VLISSINGSCOE COURANT No. 35. Zonclag§20 Maart 1892. 30ste Jaargang. Bij tas Conrant Moort een Bijvoegsel. Een ei aider over Windwijzers. Gemengd Nieuws. BUREAU: Kleine Markt I N°. 187. Prijs per drie maanden l.—j Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. U1ÏGETEK: F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen. PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regel» ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig Agent voor Frankrijk de firma G. L. DAUBE Sc Co., te Parijs. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnementen voor België, Duitsebland, Enge land en Frankrijk f 1.35 per drie maanden Zij, die zich met 1° April op de Vlisslng- eclic Courant abonneer en, ontvangen de van heden tot dien datum verschijnende nummers II. Staatkundige ■weerhanen behoeven we juist niet alleen in geschiedkundige wer ken te zoeken. We kunnen die ook nog wel in den tegenwoordigen tijd vinden, wanneer we een blik werpen op hen, die geroepen worden, om hunne medeburgers te vertegenwoordigen in eerste of tweede kamer. Ook daar vindt men voorbeeldeu van mannen, die van liberaal conserva tief, of omgekeerd geworden zijn. Over de beweegredenen tot die verandering kunnen we later spreken. Nu bepalen we ons alleen tot liet bestaande feit en zeggen ook nog niet, of 't goed is of niet. Om op een ander gebied te komen, sla ik alweder eerst het groote boek der geschiedenis open, en daar lees ik onder meer anderen een voorbeeld, dat mij juist uitstekend te pas komt. Ik lees namelijk van een edelman, uit Groningen afkom stig, en wiens naam was Van Ripperda. Dezen man zie ik van roomsch protes tant wordenlater keert hij nogmaals om, en nog later neemt hij den maho- medaanschen godsdienst aan, terwijl hij eindelijk op zijn sterfbed ook dien laatsten godsdienst weer laat varen, en in 't roomsche geloof sterft. Zulk iemand noem ik eenen godsdienstigen weerhaan. Het door mij aangehaalde voorbeeld spreekt voorzeker al heel sterk I Ook voor deze weerhanen behoef ik alweder niet mijne toevlucht te nemen tot de geschiedrollen. Ook in eigen omgeving en in dezen tijd ontbreekt het niet aan meuschen, die van geloof veranderen, al was 't niet zoo vaak als Ripperda. Ik heb ze dus gevonden op staatkun dig en godsdienstig gebied, waarbij ik zou kunnen voegen wetenschappelijk ge bied. Laat ons nu eens rondzien op een nog veel uitgebreider gebied, namelijk op dat van 't dagelijksch leven. Vooreerst wil ik u herinneren aan een paar gezegden en wel deze «De mensch is alleen bestendig iu de «Niets zoo veranderlijk als de mensch.» Deze twee gezegden pleiten voor en tegen den mensch, maar zoodanig, dat ik aanneem */4 voor en 3/4 tegenj en dan is die aangenomen verhouding juist geen eer. 't. Een en ander vereischt nadere opheldering. «Een man een man, een woord een woord 1» Dat is een heerlijk gezegde, waarvan de toepassing niet genoeg ge prezen kan worden. Dat is een echt Nederlandsch woord, waarin eene zedeles, een leefregel ligt opgesloten. De mensch, die dit in beoefening brengt, kan ver trouwd wordenop hem kan men steunen en rekenen als op eene rots. Zoo iemand staat Nvast in zijn schoenen. Hij heeft eenmaal zijn woord gegeven, verpand laat er nu gebeuren wat wil, hij staat pal. Men zal op allerlei manieren be proeven, om zijne trouw aan het wankelen te brengen. Wanneer beloften en vleierij niet baten, dan zal men bedreigingen aanwendenmaar noch het een, noch het ander is in staat, om die rots aan het wankelen te brengenzijn woord is zijn alles; daarvoor zal hij alles opoffe ren, desnoods zijn leven. Zijn woord te breken, komt niet bij hem opde gedachte alleen zou in zijne oogen reeds eene misdaad zijn! Is dat niet bovenmenschelijk Is dat niet een ideaalmensch Gode zij dank, neen Al weder de ge schiedenis levert ons voorbeelden op van zulke menschen; of waren 't niet de martelaren in de eerste tijden van 't Christendom, die door niets waren te be wegen, om godsdienstige weerhanen te worden, en hun geloof te verzaken, ten einde het leven, een toch zoo dierbaar goed, te behouden Offerden zij dat leven daarvoor niet op en gingen ze niet blij moedig iu den dood? Vinden we die voorbeelden niet her haald in de tijden van geloofsvervolging tijdens de hervorming Zouden ook toen niet velen hun leven hebben kunnen redden, door van kleur te veranderen? Vinden we niet later in de tijden van Remonstranten en Contra remonstranten, toen niet meer zoozeer het leven g'evaar liep, treffende voorbeelden van h.eni die vasthielden, moedig en trouw aan hnnne overtuiging, en gevaar en armoede trot seerden Behoef ik het voorbeeld van een Willem van Oranje, den grooten Zwijger, aan te halen, om op ander ge bied een staaltje te leveren? Behoef ik Vlissingers te wijzen op de edele, de grootsche figuur van den onsterfelijken de Ruijter, wiens levensgeschiedenis dédr is, om te bewijzen, dat hij geen weer haan was, dat hij niet draaide met alle winden En zou het er al niet zeer, zeer ongelukkig uitzien met onze maatschappij, wanneer deze totaal ontbloot was van mannen, die weten wat hun plicht is, en die geheel en al doordrongen zijn van 't mannelijke, het christelijke, dat er gelegeu is iu standvastigheid, in on veranderlijkheid in 't goede, trots schit terende aanbiedingen, trots bedreigingen, trots een breken met banden van vriend schap en een opofferen van stoffelijk welzijn? 't Is dus geene onmogelijkheid, zulke menschen aan te treffen, maar 't is even min 't gewone model. Bij de meesten onzer is van toepassing, dat de mensch alleen bestendig is in de onbestendigheid. Wat kunnen toch wel de voornaamste oorzaken daarvan zijn? Die oorzaken zijn van zeer uiteenloo penden aard en daarom zijn ze al of niet verschoonbaar. Gesteld eens, dat ik omtrent iemand nu eenmaal eene zeer ongunstige opinie heb gevormd, zoodat hij volstrekt niet tot mijn vrienden behoort. Maar wat ge beurt er? Er valt iets voor, waardoor ik in de gelegenheid kom, om dien man van eene geheel andere zijde te leeren ken nen, zoodat ik bij mijzelven moet be kennen, dat ik mij te zijnen opzichte deerlijk heb vergist. Is het dan niet mijn plicht, om mijne dwaling te erkennen, of moet ik mij dan nog aan de eerste, en, zooals ik nu weet, verkeerde opvat ting houden en die niet willen opgeven Dit toch zou eene zeer afkeurenswaardige halstarrigheid zijn, die mij in mijne eigene schatting moest doen dalen, en die volstrekt geene vastheid van begin selen kan genoemd worden. Dan handel ik willens en wetens verkeerd Een der gelijk geval doet zich meer dan eens voor, en kan gerekend worden onder het 1}i dat er voor de veranderlijkheid is. Juist deze omkeeriug in mijne handelin gen tegenover dien miskenden man is prijzenswaardig, en ieder weldenkende zal het toejuichen, dat ik rond en eerlijk genoeg ben, om te erkennen, dat ik mij heb vergist, en dat ik nu door eene ver andering- weer tracht goed te maken, wat ik vroeger, al was 't onwetend, mis dreven heb Niet minder bestaat de mogelijkheid, dat men de goede meening, omtrent iemand opgevat en jaren lang gekoes terd, helaas 1 moet laten varen. Wat zijn er niet tal van voorbeelden dat men aan meuschen een onbepaald vertrouwen heeft geschonken, tot dat men eindelijk tot de treurige ontdekking komt, dat zij dit vertrouwen op de schandelijkste wijze zich hebben onwaardig gemaakt. Ook dan is men wel in de droeve noodzake lijkheid, om van meening en gezindheid tv veranderen en niemand kan ons dit ten kwade duiden. Behalve de genoemde wettige redenen tot omkeex-ing, zijn er in 't dagelijksch leven nog vele anderen, die grond van bestaan hebben, en daarom niet onrede lijk kunnen genoemd worden. Hoe dik wijls tocb zijn ziekten en rampen, die ons treffen, in staat, om ons tot geheel andere menschen te maken. Hoe menig humeur gevoelt daarvan den nadeeligen invloedDan zijn 't geen grillen, geen willekeurige door niets te vei-ontschuldi- geu omkeeringen, maar hij, die er meè bekend is, zal ze niet veroordeelen, en er veeleer medelijden mee hebben. Ten slotte willen we nog nagaan de weerhaanziekte, zooals ze zich vertoont in het dagelijksch leven, maar dan uit gaan van het s/4 dat er tegen is aan te voeren. Casacara. Kerk- en Schoolnieuws. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Olde- markt dr. W. van der Beke Callonfels, te Delden. R. Kath. Kerk. De heer P. Verhoeven, pastoor te IJzendijke, vierde jl. Woensdag zijn 25 jarig jubileum als priester. De R. K. bisschop te Haarlem heeft den heer A. J. Gallier, professor aan het semi narie flageveld, benoemd tot vicaris-generaal van het bisdom en tot kaminnik van het kapittel der kathedrale kerk te Haarlem, alsmede den heer B. Dankelman, kanunnik en plebaan te Haarlem, tot deken van het dekenaat Haarlem. Examen nuttige handwerken le Breda op 18 MaartGeexamioeerd 8 candidateu geslaagd E. Polak en C. A. van der Woeijen Pielerszen, van Middelburg. B:j genoegzame deelneming zal te Middelburg den le April voor leerlingeu van openbare en bijzondere scholen een cursus in slöjdonderwijs worden geopend. Naar aanleiding van bet ^curieust" getal hetwelk de Baarl. Crt. publiceerde zie ons vorig nommer zond een onzer lezers ons als oplossing bet getal 142S57. Ook bij de redactie van de Haagsche Ct. zijn oplossiogen ingekomen en wordt hetzelfde getal genoemd of eeD veelvoud er vao. Dit getal schrijft dit blad verkrijgt men als repeteerende breuk, wanneer men 7 op 1.000,000 deelt, of wel 19 op 1 met 18 nullen. Natuurlijk is het ook algebraïsch uit te rekeDen. Men ziet dat het vraagstuk niet zóo moei lijk oplosbaar is als dat van den leeftijd des schippers, gegeven de lengte van den mast van zijn schip, De in bet laatst van het vorige jaar op de Kalootbank gestrande Noorsche schoe- uer tfFram," is door den kooper van het wrak, den heer van der Velden te' Terneu- zen afgebracht en gisteren naar Middelburg vervoerd om gesloopt te worden. Dezer dagen worden alhier verwacht eenige in de fabriek van Krupp te Essen vervaardigde kanonnen, waaronder van 45 ton, bestemd om, evenals 1200 ton steen kolen, met het stoomschip //Spartan," naar Chili vervoerd te worden. De lieer Oscar Carré vertrok gisteren met ziju rechtsgeleerden raadsman, mr. VV. K. van der Brrggen, naar Hannover om een laatste poging te doen tot minnelijke schik king der zaak betreffende het ongeval te K\tchl»\ger. Mocht die poging mislukken, dan vertrekken die heeren naar Berlijn, teu einde eeue audiëntie bij den keizer vau Duitsebland voor te bereiden om Z. M. op de hoogte te stelleu van de houding en de handelwijze van het spoorwegbestuur en in deze de lusschenkomst van Z. M. in te roepen. Eene vrouw die Donderdagochtend ta Hoorn bij het aanmaken van het vuur in brand geraakte is gisteren in het gasthuis aan hare wondeu overleden. Omtrent den te Haltem plaats gehad hebbeuden doodslag meldt de N. IJselbode het volgende Eeu zestal jongelieden waren uitgegaan om vogels te vangen, en een van hen nam een geweer mede. Builen gekomen, dreigde hij een van zijn makkers, op hem te zullen schieten, en legde het geweer vip hem aan. Onder het zeggen //Dat durf je niet," nam deze de wijk achter een schuur. Toen hij eenige oogenblikken daarna om den hoek keek, brandde het geweer los, met het ge volg, dat het linkeroog werd uitgeschoten en een gedeelte der lading in de hersens doordrong. Ook een ander kreeg drie grove hagelkorrels in den schouder. Toen bet schot gevalleu was en de getrof fene ter aarde viel onder den uitroep *hij schiet mij door de hersens," vloog geheel het troepje uiteen eu liet den doodelijk ge wonde aan zijn lot over. Een man, die het schot gehoord had en den verslagene zag vallen, spoedde zich ter plaatse en richtte hem op. Doch spoedig bleek dat het leven gewekeu was. Een langdurig verhoor ondergingen op het gemeentehuis te Hattem zoowel de dader als zijn makkers, doch de justitie vond geen termen om den eerste terstond gevangen te doen nemen. Op bevel van keizer Wilhelm is fiunoht welk blad bijna veertig jaar in de koninklijke paleizen gelezen werd, vun de lijst der paleis- bladen geschrapt. Men wil dat's keizers on genoegen is opgewekt door een opmerking vau Punch over de veelbesproken rede. De duizende paarden, die veelal hun ganscbe leven in de ingewanden der aarde doorgebracht hadden, zijn in netten uit de mijnen in Engeland opgeheschen. Toen zij den blauwen hemel zagen en den witten sneeuw- grond, en de koude lucht voelden, waren zij verbijsterd en vele stelden zich aan alsof zij door den schrik plotseling krankzinnigs waren geworden.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1892 | | pagina 1