■R VLISSINGSCQE COURANT. Lijfrente, ter-Sclielde, No. 134. Zondag 13 November 1892. 303te Jaargang. S T E IJ D. LLIT Binnenland. linde tijk tusaiuide nirlijksclii' llji'riMile roo* kso srcKturl kapitaal. ,r nuiuiittn. ,-OOr TTOIlMl'll, 6 83 7 1 54 1 li 1 65 7 'A 7 99 9 10 10 72 13 03 9 57 1. 11 I3 13 51 lOTDlENST rg en Vliseingen v. |d.80, 7.66, 9,i6. 10.8a, i 7.20 .15 8.30, 9.15, U 20. n KlavciidiiiiNt. Ulln 6.50 G.IO 6.4.1 spoor, erslnis 9.90 9.40 10 lb 2 1 spoor. 1.20 1.40 2 2.20 10 4 4.2d 5 spoor 5.20 b.iO 50 en 8 30. voorin 6 6.80 6.60 7 20 50 \0.50 U.10 11.30 en 1 num. 1.10 1.80. I 60 2. a.50 4.10 4.30 6.10 5. in 8.40. OOtdlCDKl Bsohen delburg, Rotterdam, 'liggemle plaatsen. VBMBElt. w iUddelb. I van Kotterl vm. 8 15 815 8 11 8 46 3 45 S 46 8 45 8 45 8 45 6 45 - - correspondentiemet der ttoo helde |«OTUIEN§T urg en Zierikzee v. IVEMBBH. :n Greenwich. VAN zierikzee Vrijdag Zaterdag Zaterdag Zindng l o Maandag 14 Dinsdag 15 Woensdag 16 Donderdag 17 Vrijdag 18 11 7 80 12 7 80 12 1130 7 80 7 30 6 40 7 30 811 iber 1892. D. 1 56 nm. 3 25 urn 12 25 3 65 kenskerke Tin 8 40 cuzen ,9 10 Dinsdag en Vrijdag. vm 7 10 11 55 nm 3 25 7 30 nm 12 15 3 45 7 40 vm 10 10 1 50 8— 10 30 S 10 5.331 8.881 12.8 15.8 5 48 8.43 12.15 6 1' 5.-18 8.47 12.20 Sl6.I 8.56 12.29 ;6.20i 9.13 12,51 [7-101 10.1 1-34 i 3.19111.5816.2 I 8.Ó" 1 - 9 5 12.55 5.66 8.55 - 9.20 1.10 6.28 9.10 9.30 1.18 6.35 9.18 9 34 1.22 6.45 9.23 9.48 1.8217.2 l 9.35| III. Heb ik reeds vroeger gesproken over den strijd, dien de mannen der weten schap te voeren hebben tegen de vele ge heimen en raadselen, die zich op verschil lend gebied gedurig voordoen, voor hen is zulk een strijd aangenaam, want hoe groot is niet hunne voldoening, wanneer ze maar eene enkele dier verborgenheden aan 't licht hebben gebracht, waardoor ze niet zelden hunnen naam vereeuwig den, en op dankbaarheid van hunne me- demenschen aanspraak konden maken. Worden zulke mannen met eer en roem overladen, en genieten zij eene eervolle onderscheiding, dan kan hun dit natuur lijk niet anders dan aangenaam zijn, maar streelender nog zou het voor hun gevoel ziju, waaneer de resultaten van hun on derzoek dan ook algemeen erkend en hunne voorschriften werden gevolgd. Ik zal mij in dezen bepalen tot het gebied der geneeskunde, en spoedig zal 't u dui delijk worden, wat ik bedoel. Een geneesheer, die zich met hart en ziel op zijn vak toelegt, zich daarvoor alle opoffering getroost, zal niet rusten, voordat hij zooveel mogelijk op de hoogte blijft van alles, wat zich op dit gebied vertoont. Elke nieuwe verbeterde metho de van genezing zal hij zich eigen ma ken; met elke ontdekking, in dit vak gedaan, wil en zal hij bekend worden, om die in praktijk te brengen ten nutte zijner patiënten. Vooral is dit het geval metbizondere, niet alle dagen voorko mende, zoogenaamde heerschende ziek ten, die een groot aantal menschen ten grave slepen, en met de grootste hard nekkigheid, na eenigen tijd gesluimerd te hebben, telkens terugkomen, en hare ontzettende kracht op voor vele zoo hoogst treurige wijze toonen I Gij zoudt wellicht meenen, dat dezul ken, die optreden als redders der lijden de menschheid, geene vijanden te bestrij den hadden. Helaashet tegendeel is waar I Die vijanden heeten domheid, vooroordeel, gehechtheid aan het oude, en wie daaraan mis schien vroeger nog mocht twijfelen, zal in de tegenwoordige dagen daarvan het bewijs gezien hebben. Gedurende de laatste weken lezen' we dagelijks in de dagbladen een woord, dat tevens over menige lippen komt, na melijk 't woord cholera. Zoo'n enkel woord kan zoo iets schrikaanjag'ends heb ben. Hiervoor is trouwens eene krachtige reden. Het geheel onverwacht optreden, het snelle verloop en de vaak doodelijke alloop dezer ziekte, maken haar tot eene der meest gevreesde, en heerscht ze wer kelijk epidemisch, dan schijnt er zoo'n somber floers over zaken en menschen te 16.) „En toch zal geen vlek op je naam rusten,# vervolgde hij ziju toespraak tot het portret. #Je zult den man,' dien je door je liefde ge lukkig hebt gemaakt, trouw kunnen blijven tot aan het graf. In Engeland zal men den neus niet voor je opttrekken en elkaar toefluis* teren dat je een gescheiden vrouw bent. Neen, de bruid van advocaat Morris zal mij als een achtbare weduwe de band reiken. Hoe ge makkelijk zal dat gaan. De man, die zich na van je afkeert, is in strijd met zicbzelven en de gcheele wereld. Wat zon nalnarlii'-er zijn dan dat hij zich bet leven beneemt i"en je weduwe, Jaue!" Toen Koert op straat kwam, waa bij in-ser- liggen. Die onzekere spanning, die angst en vrees, die zoovelen aangrijpt, en ze a.ls 't ware ongeschikt maakt tot hande len, 't kan niet anders, of 't moet som berheid en een stilstand in alles veroor zaken. In een vorig opstel heb ik zooveel mo gelijk gewaarschuwd tegen alleoverdre- vene vrees, maar ook tevens tegen verre gaande roekeloosheid. Wanneer ik nu spreek -van strijd, dan heb ik 't oog., op den zwaren strijd, die èn geneesheeren, èn gemeentebesturen èn particulieren in die treurige dagen te voeren hebben te gen de drie bovengenoemde vijanden. Laat ons beginnen met den grootsten van allen, met de domheid; welke in den regel vergezeld gaat van have vrien din de stijfhoofdigheid. Wanneer nu de geneesheeren, de mannen van 't vak eenparig verklaren, dat niet geheel zuiver water allerschadelijkst is voor de gezond heid ten alle tijde, maar dat er juist nu met de allergrootste zorg moet gewaakt worden tegen het gebruik van zulk wa ter wanneer zij verklaren, dat juist het water een uitmuntend geleider is van de baccillen der cholera; wanneer die geneesheeren ten krachtigste waarschu wen tegen morsigheid, er op aandringen, dat men ingeval van cholera de uitwerp selen van den lijder spoedig en op een geschikte wijze verwijderen zal, en ze brengen op plaatsen, waar ze niet met menschen of dieren in aanraking kun nen komenwanneer dit alles geen ge heim, maar een onophoudelijke medege deelde waarschuwing is, hoe noemt gij dan het feit, dat men het water als 't ware opzettelijk besmet, door het die baccillen bevattende uitwerpselen te doen opnemen 'tGaat niet aan, men mag, men kan 't niet aannemen, maar anders zou men zulke menschen vergelijken bij hen, die in tijden van oorlog vergift werpen in putten, ten einde zoodoende eenige vij anden te verdelgen. En dat het gebeurt, is een feit, en dat het herhaaldelijk ge beurt, is ook een feit, maar nog veel dommer, veel onzinniger is het andere feit, dat men dit water drinkt. Als 't dan geen opzet is, dan is het domheid, domheid van de ergste soort. Men wil niet alleen niet meewerken, maar men werkt daarenboven nog tegen O, geneesheeren, o gemeentebesturen, wat helpt u al uwe inspanning, wat helpt het u, of gij nacht en dag gereed staat, om slag- te leveren tegen dien on- zichtbaren, geheimzinnigen, vreeselijken vijand, wanneer gij zóó moet strijden tegen ben, die gij wilt helpen, en die niet willen geholpen worden 1 Dat er gestreden wordt, blijkt ten duidelijkste, want tot schande van de menschen staat legenheid omtrent de plaats waar bij zoa heen gaan. Een groot koffiehuis voorbijgaande, trad bij daar binnen met bet voornemen om aan een eenzaam tafeltje bij een kop koffie over zijn lot na te denken. De slag waa zoo on verwachts gekomen, dat bij nog geen tijd bad gehad oui zijn toestand goed le overzien en ziju standpunt te bepalen. Hij zocht dus een eenzaam tafeltje op en drouk een kop zwarte koffie. De acten, die inijobeer Morris hem gegeven bad, zaten nog in zijn zak. Hij legde ze op de tafel en bla derde er in. Zoodoende vond hij twee brie ven, waarvan mijnbeer Morris gezegd bad, dat ze door Jane eigenhandig geschreven wa ren. Het gelokte hem slechts half, die brie- veu te ontcijferen; hij begreep den inhoud niet geheel. Daar kwam plotseling een groot wan trouwen tegen mijnbeer Morris op. Hij kon er geen grondige reden voor opgeven hij kou niet zeggen dat er iets gebeurd was, dat hem nu verdacht voorkwam, neen maar bet wan trouwen bestond. Hij nam een kort besluit en schreef op eeu naamkaartje de weinige regels, die zijn vriend er gedurig- te lezen, dat men dit of dat water, deze of gene wetering onbruik baar heeft moeten maken door middel van petroleum, teneinde te verhinderen, dat de bewoners dier streek zich door eigen schuld in den vorm van water als 't ware den dood indrinken. Hoe moeten geneesheeren en anderen te moede zijn, als ze dien strijd moeten leveren Wanneer ze daar aan de sponde van den aangetasten lijder staan en al, al de wapenen der wetenschap gebruiken, dan is dat een heerlijke strijd, die vol ver trouwen gestreden wordt, maar verge lijk dien hij den strijd tegen de dom heid! De hulptroepen van dien vijand, de domheid, heeten vooroordeel en gehecht heid aan 't oude en deze zijn machtig. Hoort het maar, hoe die menschen schouderophalend zeggen„nu zou ik toch niet weten, waarom dat water niet deugtMijn vader en grootvader hebben 'took altijd gebruikt, en zijn er aardig oud meê geworden, en veel ouder dan die tegenwoordige zwakke menschen." En een ander zegt«heb je nu ooit van zulke fratsen gehoord Daar zou me nu dat geheele water, verheeld je, die ge- heele wetering, besmet worden, omdat er op een tienduizend millioenste deel tje van dat water iets ingeworpen is, dat niet goed is? Loop toch heen met al die nieuwerwetsche kunsten. Ik stoor er mij ten minste niet aan. Men zou oppervlakkig zeggen, dat ze wel tot een ander inzien komen zouden, wanneer ze overtuigend de gevolgen zien. Och neen S dan schrijven ze dit met een eigenaardige quasi-scherpzinnigheid aan andere oorzaken toe. Is dat geen zware strijd te noemen In ons land is men nog niet zooals in Rusland en andere landen, waar de dom heid zoover gaat, dat men de ziekte aan de geneesheeren toeschrijft en daarom de mannen der wetenschap, de helpers, de redders mishandelt en doodtmaar toch zijn er genoeg voorheelden van verzet in ons beschaafd vaderland, van verzet tegen de middelen, die men nuttig en noodig oordeelt, om de uitbreiding door menscbelijke hulp tegen te gaan. Nogmaals: er is strijd tegen de dom heid en hare hulptroepen. Wie er goed over nadenkt, zal beseffen, dat hier veel op 't spel staatdie dommen brengen 't leven van vele anderen op onvergefe lijke wijze in gevaar. Mij dunkt, dat ons allen, die 't wel meenen met onze mede- menschen, in deze dreigende dagen wordt aangewezen, wat we te doen hebben. Trekt dan op ten strijde Wapent u met verstand, overtuiging, invloed, geduld en volharding en verklaart openlijk den strijd aan de domheid en hare hulptroepen CASACiyRA. Erik Dog laat in den avond ontving. De beide brieven sloot hij met zijn kaartje in de enve loppe en ging toen naar de post om zijn brief per expres-bestelling te laten bezorgen. „Als zij deze brieven niet herkent, als zij dit handschrift nog nooit gezien heel't en door echte brieven het bewijs kan leveren dat Koert schrikte zelf van al de gedachten, die het gevolg waren van zijn ongemotiveerd wantrouwen tegen den Bogelschen advocaat. Hij bedacht niet, hoe onmogelijk zijn onder stellingen waren, in aanmerking genomen dat mr. Morris sedert jaren met de familie Gray in betrekking stond. Hij stond gereed het postkantoor te verlaten toen bij mijnheer Morris ontmoette, die juist het postkantoor wilde binnentreden. z/Het verheugt mij u aan te treffen, mijn heer Von Berghaupt 1 Zoo even ontviog ik een brief van mijn gemachtigde te LondeD, waardoor ik genoodzaakt zon zijn onmiddellijk af te reizen. Doch mijn belofte aan n houdt mij tetug. Hoewel de zaak zeer dringend is, wilde ik juist een brief zenden met het verzoek de aangelegenheid onafgedaan te laten." Vlissingen, 12 November. Lijst van brieveD, geadresseerd aan onbe kenden, ten postkantore alhier ter verzen ding ontvangen gedurende de 2e helft der maand October jl. Roentgenstraat 43, FeijenoordD. J. Brauckman, Hilversum; H. Koopman, Rot terdam Vermeulen, J. J. Korff, Verzonden geweest naar Engeland: S. G. Baker. Louden Macbeth Philips, idem. VaD 5 tot 11 Nov. zijn alhier van Qaeenboro met de mail booten der Stoom vaartmaatschappij „Zeeland" aangekomen met de dagbo.sten 88 en met de nacbt- booten 406, daarheeD vertrokken met de dagbooten 112 en met de nacbtbooten 433, alzoo samen aangekomen 494 en vertrokken 545 passagiers. Het Utr. Dgbld. meldt dat niet éóo rij tuig le kl., maar de geheele BerlijnVlis- singscbo mailtreinen met 1 December weder via BoxtelWesel zullen worden geleid. In westelijk Zaid-Bcveland staat de han del in aardappels geheel stil. De Hollandsche kooplieden besteden Diet meer dan f 1 per hektoliter voor beste blauwe en dito jammen, waarvoor de bezitters niet genegen zijn tot verkoop. Dientengevolge worden belangrijke hoeveelheden ingekuild. Sedert het ontstaan der aardappelziekte munt 1892 bijzonder ait door zijn buitenge woon gunstigea aardappeloogst. De Tweede Kamer zal Dinsdag, kwartier voor vieren, eene openbare vergadering houden. Hoewel reeds eenige afdeelingen der Tweede Kamer heden met bet onderzoek der be roeps- en bedrijfsbelasting zijn gereed geko men, zal de overweging der kieswet niet vóór a.s. Dinsdag in de sectiën begiDneD. Bij Kon. beslnit is lo. benoemd bij het wapen der inf. tot inspecteur van bet wapen, de gen.-majoor 11. P. J. Hennas, comm. der le divisie iüf.2o. op de meest eer volle wijze ontheven van de waarneming den fnnctiën van inspecteur der infanterie, onder dankbetuiging voor de daarin door hem bewezen diensten, de Init.-gBDeraal F. M. B. ridder Ale wijn, adj. i'd buitengew. dienst van H. M. de Koningin, chef van deD generalen staf. Het vermunten van afgesleten kwartjes en dubbeltjes tot nicaw geld met het borst beeld der kleine Kouingiu beeft, met inbegrip van den aankoop van nieuw zilver, f 45,101 gekost. Maar de nominale waarde, waarvoor Ik verzoek u precies betzelfde, mijnbeer I Zoo even heb ik aan mijn vertrouwdsten vriend geschreven ota hem in mijn zaak te raad plegen." vHet doet mij byeonder veel gwoegen, dat u dit besluit heeft genomeD. Daardoor wordt mijn taak verlicht. 1q zulke moeielijke ge vallen ia eeu goede raad altijd aangenaam, eu mijn groote verantwoordelijkheid wordt mij door uw vriend aanmerkelijk lichter gemaakt. Wanneer verlangt u, dat ik mevrouw Von Berghaupt zal gaan bezoeken f,Morgen niet, mijnheer Morris! Ik wil eerst bet antwoord van mijn vriend afwachten, doch ik zou u verplicht zijn, als ge overmorgen daartoe bereid waart." Op- eens schenen bij mijnbeer Morris be denkingen op te komeD. //Mijnheer Von Berghaupt, onder alle om standigheden zal ik mijD gelofte gestand doen, doch ik weDschte wel, u de vraag ia overwe ging te geven: of nw vrieod u in dit geval mis schien niet beter van dienst zou kunnen ziju dan ik. Ik moei bekennen, dat ik bij de vrou wen door mijn voorkomen, en nog meer door

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1892 | | pagina 1