VLiSSÏNGSCHE COIBAM.
No. 21. Woensdag 17 Februari 1892. 30ste Jaargang.
Gemeentebestuur.
PATENTEN.
Binnenland.
F fe tl.L L T Q N.
08 meesteres van ïiiursdaii
Gemengd Nieuws.
fA€€IS&fK.
Gelegenheid tot Icostélooze inenting en herinenting
De Burgemeester eu Wethouders vau Vlis-
flingen,
maksD bekeod
dat, wekelijks, iaderen Donderdag, des na
middags tusscben 12 en 1 uur, gelegenheid
bestaat tot kostelooze inenting en herinen-
ting van de ingezetenen, die zich hiertoe
aanmelden bij den gemeente-geneeskundige
dr. C. A. DIÏYVIS, in het gasthuis alhier.
Viissnigen, den 11 Fehr. 1892.
De Burg. en Weth. voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIU8.
De Secretaris,
F. N. VAN DER BILT.
Verkrijgbaarstelling der patenten over het 2e
kwartaal dienstjaar 18sl/ïs-
De Burgemeester en Wethouders van Vlis-
singeri,
maken hekend
dat de patenten over het 2e kwartaal van
het dienstjaar 1891/»a verkrijgbaar zijn ge
steld ter gemeente-secretarie, waar zij kun
nen worden afgehaald van den 15 tot en met
den 29 Febr. 1892, van des voormiddags
10 tot des namiddags 3 ureD, de Zondagen
nitgezonderd
dat de pateDten, die niet binnen dien tijd
zijn afgehaald, overeenkomstig de bepalingen
der wet, aan de huizon van de belangheb
benden zullen worden afgegeven door den
deurwaarder der directe belastingen, tegen
voldoening van het daarvoor verschuldigde j
wordende de belanghebbenden tevens her
innerd, dat zij, die desgevraagd hun patent
niet kunnen vertoonen, zich blootstellen aan
de boete, bij de wet bedreigd.
En is hiervan afkondiging geschied waar
bet behoort, den 15 Februari 1892.
De Borg. en Wetb. voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS.
De Secretaris,
J. H. DOMMISSE, L. S
Vlisaingen, 16 Februari.
Naar de M. Ct. verneemt, heeft de firma
Ribbink, van Bork en Co., die te Middel
burg de telephoon exploiteert, jl. Zaterdag
van de regeering de concessie ontvangen om
dat correspondentie-middel ook alhier in ex
ploitatie te brengen. Zooals men weet heeft
het gemeentebestuur reeds vroeger de con
cessie toegestaan.
Door den Minister van Oorlog is benoemd
tot kapitein voor speciale diensten alhier, de
kapitein J. W. Draaijer van het 4e bat. 3e
ieg. inf., en zulks ter vervanging van den
eervol van genoemde fauciie ontheven kapi-
Uit het Engélsch,
20.)
ik was nog niet besloten wat ik doen
sou als ik mevrouw Marsdeu zoo vast in
»laap vond, als zij scheou te zijn. Ik had
a'leeu een onweerstaanbaar verlangen haar
te'f lo zien en zelf een oordeel te kuu-
Den vormen over haar toestand, maar voor
ik haar genaderd was, schrikte ik door
eene snelle beweging der rustige gestalte, on
«ene stem, dio io weerwil vao hare groote
Zwakte inijR hart bijna van vrees deed op
springen, riep mij toe „Ik bid u om Hemels
W|', <i[ji ,|,.r bjiiu,jiarlighejJs»il weg te gaan
®u mij in vrede te lateo «terven."
Haar gelaat was door hare handen
tein F. C. Geselschap. Aan laatstgenoemden
kapitein is in verband daarmede door den
regimeDts-commandaDt het bevel opgedragen
over de 3e comp, van bovengenoemd batal
jon alhier.
Volgens mededeeling van den inspecteur
over bet loodswezen in het 6e district dd.
12 Februari jl., i* de ronde uiterton van de
Deurloo, mond van de Wester-Sohelde,
niet aanwezig. Hierin zal zoo spoedig mo
gelijk voorzien worden.
Volgens den Moniteur Beigeis het oever
licht bij den samenloop van den Rupel en
de Schelde, den 15 Februari jl. 275 M.
stroomafwaarts verplaatst, tengevolge der
werkzaamheden aan den mond van den
Rupel. Tegelijkertijd zijn de roode schermen
van dit licht weggenomen bn toont het dus
een wit licht, totdat de werkzaamheden ge
noeg gevorderd zijn om zoo noodig de roode
schermen weder te plaatseD.
HetHaagschk krankzinnigengesticht. De
regenten van het Haagache gesticht hebben
een vergadering gehouden tot bespreking van
de maatregelen, die kunnen worden genomen
ter voorlichting van den gemeenteraad, in
afwachting van het rapport van deu met het
staatstoezicht belasten inspecteur.
Zij hebben besloten B. en W. en de leden
van den Raad uit le noodigen tot eeo bezoek
aan het gesticht, waarbij alle inlichtingen
omtrent huisvesting, voeding enz. zullen ge
geven worden.
De Haagache corr. van de N. Gron. Ct.
schrijft
„De gebeurtentssen in ons krankzinnigen
gesticht blijven the topic of the day. Ieder
een spreekt er over en eiken dag komen
nieuwe onthullingen aan het licht. De in
specteurs van bet staatstoezicht hebben deze
week een langdarig onderhoud gehad met
mevr. Stuten, die hun tal van personen heeft
aangewezen, bij wie zij de volledigste in
lichtingen kunnen verkrijgen. Men heeft dezer
dagen bijv. in de dagbladen herhaalde malen
kunnen lezen dat bij bet onderzoek moest
worden nagespoord wat zekere werklieden,
die aan 't gesticht hebben gearbeid, hebben
ontdekt. We)no, mij werd verzekerd dat
hiermee gedoeld werd op zedelooze tooneelen,
die zich eenvoudig niet laten beschrijven.
Mij is ook ter oore gekomen dat eeD vier
tal geachte ingezetenen bezig zijn op eigen
verantwoordelijkheid en naar aanleiding van
hetgeen patiënten uit hun omgeving hebben
ondervonden, een onderzoek iu te stellen,
waarvan zij de uitkomsten mede zallen pu
bliek maken."
Door het Vaderland wordt als een der
redenen waarom de directeur vau hot krank
zinnigengesticht in den Haag zich zoo weinig
met de verpleegden bemoeien kan, aange
voerd, dat bij overladen is met werkzaamheden
voor de administratie dier instelling.
Wij gelooven gaarne, dat er aan eene
groote instelling veel te administreeren valt,
maar is toch de hoofdzaak niet de verpleging
hoe mager waren zij in die weinige dagen
geworden verborgeD, en toen ik nog nader
kwam, kroop zij weg in de beddelakens.
z/Neen, neen, kom niet terug 1 Laat mij
met rust. Ik wil doen wat gij verlangt,
alles, alles, maar laat mij met rast I"
Mijn hart klopte snel, en ik durfde uit
vrees voor mijne eigene stem en dat /.ij
mogelijk een uitroep zou doeD, r.iet te spre
ken, maar, terwijl ik hare bevende handen
zacht in de mijne nam, trok ik ze vastbe
raden naar beueden. Nooit zal ik liet door
vrees misvormde gelaat vergeten dat toen
tot mij opzag. Dat arme, bevende, angstige
gelaat, w.it heeft bet mij steeds na dien
tijd vervolgd I Men praat veel over bet
ontzettende van een doodelijke vrees, maar
nooit heb ik geweten wat dit eigenlijk is,
voor ik, zooals in dit oogenblik, de oude
vrouw zag, toen hare oogeu vroest rollende,
zonder mij te erkennen, op mij geslagen
waren en hare bevende lippen mijn naam
van de zieken In ons handeldrijvend land
worden brj elke onderneming de boeken als
bet voornaamste deel beschouwdais die
maar kloppen en van elke cant rekenschap
kan worden gegeven, dan is alles in orde.
Wjj zien iets soortgelijks in onze scholen
meermalen hoorde men de klacht dat de
hoofden der scholen overladen waren met
administratieve werkzaamheden allerlei sta
ten moeten door hen woiden bijgehouden,
alsof voor het onderwijs vooral die nauwkeurige
boekhouding noodzakelijk was en niet aller
eer8t en bovenal het onderwgs en de opvoediDg
der kinderen.
Boekhouden is goed en noodig, mits het
niet in bijzonderheden afdaalt, die alle belang
missen, maar de hoofdzaak moet toch altijd
blijven de behartiging van de zaak zelve in
het krankzinnigengesticht de verpleging, in
de school het onderwgs. Wil men absoluut
boeken, lijsten en stateD, men stelle dan den
directeuren en hoofden bekwame boekhouders
en schrijvers ter zijde.
Een administratie waarop Diets is aan te
merken is uitnemend, maar eene inrichting
waarop wsinig aanmerkingen zijn te maken
nog veel beter, en al de staten en lijsten van
eene school leveren voor de jongen niet zoo
veel vrücht op als eenige uren les in de
week van den man, die bij Uitnemendheid
daarvoor geschikt is.
Op den 19Jen Februari a. s. den 5den
verjaardag van Multatuli's overlijden, zal oen
Gedenkboek verschijnen, uitgeven door de
Vereeniging „Do Dageraad." Behalve een
Dog nooit gepubliceerd photografisch portret
van den overledene vervaardigd naar een
door hem aan Tine geschonken miniatuur
en een plaat bij „Het Gebed van den On
wetende," zal het boek bevatten een facsi
milé van Multatuli's laatste correspondentie,
een briefkaart geschreven 4 dagen voor ziju
dood verschillende oorspronkelijke bijdra—
gebj merkwaardige uittreksels uit tijdschriften
en couranten en tal van andere belangwek
kende zakeu, te veel om te noemen.
Het laatste gedeelte van het boek wordt
gevormd door eene uitvoerige bibliographie,
vermeldende alle vertalingen van Maltatu-
li's geschriften, en 'de belangrijkste boeken,
brochures, tijdschrift- en courant-artikelen
vóór of tegen hem geschreven.
AtJEH. Naar de Indische bladen melden,
gaat bet er met de zaken in Atjeh boe
langer hoe treuriger bij staan.
Onder de manschappen beerscht een ge-,
drukte en moedelooze stemming tengevolge
van de talrijke al zijn het dan ook
kleine nederlagen, die zij bij gedarige
overrompeling door den vijand geleden hebben.
Uit Kota Radja wordt daarover aan de
Sumatra Ct- geschreven
„Men vermoedt, dat eerstdaags op groote
schaal zal uitgerukt woTden tegen den vij
and, want gelijk het thans gesteld is, gaat
het niet langer. De soldaat begint te mop
peren over de wijze, waarop met zijn leven
omgesprongen wordthij zegt na als hij 's
avonds op hinderlaag gaat„Kom ik heel-
haids terug, dan tref ik het; mij verdedigen
stamelden.
„Beatrice zijt gij dat 1 O, Beatrice
Zij klemde zich kermende en bevende
aan mij vast. Zij klemde zich aan mij vast
met een onverstaaubaar gemompel van
vreagde en dankbaarheid, met een zwijgend
strelen van mijne banden, mijn gelaat, mijn
haar, dat roerender was dan woorden. Ik
ging op het bad naast haar liggen en sloeg
mijne sterke jeugdige armen dicht om baar
been.
„Ja, ik ben bet, Beatrice. Ik kom om u
op te passen. Wees niet bang, niemand zal
u kwaad doen, zoolang ik hier ben."
„Maar, Beatrice, hij zul u dooden hij
zou u vermoorden als hij bet wist," ant
woordde zij, ademloos duisterende, zooals zij
iu haar hoogste opgewondenheid gesproken
bad. Hij zon u vermoorden, bij zou u het
nooit, nooit vergeven I"
„Wie zou mij vermoordeD, wie zou mij
nooit vergeven Lieve mevrouw, gij moet
of op het veld van eer mijn leven duur
verkoopen, kan ik toch niet, omdat ik
straks wellicht verraderlijk vermoord word;
kom ik gaaf terug, daD is het slechts uit
stel van mijne executie.
De tegenwoordig gevolgde gedragslijn kan
waarlijk moeilijk langer gehandhaafd worden
wil men het leger niet demoraliseereD."
En daD deelt de Sumatra Ct. nog het
volgende staaltje mede van zulk een over
rompeling
In den avond van 27 December jl. was
een detachement van vijf-en-twintig man
uit Ketapang Doea op hinderlaag tusschen
Lam-djamoe en Blang gegaan. Ongeveer
half tien uur naar het garnizoen terug moe
iende keeren, volgde bet den spoorwegdijb,
waar kort te voren een patronillo van de
maréchanssées ongehinderd voorbijgetrokken
was. Op zekere hoogte gekomen, kreeg het
detachement een overstelpend salvo van den
vijand, die zich dh&r even buiten de linie in
hinderlaag gesteld had. Terwijl ons troepje
front maakte naar bniten eu het vuur be
antwoordde-, werd het even onverwachts in
den rug op een klewangaanval onthaald
een hevig gevecht ontwikkelde zich, en het
eiude was dat we drie dooden en negen
gewonden kregeD, terwijl de vijand door de
inmiddels toegeschoten troepen uit onze
nabijheid gelegen posten op de vlucht ge
jaagd werd, met medeneming van drie onzer
beaumontge weren.
Onder oDze gesneuvelden bevonden zich
twee iulandera en een Europeaan ééa bun-
nel had niet minder dan negen schoten op
één zijde van het lichaam. De gewonden
zijn ook deerlijk toegetakeldsommigen
teldeB tal van diepe en levensgevaarlijke
klewaDghouwen aan hoofd, schouders en
armen. De dooden werden in den namiddag
van den volgenden dag op plechtige wijze
te Petjoet ter aarde besteldeen schrale
troost voor de overgebleven kameraden."
Kerk- en Schoolnieuws.
Ned. Hekv, Kerk. Beroepen te Zierik-
zee dr. J. Herderschee, te Tielte
Zuidsande da. H. Limpers, te Stavoren.
Bedankt voor het beroep naar Yerseke
door ds. Iz. Montague Az., pred. alhier
voor Oud Vosmeer ds. J. W. F. Roth,
te Ottolaod.
R. Cath. Kerk. Benoemd tot pastoor te
Houtenisse de heer L. F. M. Verwilghen,
kapelaan te Breda.
Verkoopingen en Aanbestedingen.
N iar wij vernemen zat de verkooping van
huizen en erveo, welke beden avond in het
koffiehuis „De, Oude Vriendschap" door den
notaris W. S. Bosch zou gehouden worden,
niet doorgaan, aangezien de panden
uit de hand zijn verkocht.
Eenigen tijd geleden werd door een
conducteur der staatspoorwegen op de lijn
dat niet zeggen. Gij moet u zulke dingen
niet voor den geest haleD. Niemand wil u of
mij ook kwaad doen."
Zij schoof mij een eindje van zich weg
om mij met hare wild rollende oogen beter
iu 't gezicht te kunnen zien.
„Neen," zeide zij bedaard, „bet is geen
verbeelding. Ik zal u alles zeggen. Ik kan
het niet langer uitstaan, laat hem het ergste
doen. Hij doodt mij, Clarence doodt mij,
lieve. Er is geen ontkomen aan reeds jarea
laDg ben ik onder zijn invloed."
Een oogenblik trok ik mij terug, bevreesd
dat ik toch verkeerd gedaan had zijne be
velen niet te gehoorzamen, en haar geestes
toestand werkelijk te gevaarlijk was om
tusschenbeide te komen.
«Neen, neen, spreek zoo niet 1 Denk eens
even na, lieve mevrouw. Waarom zou hij u
dooden en naar uw dood verlangen Dat
zou het ergste zijn dat hem kon overkomen;
hij zou ziju tehuis, ja bijna alles verliezen,