VLÏSSIXGSCHE COURANT. Een te laat Hu. No. 77. Zondag 3 Juli 1892. 309te Jaargang. FEUILLETON. Binnenland. B q e i <5 h, t. De Uitgever dezer Courant veroorlooft zich bij den aanvang het 3e kwartaal de aandacht der lezers, welke nog niet op het Geïllustreerd Zondagsblad" mochten zijn geabonneerd, op deze uit gave te vestigen, welke geregeld elke week in 8 pagina's verschijnt en keur van lectuur en gravures bevat. Met verwijzing naar de aankondiging in het advertentie gedeelte van dit blad, vertrouwt hij. dat tal van lezers als in- teekenaar op het Geïllustreerd Zondags blad zullen toetreden. DE UITGEVER. Een goed werk. Slot. 't Was vooral in den bekenden Krim- oorlog, dat de eerste vruchten der nieuwe beweging zich vertoonden. Eene Eugel- sche, Miss Nightingale, gaf het voorbeeld van innige toewijding en zelfopofferende liefde. Zij begaf zich naar het tooneel van den oorlog, en daar was ze onver moeid dag en nacht bezig, om gewon den te verplegen en stervenden in hun ne laatste oogenblikken nog eeu woord van troost toe te spreken, en hun de oogen te sluiten. Haar edel voorbeeld vond navolging en zoo had men de aan leidende oorzaak tot de oprichting eener vereeniging, bekend onder den naam van ffhet roode kruis». Als een bewijs, dat zulks ook in Nederland werd en nog wordt gewaardeerd, stip ik aan, dat men in de maand Juli van dit jaar het 25- jarig bestaan van die vereeniging feeste lijk hoopt te herdenken. Dat die vereeniging zich met kracht uitbreidde, bleek onder anderen, toen in 1870 de groote oorlog tusschen Duitsch- land en Frankrijk uitbarstte. Wat heeft ze toen geen uitgebreiden werkkring gekregen bij die duizenden, die het slag veld bedekten I Onafgebroken reden de wagens, prijkende met het nu bekende en zoo welbekende teeken van 't roode kruis op de slagvelden heen en weer, beschermd en geëerbiedigd door onder linge overeenkomst, want de vereeniging had reeds een internationaal karakter gekregen. Ze had overal hare vertakkin- hen en waar men zich niet naar het tooneel van den strijd begaf, daar werd pluksel vervaardigd en in groote massa's naar de veldhospitalen verzonden. Ieder beijverde zich om op deze wijze het lijden te verzachten, smart te lenigen en iets bij te dragen tot instandhouding en bevordering van het edele, grootsche werk, dat zoo'n scherp kontrast vormde met liet vernielings- en verdelgingswerk, en juist daardoor des te meer werd op prijs gesteld Na dien gedenkwaardige!! oorlog hebben we totnu betrekkelijke rust gehad, en de behandelde vereeniging zou als geheel overbodig kunnen beschouwd worden, ten minste volgens de meening van sommigen, maar volstrekt niet van allen, 't Is zeker, dat de werkzaamheden op een ander gebied werden overgebracht, toen men hoe langer hoe meer begon in te zien, dat er ook in vredestijd behoefte bestond aan personen, die de ware meu- schenliefde in praktijk brachten en zich ten taak stelden, om zieken op te pas sen en te verplegen en wel met kennis van zaken, op eene wijze zooals werkelijk vereischt wordt. Eenige jaren geleden werd er eene zusterafdeeling onder den naam van ffhet witte kruis" opgericht, hoofd- zakelijk met het doel om personen, die zich daartoe aanmeldden, praktisch te vormen voor het vak van ziekenverple ging. En waarlijkdaartoe is noodig een gezond gestel, groote volharding en een liefdevol hart! Wie zulk eenen arbeid nooit van nabij heeft gezien, kan zich in de verste verte geen flauw denkbeeld maken van de zelfopoffering, die daaraan verbonden is. Menig jeugdig leven is daaronder bezwekenmenigeen heeft het moeten opgeven, omdat hare zenuwen niet bestand waren tegen zulke aangrij pende tooneelen van lijden en smart, als daar vaak in de ziekenhuizen worden af gespeeld, en die men moet bijwonen met een bedaard kalm voorkomen, al bloedt ook het hart bij 'tzien van zooveel leed. De woorden gemak en rust worden doorgehaald in 't woordenboek van hun leven Hoe menige nacht brengt de zieke- zuster aan de sponde der patiënten door, en altijd met dezelfde liefde, dezelfde toewijding en men vergete dit voor al niet met dezelfde belangeloosheid. Hier is geen sprake van waaksters om loon, van verpleging op hoop van groote belooning 1 En juist het heerlijk bewust zijn van 't goede werk, dat zij verrich ten, staalt niet alleen haren moed, maar geeft haar daarbij die blijmoedigheid, die in staat is, om aan de ziekbedden woor den van troost, van hoop, van bemoedi ging toe te spreken, hoe doordrongen zij ook zijn van den gevaarlijken toestand, waarin de patient verkeert Uit al het gezegde zal nu wel duide lijk blijken, dat men zich in de laatste jaren vrij wat meer met de ziekenver pleging heeft beziggehouden dan vroeger, en zoodoende kom ik terug op het begin mijner beschouwing, waarin ik vooreerst heb aangetoond, welke daarvoor de zoo onmisbare vereischten zijn, maar ook tevens betoogde, dat juist die vereischten niet alleen in de woningen der behoef- tigen, maar ook wel degelijk zeer dik wijl;' bij hen gemist worden, die meer met aardsche goederen gezegend zijn, terwijl ik tevens het eerste gedeelte mijner beschouwing eindigde met de verklaring, dat dit alles alleen behoorlijk kon ge vonden worden iü ziekenhuizen. Al klinkt het voor ons vaderlandsch gevoel niet aangenaam, toch is het waar dat wij in ons laud in vele opzichten nog achteraan komen en van onze buren kunnen leeren. Als ik dit beweer, heb ik onder meer andere zaken ook het oog op de ziekenhuizen en haal, om dit te be wijzen, aan, wat op korten afstand van onze grenzen, in Duitschland namelijk bestaat. In kleine steden met eene bevolking van 10, 8, ja zelfs van 6 duizend in woners zal men eene dergelijke inrichting vinden. Terwijl ik dit nederschrijf, heb ik uit eene zulker steden eene uitvoerige beschrijving naast mij liggen van eene daar sedert eenige jaren bestaande, der gelijke inrichting. Alles is daar zeer een voudig, maar zeer praktisch ingericht. De aanleiding tot de oprichting daarvan in die plaats was geweest een bericht, dat de zoo gevreesde cholera zich in Spanje en ook in Frankrijk had vertoond; en men vond het geraden, daartegen voorbereidende maatregelen te nemen. In den raad dier gemeente was aan vankelijk met het oog op de kosten wel eenig bezwaar endat was ook natuurlijk, maar zeer naïef was mijns bedunkens de vraag van een der raadsleden, die nl. zeidemaar als nu de cholera eens niet hier komt, wat moeten wij er dan mee doen? Het antwoord van den voorzitter luidde: dan hebben we altijd eene ge schikte plaats voor zieken bij alle moge lijke gelegenheden en vergeet niet, dat er nog meer besmettelijke en andere ziekten zijn behalve cholera. De zaak kwam tot stand, en als ik nu het zeer geregeld gehouden dagboek over een tijdsverloop van een paar jaar nauwkeurig naga, dan erken ik ten volle, dat men alle reden had, om zich te verheugen over de oprichting, maar tevens moet ik het betreuren, dat zoo 19.) Het was zeker geen wonder dat zij dweepte met baar nieuw tehuis en nieuwe rrieDden. De winter was foorbij en de zware regens hadden het aardrijk verfrischt. De lente, het aange naamste jaargetijde in Natal, had in al hare schoonheid baar intocht gedaan, de vrucht- bare bodem was overdekt mot een tapijt van bloemen en varens en de perzikboomen in den tuin geleken éen veld van rozenroode bloesems. De bloemen reeds schonken aan Bride een onnitsprebelijk genot. Ze was gewoon in het buis groote bossen roode en witte leliën, passie-bloemen en welriekende oranje bloesems te brengen en elke krnik en vaas, die zij machtig kon wordeD, daarmede te vullen. Justin lachte dan en zeide dat het, sedert Bride gekomen wa9, moeilijk te zeggen was waar de tnin eindigde en het huis begon. •De beide meisjes werden spoedig groote vrieodioneD. Bride hielp Gertie in de huis houding, gaf haar kostbaren raad en steun in de zaken haar uitzet betreffende, schreef brieven voor Justin en hield boek vaD de boerderij. Zij werd spoedig zalk eeu onrois- baar en hooggeschat lid van het gezin, dat beide, de broeder en de zuster, zich er dik wijls over verwonderden hoe zij er vóór haar komst gekomen waren. Het was een gelukkig en gezond leven, dat zij in de boerderij op het veld leidde het was een leven vol arbeid en onschuldig vermaak. Er kwamen tal van bezoekers, er ging bijna geen dag voorbij of de een of ander gast reed het hek binnen en vroeg logies voor dien nacht, en Dick Hilton, de verloofde van Gertie, kwata dikwijs van een afstand van veertig mijlen gereden en bleef tot Zondag avond. Justin liet uit Maritsbnrg een rijkleed komen en leerde Bride rijden en gaf haar een paard voor haar persoonlijk gebruik. Later, toen zij stoutmoediger werd en meer vorderingen gemaakt had in de rijkunst, uam hij haar met Gertie en Dick Hilton mede op zijne lange uitstapjes hooger op in het laud. Spoedig nft Bride's komst namen zij eens eeu wageD en tenten cd giügen enkele dagen naar de zeekust en sloegen hanne tenten bij de rotsen en de groote braiscbeude golven op. EeDmaal ook gingen zij naar Maritsburg om een deel van Gertie's nitzet te koopen, bezochten den schouwburg en leidden, zooals Justin deftig zeide, een ver kwistend leven. Maar toch waren zij blij toen zij eene week later de heete stoffige stad konden ontvlachtten om naar hun prettig huis terug te keereD. Hoe kon iemand zeggen dat hun leven eeutoonig en onbelangrijk was Bride kon dit niet begrijpen. In eenzame oogenblikken sloeg zij wel eens een terugblik op het verleden en dan dacht zij met een soort van mede lijden aan de oude Bride, aan het arme door elkeen verlaten meisje. Maar het onde leven was haar nu als een droom. Falkland de minnaar, die haar zoo'd vreeselïjk onrecht had aangedaaD, hare tante en hare nichten, zij gingen thans allen als bleeke spoken, als donkere, onwezelijke schaduwen van het verledeD, voor haar geest voorbij. Met het verleden had zij voor goed afgerekend. Het was vastgesteld dat Gertie's bowelijk op Kerstmis of in 't begin van het Dieuwe jaar zou voltrokken worden, maar toen in November de reeds lang gedreigd hebbende troebelen in de Transvaal eeD donkerder uit zicht begonnen aan te nemeD, was de moge- vele plaatsen in ons vaderland daarvan nog verstoken zijn. Bij de tegenwoordige uitbreiding van spoor- en tramwegen kan zichhet geval voordoen, dat een der passagiers of be ambten op deerlijke wijze gekwetst wordt. Gesteld, dat dit gebeurt in de nabijheid van eene kleine stad aan een van zulke wegen gelegen. Dadelijk doet zich de vraag op: waarheen moet de lijder ge bracht worden In de meeste gevallen is men genoodzaakt met liem naar eene groote stad te gaan, waar bijv. eene amputatie kan plaats hebben. Hoezeer kan de toestand van den patient door dat vervoer niet verergeren, en hoeveel pijn moet hij niet uitstaan? Dat zou vermeden kunnen worden, indien in de plaats zelve daartoe gelegenheid bestond. Vooral zijn zulke inrichtingen wenscbe- lijk voor plaatsen, die een centrum van verscheidene omliggende dorpen uit maken. Breekt er daarenboven eene besmettelijke ziekte uit, dan kunnen uit die omliggende gemeenten de lijders naar 't ziekenhuis worden gebracht, waarin zich eene isoleerkamer bevindt. Ik geloof, dat het zeer duidelijk is, dat men hierdoor de mogelijkheid daarstelt, om de uit breiding te voorkomen. Een groot bezwaar ligt in de kosten. Algemeen deinst men terug wanneer het benoodigde kapitaal moet worden bijeen gebracht. Toch is dit bezwaar niet onoverkomelijk. In een land als 't onze, waar de liefdadigheid op zoo groote schaal wordt uitgeoefend, kan men toch wel de handen inéén slaan voor zulk een goed werk. Voor eene niet groote gemeente doet men veel met een tien duizend gulden. Is eenmaal de inrichting daar, en blijkt het groote nut, dau wordeu er nog wel personen gevonden, die haar bij hun testament met een legaat be denken. Een paar maanden geleden schonk iemand, die genezen de inrichting te Arnhem had verlaten, daaraan uit dank baarheid 70 mille. Hiermede sluit ik mijne beschouwing. Mocht ik daarmede velen van de nut tigheid der ziekenhuizen overtuigd en vooral gemeentebesturen opgewekt heb ben, om over dit onderwerp ernstig na te denken. Dan had ook ik een goed werk verricht I Casacara. Vlissingen, 2 Juli. Van 25 Juni tot 1 Juli zijn alhier van Queenboro met de mailbooten der Stoom vaartmaatschappij ^Zeeland* aangekomen met de dagbooten 234 en met de nacht* lijkbeid daar, dat bet eenige maanden zon uitgesteld worden. Dick Hilton's boerderij was aan de Ingogo-rivier, dicht bij de grenzen van Transvaal gelegen, en toen dag op dag te Glencou tijdingen kwaaien van de on beschaamdheid der Boeren, van de be ledigingen, waarmede zij de trouwe Zoeloea en de Britsche kolonisten, die het ongeluk hadden hunne buren te zijn, overstelpten, begon Justin er ernstig nit te zien, liet hij niet onduidelijk merken dat het raadzaam was het huwelijk nog eeoigen tijd uit t« stellen. fflk ben er zeker van, dat ons een moei lijke tijd wacht" zeide bij op zekeren avond tot Bride, terwijl zij allen onder de veranda zaten. //De Boeren hebben kwaad in den zin, en het zal mij wel verwonderen als het niet binnenkort tot een oorlog komt. In zulk een onrustbarenden toestand kan ik Gertie niet laten vertrekken. Hier is zij in ieder geval veilig, ol in het ergste geval, zou ik u beiden naar Maritsburg kunnen laten gaan." ffZoudt gij dat kunnen?" Hierbij zag Bride met een glimlach, waarnit vertrouwen sprak, tot hem op. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1892 | | pagina 1