be zocht, ontbrak het niet aan huldebe- wijzen. En toch is er zulk een hemels breed onderscheid tusschen den roem dier beide mannen I Naar mijne hescheidene meening zal de naam van Livingstone langer in een gezegende herinnering blijven, voor al op 't punt der beschaving. Sedert maanden spreekt men niet meer over Stanley. Natuurlijk blijven zijoe geschrif ten. Maar hoe kort na die uitbarsting van geestdrift bij zijne terugkomst, kwa men er van meer dan eene zijde beschul digingen tegen hem iu met betrekking tot de behandeling, die hij die onbeschaaf de volkeren deed ondergaan. Wal al staaltjes van ruwheid en wreedheid werden er toen niet te berde gebracht, die men toch niet geheel beeft kunnen logenstraf fen Hoe dit mogelijk was, zullen we later zien. Nog een derde belangrijke figuur zie ik daar voor mij. 't Is Emin -Pacha, een geboren Duitscher, wiens dood nog niet lang geleden is bevestigd. Ook hij be hoort tot de groote onderzoekers van onbekende landenook hij heeft zich een naam verworven in Europa. Onophoude lijk heeft men zijnen naam in de dag bladen vermeld gezien, en de tijdschriften bevatten zijn afbeedsel. En toch al weer, hij is een geheel ander man als Livings tone. Zijn leven in Afrika was rijk aan avonturen, aan gevechten, aan ruwe handelingen, waar hij tot zelfbehoud krachtig moest optreden. Ook zijn tocht is een gewapende, maar de liefde is 1 ij „hem evenmin het alles overwinnende wapen gelijk bij Livingstone. Andermaal rijst de vraag bij ons opvan waar dit verschil Om dit te beantwoorden, moeten wij een blik slaan op de toestanden in Eu ropa. Gelijk wij weten, zijn Engeland en Nederland en Frankrijk langen tijd voornamelijk de landen geweest, die in 't bezit waren van koloniën, waaraan zij hun voornaamsten bloei en vooruitgang te danken hadden, 't Was niet te' ver wonderen, dat ook bij andere landen de begeerte ontstond, om in 't bezit te ko men van koloniën, en niet langer in dit opzicht bij andere landen te moeten ach terstaan. Duitschland breidde zijne zee macht hoe langer hoe meer uit, voltooide groote havenwerken, en te midden van luidruchtige vreugde kon de in bezit ne ming van een strooks lands aan Afrika^s kust den rolke worden verkondigd.Die per zik smaakte naar meer! Men zette het ver- overings- en bezettingswerk voort, en op dit oogenblik heeft het grondbezit reeds eene tamelijke uitgestrektheid. Italië volgde het voorbeeld. Ook daar richtte men het oog op Afrika en België deed evenzoo. 't Had er veel van, of men in Europa het plan had gemaakt, om Afrika voor een groot gedeelte een voudig te verdeelen. Paar was men evenwel niet zeer ge steld op de indringers. Menig gevecht is daar geleverd, en de bovengenoemde lan den hebben aan hun schatkist het be wijs gezien, dat overzeesche oorlogen schatten verslinden. Engeland, dat reeds zulke groote bezittingen in 't zuiden van Afrika had, liet het ook niet daar bij blijven en 't is nog maar zeer kort ge leden, dat men het volk der Matabelen heeft aangevallen Nu komt de groote vraag: geschiedde dit alles ter wille, ter bevordering van de beschaving Geheel toestemmend kunnen we hierop niet ant woorden We hebben 't reeds aangetoond, dat dit bij Livingstone hoofddoel was, maar bij de handelingen der volgenden sche mert een ander doel zeer duidelijk door. Zonder te willen ontkennen, dat men Engeland veel verplicht is voor de krach tige, doortastende maatregelen, om den nog altijd heerschenden slavenhandel den kop in te drukken, zien we toch aan den anderen kant een meer egoïstisch doel, het doel om handel uit te breiden, om rijkdommen te verwerven, zonder te vragen, of die volken het goed vinden, dat men op hunnen grond, hun eigendom, met geweld van wapenen vasten voet tracht te verkrijgen. De jongste tocht tegen de Matabelen heeft dan ook terecht menigeen met verontwaardiging vervuld. Wanneer we daar met ophef lezen, dat wel een 3000 inboorlingen door het snel vuur der Europeanen, een vrucht hunner meerdere beschaving, als 't ware geslacht werden, dan doet ons dit terugdenken aan tijden van onbeschaafdheid Waarlijk bij dit alles staat verspreiding van be schaving niet op den voorgrond! Laat ons nu een blik slaan op Europa, waar de beschaving zulke reuzenschreden heeft gemaakt en zien of d« vruchten geheel en al aan de verwachting hebben voldaan. Casacara. Binnenland. Vlissingen, 20 Januari. Be scherm- en tooneelvereeniging Prinses Wilhelmina" alhier heeft, naar wij vernemen, het voornemen opgevat om op 28 Febr. e k. hare tweede uit voering in dit seizoen te geven, waarbij ook het muziekgezelschap «Ons Genoe gen" zijne medewerking verleenen zal. Door dit laatste zullen eenige stukjes gespeeld worden, terwijl de scherm- en tooneelvereenigiüg verschillende nommers in de schermkunst ten beste geven zal, en tot slot met medewerking van dames het blijspel Daar is Mijnheer" zal op gevoerd worden. Er zal dus nog al aardig wat te ge nieten gegeven worden en «.indien wij hier nog bijvoegen, dat een gedeelte van het muziekgezelschap er zich op toelegt om dien avond gratis dansmuziek te bezorgen, dan meenen wij, dat aan be doelde uitvoering een groot bezoek zal ten deel vallen. Wie zich met ons de eerste uitvoering in dit seizoen herinnert, zal overtuigd zijn, dat de scherm- en tooneelvereeni ging haar beste krachten inspant om werkelijk iets goeds te leveTen. Dit zou dus reeds eeue reden kunnen zijn om een druk bezoek aan te bevelen. Waar echter genoemde vereeniging be sloten heeft de zuivere opbrengst en kosten zijn er ditmaal al zeer gering te maken te storten in de kas van «Hulp in Nood," daar is dit voor ons nog eene reden te meer om tot een be zoek aan deze uitvoering op te wekken. Wij weten wel dat het Bestuur vau «Hulp in Nood" nog maar pas voor eenige dagen zelf een beroep op de beurs der ingezetenen gedaan heeft, maar och, zoo licht wordt aan den eenen kant ver zuimd bij dezen of genen een bezoek te brengen, terwijl men aan den anderen kant er ook niet altijd aan denkt om zijn penningske ter bestemder plaatse te bezorgen. Ongezocht wordt nu aan een ieder gelegenheid geboden, om eene bijdrage aan de kas van «Hulp in Nood" af te staan en gelijkertijd voor zijn geld iets goeds te genieten. Uit dit tweeledig oogpunt zou het ons werkelijk aangenaam zijn, indien wij van de uitvoering van 28 Feb. e. k. mochten schrijvende zaal was stamp vol en de opbrengst heeft de ver wachtingen overtroffen. Van 13 tot 19 Jan. zijn alhier uit Queenboro met de mailbooten der stoom vaartmaatschappij «Zeeland" aangeko men met de dagbooten 71 en met de uachtbooten 362, daarheen vertrokken .net de dagbooten 149 en met de nacht booten 321, alzoo samen aangekomen 433 en vertrokken 470 passagiers.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1894 | | pagina 1