VLISSIIMGSCHE COE No. 55. Zondag 8 Mei 1892. 30ste Jaargang. Bij deze Curat behoort een Bijvoegsel. Gemeentebestuur. Nationale Militie. nijverheid. 166 8 30 3 30 Oproeping van verlofgangers der lich ting 1888, 1889 en 1890. De Burgemeester van Vlissiugen brengt ter kennis Tftn beiangbebbenden dnt bij Koninklijk besluit van 9 April 1.1,- no. 23, is bepaald dat krachtens art, 126 der militiewet, dit jaar iu werkelijkon dienst moeten wordtn opgcrotpeu de verlofgangers, behuorende tot de hierna te vermel den korpsen en lichtingen, voor de tijdvakken zoo als bierondor is aangegeven Lichting 1888. Ie reg. veld orlill. Je, 2e, 3e, en 4a batterij van 10 Juli tot lö Augustus. Lichting 1889. reg. gren. en jngers 80 reg infanterie van 22 August, tot 24 Sept. 40 le van 5 Augn9tus tot 6 Soptembor. l"'"n SS Aug. lot 21 Sopt. batterij le reg. veld-artill. le, 2e, 3e, 4e, te van 22 Augustus tot 24 September. r Ie en 3e balterg van 1 Jili tot 4 Augustus, S. ng. TItt 5 4us°" 1 tus tot 9 September. 2e en 4e batterij van 24 Augustus tot 27 September, le reg. veld-artill, Ie, 2e, 3e. 4o, 5e en Ce batterij van SO Juli tot 20 Angnstns. korpa rijdende artill, van 8 Augustus tot 10 September. I 2e compagnie van 8 Juli tot 11 I Augustus j le compagnie van 8 Augustus tot 6 September. ]e compagnie (Plaats van op komt HELLBVOËTSLUIS) van 31 Mei tot 29 Juli. "2e compagnie (Plaati van op komst DEN HELDER) van 17 Augustus tot 15 September, uitgezonderd de ves-\ ting-telegraflislen die 1 hebben voldaan aan het f bepaalde in den eerstan v 4 Aug, t 7 Sept. volzin van art. 6 ven l f, het Kan. besluit van 29 Febr. 1884, no 13. le eompagnievan 22 Aug, tot 24Sept hospitaalsoldaten 12o j van 5 Aug. tot9 Sept Lichting 1890. 10 compagnie van 3 Juni tot 7 Juli. le, 2e, 8e en 4e compagnie van 5 Augustus tot 8 September. 6e, 6e, 7e, 8c en 9e compagnie van 9 September tot 13 October. 8e en 9e compagnie tot 7 Jnli. 10 compagnie tot 20Septemb. le, 2e, 3e, 4e en 4e compagnie van 20 Mei tot 23 Juni. 6e, 7e» 8e, 9e en 10e compagnie van 25 Augustus tot 28 September. 2e en 8o compagnie van 11 Mei tot 14 Juni. I3e compagnie van 8 Juni tot 12 Juli. 4e compagnie van 22 Jnni tot 26 korps poutoniers. korp toïpcdiaten korps genietroepen. 1 e reg. vesting-artillerie 2e reg. vesting-artillerie Se reg. Vesting-artillerie Ile, 8o, 5e, 8e en van 8 Juni tot -2e, 4e. 6o, 7e en van 17 Angus, t s reg. Juli, r{jdag. ira 8 36 20 UH 141 «49 10 I» 1 40 4 S0 10 80 2 8 10 veating-artillorie, 6e, 7e eu 12e compagnie van 4 i Augnstus tot 7 Soptember, lie compagnie van 17 Angustus tot 20 September, lo, 8e, 5e, 9e en 10e compagnie van 14 September tot 18 October. iuitgezonderd de veitiug-t telegrafisten als bij de v 1 Juli tot 4Aug, lichting 18S9 vermeld. 1 vesting-telegrafisten van 11 Juli tot20 Jnli Gezien de daartoe strekkende circulaire van den Com missaris der Koningin in dit genest van 26 April 1892 A no. 918, 3e afd. (Prov. bind no. 84.) ROEPT BIJ DEZE OP: alle in deze gemeente we nende verlofgangers, op wie het vorenstaando van toe passing is, om zich, voorzien VBn bun voor .gezien" geteekende verlofpas, zakboekje en al devoorwerpeu van kleeding en uitrusting door ben, bij het vertrek met groot verlof medogenomen, aan te melden op tijd en plaats als in de bun uit te reiken order is vermeld, terwijl hij hun onder het oog brengt, dat zij die in gebreke blijve op den bepaalden dag onder de wapenen te komen, bij hunne latere opkomst zooveel langer in dienst zullen worden gehoudeo en dat zij, die uiet aan de oproeping voldoen, volgeDS art. 145 der militiewcl nis deserlCMr zullen worden behandeld, mllendu zij die wegens ziekte niet op dea bepaalden tijd onder de wa pens kunnen komen, verplicht zyn over te leggeu een gelegaliseerd OP ZEGEL geschreven geneeskundig at test, terwijl de zieken te dezer zake niet voor diligent worden gobouden, maar verplicht ijjo, zich na hnnne herstelling by hnn korps te vervoegen, teneinde daarbij in den wapsniiandol te nordon geoefend. En is hiervan afrondigiug geschied waar het behoort den 5n Mei 1892. De Burgemeester voornoemd, TUfBÏN NOLTHBNÏUS JACHT EN ViSSCHEBU. Uituoodigidg tot itmivraiig van jacht- eu vlscliaclcii. De Burg. vtn VlissingeD, gezien de circulaire van den commissaris des Konings in Zeeland, vervat in Provinci aalblad no. 61 van 1853 noodigt de ingezetenen, die voor het dienst jaar 1892/93 eene jacht- of vischacto mochten verlangen, uit, zich daarvoor in den loop dezer maand ter gemeente secretarie aan te melden. Vli8singen, den 4 Mei 1892. De Burgemeester voornoemd, TUTEIN NOLTHENIUS. BEKENDMAKING. De Borg. van Vlissingen, gezien de circulaire van den Commissaris der Koningin in Zeeland van den 3 Mei jl. A. no. 1033, Se aid. brengt onderstaande publicatie ter kennis van de ingezetenen. Staatscommissie van Arbeids* Euqnéte. Naar aanleiding van feiten, ter kennis ge komen van de Eerste Afdeeling der Staats commissie van Arbeids enquöte, aangaande bet beheer van sommige fondsen en maat schappijen tot uitlceeririg hij ziekte en overlijden, roept de afdeeling voornoemd mits deze alle op, die in staat mochten zijn uit eigen erva ring bijzonderheden mede te deelen omtrent bepaalde te dier zake betrekkelijke feiten, met name royement ondanks geregelde betaling der contributie en met uitbetaling van een deel of van het geheele bedrag der bedongen uifc- keering, om daarvan vóór den 15» Mei e.J k., opgave te doen bij desverkiezende on- gefrankeerden brief aan hot adres Staatscommissie van Arbeids-Enquête. le Afdeeling. Parkstraat, no 36. 's-Gravenhage. De voorzitter der staatscommissie voornoemd tevens Voorzitter van hare Eerste Afdeeling, ROCHÜSSEN. De Secretaris, J. C. Th. HEIJLIGERS. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort. Vlissingen, 3 Mei 1892. De Burg. voornoemd, TUTEIN NOLTHENIUS. De Burg. en Weth. van Vlissingen, gezien de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875 (Stbl. no. 95), tot regeling van het toe zicht bij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder knnnen veroorzaken, geven bij deze kennis dat bij hen is inge komen oen verzoek van A. J. WOLTHERS, mr. stukadoor alhier, om vergunning tot het inrichten van eene kalkblusscherij iu perceel wijk D no. 196, aan de Breewaterstaat. ka dastraal bekend in sectie E no. 710; dat dit verzoek met de bijlagen, gedurende veertien dagen, te beginnen met Zaterdag den 7den Mei 1892 op de gemeente secretarie ter visie zal worden gelegd en dat den 21 Mei 1892, ten raadhuize des namiddags te 2 uren, gelegenheid zal worden gegeveu, om bezwaren tegen het oprichten der inrichting in te brengen, terwijl gedurende drie dagen vóór dat tijdstip, ter gemeente secretarie van de ter zake iDgekomen schrifturen kennis kan worden genomen. Vlissingen, den 7n Mei 1892. Burg. en Wcth voornoemd, TUTEIN NOLTHENIUS. De Secretaris, F. N, VAN DER BILT. (EENE OYERDENKING») Heerlijke maand, door dichters bezon gen, hoe verlangend zien we naar u uit Hoeveel genoegens en eigenaardige ge zelligheid de winter ook moge opleveren, toch smachten we naar den tijd, waarop het herleven der natuur ons duidelijk zichtbaar wordt. Hoe vurig stijgt de wensch naar die maand op in 't gemoed van den herstellenden zieke, die zich nog in acht moet nemen voor den invloed van koude winden. Wanneer de vrien delijke lentekoeltjes onze wang'en streelen en we de zuivere lucht inademen, zoo weldadig, voor onze longen; wanneer we de eer?te vlinders gewaar worden, door het kind met handgeklap en gejuich begroet, en -door ons aanschouwd met een gevoel, dat ons doortintelt, en waarvan we ons toch geen rekenschap kunnen g-even wanneer we 't gegons van de bij in onze ooven waarnemen, en hier en daar een ter.igkeeTen.de vogel ons oog treft, dan zien we in dat alles de voorboden der lente, die somtijds wel lang op zich laat. wachten, maar toch komt, onveran derlijk komt. En als dan langzamerhand boom en struik en plant kenteekenen vertoonen van een nieuw leven na den langen winterslaap, dan kan 't niet anders, of de mensch gevoelt zich geheel anders, 't ïs, of er nieuw, frisch bloed door zijn aderen stroomtof hij de loomheid en slaperigheid heeft afgeschud; of er een nieuw leven in hem ontwaakt; of hij nieuwe lust, nieuwe kracht gevoelt, om planneu te scheppen en ten uitvoer te brengen I Dat alles ligt er in het tooverwoord Mei. Die maand, de schoonste van 't jaar, zooals jaren en jaren geleden onze dichter Kamphuijzen zong, deed dat steeds en doet het nog. Wat al woorden zijn er niet, waarin in het woord Mei een diepe zin, eene beteekenis ligtM e i- boom, Meifeesten, Meikonin gin en wat al niet meer, schetsen de hooge waardij, aan die maand gehecht Zoo werden telken jare de Meifeesten gehouden, en onder vroolijk gezang en huwelijken dans vierde mon de terug komst van de schoone Mei. Nog eens, naar den eersten Mei werd verlangend uitgezien 1 Maar mogen de natuurwetten dezelfde blijven, en in de onveranderlijke wereld orde de lente op den winter volgende tijden zijn veranderd en niet minder de menschen. Wat al reden tot ernstige overdenkin gen en bespiegelingen van alles behalve opwekkenden aard gaf onder anderen de zoo geroemde en bezongen Meidag van dit jaar Was er één land in Europa, dat niet met min of meer bezorgdheid dien dag tegemoet zag? Werden in sommige lan den niet de meest uitgebreide voorzorgs maatregelen genomen, teneinde leven en bezitting voor dood en vernieling, te beschermen? Hoe! is dat het beeld van de vroolijke, vriendelijke, nieuw leven gevende maand? Is 't geen droom? Neen, helaas't is droeve werkelijkheid. Eerst gaf de vorige maand al zooveel reden tot ongerustheid. Deelden ons de dagbladen niet de schroomelijke woelin gen mede der anarchisten, die tot de ruwste middelen hunne toevlucht namen? Is 't niet ontzettend, wanneer de eene mensch alles inspant, om zijne mede- meuschen te vernietigen niet met gewone wapenen, waartegen men misschien nog op zijn hoede zou kunnen zijn, maar door zulke middelen, die dood en ver woesting om zich heen verspreiden en bijna niet te voorkomen zijn Wanneer de nieuwere tijd ons bekend heeft gemaakt met verborgene krachten, moeten die dan helaas door niets ont ziende hoosdoeners tot zulke doelein den aangewend worden Nuttig kan het dynamiet zijn en gebruikt worden daar, waar de menschelijke kracht te kort schiet, maar nu is 't een wapen gewor den zoo vreeselijk en geducht, dat men er niet zonder ijzing aan kan denken. En nog blijft bet bier niet bij. De stof, die men bij de jongste ontploffingen heeft gebruikt, is gebleken nog sterker te kunnen werken dan dynamiet. De nog weinig bekende bereiding draagt den naam van sebastine, en bestaat uit 75 deelen nito-glycerine, 10 deelen salpeter en 15 deelen houtskool. De kracht is 3 maal zoo groot als die van 't dynamiet. Zoo gaf de anders zoo heerlijke Meidag oorzaak tot vrees. Meer dan buitenge wone voorzorgsmaatregelen schijnen, zoo als men 't nu gelieft te noemen, overbodig te zijn geweest, maar wie weet, wat er an ders gebeurd zou zijn! Hoe zag men uit naar de dagbladen, wat de telegrammen ons zouden melden. Zoover is 't Gode zij dank in ons va derland nog niet gekomen, maar toch kan men, al is men nog zoo optimist, niet ontkennen, dat de stem der onte vredenheid niet alleen niet tot zwijgen is gebracht, maar zelfs eene taalver- kondigt, die tot verzet en tot omverwer ping van bestaande toestanden aanspoort. Men neemt zelfs het beeld van deze maand over, door aan te voeren, dat even als alles in haar herleeft, er evenzoo een nieuwe toestand moet geboren worden. Vroeger heeft men gemeend, dat het alleen te doen was, om den overmatigen arbeidstijd door een meer gematigden te doen vervangen en daartoe bestond in derdaad reden. Wanneer men 't leven nauwkeurig onderzocht van hen, die in de fabrieken arbeiden, en daaruit bleek, dat zelfs zij, die nog niet eens de kinder schoenen ontwassen waren, daar twaalf uur en somtijds nog meer moesten ar beiden, dan moest men erkennen, dat het hoogst gelukkig is, wanneer aan zulke toestanden een einde wordt gemaakt. Dat was ten minste eene schrede tot vooruitgang. Toen evenwel werd er meer geëischt.- Toen begon men de meening, te opperen, dat de 24 uren in 8 gelijke deelen moesten verdeeld worden, name lijk 8 uur arbeiden, 8 uur slapen en 8 uur uitrusten, 't Kost al zeer weinig moeite, om menigeen een schoon tafreel op te hangen van zulk een heerlijk le ventje, maar hij hen die wat meer na denken, springen de daarmede verbondene bezwaren spoedig in 't oog. Meer dan eens heb ik met werklieden daarover gesproken, en hunne op- en aanmerkin gen waren meestal de volgende Wanneer we maar 8 uur werken, dan zou het werkloon per uur, dat in den laatsten tijd aanmerkelijk is verhoogd, nog veel meer verhoogd moeten worden, want we zouden in alle gevallen in die 8 uur niet minder kunnen verdienen, dat gaat volstrekt niét. Anderen beweerden, dat een werktijd van 10 uur per dag voor een gezond werkman in de kracht zijns levens vol strekt niet te lang is, vooral wanneer men bedenkt, dat er minstens 8 zooge naamde rust- of schofttijden tusschen komen. Voor vrouwen en vooral voor kinderen mag geen lange werktijd ge vergd worden. Alle streken hebben niet dezelfde gewoonten, maar in sommige plaatsen staal men verbaasd, als men ziet, hoe vrouwen uren lang zwaren veld arbeid uithouden, die toch eigenlijk door den man verricht moest worden. Sommigen verklaarden, dat zij na af loop van hun gewonen werktijd voor hun privé gingen werken, daar ze een hoekje gronds te behouwen hadden, dat weer een gedeelte van de levensmiddelen opbracht, die ze voor hunne huishouding noodig hadden. Zoodoende arbeidden zij geregeld en zonder klagen vrij wat lan ger dan S uur per dag, zonder nu nog te spreken van hen, die gaarne, zoo gezegd, overwerken in drukke tijden, om wat meer te verdienen. Zulke menschen zijn vlijtig eu oppas send van aard en gaan in den regel vooruit, 't Kan natuurlijk gebeuren, dat ze met aanhoudende ziekte te kampen hebben. Dat is een ander geval. Maar dit geval uitgesloten, volgt op vlijt voor uitgang, en op vooruitgang tevredenheid. Ik sprak daar van hen, die in hunnen vrijen tijd op het land werken. Zij vin

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1892 | | pagina 1