VLISSINGSCHE COURANT VADER EN ZOON. No. 86. Woensdag 26 Juli 1893. 313te Jaargang. Gemeentebestuur. ïtirvEascEte. KleinimM in Sterta Draal Binnenland. BUREAU: Kleine Markt I N°. 187. Prijs per drie maanden 1.—. Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. UITGEVER: F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen. PRIJS DER AUVERTF.NTIENVan 1 tot 4 regels 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig Agent voor Frankrijk de firma G-. Ij. DAUBT3 Co., te Parijs. Verschijnt Olusdag-, Donderdag-en Zaterdagavond. Abonnementen voor België, Duitschland, Enge land en Frankrijk f 1.66 per drie maanden. Verkenen van vergunningen tot het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen, gelet op art. 8 der wet van 2 Juni 1875, (Staatsblad no. 95); brengen ter algemeene kennis, dat bij hun besluit van den 21 Juli jl vergun ning is verleend aan P. de Landmeter, wonende alhier, tot het inrichten van eene vleesch- en spekrookerij, in perceel wijk D no. 176, in het Schoolstraatje. Vlissingen, den 21 Juli 1893. De Burg. en Weth. voornoemd, TUTEIN NOLTHENIUS. De Secretaris J. H. C. BUSING. Verzoek om vergunning tot verkoop van merken Drank in 't klein. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen, gelet op art. 5 der wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad no. 87), zooals die is gewijzigd bij de wetten van 23 April 1884 (Staatsblad no. 54) en 16 April 1885 (Staatsblad no. 78); doen te weten: dat bij hen is ingekomen een verzoek schrift, om vergunning tot verkoop van sterken drank in 't klein van A. J.'Bul- terijs, in perceel wijk C no. 48, Groote Markt. Vlissingen, den 25 Juli 1893. De Burg. en Weth. voornoemd, TUTEIN NOLTHENIUS. De Secretaris, J. H. C. BUSING. Vlissingen, 25 Juli. Te 12 uren kwam Zondag van St- Amands het harmoniegezelschap «Ceci lia* dat uit een 40tal personen bestaat, met.de provinciale stoomboot alhier aan. Muziekmakende begaf bet zich naar den Noordzee-boulevard en speelde voor de BEWERKT DOOR A M O. EERSTE DEEL. 1.) I. Over de franie, zachte tapijten, de molli ge divans en de met atlas overtrokken kus sens, langs de vensters en de damasten portieres, speelde het 9chijnael van het vaar ia den haard, dat ook de fraaie, maar som bere gelaatstrekken verlichtte van eene jonge dame, die voortdurend in den gloed staarde. Het was in Augustus, den 29en, en deze dag zou in baar geheugen gegriffeld worden. Het mocht kond of heet weer zijn, Janu- "fj of. Jali, altijd garen de massieve muren Hollandeche loodsen-societeit het «Wien Neerlandsch bloed." Nadat het verzocht was binnen te komen, voerde het nog eenige nommers uit, en werden eT har telijke toespraken gehouden door den loods Roest en den president van Cecilia. Daar het te 3 uren te Middelburg een concert moest geven, was het verblijf alhier niet van langen duur. Te half 3 uren arriveerde een manne koor, dat zingende over den Nieuwendijk trok en aldaar een nommer zoDg. Dat de badplaats ook bezocht werd behoeft wel geen betoog. Eerst te 6.20 vertrokken de pleizier- reizigers met de «Walcheren" naar Ter Neuzen. In een onzer vorige nummers deelden wij mede, dat een schippersvrouw onder Poortugaal aan H. M. de Koningin-Re gentes om eenige financieele hulp had verzocht eu dat haar door tusschenkomst van den burgemeester, namens H. M. een gift van f 60 werd ter hand gesteld. De Arnh. Ct. teekent hierbij aan Het is zeer aangenaam voor den schip per en zijn vrouw, dat zij hun schuit kunnen herstelleu, en niemand zal hun dit misgunnen, maar als iedereen die een sommetje noodig heeft, zich maar tot H. M. de Koningin-Regentes wendt, dan is het te vreezen, dat al spoedig menig een zal worden teleurgesteld. H. M. moge over een aanzienlijk for tuin te beschikken hebben, zoo rijk is Zij niet, dat Zij het lang zou kunnen volhouden, als iedereen zelfs maar een bescheiden aanslag op Hare beurs doet. Thans is ook voor Middelburg en om streken eene onderafdeeling van de pa- troonsvereeniging «Boaz" tot stand ge komen. In eene dezer dagen onder leiding van den heer A. Dingemanse, lid van het hoofdbestuur, gehouden vergadering der afdeeling werd een bestuur benoemd, bestaande uit de heeren C. Verhage, P. J. de Kruijter en C. Mak te Middelburg, PI. J. v. d. Meer, A. Huson en J. Bos te Vlissingen, W. Melis te Serooskerke, C- Willemse te St. Laurens en J. Pouwer te O. en W. Souburg. In eene volgende vergadering zal door het bestuur een van het slot eene ijzige koelte af. Het was dus natuurlijk, dat jaar uit jaar iu en dus ook nu in de woonkamer de haard brandde, die thans met zijn licht het schoone gelaat bestraalde vau Blanca, d« meesteres van het slot. Het slot «Nortbminster" was helgrootste oudste en prachtigste gebouw in Cheshire eo daarvan was die slanke, zwartharige Blanca de gebiedster. Sedert haar zestiende jaar was zij verloofd met graaf Victor Norton. Het huwelijk zou in het begin der volgende maand gesloten worden en Blanca was ver vuld met toewijdende liefde voor den grasf. "Welk eene schoone toekomst ging zij te gemoet I En toch, terwijl buiten de avond viel, stond zy opgewouden, in spanning te pein zen en haar lippen klemden zich voortdurend vaster op elkaar. Blanca had zwart haar en eene dookere tiDt. Als zij boos was, plaagde haar neef haar dikwijls met haar eene «kleine Mulattin" te noemen. Haar groote, schitte rende oogen schenen dan vunr te spatten. Hsre moeder was eene Castiliaaosche geweest; huishoudelijk reglement ter tafel worden gebracht. Naar de ÏV. Jt. Ct. verneemt, is een wetsontwerp op den leerplicht thans hij den Raad van State in onderzoek. Bij het departement van koloniën is gisteren het volgende telegram van den Gouv.-Gen. van Ned.-Indië ontvangen »In den avond van 20 dezer is op het stoomschip onderHollandsche vlag,Raijah Kongsi Atjeh" tusschea Telok Se ma we en Edi onder de Atjehsche passagiers een oproer uitgebroken. Het scheepvolk werd aangevallen en grootendeels vermoord ook de kapitein en de stuurman, heiden Engelschen. Totaal gedood 34, gewond 15. Twee Europeanen, machinisten, on gedeerd aan boord gebleven. De Atjehers verlieten met eenige door hen gevangen genomen passagiers, geen Europeanen, bet schip bij Diamantpunt. Drie gevan genen naar Telok Semawe gevlucht Schip in onze handen. De gouverneur, de commandant der scheepsmacht en de resident zijn naar de plaats van het on heil vertrokken {St. Ct.) -De Minister van Oorlog heeft het ge voelen van de inspecteurs der verschil lende wapens gevraagd over het voor nemen om de sergeanten, bestemd om te velde een luitenantsplaats te vervullen, reeds in vredestijd den titulairen graad van sergeant-majoor te verleenen, wan neer zij gedurende twee jaren als zoo danig tot tevredenheid van hunne korps- kommandanten hebben gediend en als dan voor hunne taak nog alleszins ge schikt zijn. Uitdrukkelijk is echter op den voorgrond gesteld, dat de sterkte van het kader per compagnie hierdoor niet mag vermeerderd worden. Om het aftreden van den heer Pijn- acker Hordijk behoeft niet getreurd te worden zegt de Kamper Ct. Er zijn weinig gouverneurs-generaal geweest die zoo weinig van zich hebben laten hoorenmen mag wel zeggen, die zoo weinig getoond hebben op de hoogte van hunne taak te zijn. Zooals men weet, werd hij tot het hooge ambt benoemd op voordracht van den van huar bad zij die donkere oogen en dat warme, hartstochtelijke temperament geërfd. Zij was in Oad-Caatilië geboren. Toen zij tien jaar oud was, stierf ook haar vader en nu trok zij naar het slot «Northminster,* om dasr op het stamgoed van haar voorvaderen te regeereu en te heerschen. Zij kwam niet alleen. Een groote knaap van omstreeks twaalf jaar, donker van uit zicht, vurig ais zij, eu verrukkelijk schoon, kwam met haar mee. Het was baar eenige broeder, Juan gebeeten en een satanskind sedert zijne geboorte. Hij bleef echter slechts korten tijd op bet slothij verdween plot seling au niemand had sedert dien tijd iets van hem vernomen. In vroolijke baien noemde haar neef haar i,de Mootsche prinses", en die naam paste haar bijzonder. Er lag eeoe groote bekoor lijkheid in baar voorkomen, terwijl zij daar in een schitterend zijden kleed, met een fonkelenden diamant in het haar, voor den haard stondzij was waarlijk schoon en bare bonding was koninklijk. minister Keuchenius. Deze Minister trof het, dat onder zijn bestuur én het ambt van gouverneur van Suriname én dat van landvoogd in Oost-Indië va cant kwamen. Naar de West zond hij als vertegenwoordiger van het Neder- landsch gezag een man, die daar huis hield op eene wijze, die het noodig maakte hem tot aftreden te dwingen. Men her innert zich de treurige geschiedenis van het gouverneurschap des heeren De Sa- vornin Lohman; hoe door hem het ge zag tot een speelbal werd gemaakt in de banden van een troep onbeschaafde negers. Ook in zijne keuze van een Gouverneur- Generaal voor de Oost was de Minister van Koloniën al zeer ongelukkig. Geen ander bewindsman zou in staat zijn geweest voor een zoo gewichtig ambt iemand te kiezen, die daarvoor zoo wei nig qualiteiten had als de heer Pijnacker Hordijk. Het heette destijds, dat de Minister Keuchenius door deze benoeming een blijk gaf van onpartijdigheid, omdat de benoemde niet tot zijne geestverwanten behoordemaar bij eene benoeming van zooveel gewicht komt het nog op iets anders aan den onpartijdigheid; .men dient in de eerste plaats een man te kie zen, die voor de taak, welke hem wordt opgedragen, berekend is, en dit was hier het geval niet. De heer Hordijk keert in het moeder land terug met een groot fortuin, zooals alle gouverneurs generaal, maar zonder in al de jaren dat hij in Indië vertoefde, iets voor Indië gedaan te hebben. Daar ginds had hij den naam, dat hij zich zelfs niet de moeite gaf zich op de hoogte der zaken te stellen, en in de Tweede Kamer werd er gelachen, als er van zijne adviezen sprake was. De heer Van der Wijck, die hem ver- vangt, heeft althans dit voor, dat hij eene zeer langdurige Indische loopbaan achter zich heeft en met de zaken van Indië grondig bekend is. Evenwel hebben vroegere ervaringen geleerd, dat het verkeerd is zich omtrent gouverneurs-generaal illusiën te maken. Men denke aan nu wijlen den heer Otto van Rees. Niemand kende de bestuurszaken van Het was overal in het groote gebouw zoo stil als in een graf. De wind was opgestoken en de regen sloeg tegen de vensterruiten andere geluiden hoorde men niet. Daar sloeg do pendule zeven nor. Bijm een unr had zij daar, in haar gedachten ver diept, gestaanna keek zij op en bser oogen fonkelden huiveringwekkend. «Zeven uor," sprak zij met gedempte stem, «eu om zes uur zou hij reeds biet zijn. Als hij mij misleid had en ten slotte in het geheel niet kwam F" Zij kon 'uiet langer rustig blijven. Met Spaansche bevalligheid liep zij naar het venster, sloeg de gordijnen een weinig open en keek on derzoekend naar buiten in de duisternis. Er was niets te zien dan de donkere stammen der boomen, Diets te hooren dan het gehuil van den stom en het kletteren van den regeD. Zij sloeg de gordijnen weer dicht en keerde naar den haard terug. «Zou hij het darveu wagen mij teleur te stellen mompelde zij. «Zou bij durven wegblijven

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1893 | | pagina 1