VLISSINGSCHË COURANT.
ONDOORDACHT.
No. 95.
Zondag 14 Augustus 1892.
30ste Jaargang.
Gemeentebestuur.
Afschrift van een brief
Mevr. La Oiapelle-RooM.
Binnenland.
Eostelooze toelating van leerlingen op de
scholen A en B.
De Burg. en Weth. van Vlissingen;
herinneren de ouders of voogden, die
voor hunne kinderen of pupillen tegen
1 September e.k. plaatsing aangevraagd
hebben op eene der Openbare Lagere
Scholen ^oor On- en Minvermogenden
A en B. alhier (Hoofden van scholen de
heeren P. Landsman en W. van Kamer,)
dat zij zich voor kostelooze toelating
tot die scholen bij de Plaatselijke Com
missie van Toezicht op het Lager On
derwijs zullen moeten aanmelden
dat deze Commissie te dien einde zit
ting zal houden ten Raadh uize op
Dinsdag den 16 Augustus
1892 des avonds ten 7 ure,
en dat wanneer de aanmelding ver
zuimd wordt eerst na verloop van een
jaar omtrent de kostelooze toelating eene
beslissing zal genomen worden.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 11 Augs. 1892.
De Burg. en Weth. voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS,
De Secretaris,
J. H. DOMMISSE, L. S.
SCTSlTOES-OTTOra.
De Burgemeester vaD Vlissingen
Gelet op de mededeeling van den Com
missaris der Koningin in dit gewe6t, dd. 10
dezer,
breDgt ter kennis van belanghebbenden
dat de schietoefenihgen in bet gedeelte
der Noordzee, grenzende aan de kuststrook
van Noord-Holland, tusschen het zuide
lijk uiteinde van de Hondsbossche zee
wering en Egmond aan Zee, zijn ge
ëindigd.
Vlissingen, 12 Augustus 1892.
De Burgemeester »oornoerad
TUTEIN NOLTHENIUS.
aan een heer in Nederland-
Onder bovenstaand opschrift ontvin
gen wij van den heer George W. van
Siclen, advocaat te New-York, het vol
gende, hetwelk wij gaarne een plaats
verleenen in de kolommen van ons blad.
Waarde Heer. Uwe navragen van
den behooren onder de meest be
langrijke, welke mij ooit zijn gedaan.
Ik aarzel ze te beantwoorden, uit vrees,
dat mijn antwoorden niet verstandig en
nauwkeurig zijn.
In de Vereenigde Staten werkt ieder
een.
FHHtLLIT@HI.
i
door
n.)
't Speet haar alleen maar, dat haar oudste
kind niet de uitverkorene was, en zij kon
zich Kerkwijk's keuze bijna niet begrijpen.
Van Blanche daarenboven was zij zeker ge
weest, maar zij was niet volkomen overtuigd
dat Meta geen tegenwerpingen zou maken
't kind was zoo vreemd, zij was er mis
schien toe in staat het groote geluk, dat
haar werd geboden, te verwerpen. Mevronw
v. Wielheim maakte voor de leus eenige
tegenwerpingen, als Meta's jengd en de
groote verantwoordelijkheid die dit huwelijk
op haar zon doen rosten, die echter natuur
lijk met veel welsprekendheid door de andere
party werden weerlegd, maar op Kerkwijk's
Het is eervol om te werken.
De adel der Vereenigde Staten bestaat
uit hen, die door hun verstand en werk,
tot welslagen zijn gekomen.
Het wapen van bijna iederen voor-
spoedigen Amerikaan, indien hij om een
wapen gaf, zoude zijn een hamer om
hoog gehouden door den gespierden arm.
Er is geen aristocratie in Amerika.
Er is een rijke klassemaar in den regel
hebben die zich opgewerkt en hunne
voorloopers zijn hun eigen inspanningen
in het veld der arbeid.
Er zijn een aantal mindere politieke
ambten, maar tot dusverre zijn derge
lijke plaatsen beschouwd geworden als
de buit van de overwinnende partij bij
de verkiezingen, volgens de theorie dat
«Aan den overwinnaar behoort de buit»
der politieke ambtsbekleeding.
Dit onjuist begrip van zorgdragen
voor hoofdzakelijke belangen der Repu
bliek is echter sinds de laatste jaren
langzamerhand veranderd onder een be
weging tot bet hervormen van den pu-
blieken dienstzoodat getrouwe en
werkzame klerken, dienaren van het
gemeenebest, niet iedere vier jaar, of bij
iedere verandering van de bewindheb
bende partij, van hunne plaatsen ontzet
worden.
Alle ambtenaren, gouvernements-kler-
ken, moeten burgers der Vereenigde
Staten zijn.
En dit hoort zoo te wezen.
Hieruit volgt, dat ieder, die zich hier
te lande komt neerzetten, verplicht is om
voor zijn bestaan te werkentenzij een
jong mensch genoeg geld met zich mede
brengt om zijn onderhoud en kleeren
voor twee of drie jaar te betalen, terwijl
bij hier een plaats zoekt, voor welke zijn
vroegere opleiding en opvoeding hem ge
schikt maken, zal hij groote ontberingen
gevoelen, misschien wel van ellende om
komen, voordat hij een gelegenheid vindt
om in zijn eigen onderhoud te voorzien.
Wellicht eens per week wendt zich een
Hollander tot mij, die niets te doen, niets
te eten heeft, en niet weet wat te doen.
En af en toe hoor ik van zelfmoord door
deze oorzaak.
Maar in antwoord op uw vraag«Is
het mogelijk om daar (in de Vereenig
de Staten) een bestaan te vinden, behal
ve in landbouw,» antwoord ik ja, er is
plaats voor den bedreven werkman in
ieder vak, en in iedere roeping en bedrijf,
waarbij men door zijn eigen werk resul
taten teweegbrengt, welke voor anderen
nuttig zijn. Maar voor iedere vacature,
in kantoor of anderszins, zijn er nu hier
honderd hongere aanvragers, die geen
kans overlaten aan den nooddruftigen,
pas aangekomen nederzetter.
Alle handwerkslieden en arbeiders,
vraag of zij hem dan toestond met haar
dochter te spreken, antwoordde zij
„Zoa je het niet beter vinden, mijn beste
vriend, dat ik het haar zeide Ik weet dat
mijn lieve kind zich nooit zoo iets heeft dur
ven voorstellen; zij zal zich ongetwijfeld zeer
gestreeld gevoelen zij zal ook zoo nitermate
verrast zijn."
"Vergeef mij, Mevrouw," zeide Kerkwijk
„en laat mij u hartelijk danken voor uw vrien
delijk aanbod. Duid het mij echter niet ten
kwade, wanneer ik bescheiden mijiv meening
waag te uiten, dat de beste en vurigste pleit
bezorger wel de belanghebbende zelf zal zijn."
„Zoo je wilt, mijn beste mijnheer Kerk
wijk, 't was maar een idee, je kunt wel ge
lijk hebben. Je hebt mijn volkomen toestem
ming om met Meta te spreken en ik voeg
er zelfs bij Ik hoop dat je pogingen met
een goeden uitslag zullen bekroond worden."
„Ik dank u ten zeerste voor uw goedheid,
lieve mevrouw," antwoordde de weduwnaar,
terwijl hij de hand zijner aanstaande schoon
moeder met warmte aan de lippen drukte.
„Wees u dan zoo goed aan Meta te vragen
met ijverige en geregelde gewoonten
moeten slagen in de Vereenigde Staten,
maar het vereischt tijd en geduld
boerenknechten verdienen van 100 tot
650 per jaar,benevens kost en inwoning,
en bedreven handwerklieden van 6 tot
12.50 per dag, terwijl hun onderhoud
niet meer behoeft te kosten dan in Euro
pa. Klerken verdienen van 25 tot
62.50 per week, maar zij, die dat laat
ste bedrag ontvangen wanneer zij 25
jaar zijn, beginnen gewoonlijk als kan
toorjongen op vijftienjarigen leeftijd en
werken geregeld een langen tijd voor
een gering loon, terwijl zij met de zaak
opgroeien.
Vrouwen zijn hier ook welvarendzij
verdienen gereedelijk van 30 tot 50
per maand als dienstboden.
Het beste wat Hollanders kunnen doen,
wanneer zij naar dit land komen, is een
stuk grond uit te kiezen, niet te groot,
ingericht voor hunne eigen behoeften en
gewoonten, doch niet te ver van een ge-
vestig'de Amerikaansche stad, en daar
hun eigen stad te bouwen, hun eigen
landerijen te bewerken, hun eigen voort
brengselen te ontwikkelen, om ten laat
ste de toegenomen waarden van bun
eigen bezitting door hun eigen nijver
heid teweeggebracht, in te oogsten.
Zulk land, in alle opzichten bewon
derenswaardig, kan worden gekocht voor
ƒ12,50 tot ƒ125 per akker (alnaar
gelang de afstand van stad of spoorweg)
en is spoedig in waarde vermenigvuldigd.
Dergelijk eigendom behoeft niet ten vol
le contant betaald te wordenmet
ƒ20 000 op afbetaling en de rest bij
hypotheek zoude men waarschijnlijk een
goed stuk land, geschikt voor tuinbouw,
kunnen koopen.
Vlissiiigen, 13 Augustus.
Wij lezen in de Midd. Ct. dat de Ver-
eenigiög tot bevordering van het Vreemde
lingenverkeer te Middelburg aldaar een hois
op de Groote Markt heeft aangekocht, dat
ingericht wordt als informatie-bnreaa om den
vreemdeling alle gewenscbte inlichtingen te
knnnen geven.
Dit bericht lezendo, vroegen wij ons zeiven
af of onze vereeDi'giDg met denzelfden naam
zich ook niet op de eene of andere wijze op
haar gebied verdienstelijk zou willen maken.
Wij welen dat het haar aan de noodige
fondsen ontbreekt om iets groots tot stand
te brengen, maar wenscben haar toch een
denkbeeld aan de hand te doen, aaD welks
uitvoering o. i. geen groote bezwaren ver
bonden zijn en dat niet boven hare krachten
gaat.
Het is bekend dat vele Belgische excnrsi-
of ik haar morgen op dezen zelfden tijd eens
spreken kan. En u zult net doen, niet waar,
alsof de reden van dat verzoek volkomen
ignoreert
„Zeker, zeker, laat het maar aan mij over,
mijn vriend, en wees gerust, tot weerziens 1"
Den volgenden dag op het bepaalde uur
wachtte Meta het haar aangekondigde bezoek
af. Zij bevond zich in dezelfde kamer waar
haar moeder, nu oDgeveer twee maaüden ge
leden, met Stallenberg gesproken had, om
hem te smeeken van haar dochter af te zien.
Van dat onderhoud wi9t Meta echter niets.
Misschien ware 't wel beter geweest wanneer
zij daar niet zoo onknndig van was geble
ven. Toen, op dien dag, dat Francis, tegen
over Mevrouw v. Wielheim in het salon
had gestaan, was alles bniten nog schitte
rend en schoon geweest, toen had de herfst
haar feestkleedij nog aan, thans droeg zij
haar somber grijs gewaad en had zich ge
heel in haar nevelachtigen sluier gehuld.
Het jonge meisje vermoedde volstrekt niet
waarover Kerkwijk haar spreken moest. Zij
was eenigszins bevreemd geweest toen Mama
onisten weerhouden worden van een bezoek
aan Vlissingen door deD langen en soois
heel warmen weg, die van de plaat9 van
aankomst naar de stad loopt. Zeker zou een
wandelpier dit bezwaar doen verdwijnen,
maar zoolang deze er nog niet is eu er
misschien jaren verloopen zullen vóór dit
werk tot staud is gekomeD, behoeft ouzo
vereenigiog niet stil te zitten. Wat wèl tot
stand kan gebracht worden en met betrek
kelijk weinig onkosten, is een eenvoudige
steiger of aanlegplaats aan het zoogenaamde
Groote Hoofd, waardoor de excursionisten in
de gelegenheid zijn dadelijk langs den zee
boulevard naar het strand te gaan.
Als de vereeniging daartoe mocht over
gaan, zal het haar, dunkt ons, voor dit prac-
tische werk niet aan den noodigen steun der
iugezeteuen ontbreken. In ieder geval is het
weuschelijk dat zij een onderzoek doe of
hetgeen wij voorstellen levensvatbaarheid
bezit.
Grand Hotel. Aangekomen vreemdeliu-
gen lot 12 Aug.
De heer en mevrouw Burger, Amsterdam;
mevrouw Modderman met fam. en gevolg,
Dordrecht; de heeren E. Engelkes HGzn,
idem Carl Sejiïardt, CrefeldJ. A. van
Dijck, AntwerpenPhilip Elkao, Berlijn
J. G. Meade, Looden de heer en mevrouw
Michaelson, idem; mej. Micbaelson, idem.
Van 6 tot 12 Augustus is door 194 heeren
en 62 dames, te zamen door 256 personen
van de zeebaden alhier gebruik gemaakt.
Van 6 tot 12 Angnstos zijn alhier ni'
Qoeenboro met de mailbooten der Stoom
vaartmaatschappij „Zeeland* aangekomen
met de dagbooten 284 en met de nacht
booten 744, daarheen vertrokken met de
dagbooten 244 en met de nacbtbooten 648;
alzoo samen aangekomen 978 en vertrokken
892 passagiers.
Bij Koe. besluit is benoemd bij het 3e
reg. inf. tot le lnit., de 2e luit. K. F. Dil»
van het korps.
Met iDgang van den 1 October s. 8. is aan
het Observatorium alhier benoemd, de heer
Anker, gepensioneerd opperstuurman bij de
marine,wonende te Rotterdam, die tevens zal
belast worden met de tijdinrichting en de
meteorologische waarnemiugen.
Bij de door de Exploitatie-maatschappij
voor 1 October ontworpen dienstregeling zal
de trein van 7.44 vm. van Rotterdam D.
P. naar Breda reeds vertrekken te 7,20 vm.
en niet verder loopen dan tot Bokstel.
Op laatst genoemd station zal hij aankomen
te 9 u. vm. en kunnen de reizigers dan
overgaan op den treinVlissingenDnitschland
die te 9.18 van Bokstel vertrekt naar Venloo,
haar aan het ontbijt gezegd had dat hij
komen zon, maar daar zij aan heel iets an
ders dacht, had zij het veeibeteekeuende
glimlachje niet gezien waar die woorden van
vergezeld gingen. Eigenlijk was Kerkwijk
niet iemand waar baar gedachten zich twee
maal in de veertien dagen mee bezig hiel
den. Hij was haar totaal onverschillig. Zij
9tond nu voor het raam en wijdde al haar
opmerkzaamheid san een groote begonia,
die sedert eenige dagen de zware, donker
groene bladen liet hangen, zonder dat er
oogenschijnlijk eenige oorzaak voor was.
„Weet u ook, Mijnheer Kerkwijk, wat die
plaDt schelen kan vroeg Meta, toen de
weduwoaar binnentrad, en zij trok hem met
de haar eigenaardige haast, zonder hem zelfs
eerst goeden dag te zeggen, tot voor da
bloem tafel.
Kerkwijk was natuurlijk zeer 0Dthnt9t.
Zijn positie was op het oogenblik toch al
niet benijdenswaardig. Hij maakte zoo goed
mogelijk „bonne mine mauvais jeu," en
antwoordde, terwijl hij nauwkeurig naar de
begonia keek