VLISSIAGSCHE (Ml A AT. No. 149. Zondag 18 December 1892. 30,te Jaargang. S T B IJ D. FlUtlLLlTQN. ïüflNff Zijdie zich met het volgend kwartaal, aanvangende 1° Januari 1893, op dit blad abonneeren, ontvangen de van heden tot dien datum verschijnende nummers gratis. (S1 o t.) Het grootste lcwaad bij 't sparen ligt dan ook juist in bet niet tijdig genoeg voldoen aan eene opgekomen begeerte, om iets weg te leggen. Goede voorne mens zijn er in overvloed, maar de uit voering daarvan blijft maar al te dik wijls achterwege Wil men derhalve in dit opzicht invloed uitoefenen, dan moet men met de meest mogelijke voorzich tigheid te werk gaan, èri vooral vergeten, dat men met groote kinderen te doen heeft, die te weinig ontwikkeld zijn, om 't nuttige en heilzame van 't spa ren te kunnen begrijpen. Ook hier stuit men niet zelden op groote domheid en eigenzinnigheid waartegen men rusteloos en hardnekkig strijd heeft te voeren, en in de meeste gevallen wordt die strijd uit moedeloos heid veel te spoedig opgegeven, 't Is zoo gemakkelijk gezegd, dat men zijne on- derhoorigen tot sparen moet aansporen, en men daartoe alle middelen moet aan wenden, vooral door hen proefondervin delijk de voordeelen daarvan te doen zien. Ook dan zelfs nog kan men schip breuk lijden. Een enkel voorbeeld, hoe wel ik er, helaasverscheidene kan mede- deelen. Een mijner werklieden had een vrij groot huisgezin en zijne verdiensten waren middelmatig. Toch zouden ze nog geen gevaar loopen, om gebrek te lijden, want de man was een soort van zooge naamd factotum en voor vele dingen te gebruiken. Lui was hij ook volstrekt niet, maar hij hield veel van Schiedam mer nat, en menige cent ging door de keel, die vrouw en kinderen zoo uitste kend hadden kunnen gebruiken. Op al lerlei wijzen had ik beproefd, om hem van die verderfelijke gewoonte af te brengen, maar niets haatte, en altijd kwam er te kort, vooral wanneer de winter kwam en de verdiensten geringer werden. Zoo was er weer een winter doorge sukkeld, toen ik in 't voorjaar op een denkbeeld kwam, dat mij nog al toe lachte. Op zekeren dag riep ik hem bij mij en zeide//Jacob ik heb iets be - dacht, dat je misschien wel zoo heel kwaad niet zult vinden, 't Hindert me altijd, dat je zoo menigen cent wegsmijt, die je veel beter zoudt kunnen gebrui ken. Daar moeten we iets tegen doen. Kijk eens hierhier heb ik eene gort - bus, die wij niet meer gebruiken. Ik heb die laten dichtsoldeeren, en er boven in een gleuf laten maken. Dat is nu je spaarpot. Als je nu een losse cent in je zak hebt, dan doe je die hierin. Je komt hier toch eiken dag. Zie, ik gooi er al vast een dubbeltje in." Mijn voorstel had het aantrekkelijke van iets uieuws, en werd daarom tot mijne vreugde goedgevonden. Natuurlijk had hij wel een paar centqn in zijn zak, en er lag iets eigenaardigs in de beweging, waarmede hij die door de gleuf wierp. Dat was 't begin. Gedurig spoorde ik hem aan, en herinnerde hem aan 't bestaan van den spaarpot, en wer kelijk hij had er ooren naar. Na ver loop van een maand of drie wilde hij den spaarpot openen, maar dit wist ik tegen te houden, want ik begreep, dat de inhoud zou tegenvallen, en dat mocht niet. In den zomer, had hij nu en dan een buitenkansje, en zoodoende wierp hij er meer dan eens een dubbeltje in, en eens zelfs een kwartje. Zoo ging de herfst voorbij en brak de winter aan. Nu was hij niet meer te houden. Hij kon goedkoop turf koopen, en nu moest de pot er aan. Tk bad ook geen recht, om het langer tegen te houden, 't Was immers z ij n geld. Nooit zal ik die ope - ning vergeten I Als een kind stond hii er bij. Eindelijk bezweek het deksel voor de vereende pogingen, en daar rol de 't spaargeld op de tafel. Nu aan het tellenWat al koper geld, maar ook was er menig zilverstukje onder en toen alles behoorlijk was geteld, terwijl hij. met bevende vingers natelde, stond bij letterlijk versuft en kon zijn oogen niet gelooven. Er was nagenoeg tien gulden in. Neen I vergeten doe ik dat niet, want het deed me zoo goed, dat die gelden bespaard waren 1 Ik zorgde voor den aankoop van brandstof, en vulde aan, wat nog te kort kwam. Dat was 'tmij ten volle waard. De man zelf was ook opgetogen, en den volgenden dag dankte bij mij nog meer dan eens, dat ik op dat denkbeeld gekomen was. En nu zegt gij zeker„O 1 ik begrijp 't al, die man ging daarmee voort, en spaarde hoe langer hoe meer, en werd later een welgesteld man 1* Ik bid u, maak er geen vertelseltje van't is waarheid en evenzoo is 't waarheid, dat ik hem niet eens kon bewegen tot eene herhaling van 't gebeurde, 't Scheen wel, dat man en vrouw er iets kinderachtigs in vonden, dat die pot bij mij gedepo neerd bleef en niet mocht geopend wor den, als men dat goed vond. Hoe 'tzij, de gortbus werd möe naar huis geno men en zou daar gevuld worden. Maar 't bleef bij 't voornemen. Ik zal u niet zeggen, hoe groot mijn teleurstelling tvas, maar toen ik later zoo ontelbare malen tegen domheid en eigenzinnig beid bij die menschen moest strijden, toen kwam mij die zelfde zaak vrij na tuurlijk voor Gelukkig staan hier tegenover vele oorbeelden van dezulken, die een beter begrip van de zaak hebben, en van hunne verdiensten nog iets weten weg te leggen. Juist zoo'n spaarboekje toont bun telkens, hoeveel ze zijn vooruitgaanen men komt er niet zoo gemakkelijk toe, om iedere zitting eene kleinigheid op te vragen, terwijl men anders die kleinig heid desnoods uit den spaarpot haalt, wanneer die in eigen bezit is. Vooral ook voor den dienstbaren stand i.- een spaarbank een heerlijke zaak. Zij, die zeer goede diensten met veel verval hebben, kunnen zoo aardig wat weg leggen, waardoor ze later in de gelegen heid zijn, zich het benoodigde voor de huishouding aan te schaffen, zooals men ds.t in den goeden ouden tijd gewoon was, want men moge zeggen wat men wil, dit is zeker waar, dat vele dienst boden vroeger veel wat beter in 't bezit van kleederen en zoogenaamd lijfgoed en wat meubelen waren dan tegenwoor dig, hoewel ze toen minder verdienden. Men heeft te veel voor den opschik en het uitgaan noodig, en besturen van spaar banken zullen kunnen getuigen, dat de sommen, door dienstboden ingebracht niet in verhouding staan tot de tegen woordige hooge loonen. En nu de strijd? Of moeten we dit mr - alles zijn gang laten gaan met de flauwhartige bekentenis, dat daaraan toch niet te veranderen valt Zoolang nog een goed woord eene goede plaats vindt, en dat zal ook nu nog wel waar zijn, zoolang moeten en mogen wij geene gelegenheid voorbij laten gaanom luide onze stem te verheffen voor 't sparen; om al onze onderhoorigen en hen, op wie we invloed kunnen uitoefenen, daar toe met den meesten nadruk aan te sporen, en hun het nuttige daarvan aan te toonen. Vooral moet dit geschieden bij zulke werklieden, die's zomers goede verdiensten hebben, en wat kunnen op zij leggen, als ze maar willen. Groote sommen kunnen 't niet zijn, maar leert hun dan toch de macht van 't kleineleert hun, dat de grootste rivie ren haren oorsprong hebben uit kleine bronnen, die ieder wat water aanvoeren, maar laat het niet bij redeneerenver schaf bun een spaarboekje, en doe er desnoods zelf iets in, om een begin te maken, en strijd dan hardnekkig maar 51.) Een oogenblik later zat de advocaat op de zachte kussen» 'an een coupé eerste klasse, waarvan de gordijntjes dicht waren. Hij dacht a»D Jane Gray. z/Nn behoort zij aan mij," mompelde hij. iiZij gaat met mij Daar Parijs nooit laat ik haar meer van mijn zijde. Al haar wenschen zullen vervuld worden, behalve dien eenen naar Koert Von Berghaupt terug te keeren dat is onmogelijk. Hij is na gestraft, omdat hij de haDd naar Jane Gray durfde uitstrekken. Jane zal hem vergeten en erkenneu dat haar geluk alleen aan mijn borst te vinden is. Nooit zal ik baar éen minuut verbitteren met een verwijt over dat huwelijk. Ik heb je alles vergeven, Jane.* Mijnheer Morris nam haar portret uit zijn portefeuille, staarde het gemimen tijd aan en drukte er toen een kus op. Hij gevoelde volstrekt gean gewetenswroeging, maar inte gendeel tevredenheid en zelfvoldoening over hetgeen hij verricht bad hij hoopte dat Jsue zich ook spoedig in het gebeurde zou schikken. Hij leunde met het hoofd in de kussens en trachtte in te slapen bij was met zich zelf ea met de wereld tevreden immers hij had alle geschillen in zijn voordeel beëindigd en zijn tegenstander daarbij niet meer bena deeld dan hoog noodzakelijk was. Toen de klok op het perron het teekeD gaf dat de treiD over een paar minuten zou ver trekken, richtte de advocaat zich uit de kus sens op, schoof het gordijntje ter zijde en tikte den conducteur, die juist op de treeplauk voorbijging. De beambte opende het portier. ^Mijnheer, heeft mijn vrouw u een telegram afgegeven vóór zij instapte Ncod, mylord." z/Dan moet ik het doenEr is haast bij. Wacht u een oogenbiik Snel haalde mijnheer Morris zijn notitie boekje te voorschijn, scheurde er een blaadje oit en schreef een telegram aan prof. Eran- qois Gispert te Parijs, waarin hij den beroem den psychiater de aankomst van zijn vrouw tegen den volgenden dag meldde. Het blaadje aan den conducteur toereikende, zeida hij ,/Ik hoop dat mijn vrouw wel is p' yZij nam zoo even plaats in haar conpé en ik geloof dat zij geheel wei is." vDank u l spaar geen moeite of ko8ten om haar de reis zoo aangenaam mogelijk te ma ken. Wil u de kosten van het telegram voorschieten z/Om u te dienen, myiord!" De conducteur sloot net portier eD snelde heen om het telegram naar het telegraafbureau te brengen. Twee minuten later was de snel trein in beweging. De dienstvaardige conducteur deed zijn best om de voorgewende vrouw van den advocaat naar behooren te verzorgeo. Zonder eenig kwaad vermoeden nam zij dankbaar de atten ties van den beambte aan. met zachtheid en door overreding1 voort. Iedere overwinning1, hoe klein ook, door ons behaald, is eeii steentje, dat wij aan brengen tot verbetering van den maat- schappelijken toestand, maar laat ons daarbij niet vergeten geene overwin ning zonder s t r ij d. Casacara. Binnenland. Vlissingen, 17 December. Van 10 tot 16 Dcc. zijn alhier uit Queeüboro met de mailbooten der Stoom vaartmaatschappij ^Zeeland" aangekomen met do dagbo >teo 85 en met de nacht booten 481, daarheen vertrokken met de dagbooten 104 en met de uaebtbooten 429, alzoo samen aangekomen 516 en vertrokken 533 passagiers. Bij Kon. besluit van 15 Dcc. zijn, met in gang vau 1 Januari 1893, ter vervanging VBO de op 31 December 1892 aftredende eu niet herbenoembare leden van de genees kundige raden, tot leden dier raden benoemd voor Zeeland en westelijk Noord-Brabant dr. J. P, Berdenes van Berlekom, te Mid delburg; dr, J. Kosten de Bruyue, to Zie- riksee; L. K. van der Harst, apotheker to Middelburg mr. A. P. Snouck Hurgronje, te Middelburg. Tot plaatsvervangende leden: J. de Visser, heel- eu vroedmeester te Stavomssc; dr. Q J. M. Janssen te Wissekerke; A. J. Wynne, apotheker te Middelburg; mr. W. C. J. Alpherts, te Breda. Bij Kon. bes), van 15 Dec, is benoemd bij hot wapen dor tuf. van het leger in Ned.-Indië, tot tweede-luit., de «erg. H. Cuhjn, van het Se reg. inf. Mejuffrouw Delphine Mee», uit Brussel tal van heden af aan Koningin Wilhelmina een maal 's weeks dansles geren. Door de commissie vaD rapporteurs over de begrootiDg van oorlog, ziju cei aantal amendementen voorgesteld, waarvan de strek king is lo. de toevoeging aaD den inspecteur van het militair onderwijs van twee officieren te laten zooals die ie en niet expresselijk aao te stellen een hoofdofficier en een luitenant; 2o. te doen vervallen de voorgestelde hoo- gere soldij van eeni-ge militaire schrijver» ad f 0.25 per dag, alsmede andere verhoogingen van tractement aan boekhouders on schrijvers, welke verhoogingeo later door meerdere zou den worden opgevolgd 3o. te schrappen de verdnbbeling van de bureaukosten van den commandant der stel ling van Amsterdam. Eerst toen da trein in gang was gevoelde zij zich beklemd, ongerust, doch haar gedach ten snelden haar vooruit naar baar beminden Koert. Alles wat zij tot dusver geledeD had, kon haar vertrouwen op hem niet aan hot wanke len brengen. Do ongelukkige vrouw bad slechts één ge dachte zij wilde hem vergiffenis schenken. Zij bad slechts éen streven zij wilde zijn hart weer voor haar winnen. Gedurende de reis zorgde de conducteur goed voor haar. Aan elk station had bij een of ander, waarmede hij de alleenreizende dame genoegen meende te doen. Zoo kreeg zij langzamerhand een voorraad van wijodroiveD, taartjes, bloemen, glazen limonade enz. om baar heeo, zonder dat zij het waagde den beambte in zijn attenties te temperen, want zij hield die voor een goed voouceken, dat zij Diet mocht hinderen. Zoo seriiep de nacht. Toen de sneltrein Parijs naderde en de conducteur weder aan haar coupé kwam om kaar wenschen te vernemen, drukte Jane den

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1892 | | pagina 1