VLiSSlNbSCDE COURANT.
DeUsfaiUteiit.
No. 126.
Woensdag 26 October 1892.
303te Jaargang.
BKVS'&HEm
F I tU L L I T N).
XGlTlGGIltGllGStlllir» 1 II 11 G 11 1 <1 11 ll burg, heeft my verzocht, lie' door hern uit Bij Kon. besluit zijn benoemd tot heei
MEDISCHE POLITIE.
De Burgemeester van V"issiogen
gelet op de circulaire van den Heer
Commi99aria der Koningin in Zeeland vao
den 20 Oct. 1892 (Prov. blad no. 117,)
brengt ter algemeene kennis
dat door den Heer Minister van Binnen
landsche Zaken dd. 19 Oct. 1892 no. 6169
de volgende beschikking is genomen
,/De Minister van Binnenlandsche Zaken;
//Gelet op art. 8 van bet Kon. besluit
,/Van 4 Sept. 1892 (Staatsblad no. 215),
,/tot vaststelling van buitengewone maat—
//regelen tot afwending der Aziatische
//cholera en tot wering harer uitbreiding
z/en gevolgen
//Nader voorgenomen zijne beschikking
z/van 7 Sept. 1892, La. A. Atdeeling
z/M. P. (Staatscourant van 8 Sept. 1892),
waarbij genoemd art. is toegepast ten
//aanzien van personen, komeude uit
vRusland, Hamburg, Alton a,
//Antwerpen of Havre, zoodat
z/ieder, die een of meer personen, komen-
yde uit Rusland, Hamburg, A 1-
z/tona, Antwerpen of Havre in
zijne woning huisvest, verplicht is on-
u middellijk düi aankomst van dien per-
z/soon of die personen daarvan kennis te
z/geven aan den Burgemeester, en even-
fzoo kennis te geven aan den Burge
rmeester van elk verdacht ziektegeval in
rzijne woning, mitsgaders van bet vertrek
ffvtn bovenbedoelde personen en van de
z/plaats, waarbeen zij alsdan vertrokken
rzijn
//Heeft goedgevonden, met intrekking
yin zooverre van genoemde beschikking
z/van 7 Sept. 1892 te bepalen, dat, met
//ingang van 20 October 1892, art. 8
„van bet Koninklijk besluit van 4 Sept.
1892 (Staatsblad no. 215) niet meer
rzal worden toegepast op personen,
^komende uit Antwerpen.*
Vlissingen, 21 Oct. 1892.
De Burgemeester voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS.
Verleencn van vergunningen tot het oprichten
van inrichtingen, wéUce gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Do Burg. en Woth. van Vlissingen,
gelet op art. 8 der wet van 2 Juni 1875
(Staatsblad no. 95), brengen ter algemeene
kennis, dat bij hun besluit van den 28 Mei
jl. vergunniüg is verleend aan F. N. DE
ROOIJ, wonende alhier, tot het oprichten
van eeDe kalkblusschenj, in perceel wijk O.
no. 1 aan de Glacisstraat.
Vlissingen, den 22 Oct. 1892.
De Burg, en Weth. voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS.
De Secretaris,
F. N. YAN DER BILT.
geven neroanuiu van iuj >e
aan te bevelen. Gaarne voldoe ik hieraan,
omdat ik geloof, dat de nadere kennis dier
planten voor velen, zoowel godgeleerden als
l'èeken, gewenscbt en nuttig kan zijn, maar
vooral omdat ik de overtuiging heb, dat
hetgeen genoemde heer leveren zal, in zijne
soort voortreffelijk kao zijn. De heer Buijs-
ntan verstaat uitnemeud de kunst om de
planten zoodanig te praeparceren, dat de
natuurlijke vormen, en zelfs zooveel mogelijk
de kleuren der bloemen, bewaard blijven.
Hij voegt daarbij eeue analyse van bloem
en vrucht, in doorsnede of uitgespreid op
het papier gehecht, of wel, naar de behoef
te, afzonderlijk daarbij gevoegd, zoodat men
een voldoend beeld van het geheel verkrijgt.
Een aantal aldus door den heer Buijsman
toebereide, nutttige en geneeskrachtige plan
ten, in bet HerbSrinta van de Rijks-Uiji-
versiteit alhier aanwezig, welke door mij bij
mijne lessen gebruikt worden, wettigen dit
ooideel geheel, en geven mij allen grond,
om ook do nu door hem uit le geven ge
droogde BijbelBche planten aan belangstellen
de met warmte aan te bevelen.
Prof. Dr. N. W. P. Rauwjïnhoff.
Utrecht, 31 Maart 1892.
Het ss. //Gedé* is heden naar de binnen
haven alhier vertrokkoD tot het regelen van
de compassen.
A.s. Vrijdagochtend wordt proef gestoomd
en daarna de reis naar Rotterdam aanvaard.
Deze week kan alhier verwacht worden
Hr. Ms. schroefstoomschip le kl. //Van Speijk"
tot het verificeeron van de compassen.
Het Utr. Dgbl. meldt, dat, te beginnen
met 1 December, de sneltreinen, waarmede
dfc 'brievenmalen tnsscben Londen en Duitscb-
land via VlissiDgen worden vervoerd, weder
bon weg zullen nemen over de lijn Boxtel
Wezel.
Gisteren werd te Middelburg door den
correspondent van de //Maatschappij tot
redding van drenkelingen,* den heer dr. J.
P. Berdenis van Berlekom aldaar, eene zil
veren medaille en 27 uitgereikt aaD J.
C. Struyk alhier, voor hot redden en tot het
leven terugbrengen eener vrouw op 23 Mei
jl. en een gelijke belooning aan P. H. Kuyt
te Middelburg, voor het redden eu tot het
leven terugroepen van een kind op den 2en
Pinksterdag jl.
Bij Kon. be8l. van 20 dezer zijn iD Zee
land beDoemd in den militieraad voor de
lichting der Nationale Militie van 1893, tot
voorzitter P. J. F. Van Voorst Vader, lid
der Prov. Staten; plaatsvervanger mr. C.
Lucasse, idem; lid dr. A. Van der Swalme,
plaatsvervanger mr. A. P. Snouck Hurgron-
je, beiden lid vau den gemeenteraad te Mid
delburg.
raao voor net waierscuap denouwen M. Jjocser
de Bruyne lot raad voor den polder Wal
cheren J. C. Lanlsheer lot plaatsvervangend
dijkgraaf voor deo Catspolder A. Markusse
Az., tot lid van bet bestuur der waterkee-
ring van den calamiteuzen Willem-Annnpol-
der J. Weststiate tot lid van het bestuur
der walerkeeriug van bet calamiteuze water
schap Oud- en Jong-Breskens J. van Male;
tot hd van het bestuur der waterkeeriug van
bet calamiteuze waterschap Nienw-Bommen-
Déde J. A. Bolle.
Het Bbl. verneemt dat H.M. de Koningin
een aanzienlijke gift heeft geschonken aan de
kas voor hulpbehoevende werklieden aan 's
Rijks weif te Amsterdam en dat ook de roeiers
van de koningsloep mild door H.M. zijn
bedacht.
Het voornemen bestaat de Tweede Kamer
den Sn November te doen terngkeeren. Da
centrale sectie beeft besloten, dat alsdan in
de nfileelingen zal worden onderzocht eerst
de bedrijfsbelasting, daarna de kiesrechtoni-
werpen. De opeubare behandeling der In
dische begrooting zal wellicht niet voor 22
Nov. kuunen begiuDen.
Door Ged. Staten wordt aaD de Prov.
Staten voorgesteld, om voor het geval bet
thans aanhangige wetsvoorstel tot pecaequatie
der grondbelasting op de ongebouwde eigen
dommen kracht van wet erlangt, aau de
Koningin-weduwe, Regentes, voor te dragen
de heffing van
acht en twintig opcenten op de hoofdsom
der belasting op de gebouwde eigendommen,
twee en dertig opcenten op de hoofdsom
der belasting op de ongeboawde eigendom
men,
over bet jaar 1893, en
achttien opcenten op de personeele belas
ting, dienst 1893/94, tot dekkiDg der ge
raamde uitgaven en behoeften van eDkel
provincialen en hnishondelijkeD aard voor
het dienstjaar 1893; en Hare Majesteit te
verzoeken, de heffing der bedoelde opcenten
de bekrachtiging der wet te doen erlaugen.
De Minister van Binnenlandsche zakea
brengt ter algemeene kennis, dat volgens de
bij hem ingekomen ambtsberichtea in de af-
geloopen week als aan Aziatische cholera
overleden zijn aangegeven
in Gelderland te Huissen 1 porioon.
in Zuid-Holland te Gouda 1te Ouds
hoorn 1 te Rotterdam 1 persoon,
in Noord-Holland te Haarlem 2 personen;
in Utrecht: te Jutfaas 3; te Utrecht 12
personen. (Sf.ci.)
De Ministers van Binnenlandsche zaken en
van waterstaat, handel en nijverheid brengen
met wijziging in zoover van hunne be
kendmaking van 13 September jl. te*
8.)
Zwaarmoedig hield Koert de band voor de
oogeo. //Zij heeft mij den ganschen nacht
verpleegdik beb haar zooveel moete be
zorgd, dat zij zelf oppassing noodig heefl.
En mijn verlof is weldra verstreken op grond
van mijn gezondsbtidstoestand wil ik vandaag
trachteD verlenging van mijn verloftijd te
krijgen.*
Uit Koerts borstzak kwamen du de docu
menten te voorschijn, die mijnheer Morris hem
ter lezing had gegeven. Etik merkte ze da
delijk op.
Wat heb je daar voor advocatenrommel
in den zak P* Bergbaupt kleurde en stak ze
dieper in den zak.
//Het zijn akten ran de tante mijner vrouw
Vlissingen, 25 October.
Wij vestigen de aandacht onzer lezers
op achterstaande advertentie, de teutoonatel-
liug van eenige gedroogde planten, vruchten
en zaden, beneveus van een gedeelte mum-
miekraus uit Egypte betreffende. Vooral deze
laatste curiositeit (2200 jareu oud) is zeker
een bezoek overwaardtg. Zooals bekend, wer
den den dooden als versiering kransen van
bladeren en bloemen in het graf medege
geven deze kransen werden ïjf op de borst
gelegd (daartoe behoort het fragment in
kwestie) uf om het hoofd gewonden en
bestonden in dit laatste geval uit olijf
bladerende kransen, die spiraalsgewijze op
gerold op de borst werden gelegd, bestonden
bijua altijd in hoofdzauk nit de bladeren van
Mimusops Sc/umperi Hochsi, te zamen ge
bonden door reepjes vao de bladeren van
Hyphaene thebaica 1, de zoogenaamde Doum-
palm. De eerstgenoemde plant is thans niet
meer iu Egypte, maar alleen in Abessinië
inheemsch de tweede wordt nég in Egypte
gevonden. De krans, waarvan het fragment
nu wordt tentoongesteld, is afkomstig nit
den tijd der Pholeineeën (300 jaren vóór
Christus.)
De gedroogde planten worden door den
heer Buijsman te Middelburg, eigenaar van
de voorwerpen, thans tentoongesteld, reeds
sedert jaren als Herbarium analysicum uit
gegeven. De wijze van behandeling wordt het
best door onderstaande aanbeveling van
Prof. Rauwenhoff te Utrecht, die reeds se
dert jaren inteekenaar is (voor bet Botanisch
mn8eam aldaar) bekend gemaakt. Behalve
deze zijn nog vele aodere aanbevelingen in
eene circulaire rereenigd, ter tentoonstelling
aanwezig. Verder ook werd den heer B. voor
slechts enkele exemplaren door hem op de
/yGarteubaa Ausstellung* te Berlijn, in Apiil
1890 ingezonden, de zilveren medaille toe
gekend. Het betreffende diploma is eveneens
bij de verzameling ter bezichtiging neder-
gelegd.
Ook Bijbelsche planten, voor zoover die in
de H. schrift worden aangehaald, worden op
verlangen zonder analysen geleverd 50 ets
per stuk. Verder alle andere verlangde soorten,
onverschillig welke. Daardoor wijkt deze
uitgave geheel en ai van alle aodere af, waarbij
men gowoonlijk verplicht is joist die planten
te ontvangen, die gepubliceerd worden en men
geene speciaal verlangde soorten kan be
komen.
Wij raden een ieder aan deze interessaute
verzameling, waarbij zich zéér vele reeds be
stelde exemplaren van planten bevinden, die
na sluiting der tentoonstelling aan do intee-
kenaren worden verzouden, te gaan bezich
tigen, die een bezoek overwaardig is.
Iets dergelijks werd, voor zoover ons be
kend, hier ter stede nog niet tentoongesteld.
De heer M. Bnijsman te Middef-
ik zal ze haar naar Londen nazenden. Zij
liet ze bij ons liggen en schreef er nu om,'
stotterde bij.
Wambold bad geen reden om aan de woor
den zijns vriends te twijfeleu en dat deed bij
ook niet. Doch eensklaps kreeg hij lust om
die akten te zien; niet nit zuivere nieuws
gierigheid, maar omdat bij vermoedde, dat de
ongewone toestand van zijn vriend op de
een of andere wijze met die akten in ver
band stond. Koert weigerde echter met zoo
veel standvastigheid en zooveel angst tevens,
dat Erik dadelijk van zijn verlangen afzag.
De oppasser kwam met wijn. Bijna gaizig
dronk Koert verscheidene glazen van den zwa-
reo wijn en schoeD toen inderdaad verkwikt
te zijn.
«Je znlt wel denken, dat ik wat vreemd
ben in mijn handelingen,' sprak Koert ver
ontschuldigend. ylk gevoel dat en bet do6t
mij leed, maar ik kan er niets aan veranderen.
Wees intnsschen verzekerd, Erik, dat ik al
tijd je vriendschap waardig zal blijven.*
z/Neem mij niet kwalijk, Koert, als ik door
de groote verandering in je handelingen al
lerlei gedachten bij mij voel opkomen. Je
spreekt daar duidelijk de vrees uit, dat er een
tijd kan komen, waarin ik de waarde van je
vriendschap zou miskennen. Wat beduidt dat P
Zoo spreekt mijn kameraad, een geacht soldaat
nit eeu der beste familiën van ons land Een
man, die een engel van een vrouw bezit en
wiens financieels omstandigheden hem ver bo
ven de zorgen van het dageiijksche leven ver
heffen Koert dat begrijpe wie het kan
yJe wilt daarmee bet bewijs leveren, dat
bet nur nooit zal komen, waarin je aan je
zelf de vraag zoudt moeten doen of ik je
vriendschap waardig beD, Je hebt gelijk, die
tijd zal nooit komen; daarvoor ben je le goed,te
edel. Ik zal het zoo weten in te richten, dat
je nooit vrees zult hebben.Ik geef je mijn woord,
dat ik alleen alles zal lijden wat er geleden
moet worden. Erik, ik heb mijn vrouw aan
je te danken, en als ik ooit je achting en
vriendschap mocht verspeleu, als andere ge
voelens dan die vao innige dankbaarheid bij
mij opkwamen, dan daar geef ik je mijn
eerewoord op dan schiet ik usij een kogel
door dec kop.*
Koert begon plotseling te lachen, greep zijn
geheel verbluften vriend bij de hand en trok
hem bij zich op de sofa.
z/Dat is dom gebabbel, Erik. Je moet wat
toegevend zijn met mijn overspanning. Je weet,
ik werd altijd door voorgevoel geplaagd en
zag altijd alles donker in. Met de jaren slijt
dat wel. Laten wij vroolijk ziju je wijn is voor
treffelijk. Als ik zoo bij je zit; ben ik spoe
dig weer de oude
Maar de diepe ernst op het anders zoo
vroolijk gelaat van Erik liet zich niet ver
drijven. Hij dronk een glas wijn met zijn
vriend, maar sprak geen woord.
De oppasser had intus9chen in de aangren
zende kamer zijn taak afgedaan hij kwam
de nadere bevelen van zijn heer vragen, en
deze zond hem weg naar den stal.
z/Nu zijn wij alleen, Koertop grond van
onze vriendschap verlang ik, dat je mij be
kend maakt met de reden van de geheele om
keering, die met je heeft plaats gehad.*
//Ontsla mij van de beantwoording dezer
vraag," zeide Koert, ffwant ik ben zelf met
mijn houdiDg verlegen. Ik gevoel mij nu weer