VLISSINGSCHI COUIVYI n No. 122. Zondag 16 October 1892. 303te Jaargang. Gemeentebestuur. Lange Avonden. BUREAU: Kleine Markt I N°. 187. Prijs per drie maanden 1.—. Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. UITGEVER: F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen. PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Benig Agent voor Frankrijk de firms G. L. DATTBE Co., te Parijs. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond. Abonnementen voor België, Duitsohland, Enge land en Frankrijk f 1.05 per drie maanden NATIONALE MILITIE. Eerste kennisgeving voor de loting van de Nationale Militie. De Burg. en Weth. van Vlissingen, Gelet op art. 28 en volgende der wet van den 18 Aug. 1861 (Staatsbl, no 72) brengen ter kennis van belanghebbenden dat de loting der in het vorige jaar voor de Militie ingeschrevenen in deze' gemeente zal plaats hebben ten Raadhuize op Woens dag den 26 October 1892, des voormiddags te 9 uren dat gednrende vijf dagen, te rekenen van den dag waarop de loting heeft plaats ge had tegen de wijze waarop zij is geschied bij Gedeputeerde Staten bezwaren kannen worden ingebracht door belanghebbende lote- Hngen of door hun vader of voogd dat de bezwaren moeten worden ingediend door middel van een door de noodige be wijsstukken gestaafd verzoekschrift op onge zegeld papier, onderteekend door hem' die ze inbrengt welk verzoekschrift bij den Burge meester moet worden overgebracht, tegen be wijs van ontvang dat op Donderdag den 27 October 1892 des voormiddags Tan 10 tot 12 nren ten Raadhnize zitting zal worden gehouden tot het opmaken van de getuigschriften, ter be koming van vrijstelling wegens broederdienst of op grond van te zijn eenige wettige zoon, bedoeld in de 2e en 3e zinsnede van art. 53 bovenbedoelde wet dat zij die op zoodanige vrijstelling aan spraak maken op gameiden tijd ten Raadhuize zullen moeten verschijnen, vergezeld van twee bij den Burgemeester bekende meerderjarige ingezetenen, terwijl op broederdienst recla- meerenden, zij zullen moeten medebrengen de bewijzen van geboorte van hen zeiven en van de nog in leven zijnde broeders benevens, het paspoort of ander bewjjs van ontslag, of een uittreksel uit het stamboekof een be wijs van werkelijken dienst van den broeder of de broeders, op wiens of wier dienst zij hunne reclame gronden. En is biervan afkondiging geschied waar het behoort, den 15 October 1892. De Burg. en Weth. voornoemd, TUTE1N NOLTBENIUS. De Secretaris, P. N. VAN DER BILT. (Slot.) Juist de lange winteravonden zijn bij uitstek geschikt, om allerlei arbeid te verrichten. In de heerlijke zomeravonden heeft men na een warmen dag behoefte aan rust en ontspanning. Dan komen er zoovele oogenblikken, vooral in den avond, die men werkelijk met nietsdoen doorbrengtmaar hoe geheel anders is dit des winters, wanneer al zeer vroeg het kunstlicht in de plaats van het dag licht moet komen, en de weersgesteldheid ons van het zelve noopt, om niet naar kuiten te gaan. Laat ons met het oog op het reeds gezegde met onze verbeelding ons verplaatsen in die bergachtige streken, waar de winter in al zijne strengheid Stelt u zoo'n dorpje voor, gelegen in een dier dalen, waar de vreemdeling des zomers zoo gaarne zijne tent opslaat, om te genieten van de heerlijke natuur, die zich daar in al hare pracht aan zijne verbaasde blikken vertoont. Hoe ï«heel anders ziet het er daar nu uit! De sneeuw ligt eenige voeten hoog. Sommige van die lage hutten, die er 's zomers zoo schilderachtig uitzagen, lig gen nu als 't ware onder het witte win- terkleed als bedolven.Eene massa sneeuw, waarvan wij ons hier geen denkbeeld kunnen makenDe bewoners van eene dier hutten vormen een nog al talrijk huisgezin. In de zomermaanden verdien den de vader en de oudste'zoon een be trekkelijk goed sommetje als gidsen. De jongere leden moesten de geiten hoeden, en brachten de meeste uren van den dag op de bergen door, vanwaar zij 's avonds laat terugkeerden. Zoodoende hebben ze wat verdiend in hunne oogen nog al veel, hoewel onze werklieden er den neus voor zouden optrekken. Maar dit jaar is de winter vroeg inge vallen. De sneeuwstormen hebben ge woed, en ze zijn met hunne lage hut ingesneeuwd. Dit beteekent op zichzelf voor hen niets. Dat gebeurt menigmalen. Dat kan verscheidene dagen zoo aan houden, en zelfs wanneer de gemeen schap met de buitenwereld hersteld is, ook dan nog valt er gedurende weken niets te verdienen. Wat een verschrikkelijk vooruitzicht, niet waar? Hoe zullen zij, die werke lijk lange avonde* doorbrengen? Daar is geen doorkomen aanZoo zouden wij voorzeker zeggen, maar dat doen zij niet. Als gij door die sneeuwlaag heen eenen blik in die woning kondet wer pen, ja! dan zoudt gij daar geen beeld van rijkdom ontwaren, maar evenmin vindt gij daar den kwelgeest der verve ling. Die vijand heeft den toegang tot hunne woning niet kunnen bekomen, want ze waren behoorlijk gewapend, en ze heb ben hem dien toegang geweigerd. Ze zijn gewapend met werkzaamheid. Daar staat in 't midden eene lange, vrij ruw bewerkte tafel, en rondom dat meubelstuk is het huisgezin verzameld. De vrouw des huizes en hare beide dochters zijn druk bezig met kousen te breien. Die wol ziet er wel wat grof uit, maar fijne dameskousjes worden daar niet gedragen. Voor die vrouwelijke handen is arbeid in overvloed. Ze hebben voor 't begin van den winter bestellingen ge kregen van de eenvoudige winkels, waar voor ze gewoonlijk werken, en die de dorpsbewoners van kleedingstukken voorzien. De vader zit met de korte pijp in den mond, en is geheel verdiept in zijn werk. Wat hij daar doet zou u verbazen en jaloersch makenMet onuitputtelijk geduld vervaardigt hij snijwerk. Ziet, dat zal eene sigaren pijp worden. Hoe kunstig heeft hij daarop den jager voor gesteld, die tegen een boomstam geleund op een stuk wild schijnt te mikkenHoe vindt gij dien hond Beschouw eens dat geweer met dubbelen loop, dat hij in de hand houdt. Hoe klein ook, toch is ieder gedeelte keurig net afgewerkt. En nu die beide jongens? Zij houden zich ook met snijwerk bezig. Ze maken lini alen en vouwbeenen, waarop gij uitge sneden eikenbladeren ziet, zóó natuurlijk, zóó zuiver, dat ze in uwe oogen won derwerken zijn. Zij zeiven maken er niet zooveel ophef van. Ze hebben al zooveel van die bladeren uitgesneden, dat het hun vlug van de hand gaat. Wat zou den die boerenjongens u uitlachen, wan neer gij zoudt beproeven, om dat na te maken! Waarlijk! èn die vader, èn die jongens maken honderden beschaamd, wier ouders sommen hebben uitgegeven voor lessen in teekenen enz. Hoe komt dat Omdat de behoefte aan levenson derhoud hen noopt, om te arbeiden, om te woekeren met den tijd, om die lange winteravonden zoo nuttig mogelijk te besteden. Bracht ik u in de woning van een dorp in het Ertsgebergte, dan zondt gij daar vrouwen en meisjes vinden, die den geheelen. winter hard werken aan 't vervaardigen van kant, en daarvoor zeer weinig geld verdienen, maar toch ge lukkig zijn, wanneer ze daardoor den honger huiten de deur kunnen houden. Komt gij in 't Schwarzwald, dan kan ik u menige woning binnenleiden, waar het geheele huisgezin zich onledig houdt paet het vervaardigen van uurwerken. Ieder lid speelt daar zijn rol. De een maakt de plaatde ander maakt wijzers èen derde maakt het snijwerk voor de klok. een ander de kettingen en de ge wichten, en wanneer gij die lieve klok jes ziet, met of zonder nabootsing van het geluid van den koekoek, en die gij daar voor eene betrekkelijk geringe som koopt, of beter nog, wanneer gij eenige uren bij zulke menschen hebt doorge bracht, en al de deelen van zulk een uurwerk hebt zien vervaardigen, dan begrijpt gij, dat het woord verveling daar zoo goed als onbekend moet zijn. Daar juist zijn die lange winteravonden de rustigste tijd, waarin men ongestoord kan doorwerken. Laat het dan buiten stormen of sneeuwen, zij zitten onver poosd aan hunnen arbeid en de uren vliegen om Wat zien we nu uit het behandelde Vooreerst dit. Hij, die werk, die be zigheid wil zoeken, kan ze vinden. Hij kan dit doen, om zijne verdiensten te vermeerderenhij kan 't ook doen, om dien rampzaligen vijand, de verveling, voor altijd te verbannen. Er wordt zoo dikwijls steen en been geklaagd, maar waarlijkals dit zóó erg was, dan zou men meer naar de middelen zoeken tot het vinden van bij verdiensten in vrije uren, vooral in lange winteravonden. Hoe weinigen. in ons land leggen zich toe op het snijden van voorwerpen uit hout of ivoor. Dat moet alles uit het buitenland komen. Zijn die menschen daar dan zooveel vlugger en handiger Neenmaar zij zijn inder daad armer, en moeten daarom alles en alles aanwenden, om nog wat bij verdiensten te bekomen. Teekenonderwijs is tegenwoordig verplichtend. De armste is dus in de gelegenheid om kosteloos begrippen van vormen en omtrek te krijgenen dat is toch het aanvangs punt. Wanneer daarop wat meer werd gewezen, dan zou het snijwerk voor de minvermogenden eene bron van ver diensten kunnen worden. Maar zou het niet tevens voor hen, die het niet zoo brood noodig hebben, niet eene bron van uitspanning, een wa pen tegen verveling kunnen zijn Al te weinig, veel te weinig, wordt er nog gedaan aan de h a n d v 1 ij t. Men neme mij niet kwalijk, dat ik het vreemde woord niet gebruik. Jaren geleden is men daarmede reeds begonnen, en aller aardigst waren de voorwerpen, die jeug dige handen vervaardigden. Toen ging het nieuwtje er af, en de zaak sliep. Nu onlangs heeft men het met kracht we der aangevat. Tal van jeugdige onder wijzers hebben zich de- zaak aangetrok ken en met lust de lessen bijgewoond, die daarin zijn gegeven. Zal het weer komen en verdwijnen, of zal het een middel, een uitstekend middel zijn, niet alleen om de verveling tegen te gaan, maar tevens om menigeen een eerlijk middel- van bestaan te verschaffen, ar moede te bestrijden en zoo het nuttige met het aangename te vereenigen? Casacara. Binnenland. Vlissingen, 15 October. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbe kenden, ten postkantore alhier ter verzending ontvangen gedarende de 2e helft der maand September jl. A. van Broeken, Amsterdam A. Ander- een, Gouda. Verzonden geweest Daar België: L. de Kosler, BrasselValentijD, idem. Idem naar Duitsland: M. Borden Carter, Homburg. Idem naar Engeland: W. Londer, Londen. Bij Kon. besl. van 13 Oct. is benoemd bij bet wapen der inf., tot commandant van het algem. depot van discipline, de kapt. J. J. Geers, van het 2e reg. inf. Van 8 tot 14 October zijn alhier uit Queeoboro met de mailbooten der Stoom vaartmaatschappij ^Zeeland" aangekomen met de dagbooten 125 en met de Dacht- booten 406, daarbeeD vertrokken met de dagbooten 171 en met de nachtbooten 490, alzoo samen aangekomen 531 en vertrokken 661 passagiers. Bij Kon. besluit is benoemd tot notaris te Middelburg, de heer J. W. Verhnlst, caDd.- notaris aldaar. Bij Kon. besl. van 9 dezer is de commis sie, welke bij Kod. besl. van 14 Oct. 1888 benoemd werd tot bet instellen van een on derzoek betreffende de goavemements-kof- fiocnltuar in Ned.-Iodië, ontbonden, met dankbetuiging voor de wijze, waarop zij aan de haar verstrekte opdracht heeft voldaan. De le luit. L. J. L. Schas vau bet 3e, reg. inf. te Bergen-op-Zoom, is door den minister van oorlog belast om gedurende den a. s. winter de voorhanden gegeveDS van krijgskundigen aard, die in het ge meente-archief aldaar aanwezig zijn, t« onderzoeken en te registreeren. De le luit. H. J. Balfoord van het 3a. reg. inf., is met dezelfde opdracht te Mid delburg belast. De le luit. R. G. H. A. Vorsterman van Oijen van het O.-I. leger, gedetacheerd bij het 3e reg. inf. te Middelourg, is belast met dfl leiding der vrijwillige oefeningen in deu wapenhandel te Kruiniagen. Tegen 9 Nov. is weer een 30-tal jonge lieden tot dienstneming bij het instrnctie- bat. te Kampen opgeroepen. Blijkens hier te lande ontvangen bericht, is de le-luiteDant der inf. P. C. M. A. Hool- booin te Atjeb, bij het laten openkappen vaa terrein, gesneuveld.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1892 | | pagina 1