IISSIM.SIIW COURANT.
Em te lit Berouw.
No. 74.
Zondag 26 Juni 1892.
305te Jaargang.
Gemeentebestuur.
FimiLITOH.
Binnenland.
Zyzich met het
|||p3Ssr volgend kwartaal, aanvan
gende 1° Juliop de Vlissingsche
Courant abonneeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende nummers
gratis.
ÖWAfBSBS BïEtïST.
Collecte ten behoeve van het fonds tot
aanmoediging en ondersteuning van
den geivapendcn dienst,
De Burgemeester en Wethouders van
Vlbsingen,
maken bekend
dat de gewone jaarlijksche collecte ten
behoeve van het foods tot aanmoediging en
ondersteuning van den gewapenden dienst in
Nederland, zal gehoudeu worden door de
leden vau de dd. schutterij, op Maandag
27 Juni e. k.
en noodigen een ieder nit om door milde
bijdrage mede te werken tot verzachting van
het ongelukkige lot van zoovele oude en
gebrekkige krijgslieden, die, na hun leven
te hebben gewijd en hunne krachten en
gezondheid ton offer gebracht aan de ver
dediging des vaderlands, in kommervolle om
standigheden huDne overige levensdagen
slijten.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 25 Juni 1892
De Bore, en Wetb. voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS.
De Secretaris,
F. N. VAN DER BILT.
Een goed werk.
ii.
Heb ik over rust en stilte en zuivere
lucht gesproken als over twee onontbeer
lijke vereischten voor patiënten, dan heb
ik daarmede volstrekt nog niet alles
gezegd.
Aangenomen, dat gij dit bezit, dat uw
huis ruim en luchtig is, en zelfs vrij
van 't zoo drukke en hinderlijke ge
woel der straat, dan is eene derde en
niet minder gewichtige vraag,hoe
staat het met de verpleging?'
Misschien beschouwt gij die vraag als
zeer overbodig. Het is zeer licht moge
lijk zelfs, dat gij n daardoor eeniger-
mate in uwe eer voelt getast, en ant
woordt met de wedervraag: wanneer ik
onvermoeid bij de patients n ben, hen
oppas, hun precies op tijd de voorge-
schrevene geneesmiddelen toedien, voor
rust zorg, zou ik hen dan op deze wijze
niet zorgvuldig verplegen? Twijfelt gij
aan mijne hartelijke bezorgdheid voor de
zieken Zou ik iets vergeten
En daarop moet ik veel antwoorden,
dat u misschien ontmoedigen zal. Ik
twijfel geen enkel oogenblik aan uwe
desnoods opofferende liefde, aan uwe
teedere bezorgdheid, zelfs al zijn ze niet
uwe bloedverwanten, zij, die gij oppast,
maar totaal vreemd; daaraan twijfel ik
niet, maar ik beweer, dat er eene menigte
kleinigheden zijn, waarop bij zieken
moet gelet worden, en die u onbekend
zijn, omdat gij de zoogenaamde routine
mist. Die verpleging is niet voor u een
dagelijksch, maar integendeel een zeer
buitengewoon werk, dat gij met den
besten wil van de wereld niet van zelf
leert.
Zij onder mijne lezers, die 2ware
zieken in hunne huishouding gehad
hebben, en op raad van den genees
heer eene pleegzuster namen, zullen
moeten erkennen, dat ze verbaasd heb
ben gestaan over de behandeling. Hoe
menigmalen was hare handelwijze lijn
recht in strijd met de uwe, die gij toch
in vollen ernst voor zoo uitmuntend
hield.
Beken het eerlijkde pleegzuster, de
vreemde, was nog geen uur in de kamer
of ze gevoelde zich reeds tehuis en ge
heel op hare plaats. Beken het maar,
dat gij inzaagt, hoe hare behandeling
beter, praktischer was dan de uwe, en
wanneer gij dan later met verwondering
getuige waart, hoe handig en vlug en
toch met de uiterste zorg dat verbedden,
optillen en vooral het verwisselen van
linnengoed geschiedde, ja, dan zullen er
wel eens oogenblikken geweest zijn,
waarop gij iets gevoeldet, dat naar ja-
loerschheid zweemde, wanneer de zieke
eenen blik van innige dankbaarheid op
die vreemde sloeg, die hem of haar door
eene schijnbare kleinigheid, waaraan gij
volstrekt niet hadt gedacht, een weldaad
had bewezen Nog sterker komt dit uit,
wanneer er wonden verzorgd, verbanden
gelegd moeten worden. Dit alles ver-
eischt een voorafgaande leertijd, eene
oefening, zonder welke gij met ai uwe
liefde en zorg, geene voldoende diensten
kunt bewijzen.
Maar genoeg. Men zal mij, vertrouw
ik, toegeven, dat de verpleging in den
goeden, vereischten zin des
woords een voorname factor bij de ge
nezing moet zijn, en er hierop niet ge
noeg gelet kan worden.
Laat mij verder gaan. Er is nog iets,
waarop niet genoeg gelet wordt en dat men
maar al te dikwijls, ook al door gemis aan
ervaring, geheel verkeerd doet- Ik be
doel de voeding. Wat zijn ouders
bijv. niet verheugd, als de patient maar
weer etenstrek vertoont. Juist dan breekt
er eene zeer gevaarlijke periode in de
genezing aan. Wie dan niet alleen de
juiste maat, maar ook de voor de zieken
passende spijzen gebruikt, zal onwille
keurig de oorzaak zijn, dat de genezing
of tegengehouden en belemmerd, of ge
heel en al belet wordt, en de patient
weer instort. Groot is 't aantal voor
beelden hiervan, vooral bij kinderen, bij
wie de liefhebbende moeder of anderen
door te veel snoeperij of zoetigheid de
pogingen van den geneesheer tegenwer
ken. Past men dit punt van voeding toe
op de mindere klasse, ochhoe dikwijls
moet dan de maag voedsel ontvangen,
dat ze in haar ziekelijken toestand met
geene mogelijkheid kan verteren. Hoe
moet er dan genezing volgen Dat is
immers finaal onmogelijk
Hiermede heb ik de voornaamste ver
eischten opgenoemd, en nu zal, dunkt
me, de vraag geoorloofd zijnin hoe-
vole gevallen worden die vereischten ge
mist? We leven gelukkig niet in Rus
land, alwaar volgens de jongste berichten
in een zeker gedeelte van dat uitgestrekte
rijk onlangs de bekende influenza weer
zoo hevig heerschte, dat geheele dorpen
als 't ware ontvolkt zijn. De berichtgever
voegt er bij, dat de gezonden meerendeels
de vlucht namen, en de zieken aan hun
lot overlieten. Zoo gaat het bij ons niet,
maar toch is 'teene treurige waarheid,
dat gedurende dezen winter in mij be
kende plaatsen diphteritis en mazelen
zeer vele kinderen ten grave deden dalen
door verschillende oorzaken, die verme
den of verholpen hadden kunnen worden.
Om maar eens een enkel voorbeeld te
noemen, dat ik naar waarheid mededeel.
In een armoedig huisgezin met vier kin
deren werden er twee door de keelziekte
aangetast. De geneesheer vond in een
bekrompen vertrek, waarin 't gekeele
huisgezin vertoefde, een gezond kind
slapende tusschen de heide anderen in
't zelfde bedsteedje. Daar rilt men van,
niet waar 't Vierde kind lag bij de
r edersmaar die bedstede was daarmede
dan ook geheel gevuld, 't Vertrek was
vervuld met die uitwasemingen, bij keel
ziekte voorkomende en dat alles werd
daar ingeademd, omdat het niet anders
kon. De besmetting moest zich ver
spreiden, omdat het niet anders kon.
Zulk eene huishouding staat in dit op
zicht niet alleen! O, neen! er zijn er velen
aan te wijzen. Ik zou er u meer staaltjes
van kunnen opnoemen, die in de eerste
plaats uw medelijden voorzeker zouden
opwekken, maar u verder zouden over
tuigen van de sterk sprekende noodza
kelijkheid, om zulke patiënten te isoleeren
als het krachtigste wapen tegen het
voortwoekeren der besmetting.
Maar waar hen te brengen Niet alleen
in de ellendige verblijven der armoede,
maar zeer dikwijls en helaas! maar al
te dikwijls ook in de beter ingerichte
woningen van den burgerstand bestaat
geene gelegenheid tot afzondering. Waar
heen hen dan te brengen?
Antwoordnaar een geschikt, daartoe
ingericht ziekenhuis!
Ziekenhuis! Dat woord heeft in den
laatsten tijd vele gemoederen in bewe-
16.)
Hij had haar gezworen dat hij boeten wilde
voor het kwaad, dat hij gesticht had, en hij
deed zijn best, maar te vergeefs. Hij kon
even goed getracht hebben zonder hulp den
stroom der rivier tegen te hoüden als de gol
ven van den laster, die hij zelf in beweging
gebracht had, tot bedaren te brengen. Hij
ging van huis tot huis en bracht bezoeken
bij de invloedrijkste vrouwelijke kennissen,
aan wie hp, zonder zich eenigszins te var-
scboonen en zijn aandeel in de geschiedenis
te verzwijgen, de ware geschiedenis verhaalde,
maar het was te vergeefs. Zooals Bride ge
zegd had, geloofde niemand hem. Zijn rid
derlijk optreden baatte haar niet, maar be
nadeelde zelfs haar zaak nog meer.
Ongetwijfeld had majoor Drayton eene
persoonlijke reden dat hjj als Bride's kam
pioen opgetreden is Izeiden de menschen
met een veelzeggend lachje en knikjes, en
het praatje nam, in plaats van te verdwijnen,
dageljjks grootere proportiön aan.
Mi6sobien waren er onder de officieren, met
welke Drayton omging, wel een paar, die zijn
verhaal geloofden. Hoe konden zij zich ook
andera de verandering verklaren, die er met
hun schitterenden moedigen makker was
voorgevallen, de donkere wilde uitdruk
king, die zijn schoon gelaat had aangenomen,
en de verandering in zijne manieren.
Niemand vergat ooit het tooneel, dat plaats
had op den eersten avond, nadat kapitein
Falkland uit Londen naar de kazerne terug
keerde. De maaltgd was geëindigd, en de
meeste officieren, met uitzondering van een
nieuweling, die pas bij het regiment geko
men was, en Drayton, waren op de kamers
van Falkland bijeen, en luisterden naar het
verbaal van hetgeen hp in de stad bad uit
gevoerd en deelden hem van hun kant we
der het nieuws en de chronique scandaleuse
van Waldermere mede. De deur ging open,
en Drayton, met een bleek en streng gelaat
8d een zonderlingen maar vastberaden blik,
trad de kamer binnen.
Bij zijn komst zweeg bet gelach en de
vroolijkheid en was het alsof alle aanwezigen
plotseling verstijfd waren. Drayton kwam
verder de kamer binnen en keek, met eeoe
hand zwaar op de tafel leunende, de angstige,
verbaasde gezichten aan. Alle mannen, daar
tegenwoordig, waren jonger dan hij, bekleed
den een minderen militairen en maatschap-
pelijkeu rang. Hij was hun afgod geweest,
zij waren allen trots op hemalle zagen
steeds met trots en bewondering tot hem
op, en nu atond hij daar om zich iu hunne
oogen te vernederen en te bekennen dat hp
een lafaard en een lengenaar was
In de kamer heerschte eene doodelijke stilte
toen hij de rij van verbaasde gezichten don
ker aankeek, en Falkland, die zijn vurigste
wonder aar geweest was, kwam haastig
naast hem staan en legde zjjn hand op zjjn
schouder.
ging gebracht, en niet zonder reden.
Even als in vele zaten is er ook eene
verandering gekomen in de opvatting
van dat woord. Sedert onheugelijke tij
den bestond er een zeker vooroordeel te
gen dergelijke inrichtingen. Nog altijd
hechtte men zich aan de opvatting van
gasthuis als van eene plaats, die alleen
bestemd was voor zulke patiënten, die
niet in staat waren, om geneeskundige
hulp te betalendie geen onderkomen,
geen tehuis hadden ingeval van ziekte, en
dan maar naar 't gasthuis moesten als hun
eenig toevluchtsoord. Misschien is 't wat
kras uitgedrukt, maar menigeen beschouw
de het als een schande, als iets wat al
leen den allerarmsten uit de maatschappij
kon overkomen, om naar een gasthuis
gebracht te worden. Menige dienstbode,
die in de woning harer arme ouders
volstrekt niet de noodige oppassing kon
bekomen, gaf toch nog daaraan de voor
keur. Ja, menige moeder verklaarde,
dat ze niet wilde, dat haar kind naar
een gasthuis zou gaan. Wanneer er nu
in den minderen stand reeds zulk een
diep ingeworteld vooroordeel bestond,
hoeveel te meer moest dit dan niet bet
geval zijn bij den burgerstand. Van an
dere nog hoogere is bier volstrekt geen
sprake
Daarin is evenwel eene verandering
ten goede gekomen. Om dit duidelijk
te maken, moet ik eenige jaren achter
uitgaan. Daar is in onze eeuw, Gode zij
dank I een tijd gekomen, waarin de stem
der menschenliefde zich heeft doen hoo-
ren. Heerlijk en welluidend, maar ook
troostvol en bemoedigend ruischten de
tonen dier stem over de slagvelden, waar
niets werd vernomen dan de rauwe oor
logskreet, het gegil der gewonden, het
laatste gekreun der stervenden. Daar
zweefde een goeddoende engel over die
velden van smart en dood. In de men»
schelijke borst, in het liefdevol hart der
vrouw trilde een snaar, niet alleen weer
gevende den toon van medegevoel, maar
tevens van redding, van hulp, van een
streven met mannelijke kracht om te be
wijzen, dat van geloof, hoop en
liefde de laatste de meeste, de sterk
ste isCasacara.
Vlissingen, 25 Juni.
Met genoeppn vernemen wij, dat H. M.
de Koningin-Regentes besloten heeft, om
roet H. M. de Koningin het volgende jaar
aan Zeeland een bezoek te breugeo.
Grand Hotel. De Minister van Binnen-
landsche zaken bracht jl. Donderdag hier een
bezoek en gebruikte o. a. het diner.
Aangekomen vreemdelingen lot en met
24 Jaui
De heeren Alex. Holcroft, de heer en
mevr. Randoll en fam., de heer en mevr.
Edward Tox, allen van Londen M. de Ker-
»Wat scheelt er aan Drayton? Zjjt ge
ziek
»Ziek? Wel neen 1*
De stem des majoors blonk zonderling
bedaard, maar wanhoop sprak Uit zjjne blik
ken. Het scheen zooals een der aanwe
zigen later zeide dat van een man te zijn,
die alles op éen worp gezet en verloren had.
«Ik moet u iets zeggen, Falkland, en tot
allen hier. Ik heb op uw terugkomst ge
wacht om het te zeggen* ging hjj even rus
tig en bedaard voort. »Er is in de stad een
leugenachtig praatje aangaande u en juffrouw
Kirkman verspreid. Ik ik zeg het tot
mijn eeuwige schande en schaamte ik
heb alleen uit wraakgevoel het helpen ver
der verspreiden. En nu ben ik, ofschoon ik
mjjn best gedaan heb en mijn leven zou willen
geven* hier sloeg hp driftig met zijn hand
op de tafel onmachtig, totaal onmachtig
om mjjne lafhartige daad ongedaan te maken.
(iWordt vervctgd.)