V lilSSI.VGSCIIE COEMNT. No. 26. Zondag- 28 Februari 1892. 303le Jaargang. Binnenland. BUREAU: Kleine Markt I N°. 187. Prijs per drie maanden 1.—. Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Ü1TGEVE F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen. PRIJS DER ADVERTENTIËN; Van 1 tot 4£regels 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig Agent voor Frankrijk de firma G. L. DATJBB Co., te Parijs. Verschijnt Dinsdag», Donderdag» en Zaterdagavond. Abonnementen voor België, Duitsohland, Enge iand en Frankrijk f 1.65 per drie maanden. IHI E T VLISSINGSCHE COURANT Verschijnt elke week in 8 pagina's. Prijs 30 Cents fr. per post 45 Censt per 8 maanden.- Het Geïllustreerd Zondagsblad wordt slechts geleverd als Bijvoegsel der Vlis- mgsclie Courant. Afzonderlijke abonne menten, zonder inteekening op ons blad, worden niet aangenomen. DE UITGEVER. V. Onze advokaat vond hoe langer hoe meer behagen in den omgang met me vrouw Muller, die eene uiterst beschaafde en uitmuntend ontwikkelde vrouw was, eenvoudig van manieren, al kon ze zich zeer goed in de voornaamste kringen bewegen. Het onderwerp der gezelligheid kwam dikwijls ter sprake, en om beter te doen uitkomen, hoe zij dienaangaande dacht, zal ik haar aan 't woord laten. Ziehier, wat zij daarover zeide: De mensch is van nature een gezellig wezen-. Er zijn tijden geweest, waarin sommigen, door overdreven godsdienst ijver, zich geheel en al van de wereld afzonderden, en een kluizenaarsleven leidden, maar op den duur kon dit toch geen stand houden. Een man als Robin son was gedwongen, om langen tijd al leen op zijn eiland door te brengeD, maar hoe groot was niet zijne vreugde, toen hij in Vrijdag een gezel, een lotge noot vond, en hoe hechtte hij zich niet aan dien man, die in afkomst en gewoon ten zoozeer van hem verschilde! Wat al voorbeelden van menschen die, door de omstandigheden tot een eenzaam leven veroordeeld, een makker vonden in een trouwen hond, met wien ze zoo gemeen zaam werden, dat het dier hen begreep, hunne woorden verstond, en waardoor een band ontstond, zóó nauw, zóó innig,dat de 'dood van den een den dood van den ander veroorzaakte. Zijn er niet voorbeel den van gevangenen, die, eenzaam op gesloten, dankbaar het gezelschap van een rat aannamen, en langzamerhand vertrouwelijk en gemeenzaam werden met zulk een dier Of van anderen, die zich hechtten aan eene spin, alles en alleen, om iets te hebben, tot wie ze konden spreken, zelfs al wisten ze helaas 1 dat ze geen antwoord ontvingen Het denkbeeld, niet geheel alleen te zijn, was voor hen voldoende. Genoeg om aan te toonen, dat de trek naar gezelligheid den meusch is aange - boren. Op alles is eene uitzondering en zoo ook hier. Er zijn van die menschen, die, tengevolge van eene hoogst eenzijdige opvoeding, zich niet gemakkelijk onder bunne medemenschen bewegenzich daardoor als 't ware afzonderen, en allen aanleg hebben, om menschenhaters te wordenmaar dit getal is gelukkig al zeer gering. Wanneer men nu een open oog heeft voor menschen en toestanden, en nauw keurig let op de banden, die al de leden der samenleving of maatschappij vereeni gen, dan ziet men, dat die trek naar gezelligheid op zeer uiteenloopende wijze zich vertoont, en tot velerhande afwij kingen aanleiding geeft. Om dit te be wijzen, behoef ik waarlijk niet ver te gaan. Laat mij er eenige opnoemen. Ik stel mij voor een pas gehuwd paar. Zij gaan uit van de veronderstelling, dat hunne woning hun wereld, hun alles is. Wat hebben zij met andere menschen te maken Zij hebben immers elkander zij leven geheel voor elkander en in den eersten tijd zouden ze misschien de ver dere buitenwereld als vergetenMaar hoe idyllisch ook zoo'n leven en zulk eene levensopvatting moge zijn, in den regel houdt het geen stand. De behan delde onderwerpen raken op 't laatst wel eens uitgeput en beginnen eentonig te worden. Niet dat ze minder van elkan der houden dan in de eerste dagen, o neen dat niet, maar er wordt toch iets gevoeld, dat men behoefte aan afwisse ling zou kunnen noemen. Hoe menig pas getrouwde vrouw heeft niet behoef te aan eene logée? Een nichtje of een vriendin moet quasi de nieuwe huishou ding eens komen inspecteeren, en wordt na haar vertrek weer door eene andere vervangen. De man had voor zijn huwe lijk nog al kennissen en vrienden. Kort na het huwelijk heeft hij niet naar hen omgezien, want hij vond immers alles in zijne nieuwe woningmaar lang zamerhand komt toch de begeerte weer boven, om de oude kennissen op te zoeken, 't zij in sociëteit of waar dan ook. De vrouw heeft immers gezelschap, en dat zoekt en vindt hij ookDie toe stand doet zich vooral voor, wanneer 't huisgezin tot man en vrouw blijft bepaald. Zijn er kinderen, dan zal de goede huisvrouw en huismoeder genoeg bezig'heid en afleiding vinden, en de kinderen vormen voorzeker dengezellig- sten kring, dien men zich kan voorstellen. Is dit evenwel zoo niet, dan ontaardt de behoefte aan gezelligheid maar al te vaak in uithuizigheid. Men moet in groote steden vooral verkeerd hebben, om te kunnen begrij pen, hoe ver de uithuizigheid kan gaan. Wanneer men dan des avonds een kijkje kon nemen in al die verschillende loka len, die onder zooveel verschillende na men bestaan, maar allen daarop neer komen, dat ze gelegenheid aanbieden, om zich te verstrooienwanneer men dan ziet, hoe druk die bezocht worden zoowel door mannen als door vrouwen, van welke de laatstgenoemden tot den fatsoenlijken stand behooren, dan vraagt men zich onwillekeurig afwat drijft die menschen toch uit hunne waarlijk goede kamers en omgeving, om genoe gen en uitspanning te zoeken als 't ware in den vreemde En dat niet een enkele maal, maar zeer dikwijls avond aan avond? Waarom? Omdat ze daartoe ge dreven worden door iets, dat zij gezel ligheid gelieven te noemen! Waarlijk, ik heb er verscheidenen gekend, voor wie 't heusch eene straf zou zijn, om twee of drie avonden achtereen thuis te zijn. Dan wordt de uithuizigheid eene ziekte en niet minder eene ramp, waar door' de ware, de zoo heerlijke gezellig heid uit de echtelijke woning wordt verdreven, waardoor men gedwongen wordt, eene kunstmatige in den vollen zin des woords te koopen, totdat door ziekte of door achteruitgang die bron van genot ophoudt te vloeien en men zich zoo diep ongelukkig gevoelt in den- zelfdcn kring, waarin men vroeger zijn geluk meende gevonden te hebben Wat men goedkoop in eigen wo ning, aan eigen haard kon bekomen, koopt men duur buitenshuis Misschien denkt gij, dat ik hierbij alleen 't oog heb, op lien, wier midde len hun veroorloven, om tegen betaling zich gezelligheid te verschaffen. Het te gendeel is waar, en dat is juist nog het ongelukkigste en rampzaligste. Evenals er verschillende en zeer uiteenloopende standen in de maatschappij zijn, even ►zoo uiteenloopend zijn ook in gehalte de gelegenheden, alwaar men de gezel ligheid verkoopt. Voor den middelstand ontbreekt het niet aan lokalen, die met hun sj-hitterend gaslicht en groote spie gels 14» mooie buffetten en goedloopende biljarten toonbeelden zijn van gezellig heid. Wat zijn ze niet uitlokkend! Hoe verdrijven ze niet al die zorgen van 't dagelijksche leven, dat voor menigeen eene machine wordt. Niet waar? Daar wordt men weer menschDaar herleeft men weer! En gaat men nog een trapje "lager, dan worden die lokalen wel minder uit lokkend voor hen, die nog een zekeren welstand genieten, maar in de oogen van velen, die thuis niet anders zien dan vier witte muren, verlicht door een petroleumlamp, worden ze toch nog heerlijkhedenEn daarenboven ontmoe ten ze daar kennissen, en al kunnen ze elkander bijna niet zien te midden van rook en walm, ze praten met elkander zoo recht gezellig, wanneer het spraak water de tongen heeft losgemaaktDat is immers heel wat anders, heel wat prettigers, heel wat gezelligers dan thuis Zoo wordt de trek naar gezelligheid, hoe goed op zich zelve, een ramp, een kwaad, dat hoe langer hoe dieper in wortelt, de beste sappen van geluk en welvaart in zich opneemt en eene der voornaamste oorzaken is van achteruit gang en armoedeCasacara. Slot volgt.) Vlissingen, 27 Februari. Niettegenstaande de uitnoodiging tot het bijwonen van de bijeenkomst van den »Bond van Oud-Onderofficieren* ons betrekkelijk wat laat was geworden, begaven wij ons gisteren avond derwaarts, om getuige te zijn van de reeds door ons vroeger vermelde uitvoering van het tooneelBpel Moederliefde en Heldenmoede De uitgebreidheid van het Btuk kennende, deden wij dit met eenige huivering, te meer daar het ons bekend is, dat over zulk.,eene kleine plaatsruimte kan beschikt worden, dat het bijna onmogelijk is om een dergelijk stök tot zijn goed recht te doen komen en toch, lettende op de buitengewone aandacht waar mede het tooneelspel met zijne lange bedrij ven, door het in groot getal opgekomene publiek werd gevolgd, willen wij gaarne er kennen dat het ons, vel6 omstandigheden in aanmerking nemende, zeer goed heeft voldaan. Vele rollen waren toevertrouwd aan de daarvoor geschikte personen en ofschoon l'honneur aux dames, werd die van de Vargas en Joost de Moor goed afgespeeld niet min- der werd de rol van de Corput, de schout van Gravensteen, flink uitgevoerd, eene taak die toch zoo uiterst moeielijk is, daar men feitelijk niet weet, hoe die moet worden op- govat, ofschoon o. i. het tragisch eomiscbe van de rol zeer goed uitkwam. Kapitein Lopez, en in het kort alle anderen, deden hun best om het geheel goed te doen slagen en ongaarne zouden wij den jongen Ewout vergeten, den Vlissingschen jongen die zich zoo kranig hieldechter betwijfelen wij of dit wel een echte joDgen was, even als de pages, want, met verlof van ben gesproken, zijn de jongens tegenwoordig er meer op üït om kattekwaad uit te voeren, dan zich toe te leggen voor eenige liefhebberij of kunst. Wij kunnen hun dit echter zoo geheel kwalijk niet nemen, daar tegenwoordig op het gebied van onderwijs zoo veel woidt ge vergd. De costumes, geleverd door de firma Mul der van Utrecht, zagen er flink en frisch uit en de tooneelzetting in de verschillende be drijven was zeer goed gekozen. Mochten wij ook enkele bemerkingen kun nen maken, gevoelen wij toch geen aandrang om dit te doen en verklaren volmondig dat allen, zoowel acteurs als figuranten, hun best hebben gedaan om dit stuk zoo goed mogelijk te vertolken, en laat bet voor hen een aangenaam gevoel zijn voor een goed doel werkzaam te zijn geweest en honderden stadgenooten een niet alleen aangenamen avond te hebben bezorgd, maar ook in vele opzich ten te hebben medegewerkt tot opwekking van het zedelijk gevoel en het edel bewust zijn van den mensch. Yan 20 tot 26 Februari zijn alhier uit Queenboro met de mailbooteu der Stoom vaartmaatschappij „Zecilaod" aangekomen met de dagbooten 68 en met do naclubooleu 342j daarheeu vertrokken met de dagbooten 122 en met de nachlbooteu 357, alzoo samen aangekomen 410, en vertrokken 479 pass. Onder het afdrukken der laatste vellen van ons vorig numuier, ontvingen wij het telegrafische bericht dat tot notaris alhier is benoemd de beer P. de Marei Tak, candi- daat-uotaris te Middelburg. De voorstelling, jf. Maandag 22 Februari door de scherm- en tooueelvereeniging „Prinses Wilhelmina' gegeven ten bate van „Hulp ïu Nood/ heeft, na aftrek der onver mijdelijke onkosten, opgebracht f 65.40. Bij kon. besl. vSn 26 Febr. is benoem l bij het wapen der inf. tot commandant van het regiment greuadiers en jagers, de ko lonel J. A. K. H. W. Vogel, van het 4a reginent infanterie Voor het verslag van den Oemeenteraad van Vlissingen enz. zie men hel Bijvoegsel. Kerk- en Sckoolnieuws. Njsd. Herv. Kerk. De heer H. Snel, vroeger predikant te 's-Heercnhoek, benoemd tot predikant te Cura9ao, is Donderdag als zoodanig te 's-rGravenhage bevestigd door ds. C. E. van Koetsveld hofprediker. De heer J. de Hullu, geboren te Cadzaud, is gisteren aan de_ universiteit ta Leiden bevorderd tot docter in de Neder- landsche letteren, na verdediging van een academisch proefschrift, getiteld „Bijdrage tot de geschiedenis van bet Ulrechtscho Schisma/

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1892 | | pagina 1