VLISSINGSCQE COURANT.
No. 143.
Zondag 4 December 1892.
303te Jaargang.
Eij ieze Courant tóoort een Bijvoegsel
Gemeentebest uur.
S T It IJ D.
FUJtLLIT
BUREAU:
Klein© Markt I N°. 187.
Prijs per drie maanden 1.—. Franco per post 1,15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich by
alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
UITGEVER:
F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen.
PRIJS DER ADVERTENTIËN; Van 1 tot 4 regels
ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote
letters worden naar plaatsruimte berekend.
Eenig Agent voor Erankryk de firma O. L. DAUBE
Co., te Parijs.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Abonnementen voor België, Duitecbland, Enge
land en Frankrijk f 1.65 per drie maanden
HOOFDELIJKE OMSL&G.
Aflcondiging van het uitvoerbaar verklaarde
eerste suppletoir kohier van den Hoofde-
lijken Omslag uoar 1892.
De Burgemeester en Wethouders van
Vlissingeu,
maken bekend
dat het eerste suppletoir kohier van
den Hoofdelijken Omslag voor het jaar
1892, na door Gedeputeerde Staten van
Zeeland, bij hnn besluit van 25 Nov.
1892 no. 58, te zijn goedgekeurd, op
heden in afschrift, gedurende den tijd van
vijf maanden, op de secretarie der ge
meente voor een ieder ter lezing is ne-
dergelegd.
Vlissingen, den 3 Dec. 2892.
De Burg. en Weth. voornoemd,
TüTEIN NOLTHENIUS.
De Secretaris,
F. N. VAN DER BILT.
V.
In een vorig opstel is naar aanleiding
van den strijd om het bestaan, reeds
gewezen op den strijd, die gevoerd
wordt door den eerlijken man tegen de
verleiding, waartoe hij, in nood verkee-
rende, zoo gemakkelijk wordt gebracht,
't Gebod«gij zult niet stelen I* is zoo
kort en klinkt zoo eenvoudig, en toch
wordt er niet zelden bovenmenschelijke
kracht vereischt, om dat gebod stipt op
te volgen. Dit geschiedt vooral in die
oogenblikken, waarin de zorgen des
levens zich in al hare kracht doen ge
voelen en bij dezulken meer en meer
de overtuiging veld wint, dat de aard-
sche goederen ongelijk zijn verdeeld.
Nu echter eenmaal die wereld- of
liever maatschappelijke orde bestaat, en
hare nuttige zijde bij een bedaard en
onbevooroordeeld nadenken duidelijk uit
komt, nu moest men, mijns bedunkens,
meer zijn best doen, om dat bestaande
25.)
„Maar wat zon daarmee gewonnen zijn, als
de jonge Trouw naar Parijs ging rroeg me-
Tronw Von Reidersdorf. //Gelooft ge dan, mijn
heer Morris, dat zij den terugweg naar bier
niet zou ?inden
fin onze dagen is de reis naar Parijs nau
welijks de moeite waard om er orer te spre
ken, zelfs voor een alleen-reizende dame', ant
woordde de adrocaat met een fiju lachtje. Op
do moeite aan die reis rerboodeo, doel ik ook
niet, maar ik geloof dat die reis naar Parijs
Toor mijn Triend Koert Von Berghaupt Tan
groote beteekenia zou zijn, aangezien hij daar
door een grondige reden tot echtscheiding zoq
Torkrijgon."
verschil in stoffelijke welvaart met min
der helle, minder in 't oog vallende
kleuren te doen uitkomen. Wegnemen
kan men het niet, maar waarom er als
'tware een vermaak in te scheppen, om
zoo te toonendat men meer met
aardsche goederen is gezegend dan een
ander.
Als bijv. baron Van Sternheim, die in
mijne huurt een prachtig huis bewoont,
dikwijls een groot diner of souper geeft,
dan behoeft hij dit aan niemand te
vragen. De man is rijk, en kan in over
vloed leven. De verschillende leveran
ciers zijn wat in hun schik, dat hij hier
zijne tenten heeft opgeslagen. Zij ver
heugen zich in die vele gelegenheden,
om hun waar aan den man te brengen.
Ook ik misgun het den man niet, voor
eerst, omdat ik nu eenmaal niet van
partijen houd, en verder omdat hij ie
mand. is, die den ambachtsman nog al
veel laat verdienen en niet gierig is,
maar integendeel 's winters een flinke
som achter zijn naam zet, wanneer we
met eeDe inteekenlijst voor de armen bij
hem komen. Wil hij dus partijen geven,
mij wel; maar wat mij daarbij dikwijls
hindert is dit't is daar de gewoonte,
om bij dergelijke gelegenheden en voor
al des avonds open hof te houden. Zijn
huis ligt niet buiten de stad, niet ge
heel afgezonderd, volstrekt niet, daar
moet menigeen voorbij, en wanneer dan
de geopende gordijnen eenen blik ver
gunnen in die schitterend verlichte
kamers, dan vertoont zich daar een
tooneel; dat mij altijd ergert. Ieder fat
soenlijk mensch zal natuurlijk niet
blijven staan, maar doorloopen, doch ik
zie menig minder bevoordeelde, menig
gebrek lijdende, die wel niet pal voor
de ramen blijven staan, dat durven ze
niet, maar toch op eenen betrekkelijk
geringen afstand, en menig woord dat
mijn oor opvaDgt en menige gelaatstrek,
dien ik opmerk, levert mij het duide
lijk bewijs dat zoo'n vertoon gelijk staat
met casus belli of op zijn Nederlandsch,
met eene aanleidende oorzaak tot strijd
en dan vraag ik mij zeiven af, waartoe
het dient, om eene toch reeds hier
sluimerende, daar zich openbarende,
maar in alle gevallen bestaande onte-
De laatste woorden fan den adTocaat over-
blnften da dames geheelzij zagen elkander
met do grootste verbazing aan.
„Ge zijt een zeer behendig adTocaat, mijn
heer MorrisAls de jonge Trouw de echte
lijke woning verlaat en alleen naar het bui
tenland reist, levert dat zeker een gegronde
reden tot echtscheiding op. Maar gelooft ge,
dat Jane tot znlk een reis zou kanten beslui
ten Zij gaat niet naar Parijszij Terlangt
Teel te levendig naar een ontmoeting met
haar man.'
fik geloof stellig, dat zij dadelijk vertrekt
als zij verneemt dat Koert Von Berghaupt te
Parijs toeft.'
fik begrijp n niet, mijnheer. Waarom zon
mijnbeer Von Berghaupt naar Parijs gaan
De advocaat scheen ongeduldig te worden,
nu zijne bedoelingen niet dadelijk begrepen
werden. Hij keek op zijn horloge en stond op.
f Het is mijn tijd om heen te gaan over
weinige uren moet ik op reis naar LondeD.
Vati ganscher harfe hoop ik dat deze zaak
voor beide partijen op een bevredigende wijze
wordt geschikt. Hoe verstandiger en bedaar-
vredenheid met zijn lot, aan te wakke
ren, nieuw voedsel te geven, zonder dat
daartoe eenige noodzakelijkheid bestaat.
Is de strijd al niet zwaar, niet bitter,
niet hard genoeg? Kunt gij dien niet
geheel en al voorkomen, doet dan ten
minste uw best, om hem te verzachten,
en de strijd voerenden geheel andere
wapenen in de hand te geven en hen
zoo mogelijk te ontwapenen.
Ik heb eene bijzondere reden, waar
om ik juist bij dezen strijd stilsta.
Sedert weken verkondigen u de dag
bladen en sedert dagen verkondigen u
uwe kinderen en als zij 't niet deden,
weet gij het zeiven zeer goed, dat er
een feest op handen is, dat ieder jaar
met dezelfde opgewektheid wordt ge
vierd, en dat in die viering ook telken
jare een grooteren omvang aanneemt.
Ik bedoel natuurlijk het St. Nicolaas-
feest. Er is al zooveel over dat feest
zelf geschreven, dat ik dienaangaande
zwijg. Alleen haal ik het feit aan, dat
de winkels telken jare een heviger wed
strijd leveren in het waarlijk Neder
landsch geworden woord etalage en
daardoor nog meer toeschouwers lokken.
^Wanneer ge nog mocht twijfelen, of er
^inderdaad strijd wordt gestreden, plaats
u dan gedurende eenige oogenblikken
voor een winkel in deze dagen of op
den St. Nicolaas avond zelf. Vooral raad
ik u aan, daartoe een banketbakkers
winkel te kiezen.
Gij staat daar niet alleen. Integen
deel, voor u staan verscheidene kinde
ren, die daar reeds geruimen tijd ston
den, om onafgewend hunne blikken te
vestigen op al de heerlijkheden, die
daar zoo uitlokkend zijn uitgestald en
de begeerlijkheid opwekken. Merkt nu
vooral op, dat er kinderen buiten
den winkel en in den winkel staan.
Kinderen zijn ze allen, van 't zelfde
vleesch en bloed, met dezelfde neigingen,
lusten en begeerten, en toch is er nog
een zeer, zeer groot onderscheid. Die
kinderen i n den winkel bekomen thuis
dikwijls lekkernijen, die daar buiten
niet. Zij, die i n den winkel staan, heb
bed meestal nog iets van dat metaal in
den zak, waarvoor ze lekkernijen kun
nen bekomendie daar buiten niet.
der do Trienden Tan mijnheer Von Berghaupt
handelen, hoe meer men op een gelukkige op
lossing der qnaeslit mag rokeneD
Bij deze woorden wilde de adrocaat afscheid
nemen, maar de ga»tvroaw trad den geraffi-
neerden speler in den weg.
fMijnheer Morris, wilt ge ons het voor-
naam8te gedeelte ran nvr scherpzinnige raad-
geringen onthouden F Ge gaat naar Londen
en laat voor uwe vrienden hier niets achter
dan vrome wenichen.'
//Omdat ik bezwaar maak aan zulke edele
en achtenswaardige dames een voorslag te doen,
dien men nooit anders dan oneerlijk kan noe
men. Wat zoudt ge mij antwoorden, mevrouw,
als ik door den ijver voor de belaDgen van
mijn vriend meegesleept, u voorstelde, op den
brief der jonge »roow betrekkelijk haar
verlaDgeD Daar haar man eigenhandig te
antwoorden dat mijnbeer V«n Berghaupt Daar
Parijs is en sedert eenige dagen in het hotel
„The Prince of Wales' logeert?'
Verschrikt keerde de gastvrouw zich af.
z/Neen,' zeide zij, „dat zou ik niet kunnoD.'
//Natuurlijk zal niemand zoo iets doen, en
Zij, die i n den winkel zijn, behouden,
hoeveel ze ook krijgen, de begeerte.
Hoeveel te sterker moet dan voor hen,
die daar buiten zijn, de prikkel wor
den, om datgene te verkrijgen, waar
van ze wel veel hoorden, maar dat ze
nu zien, duidelijk zien, slechts door een
breekbaar glas van ben gescheidendat
hun de oogen uitsteekt, hen doet water
tanden, en dat ze toch niet kunnen he
komen. Toch slaan ze die ruit niet in
en nemen, wat men hun onthoudt. Daar
is ontzag voor de wet, die nog hunne
hand tegenhoudt. Menigeen heeft van
een brave moeder nog 't gebod geleerd,
dat hem weerhoudt om te stelen, maar
twijfelt gij er nog aan, dat de verzoe
king menig hart binnensluipt, dat er
menig verleidelijk woord wordt inge
fluisterd, met andere woorden, dat er
gestreden wordt, al ziet gij geen vuisten
ballen, geen slagen uitdeelen, geen bloed
vloeien
Kunt gij 't begrijpen Ik hoop het om
uw zelfs wille. Als gij die lachende,
vroolijke, etende en snoepende kinderen
i n den winkel ziet, beschut voor koude
in hunne warme kleederen, wendt dan
plotseling uwen blik op die kinderen
buiten den winkel, die daar met de
klompen op den stoep trappen van de
koude, en alleen mogen zien, en als
ge dan den strijd nog niet begrijpt, dan
hebt gij geen hart, geen gevoel.
Juist bij zulke gelegenheden worden de
kontrasten het scherpst geteekend, en
dat weten vooral zij zoo goed, wier on
zalige roeping het, helaas I schijnt te
zijn, om een vuur aan te blazen, dat
tweedracht in de maatschappij moet be
vorderen, en het waarachtig geluk ver
bannen of tegenwerken.
Welnu l als gij dit met mij een3
mocht zijn, helpt dan, om het St. Nico-
laasfeest te vieren, 't Feest wordt nu een
maal gevierd en daarbij algemeen. Is
dat in allen gevalle niet eene heerlijke
gelegenheid, om de liefde voor den
naasten te betrachten, en daarin den
vromen bisschop te volgen, onverschillig
welk geloof gij belijdt. De liefde is en
zal blijven de meeste, de beste, de hoog
ste. Neemt de plaats in van dien man,
wiens streven was, wel te doen. Bereid
daarom stelde ik het ook opzettelijk niet
roor,zonder te TrBgen of door zalk een onwaar
heid een dierbaar menscbenJeren kan gered
worden. Daarmee wil ik niet beweroD, dat het
niet te Terontschnldigen zon zijn, als wij in een
pnnt ran de waarheid afstapten om een prij
zenswaardig doel te bereiken. Nood, ik
beschouw het huwelijk vsd mijnheer Von
Berghaopt als een misdaad, waarvan hij het
slachtoffer is geworden, en in dit feit konden
wij rerontschuldiging tinden. Wij konden de
jonge rrouw toeroepen „Wat ge zaait znlt
ge oogsten.' Ons geweten konden wij gerust
stellen met de overweging dat het geen groot
kwaad is, als wij mevrouw Von Berghaupt
aanleiding geven om van domicilie te veran
deren en de plaats te verlaten waar haar aan
wezigheid als een berg op alle harten drukt.
Maar toch zeg ik neen, nogmaals neen 1 Wij
schrijven aan de dochter van James Gray
geen brief die slechts een korreltje onwaarheid
bevat, zelfs niet al ontstaat er een schandaal,
waarin Koert Von Berghaupt en al zijn ver
wanten en vrienden in betrokken zijn zelfs
al schiet de ongelukkige jonge man zich dood,