VLISSIXGSCHE COIBAXT.
te
No. 75.
Vrijdag 1 Juli 1892.
30ate Jaargang.
OPMERKINGEN.
Binnenland.
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187.
Prijs per drie maanden 1.—. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij
alle Boekbandelaren en Postdirecteuren.
UITGEVER:
F- VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen.
PRIJS DER ADVERTEHTIËKVan 1 tot 4 regels
0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote
letters worden naar plaatsruimte berekend.
Eenig Agent voor Frankrijk de firma G-. L, DATTBE
Co., te Parijs.
Verschijnt Dingdag-, Donderdag-en Zaterdagavond.
Abonnementen voor België, Duitscblsend, Enge
land en Frankrijk f 1.65 per drie maanden
Het ia een eigenaardige tijd, dien wij
beleven. Alles gaat geregeld zijn gang, be
langrijke ingrijpende geheurtenissen doen
zich in het staatkundig en maatschappelijk
leven niet voor, alom heerscht vrede; en
toch tevreden met den bestaandeu toe
stand is eigenlijk niemand.
De kalmte, die overal heerscht, doet den
ken aan de stilte die eeD onweer voorafgaat
en in plaats van opgewektheid aan te brengen,
drukt zij neer.
In Europa heerscht vrede, maar de groote
mogendheden zijn tot de tanden gewapend.
In geen enkel land van ons werelddeel is
oproer, maar bijna overal is gisting waar te
nemen. De verschillende standen leven rus
tig naast elkandermaar zoodra de gelegen
heid daartoe gunstig is, openbaart zich een
klassenhaat, die weinig goeds belooft voor de
toekomst. Ten volle is weer van toepassing
geworden, wat Da Costa schreef in zijn ge
dicht Vijf en Twintig Jaren:
En ondertusschen bleef een tijdperk van (veel) jaren,
steeds oorlogszwauger, steeds onmachtig dien te baren,
zijn loop vervolgen, 'tis xumoer van krijgsgerucht,
en teveu» vrede, rijk in onafiienbre vracht.
Beschaving breidt zich uit met nooit beproefde spanning,
gescherpt als door de vrees voor plotslinge verbanning
door 't losgerukt geweld der dolle eroestvordij,
Maar ondanks die uitbreiding der be
schaving ziet men
kier weelde ontwassen aan zich zelf, van buiten bloeiend
eu schitterend van jeugd, maar innerlijk verschroeiend
en sapbedervend als een kanker, en, of 'i waar,
der standen evenwicht met moedwil brekend daar
gemor bij d' arbeid die geen brood geeft, jokdierbanden
geworpen om den hals van vrijen, waar de waodeD
van hitte blaakren dag en nacht, en eeuw'ge rook
de steden zwart verft, en de ziel verstikt in smook.
Zoo'n toestand kan niet blijveod zijn.
Reeds nu wordt al wat maar afwijkt van
het gewone met bijval begroet, onverschillig
wat het zij. Heilsleger, middernachtszending,
spiritistische séances, zendingsfeesten, sociaal
democratische bijeenkomsten, 'tzijn alle
teekenen des tijds men walgt van de een
vormigheid, van het lijdelijk meegaan, en
grijpt met beide handen naar alles wat
eeoige veranderiog schijnt te kunnen geven.
Datb. v. de sociaal-democratische beweg'mg,
welke in onze dagen overal wordt waar
genomen, geen uitvloeisel wezen kaD van de
te geringe arbeidslooneD en den te langen
arbeidsduur alleen, kaD eeo kind wel
begrijpeD, als het weet dat een twintig, der
tig jaar geleden die beweging zoo goed als
f u ij l (l, i t 1
18.)
Den geheelen dag schokte de wagen langs
den ongelijken weg. De zon ging achter de
boomen neder, een koude wind blies over het
veld. De wagen waggelde langs een steilen
hollen weg naar vlakker grond- De ossen,
moede en verbit van het werk des daags,
staken de koppen op en snoven toen zij het
water roken en namen op eens zülk een
snellen tred aan dat de Kaffer slechts door
krachtig van zijn zweep gebruik te maken
on door zijn kracht aan te wenden hen tot
een gematigder pas kon brengen.
Toen zg dichter bjj de bron naderden, zag
Bride met niewsgierige oogen dat nog eenige
reizigers van hun wagen afgestapt waren om
niet bestond, terwijl toen toch de verdiensten
aanmerkelijk minder waren bij minstens even
langen werktijd.
De omstandigheid, dat er noch feiten voor
vallen, noch psrsonen optreden, die bewon
dering afdwingen, heeft veel schade toege
bracht aan het gemoedsleven. Alle krachten
zijn en worden tegeuwoordig ingespannen
om vooruit te komen in de maatschappij.
Dit streven na is op zich zelf wel goed,
maar 't wordt verderfelijk, wanneer alle
kracht daarbij wordt aangewend. Een mensch
heeft ook eeD gemoed behoort het
ten minste te hebben en wanneer dit
gedood wordt, dan vermindert do menschen-
waarde onuitsprekelijk. Men kan dan niet
meer in geestdrift ontgloeien bjj bet aan
schouwen van wat edel, groot en goed is, en
ook niet in verontwaardiging geraken hij het
zieu van het onedele, het lage, het gemeone.
Het ia dan ook fatsoenlijker steeds in de
plooien te blijven en maar alles voorbij te
gaaD, alsof men het niet zag, dan bewon
dering of verachting te openbaren. Jan Salie
althans doet ook altijd zoo, en dat is eeo
heel net mensch, die tegeuwoordig overal
het hoogste woord mag voeren. Dij is het
ook, die de jongelieden geleerd heeft dat
het meisje Diet moet steunen op den arin
van den jongen kraebtigen man, maar dat
het juist andersom behoort te wezen. Ea
een woord vaD zoo'n man als Jan Salie is,
viudt gelukkig in onzen tijd gemakkelijk
ingang, zooals iedereen kan zien op tijden
wanneer jongelieden gearmd wandelen.
Iu vroeger tijd zon men zoo'n houding
belachelijk, misschien wel ergerlijk gevonden
hebbeD maar wij leven thans in een beteren
tijd. De jongelieden en ook zij, die al jonge
lieden geweest zijn, verschillen nog al veel
met hunne naamgenooten van een paar
eeuwen geleden. Tegenwoordig immers spreekt
ieder jongmenscb over alles met eene gewis-
beid, die blijk geeft van zijne even grondige
bekendheid met de zaak die besproken
wordt als metde meeste andere
zaken. Dat was oudtijds zoo niet.
Toen waren de jongelieden minder alge
meen ontwikkeld en ze spraken alleen
maar mede over zaken die ze heel goed
kenden. Ze moesten dan ook welwant
men was in dieu tijd ®at ruw, en zou hen
dus gauw op de vingers getikt hebbeD, het
geen de jongelui van oozen tijd niet behoe
ven te vreezen.
O in door een voorbeeld het verschil tns-
schen het heden en 't verleden te laten
uitkomen, het volgende
Wie heeft ooit gehoord dat iemand zich
onbekwaam achtte old het Volk te vertegen
woordigen, hetzij in Gemeenteraad, Provin
ciale Stateu, of Staten Generaal Vermoede
lijk zal niemand zoo iels beleefd hebbeu,
want de eerste de slechtste acht zich voor
elk lidmaatschap volkomen geschikt, als bij
maar wordt aanbevolen door „vele kiezers".
Dat was anders in de glorierijke dagen
san weleer, toen om met Potgieter te
spreken //de weegschaal der volkeren
van Europa door bare vorsten Diet ter hand
werd genomon, of de Hollandsche maagd,
aan huDne zijde op het rechtsge9toelte geze
ten, wierp er mede haar oorlogszwaard of
haren olijftak in en deed door deze bijwij
len den evenaar overhellen." In die dagen
geschiedde het, dal Koenraad van Benningen,
later de rechterhand van den grooten Raad
pensionaris Johan de Witt, voor eeDe lands
betrekking benoemd werd en de man, die
later met veel tact en buitengewone be
kwaamheid onze Republiek bij vreemde mo
gendheden vertegenwoordigde bd hare belan
gen voorstond, die man moest over
reed worden om het ambt waartoe bij ge
roepen werd, te aanvaarden hij achtte zich
ycor zalk eene gewichtige betrekking niet
met de noodige bekwaamheid toegerust. Zijne
grootmoeder, zoo leest men, spoorde hem
o. a. aan door tot hem te zeggen //Ben je
mal, joDgeuneem maar aan je zoudt van
je leven niet gelooven met hoe weinig ver
stand men 't land kan regeeren."
Maar met dat al heerscht er een toestand
die voor niemand aangenaam is. Bijna alle
maatschappelijke verhoudingen zijn scheef.
Als ondergeschikten de partij hunner mees
ters of meesteressen trekken, is het een on
gewoon verschijnsel, en omgekeerd gevoelen
de meesters zich losser van hunDe dienst
baren dan voorheeD, Van de goede verhou
ding die oudtijds bestond tnsschen hooger en
lager geplaatsten, geven o. a. de „hofjes"
blijk, die in vele 9teden van on9 Vaderland
aangetroffen worden en meuige oude trouwe
dienstbode een rustigen levensavond geven.
Een streven om alles weer in 't rechte
spoor te brengen is duidelijk merkbaar
hier doet men dit, daar dat, elders weer
wat anders. Het blijft de vraag maar, of de
toestand er beter door worden zal.
Natuurlijk is zoo iets niet in korten tijd
te coDstateeren maar het komt ons voor,
hunne ossen te laten drinken. Een voertuig,
dat geleek op, maar iets grooter was dan
een vierbanks wagen, stond onder de boomen,
de ossen, die er voorgespannen waren geweest,
liepen nu te grazen, en een lange mau, wiens
bram gelaat eo heldere, doordringende oogen
op zonderlinge wijze aan mijnheer Ripley
deden dansen, was druk bezig mei het ont
zadelen van eeo sterk brnin paard. Langs den
kant van den weg brandde lustig een vuurtje
van droge stokken, en over het vuur hing
een gereedschap, dat Bride in de laatste
weken had leereo kennen een platte ijzeren
pan, een kampketel genaamd, dien geen Afri-
kaanscb reiziger missen kan. Uit dezen ketel
steeg een heerlijke geur op
De man, die bij het paard stond, keek
bedaard op toen de wagen naderde, en kwam
toen, de teugels aan den kaffersjongen toe
werpende, haastig naar voren en nam den
hoed voor Bride af.
»lk heb zeker het genoegen tot jnffrouw
Iiirkman te spreken,» zeide hij op aangenamen
toon, en stak daarop, toen Bride een weinig
verlegen boog, zjjn hand uit om haar uit
den wagen te helpeu. «Ik ben Justin Romaine'
Ik dacht wel dat ik u zoowat bier zou ont
moeten, en het avondeten is, zoo als gij ziet,
reeds klaar» ging hij vroolijk voort. «Zijt gij
niet erg moe en hongerig
Bride nam met een licht blosje, en niet
erg op baar gemak over de bloemen op haar
japon eu bood, de aangeboden band aan en
sprong vlug uit den wagen.
«Wat zal hij mij, zoo toegetakeld, wel
dwaas vinden dacht bet meisje.
Zij wist niet hoe aardig zij er uitzag met
baar blozende wangen er. heldere oogen, hoe
heerlijk de doukerroode bloemen afstaken bij
haar goudblond haar. Eerst was zij wat ver
legen, maar dat ging over door de onge
dwongen aangename manier, waarop Justin
haar behandelde, en spoedig zaten zij aan
bun souper gezellig te keuvelen.
Jfistin vroeg haar naar haar reis, beschreef
haar haar nieuw tehuis en zeide haar hoe
verrukt zgoe zustor was met het vooruitzicht
eene gezellin te krijgen.
«Ik hoop stellig dat gij n bij ons gelukkig
zult gevoelen» zeide hjj met zjjn deftige
dat de oorzaak van de meeste misstanden
nergens anders gezocht moet worden dan
in het kwijnende gemoedsleven.
Hij, wiens gemoed het zwijgen is opgelegd,
is geen compleet mensch. En alleen met
complete menschen kan eene dergelijke maat
schappij bestaan. Een verstandamensch, die
bij alles ongeroerd blijft, staat niet ver van
den misdadiger. Eene maatschappij vao ver-
slaodsmenscheu alleen, zou om die reden
ook ondergaan.
Wie verbetering wil aaDbrengeD, beginne
met er Daar te streven, dat bij de opvoeding,
en dus ook bij het onderwijs, niet alleen ge
jaagd wordt naar verstandsontwikkeling, maar
dat er ook met ernst en wijsheid worde ge
arbeid aao de vormÏDg van het gemoed.
Vlissingen, 30 Juni.
Gisteren (Woensdag) ochtend kwam van
Gloucester alhier aan, de eerste stoomboot
van de „Bristol Steamer Navigation Com
pany," genaamd „Hero," met 250 ton lading
voor Vlissingen. Na de lading gelost te
hebben, vertrekt de boot naar Hamburg.
"Vliasingen heeft dus van af gisteren twee
geregelde goederendiensten n.l. Gloucester—
Vlisssingen en VlissingenHamburg.
Ter beveiliging vbd de vaart op de We«-
ter-Schelde wordt thans voor rekening vau
Rijks waterstaat, door de Bergingemaat-
schappij van Maassluis het wrak opgeruimd
van de in October II. aangevaren en slstoen
tegen de Snikerplaat gezonken Engelscho
stoomboot „Woodstock." Grootendeels heeft
men het reeds uit elkander laten springen
en de overblijselen geborgen.
Inbond van no. 27 van het Geïllustreerd
Zondagsblad der Vlissingsche Courant,
hetwelk Zmdag 3 Juli a.s. verschijnt:
Een idyllisch parlement, met twee illustraties - Het
slagzwaard van Mi Monn. een verhaal uit Algiers,
1 - Als pa zich wechteu laat, door Carel Wiilems
met illustratie - Amerikaansch - De Prairie in
brand, met illustratie - Voor het gerecht, met il
lustratie - Smakelijk eten - Challacombe, naar
het Engelsch van "Walter Besant V, vervolg - Do
honderdste verjaardag van de gnilliotine, mei il
lustratie - Een snoeper, met illustraiie - Hoo
kan men met de vlakke hand een bijna gevuld glas
opheffen? met afbeelding - De Hulst - Modeluit
gevers - Voorzorgsmaatregelen bij hat gabruikvan
petroleum - Wat is sukade? - De roodernevrereld
der dieren met illustratie - Anecdotea - Schaakru
briek.
vriendeljjke stem. «Ik weet nu reeds tamelijk
zeker dat wij het goed met elkander vinden
zullen. De vrienden van Ripley waren altoos
ook de mijne, en gg staat erg bij hem in
de kas.»
«01» riep Bride, wier oogen vochtig werden
bij de herinnering aan Ripley's goedheid «ik
zou er trotsch op zijn, zijn vriendin genoemd
te worden. Gg weet niet, mijnheer Ripley*
misschien vertel ik u dat later wel eens
welk een goede vriend hij voor mij geweest is.»
«Hg is goed voor elkeea» zeide Romaine
met een blik vol sympathie op het blozende
gelaat vóór zich.
De korte schemering verdween reeds, en
over het veld spreidde zich langzamerhand
het donkere gordijn van den nacht uit, maar
de droge stukken hout bleven lustig knetteren
eo hun roode vlammen wierpen een vroolijk
licht over het ruischende wateren verhelderden
het prettige gelaat van Justin. De maan
kwam op, en de slenen vertoonden zich vóór
Bride, die naar den wagen terugkeerde. Zij
was te opgewonden en te gelukkig om te
slapen, en het gordjjn dat over den toegang