VLISSINGSCHE COURANT. Ei te M Berouw. No. 68. Zondag 12 Juni 1892. 305te Jaargang. Gemeentebestuur. no Gemeenteraad. K&TÏOSÏ&ïtE üiaifïE. Ondersoek der verlofgangers van den militie te land. De Burg, en Weth. vaD "Vlissingen, gelet op art. 1 van bet besluit van den Commissaris der Kooingin in deze provincie van den 9den Mei 1892 (Provinciaal blad no. 87.) Verwittigen bij deze de verlofgangers van de militie te land, voor zoover zij vóór den 1 April 11. in het genot van onbepaald ver lof zijn gesteld, onverschillig tot welke lich ting zij bebooren, zoodat daaraan ook onder worpen zijn de verlofgangers der lichting 1886 en 1887, vermits aan dezen het be wijs van ontslag nog Diet is afgegeven en zich in deze gemeente bevinden, dat zij zich op Vrijdag den 17 Juni 1892, des voormiddogs te 9 oren, voor het raadhuis dezer gemeente zullen moeteD vervoegen, voorzien van de kleeding- en uitrusting stukken, van hun zakboekje eu van hun verlofpas, om aldaar door den militie-commis saris te worden onderzocht. Verdor wordt te kennen gegeven dat, zoo een verlofganger, uithoofde van ziekte of gebreken buiten staat is voor den militie commissaris te verschijnen, daarvan uiterlijk vóór den dag der inspectie bij den Burge meester zal moeten worden ingediend, een behoorlijk gezegeld en gelegaliseerd attest van den behandelenden geneesheer. Wordeode een ieder wien zulks aangaat, ernstig aangemaand, om zich ten voorschreve dage, uur en plaats te doen vindeD, ten einde zich niet bloot te stellen aan de straffen bij de wet bedreigd, Eu is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 4den Juni 1892, De Burg. en Weth. voornoemd, TUTEIN NOLTHÊNIUS. De Secretaris, F. N. VAN DEK BILT. SCHIETOEFENINGEN. Do Burgemeester van VlissiDgen, gelet op de mededeeling van den Com missaris der Koningin in Zeeland brengt ter kennis van belanghebbenden dat schietoefeningen znllen worden gehou den als volgt le. Van 18 tot eD met 23 Juli a. a. op het fort bij den Hoek van Holland, in Z. W. richting op een schijf geplaatst aan de zuid zijde van den Nieuwen Rotterdamschen Wa terweg 2e. van 25 Juli tot en met 1 Augs a.s. op het fort te Ymuideil op een gesleepte FEUtLLETOH. Eindelijk sprak zij op dnidelijken, koelen toon fflk heb altijd gehoord dat majoor Drayton eene driestheid zonder wedergade bezit 1 Ik geloof er nu ook aan, daar hij zijn hand dnrft aan te bieden aan een meisje, wier leven hij heeft trachten te verwoesten." Ditmaal begaf Drayton zijne gewone zelf- beheersching, hij veranderde van kleur en hij beet zennachtig op zijn knevel. En toch merkte hij te midden van de terecht wijzing, die hij ontving, met eene trilling van teleurgestelde begeerte en woede op hoe schoon Bride er uitzag. „Ik ik versta niet wat gij bedoelt, juffrouw Bride" stamelde hij. Om Bride's lippon speelde een verachtelijke glimlach. „Zeker verstaat gij bef. Louise heeft mij gezegd dat gij ook in de zaak betrokke schijf in zee, binnen een sector, waarvan het iniddeDpant in den koepel ligt en die be grensd wordt door de richtingen Z. W, eu N. W, Met de mitrailleurs zal gedurende dien tijd op schijven aan het strand in N. W. richting gevuurd worden; 3e van 8 tot en met 13 Augs. a. s. van het fort op de Harssens, in een sector vao 60° ten oosten van de lijn „Harssens-Ouca- scbild. Vlissingen, 9 Juni 1892. De Burgemeester voornoemd, TUTEIN NOLTHÊNIUS. BEKENDMAKING. De Burg. en Weth. van Vlissingen, noodigen een ieder uit, om bij het ge bruik maken van de, van wege do gemeente, op de openbare wandelplaatsen, geplaatste banken, zich te onthouden van het gaan zitten op de leuningen daarvan. Vlissingen, 11 Juni 1892. Burg. en Weth. voornoemd, TUTEIN NOLTHÊNIUS. De Secretaris, F. N. VAN DER BILT. Zitting van Vrijdag 10 Juni. Voorzitter de heer Tutein Nolthenius, burgemeester. Afwezig- de heeren Van Uije Pieterse en J. van der Beke Callenfels. De notulen der vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede een inge komen kennisgeving van den heer Blan- kert,'dat hij zich ter zake van het niet.. verhoogen zijner jaarwedde, mede uit naam van zijne collega's heeft gewend tot Ged. Staten met het verzoek, om alsnog te bevorderen, dat hun die ver hooging van jaarwedde worde toegekend wijders een brief van Ged. Staten van Zeeland van den 3en Juni jl., houdende toezending van een afschrift van het Kon. besluit van 27 Mei 1892 no. 50, in zake het niet goedkeuren door dat college van de begrooting voor 1892. Bij dat besluit wordt overwogen, dat bij het 3e lid van art. 191 der gemeen tewet de aanstelling en het ontslag der dienaren van politie is opgedragen aan den Burgemeester, welke opdracht niet alleen de bevoegdheid insluit om de per sonen aan te wijzen, welke dit ambt zullen bekleeden, maar ook de macht om te bepalen, tot welk aantal zij voor de handhaving der openbare orde en veilig- zijt0 zeide zij koel. „Wat heeft zij u gezegd?" „Wilt gij dat ik het herhaal!" vroeg Bride hoouend. „Heet goed, dan zal ik het u zeggen! Louise heeft mij gezegd dat, toen mijne afwezigheid het eerst ontdekt werd, gij het waart, die er op zinspeeldet dat ik, haar stem beefde een weinig bij deze woorden, maar toch ging zij vastberaden voort „een bijeenkomst zon hebben met kapitein Falkland gij waart het, die zeidet dat het wel een aardige grap zou zijn het huis te sluiten, en die buiten wachttet om de ontknooping bij te wonen en getuige te zijn van mijne schande gij, die het leugen achtig vertelsel in elks oor hebt geflaisterd, en de hemel woet hoevelen er hier in deze stad zijn, die graag luisteren. Gij draagt nu en dan het Victoria krni3, majoor Drayton, en de menschen zeggen dat gij een stout en schitterend militair zijt, maar desniettemin zeg ik u Id 't gezicht dat gij niets anders zijt dan een lafaard een ellendige leugenaar en lasteraar Haar stem, die in het eerst zacht en ge maakt kalm klonk, werd krachtiger en hartstochtelijker, naar mate zij voortging, tot de laatste snijdende woorden hem als een slag vlak in 't gezicht klonken. beid, waarvoor de burgemeester als hoofd der gemeente-politie in de eerste plaats heeft te waken, worden vereisclit; dat de gemeenteraad van Vlissingen dus, toen hem door den burgemeester was medegedeeld, dat hij in het belang dér veiligheid en van een behoorlijk politie - toezicht, de verhooging* van het politie personeel met 2 agenten dringend nood zakelijk achtte, de op de begrooting voor 1892 voor de jaarwedden der inspecteurs en agenten van politie met de voor jaar wedden dier 2 agenten benoodigde som bad bebooren te verhoogen en dat Ged. Staten van Zeeland toen de raad weiger achtig bleef aan deze verplichting te voldoen hunne goedkeuring aan voor melde begrooting te recht hebben ont houden. Met handhaving van het bestreden besluit van Ged. Staten van Zeeland wordt alzoo 'het daartegen ingestelde be roep ongegrond verklaard. Naar aanleiding van dit besluit, stellen Burg. en Weth. alsnu op advies van de commissie van financiën voor eene som op de begrooting te brengen voor 2 agenten van politie, gerekend voor een een halfjaar van af 1 Juli a. s. ad 500 en voor kleeding en wapenen een be- dïag ad 150 meer. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen en daarbij be sloten een bedrag van ƒ250 te vinden uit den post opbrengst gedistilleerd, 250 uit dien van het gemaal en ƒ150 uit den post voor onvoorziene uitgaven. De aldus gewijzigde gemeentebegroo- ting over 1892 zal verder aan de goed keuring van Ged. Staten worden onder worpen. Worden overgelegd eene circulaire van den Minister van Binnenlandsche Zaken in zake de tijdregeling, naar aanleiding waarvan de Voorzitter voorstelt den Minister adhaesie te betuigen met de in voering van den midden-Europeeschen tijdregeling waartoe zonder hoofdelijke stemming, wordt beslotenwijders de jaarverslagen van de gemeenten Tilburg en 's Gravenhage en het jaarverslag* der vereeniging tot opleiding van bewaar school onderwijzeressen, gevestig'd te Leiden over 1891. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde de behandeling van het voorstel van Burg. en Weth. in zake de verlenging der concessie verleend aan de Imperial Continental Gasassociation te Londen, op gemaakt naar aanleiding van de uitge brachte adviezen van de heeren A. C. Hij sprong met een driftigen uitroep naar voren eD vatte de fijne handen van het meisje in de zijne. „Herroep die woorden, Bride; zij zijn valsch op mijn woord van eer zij zijn het. „Neen" terwijl zij worstelde om bare handen los te krijgen „ik laat n niet gaan vdor gij ze iDtrekt." Bride gaf de worsteling op zij liet hare handen in de zijne eD keek hem aan met een bleek gelaal, vol ontembaren trots en verachting. „Uw eer" zeide zij langzaam „uwe eer Dat zou inderdaad een gebroken staf zijn om op te leunen. Kunt gij niet ieta dege lijkers, iets meer tastbaars vindeD dan uw eer, om bij te zwerou, majoor Drayton?" „Geen man heeft er ooit aan getwijfeld of twijfelt er aan" riep Drayton driftig uit. „Geen man Maar bedenk dat ik eene vrouw ben. Is er nooit eene vrouw geweest, die op uwe eer vertrouwde en daarover later berouw had?" vroeg Bride met een vreemden lach in bare groote oogen. Drayton voelde de kleur in zijn gebronsd gelaat opstijgen. Een paar geschiedenissen uit zijn jeugd, thans bijna vergeteD, ver rezen eensklaps met schrikwekkende helderheid voor het oog zijns geestea. Hij liet plotseling de band van Bride los, wendde Spruyt, oud g-asdirecteur te Utrecht en den heer J. Verkuijl Quakkelaar, wet houder te Vlissingen, met welk voorstel de commissie van financiën zich veree- nig-t, zoo de daarin voorg-estelde punten kunnen verkregen worden, en die in hoofdzaak zijn, als volgt lo. in art. 10, waaromtrent de zuiver heid alleen bepaald is, dat er zwavel- waterstofg-as in aanwezig mag zijn, moet worden bijgevoegd dat: De hoeveelheid zwavel niet boven 60 gram. per 1000 liter gas mag zijn. De hoeveelheid koolzuur ten hoogste 2 pet. van het volume mag bedragen. c. De hoeveelheid amoniak niet meer dan 140 A 150 L. per 1000 L. gas mag zijn. 2o, In art. 11. is het lichtgevend ver mogen bepaald op 14 kaarsen en 170 Lit. per uur verbranden. Dit moet worden 15 A 16 spermacetie kaarsen en te verbranden 170 L. (pl.m. 6 Eng. voet) per uur in de Sugg Londen ar- gand brander. 3o. In art 12 waar staat, dat de ge meentelijke verlichting, alle openbare wegen omvat, waaronder verstaan wordt markten, pleinen, stegen, wandelingen, wallen enz., hij te voegen met het oog op de badplaats en het verlichten met electrisch licht, dat wanneer de gemeente in het vervolg (in te gaan met de dag- teekening van het nu te sluiten contract) den boulevard, het terrein van de bad plaats, badhuisweg en de toegangswegen die daartoe onmiddellijk behooren, zoo als de opritten en de eventueele bin nendijks aan te leggen wegen, kortom alles wat in onmiddellijk verband met de badplaats is te beschouwen, die open bare wegen enz., electrisch wil doen ver lichten, hetzij in eigen exploitatie, hetzij door anderen, dat de gemeente daartoe kan overgaan, zonder alsdan verplicht te zijn daarvoor eenige schadevergoeding aan de maatsch. der gasfabriek te betalen. Ten opzichte van de verlichting inde gemeente zelve blijft de verplichting, om gas voor de openbare verlichting te branden, bestaan. 4o, In art. 14 is de prijs van het gas voor de straatverlichting bepaald op 0,01 per uur en per brander met een verbruik van 170 liter gas. Dit moet worden 3/^ cent per uur per brander met een verbruik van 170 L. gas, terwijl verder de thans daar ge noemde prijs per M!. voor verlichting van gemeentegebouwen van 10 cent ge bracht wordt op 7 cent per M8. 5o. In art 15 de duur der straatver lichting thans gemiddeld minstens 190C uren per lantaarn en per jaar, te bepa len op gemiddeld 2000 uren. 6o. In art 23 de daar bepaalde boeten zich van haar af en schopte verstrooid en algetrokkeD met zijn voet tegen de keisteenen. Bride leunde tegen het hek en sloeg hem met droevige oogen, waaruit geen gloed meer straalde, gade. Hare plotseling ontstane drift was verdwenen, maar W88 gevolgd door vermoeidheid en beving. Alles rond haar, de boomen, het glinsterende water, de on bewolkte hemel, alles scheen voor hare oogen te draaien. Zij zou gevallen zijn, indien zij geen steun had gehad van het hek, waartegen zij leunde. Dat hek was in zijn beste dagen alles behalve sterk, maar nu waren een menigte van de palen bezweken en de overige meest rot of oud. Op een anderen tijd zou Bride daaraan gedacht hebben, maar op dat oogen- blik dacht zij er niet aan hoe broos de steun was, tegen welken zij leunde. Op eens hoorde men een luid gekraak, een rotte paal be zweek, spleet in honderd stukkeD, en Bride viel met eenkreet van schrik naar achler van den steilen oever in het water beneden haar. [Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1892 | | pagina 1