VLISSINGSCHE (WHAM. No. 61. Zondag 28 Mei 1893. 319te Jaargang. Gemeentebestuur. riytLLSToei. Binnenland. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen, gezien de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875, (Stbl. no. 95), tot regeling van het toezicht hij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken, geven hij deze kennis, dat bij hen is ingekomen een verzoek van P. de Visser, wonende alhier, om vergunning tot het oprichten van eene slachtplaats voor vee, zoomede eene vetsmelterij en rookerij van vleesch en spek in perceel wijk O no. 172, aan de Hobeinstraat dat dit verzoek met de bijlagen, ge durende 11 dagen, te beginnen met Vrij dag den 26 Mei 1893, op de gemeente secretarie ter visie zal worden gelegd en dat den 9 Juni 1893, ten raadhuize, des namiddags te 2 uren, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen het oprichten der inrichting in te brengen, terwijl gedurende drie dagen vóór dat tijdstip, ter gemeente-secretarie van de ter zake ingekomen schrifturen kennis kan worden genomen. Vlissingen, 26 Mei 1893. Burg. en Weth. voornoemd, TUTEIN NOLTHENIUS. De Secretaris a. J. H. DOMMISSE. Zorg en Voorzorg. I. Er zijn zoo van die woorden in eene taal, die een groote rol id den dage- lijkschen omgang spelen, en daardoor zeer dikwijls en in menigerlei afwisse ling van vorm voorkomen, terwijl ande ren daarentegen zoo bizonder stiefmoe- kerlijk bedeeld zijn. De reden daarvan op te sporen behoort thuis in een tijd schrift, gewijd aan de kennis onzer taal. Liever wil ik een dier bedoelde woorden behandelen. Ditmaal heb ik het oog op het woord zorg. Wanneer men hierbij een oogenblik stilstaat, zal men moeten erkennen, dat het zich mag verheugen in eene vrij groote menigte voor- en achtervoegsels, met welker opnoeming ik me nu niet onledig houd, maar waar van ik er enkelen zal gebruiken. Het woord zorg zal in hoofdzaak wel beteekenen zijne aandacht wijden aan datgene, wat men ons beeft toever trouwd ter bewaring, ter bescherming, voor welks geluk men waken moet. Zoo zal men bijv, de zorg voor iets aan ie mand opdragen, waardoor als van zelve de verplichting ontstaat, om dat gene niet uit het oog te verliezen, het welk het voorwerp van die zorg uitmaakt. Naar het Hoogduitech. 32.) Welnu, aanstaande schoonzoon, geef me de band hartelijk drukte deze die van den orerste, terwijl hij, meer lot zichzeken geko men zijode, hem in korte, doch hartelijke bewoordingen zijn dank betuigde voor 't on verwachte ge/uk. Nog was de adjadant alles een raadsel en met vorig verlangen zag hij de komst van Helena te gemoet, daar hij begreep, dat zij dit raadsel wel zoo kunnen oplo9seu. Tbans verwijderde de overste zich eenige «ogenblikken, en trad korten tijd daarna met zijn dochter aas den arm de kamer weder bin nen, geleidde Helena naar den adjudant, legde beider handen ineen, en zich anel omkeerende, Zoo beschouwd, zal dit kleine woord eene hoogst gewichtige beteekenis er langen. - Zorg voor of over iets aan iemand op dragen. »Hoe doodeenvoudig!* zeggen som migen »hoe uiterst gewichtig, hoe hoogst verantwoordelijkzeggen anderen. Wie beeft er nu gelijk? Och I het hangt er maar van af, van welken aard datgene is, wat aan iemands zorg wordt toevertrouwd. 1 De zieke vrouw, die daar maanden lang met die ongelukkige kwaal heeft geworsteld, gevoelt, dat het nu niet lang meer kan duren, dat haar einde Dab ij is. Zij zelve verlangt naar die verlossing, maar, boe bereid ook om te sterven, er is nog iets, dat bare gedachten aan de aarde doet blijven hechten. Ze beeft twee 1 kinderen, voor wie ze door den dood van haren man reeds eenige jaren vader en moeder beeft moeten zijn. Voor die dier bare panden zal ze nu niet meer kunnen zorgenze zal die zorg aan anderen moeten overdragen. Dat is een gewichtig punt! Hij, dien ze daarmede zal belasten, moet baar vol komen vertrouwen bezittenze moet hem goed kennen, van zijn liefde en toewij ding, maar ook van zijne verstandige leiding overtuigd zijn, en dan nog de i vraag, of hij aan baar verzoek zal vol- doen. Gelukkig heeft ze zoo iemand ge vonden, gelukkig wil hij de taak op zich nemen, en als we nu in onze verbeelding aan dat sterfbed staan, dan zien we daar die moeder, geheel bereid om naar een beter land te gaan, waar geen ziekte, geen zorg meer zijn zalde kinderen aan hare sponde neergeknield, om de laatste woorden, den zegen, van hare stervende lippen op te vangen, en den man, die voortaan hun leidsman, hun steun zal zijn. Ziet, hoe de blik van de stervende op die achterblijvenden is ge vestigd, en al valt het spreken haar moeielijk, hare oogen zeggen, wat haar gemoed in die laatste oogenblikken ver vultdaaruit spreekt stervensmoed, ge schraagd niet alleen door het vertrouwen op haren hemelschen Vader, maar ook door het onbepaald vertrouwen, dat ze stelt in hem, aan wiens zorg ze bare grootste aardscbe schatten bij baar been gaan heeft opgedragen en toevertrouwd Me dunkt, dat in dit geval het woord zorg eene hoogst ernstige, eene hoogst gewichtige beteekenis heeft, en bij, die aan dat sterfbed die zorg op zich heeft genomen, moet daarvan geheel en al doordrongen zijn. Toch is dit een geval, dat zeer, zeer dikwijls zich voordoet, en helaasniet altijd de gewenschte uitkomsten oplevert; maar hier over later. Laat ons liever andere voorbeelden opnoemen. ten einde zijn aandoening te verbergen, zeide bij Neen, zoo'n gelukkigen dag beb ik in langen tijd niet gehad, «n verliet zonder om te zien 't vertrek. 't Raadsel werd Bpoedig door Helena opge- lopt, ofschoon zij zich tocb niet kon begrijpen, waaraan ze moest toeschrijven, dat de overste zoo eensklaps veranderd wm. Eenige oogenblikken brachten de gelieven iü onvermengd genot in elkanders nabijheid door, en begaven zicb toen naar de eetkamer, waar de overste beo reeds zat te wachten. Had de overste voor dezen middag 'n extra meno besteld, 't eenvoudigste zon 't gelukkig drietal dezen middag goed gesmaakt bebben. Toen het diner was afgeloopen, verzocht de overste den adjudant, aan graaf Zarnacki te verzoeken, even bij hem op 't bureau te komeD. Ik beb behoefte bem eenige woorden van troost toe te sprekeD, in zijn treorigen toe stand, en bovendien zou 't mij 'n doorn in 't oog zijn, indien bij ook maar in de verte dacht dat ik er eenig deel aan had. De adjadant voldeed onmiddellijk aan 't ver- Duizende menscben dragen de beharti ging hunner belangen, met andere woor den, de zorg daarvoor aan éénen man op, In de Kamer, de plaats der volksver tegenwoordiging, zal hij luide zijne stem verheffen tegen alles, wat hunne belan gen kan benadeelen, en met onbezweken moed ijveren voor datgene, wat den bloei kan bevorderen van bet distrikt, dat hem heeft afgevaardigd. Met meerderheid vau stemmen werd Mém die gewichtige taak opgedragen. Meer dan eens beeft hij vóór de ver kiezing zijne politieke meeningen mede gedeeldduidelijk verklaard, dat hij alles zal aanwenden, om vooruitgang te be vorderen kortom, hij heeft zicb bet ver trouwen der kiezers weten te verwerven, en nu aarzelen zij dan ook niet, om hunne stem op bem uit te brengen, en zoo neemt hij zitting te midden van ben, aan wie de zorg voor lands- en volksbe langen zijn opgedragen, Ook in dit voorbeeld leg ik er allen nadruk op, dat de zorg niet zou wor den opgedragen zonder vertrouwen in de vervulling van die taak. Die twee behooren mijns bedunkens onafscheidelijk bij elkander. Zoek, waar ge wiltieder die in eene rechterlijke be trekking wordt geplaatst; ieder die aan 't hoofd van een gewest, van eeue ge meente, groot of klein, met de zorg daar voor wordt belast, behoort in de oogen van hen, die de betrekking opdragen, niet alleen bekwaamheid te bezitten, maar ook de noodige toewijding om geheel en al vervuld te zijn van de be teekenis van 't woord zorg. 't Is eene alles behalve gemakkelijke taak, zich met de zorg voor 't een of ander te belasten Onder de zeer moeielijkereken ik de armenzorg, en nog altijd is Met vraag stuk niet behoorlijk opgelost, boe men die zorg op de meest gepaste, de meest eerlijke wijze moet inrichten, en de arm- verzorgers zullen moeten erkeunen, dat ze dikwijls door en met geringe midde len in groote behoeften moeten voorzien dat ze zich herhaalde malen in de wer kelijke behoeften vergissen, en dat hunne zorg maar al te dikwijls met den groot sten ondank wordt vergolden. Wanneer we nu tot het woord zorg terugkeeren, dan zien we, dat het nog eene andere beteekenis beeft. Als we booren van iemand, die veel zorg'en heeft, dan verstaan we daar in den regel iemand door, die door tegenspoed, door ziekte, door ander mogelijk leed in moeie lijke omstandigheden is geraakt, waar door hij moet worstelen, ten einde door de wereld te komen. De zorgen druk ken hem, ontrooven hem den slaap, knagen aan zijn gemoedsrust, en doen hem niet zelden bezwijken onder hun gewicht. Evenals alles heeft ook dit eene oor- zoek tan den orerste, doch keerde na rerloop ran een half oor alleen terug. De orerste, bem zonder den graaf ziende terugkeeren, ging bem met 'n beklemd hart te gemoet, en vroeg reeds in de rerle No, waar is hij Sedert een nar oitgeredcD, zonder te zeggen waarheen, antwoordde de adjadant op oeerslachtigen toon, want deze scheen eren- min als de orerste op zijn gemak over dat onverwacht rertrek, omdat beiden 't voortra- rende en opbrnischeodo karakter ran den cor net kenden. De overste, beducht dat hij zich wellicht roor deD kop geschoten bad, darfd dit echter niet aan Helena te laten blijkeD, om hear angst niet te verergeren. Ook den adjadant stelde hij gerust door te zeggen Och, 'k begrijp er alles van, hij zal Daar Neneorode gereden zijn, dat is zeer Datourlijk zorg echter zoodra hij teruggekeerd is, hem mijn rerzoek mede te deelen. zaak. Niet zelden is zoo iemand vroeger zorgel o o s geweest. Dit beteekent niet, dat hij vroeger geene zorgen had, maar wel, dat hij zich nooit ernstig heeft af gevraagd, of er voor hem ook een tijd kon aanbreken, waarin hij op onaange name, ruwe wijze kennis zou maken met datgene, wat men zorg noemt. Er zijn zoo van die menschen, die van den eenen dag in den anderen leven, en steeds o nbezorgd zijn. Zij denken niet aan een toekomst, aan eene mogelijke verandering in hunne omstandigheden, eu zijn dubbel te beklagen, wanneer ze onvoorbereid tot dien toestand vervallen. Tegenover die bouwers van luchtkas- teelen, die zieltjes zonder zorg, staan weer anderen, die aan o v e rbezorgdheid lijden. Zij zien overal bergen van zwa righeden, tobben onophoudelijk, vreezen altijd voor onweders aan den hemel van hun lot, zoodra zich maar 't geringste wolkje vertoontstooten en kwetsen zich aan alle mogelijke steentjes, verbit teren hunne levensvreugde en g-aan on gelukkig al de bloempjes en zelfs de bloemen voorbij, die er op bun levens pad te vinden zijn. Ziedaar uitersten, tegen welke altijd, maar vooral in onzen tijd, met de,groot ste zorgvuldigheid moet gewaakt worden, en die eene nadere beschouwing en be spreking ten volle waardig zijn. In een paar opstellen wil ik die be handelen, en zooveel mogelijk trachten, om ze toe te passen op maatschappelijke Vlissingen, 27 Mei. Heden middag bad alhier de jaarlijk- scbe algemeene vergadering plaats van aandeelhouders van de Koninklijke Maat schappij «de Schelde», scheepsbouw en werktuigenfabriek alhier. Uit het verslag van den directeur bleek, dat er over 1892 voldoende winst werd behaald om op gebouwen en verschillen de inrichtingen af te schrijven en aan aandeelhouders een dividend te verze keren van 5%- Aan arbeidsloon werd in 1892 uitbe taald circa 400 000, terwijl ook het vooruitzicht voor de eerstvolgende jaren zeer gunstig is. Behalve toch een schip, type A. voor de Marine, en de werktuigen voor de «Kortenaer»werd haar door de Rotter- damsche Lloyd onlangs opgedragen de reconstructie der vloot. Wegens periodieke aftreding werd de TIENDE HOOFDSTUK. Het gelui.. Men weet reeds, dat de cornet Diet gewoon was lang orer iets na te denken, roor hij het ten uitroer bracht, daarom besloot hij dan ook na de ontrangen mededeeling ran den adju dant, oogenblikkelijk naar Neuenrode te rijden. Hij was overtuigd dat de heer George, hoe- reel leed hem dit ook zon veroorzaken, ver plicht was 't engagement zijner dochter te ver breken, daar 't voortduren van zulk eene ver bintenis, natuurlijk alle uitzichten op 'n huwe lijk sou alsnijdeu en de geheele toekomst van 't meisje bierdoor bedorven zou zijn. De cornet echter ran zijne zijde, dacht er volstrekt niet aau van Kaatje af te zien, want dit be8chonwde hij als eerloos, terwijl hij vrees de dat zoo iets haar wellicht 't leveD kon kosten, omdat hij wist, hoe lief ze hem had hij was echter vast besloten 't eeDmaal ont worpen plan, hoe gevaarlijk ook, ten uitvoer te brengen, doch hoopte op meerdere ervaring ran den heer George, die wellicht nog'n gOD» slige wending aau de zaak zou weten te ge- Ten, hetzij door persoonlijk naar deD koning te gaan, of door iets aDders deze nog tot 'd gewenscht einde te brengen. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1893 | | pagina 1