VLISSIiMGSCUE (Ol ll W
No. 16.
Vrijdag 5 Februari 1892.
30ste Jaargang
Gemeentebestuur.
&e meesteres yan Thursdan
bubeau:
Kleine Markt I N°. 187.
Prys per drie maanden f 1.—. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij
alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
uitgever;:
F. VAN DE VELDE Jr. te Vlisaingen.
PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4£regels
0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote
letters worden naar plaatsruimte berekend.
Eenig Agent voor Frankrijk de firma Q-. L. DATJBE
Co., te Parijs.
Vcrscliijut Dinsdag», Dondc?d!)s;> en Zaterdagavond.
Abonnementen voor België, Duitecbland, Enge
land en Frankrijk f 1.05 per drie maanden
KA.TXG->iAÏ,K sanis.
Tweede kennisgeving voor do loting van de na
tionale militie.
De Burgomeoator eu Wethouders van Vlissingcu,
gelot op art. 23 en volgende der wet van den 18
Augustus 18GI (Staatsblad no. 72);
brengen ter kennis van belanghebbenden
dat de lot-iug der in het vorige jaar voor de militie
ingeschrevenen, in deze gemeente zal plaats hebben ten
Randhuize op Dinsdag den 9 Februari 1892,
des voormiddags to 9 uren.
dat gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag
waarop do loting heeft plaats gehad, tegeu de wijze
waarop zij is geschied, bij Gedeputeerde Staten bezwaren
kunnen wortlon ingebracht door belanghebbende lote-
lingcu of door hun vader of voogd
dat de bezwaren moeten worden ingediend door
middel van een door do noodige bewijsstukken gestaafd
verzoekschrift op ougezcg-ld papier oudertcckeud door
hem die ze inbrengt, welk verzoekschrift bij den
Burgemeester moet worden overgebracht, tegen bewijs
van ontvang
dat op Woensdag den 10 Februari 1892 des
voormiddags vao 10 tot 12 uren, ten Raadhuizc zitting zal
worden gehouden tot betopmaken van de getuigschriften,
ter bekomiog ran vrijstelling wegens broederdicust of
op grond van te zijn ecnige wettige zoon, bedoeld in
de 2e eu 3e zinsnede van art. 53 der bovenbedoelde wet,
dat zij die op zoodauige vrijstelling aanspraak
maken op gemeldon tijd ten Raadbuize zullen moeten
verschijnen, vergezeld vbq twee bij den Burgemeester
bekende meerderjarige ingezetenen terwijl opbroederdionst
reclanieerctiden, zij zullen moeien medebrengen de be
wijzen van geboorte vac henzclveu eu van de nog ill
levou zijnde broeder», benevens het paspoort oi audev
bewijs vao ontslag, of een uittreksel uit bet stamboek;
of een bewijs van werkelijkeu dionst van den broeder of
do broeders, op wiens of wier dienst zij hunne reclame
grouden.
Eu is hiervan afkondiging geschied waar het be
hoort, den 4 Februari IS92.
De Burg. en Weth. voornoemd,
TUTE1N NOLTHIMifUS.
De Secretaris.
F. N. V.aüJ DER BILT.
Het zou verwondering wekkeD, als het
minder algemeen wasmaar bedroevend is
en blijft het toch, dat er zulke wonderlijke
onuatuurlijke begrippen bestaan omtrent de
verhouding lusscben ouders en k i n d e-
re n. Dat een kind verplichting heelt aan
zijne ouders, daarover zijn allen het eens;
maar dat omgekeerd de ouders ook ernstige
plichten hebben te vervullen tegenover hun
kroost, dut zij zich ook moeten schik
ken naar hunne kinderen, dat erkennen
lang niet alle ouders. Wij beweren geens
zin» dat zij het oot kennen met woor
den, maar door hunne daden toonen zij,
dat ze al heel weinig besef hebben van de
Fèö6LliT@lt
Uit het Engelsch
15.)
»Dat weet gij beter dan ik* hernam ib,
terwijl ik beefde van opgewondenheid, toen
ik haar met hare sleutels hoorde rammelen en
den inhoud van baar schrijftafel zag omwoelen
om het chequehoek te vinden. »Gjj kunt daar
zelf het best, over oordeelen I
»Ik zal maar zeven zeggen, het valt my
wel eveu moeilijk, maar het zal beter zijn
voor Dick. Beatrice, gij helpt mij niet waar
Zeker zal ik datantwoordde ik met vuur
Zijt gij nu gerost Hebt gij het geleekend
Laat, ons nu dadelijk gaan.*
Mevrouw Marsden gaf mij den arm, terwijl
zij de kleine cheque, die van zulk een ge-
Wicht was, zoodanig verborgen hield, dat zy
rechten hunner kindeien ja, van de rech
ten.
Tien tegen één, dat dit woord hier rais-
plnnl8t geacht worden zal door sommigen.
Ze zullen met verwondering vragen Wat,
moeten kinderen ook al rechten hebben?
Waar zou 't lieeiï, als kinderen reeds rechten
mochten laten gelden
Och, gij die u ergert aan dat woord, laat
u gezeggen, en geloof dat juist uwe erger
nis getoigt van nwo verkeerde voorstelling
van de betrekking tusschen ouders en kin
deren. En wat uwe verzuchting betreft
Waar zou 't heen, als kinderen reeds hunne
rechten mochten laten gelden?! daarop
autwoorden wij Er is onderscheid tnsschen
rechten hebben eu rechten doen
gelden; een kind kan geen rechten
doen gelden het weet niet eess, dat het
rechten heeft. Maar ouders moeten
het weten en mogen het nooit vergeten.
Slechts op enkele rechten willen wij
wijzen.
Een kind heeft recht op eene behandeling
overeenkomstig zijnen leeftijd en z '.in en aard.
Een kind heelt recht op zachtzinnig oor
deel.
Een kind heeft er reeht op, dat de ouders
er nooii meer van vergen dan het volbrengeu
kau dii geldt vooral oók op zedelijk ge
bied.
Houden nn alle ouders rekening met die
rechten
Ja, het zou zoo moeten zijn, en ver
moedelijk zullen alle ouders wel beweren,
dat zij dio rechten in het oog houden. Maar
de een noemt zac htzinnig, wat de
aüder hardvochtig, de een t e
weinig, wat de onder te veel noemt
in ééu woord er wordt nog al eens ver
keerd geoordeeld over de rechten die een
kind heeft.
//Voor eenigen tijd werd een jong meisje
door bare familie weggebracht naar een
krankzinnigengesticht te Utrecht.
,/Eene dame, die in dat gesticht het op
zicht heeft over de vrouwelijke zieken, zeide
tot de fnuiilie
Ooze voorschriften zijn eenvoudig.
Zachtmoedigheid is de hoofdzaak.
Voorts, dat spreekt vau zelf, 1 i c h t, 1 u c h t,
afleiding, beweging, gepaste
uitspanning.
z/Bij 't naar h«is gaan werden deze voor
schriften besproken door de verwanten der
in 't geheel niet in het oog viel, en op deze
wijze gingen wy de trap at naar de biblio
theek.
De kapitein en mijnheer Clarence stonden
samen bij den haard in eeD ernstig gesprek
verdiept, maar beiden hielden op en keerden
zich verbaasd om bij onze binnenkomst.
Mevrouw Marsden liet dadelijk mijn arm los
en liep bijna op een drafje naar de .plaats,
waar haar neef stond.
>Dick Dick, mjjne arme DickU
De kapitein trad snel naar voren en sloeg
zijne armen geruststellend om haar heen.
»Ja, jalt zeide hij op bedarenden toon,
»ja, het is nu alles in orde, tante Mary 1
Kwel maar niet langer 1 Ik zal zien dat ik
rondkom, hoc dan ook, maak u maar niet
ongerust. Ik zal u niet meer lastig vallen,
oude dame, dat beloof ik u. Kom, wind u
maar niet verder meer op. Het spijt mij ra
zend dat ik zoo haastig gesproken heb, maar
tracht het nu te vergeten.*
»Neen, jongen, je hadt volkomen gelijk, je
hebt mets dan de waarheid gezegd. Ik wist
dit reeds lang, maar nu zal ik alles weder in
arme patiënte, en eeD jongere zuster vraagde
den vader
u Licht, lucht, afleiding...
beweging... gepaito uitspan
ning. vader. als we daarmee
waren begonnen vóór onze arme zuster
krankzinnig werd
(Multatnli, Ideën.)
Diezelfde vnder, in wiens plaats zeker
niemand gaarne staan zou want het zegt
iels, zoo'n vraag van zijn kind te moeten
aanhooren en. te verdienen diezelfde
vader zou vroeger ongetwijfeld beweerd heb
ben, dat hij zijne kinderen behoorlijk groot
bracht en wie zich verstoot had hem op
het verkeerde van zijne manier van opvoeden
te wijzen, zou zeker afgescheept zijn met
deze of dergelijke woorden Het zijn m ij n e
kinderen, en ik zal ze behandelen zooals i k
verkies
Dat iemand mistast in de opvoeding zijner
kinderen. wie zal naar den eersten steen
durven grijpen, als hij de hand weleeus in
eigen boezem gestoken heeft Maar dat
sommigen meenen, de noodige bekwaamheid
in het opvoeden van kinderen te hebben
verworven alleen door in 't huwelijk te
treden, dat is betreurenswaardig. En toch
iswnet zoo voor raadgevingen zijn veleD doof
en voor hunne eigen tekortkomingen vol
slagen blind.
Was dit niet zoo, dan zonden zeker niet
weinig kinderen geheel anders grootgebracht
worden dan nu geschiedt.
f't Is zonderling,* leest men in het boven
aangehaalde werk. ,,'t Is zonderling, dat
zooveel menschen zich verstouten, kindereu
te hebben.
„In Artis ken ik een oppasser, die weet
om te gaan met de tijgers. Een ander is
geschikt voor de vogels. Ook de kuostmatige
vischteelt heeft z'n specialiteiten.
„Maar kinderen houdt ieder.'
Onder do groote fouten, waaraan sommige
ouders zich schuldig maken tegenover hunne
kindereD, zijn er twee, die wij in dit artikel
willen aanwijzen.
Vooreerst het opsluiten in eene kast of in
een kelder.
Dit gebenrt in sommige huisgezinnen vaak.
Eerst wordt er verbodendan wordt er
gedroigd met de donkere kastals dit niet
genoeg is, wordt er een „boeman" bijge
haald die in de kast zitalles om maar
orde brengen en doen als je verlangt. Hier heb
ik een cheque voor dit jaar geldig. Zie, of
het genoeg is. Hetzelfde bedrag krijgt gij in
het vervolg elk jaar.*
De kapitein sprong verrast op, het papier
was in zijn hand, maar, alvorens het open te
doen, wierp hy een blik op mij, en zeiden
zijne gelukkige en stralende oogen tot mij
»Dat is uw werk.*
Zeven honderd U riep hij uit. Dat is te
veei tante Hoe kan ik u naar waarde dan
ken
Tante en neef hielden zich te veel met
elkander bezig om den korten gesmoorden
uitroep te bemerken, die, dicht achter mij
geslaakt, mijne aandacht trok. Aan den muur
tegenover mij en iets boven mijn hoofd, hing
een kleine ovale spiegel. Ik sloeg mijne oogen
op het scheen my alsof voor een oogenbhk
hel tooneel in den muziekwinkel herhaald
werd,toen ik het gelaal van Clarence naast het
mijne in den spiegel zag. Ditmaal drukte het
echter geen ydele nieuwsgierigheid uit, maar
eene mengeling van jaloerschheid, boosheid
en grimmigen haat, die vreeseljjk waren om
vrees in te boezemen. En einde
lijk wordt bet kind bij een arm genomen en
in de kast of den kelder opgesloten.
Daar wordt het dan aan den hevigslen
angst overgelaten de jammerkreten, die in
staat zouden zijn om een vreemde te ont
roeren, laten dan blijkbaar het ouderhart
onbewogen. En zoo blijft dat kind daar,
van. alle kanten besprongen door de schim
men die zijne geprikkelde phantasie hem
voorloovert, totdat het den ouders belieft
aan de gevangenschap een einde te makeD.
Voor heD, die meenen mochten, dat de
straf van opsluiten in een donker hok hier
te geweldig is voorgesteld, diene het vol
gende
Ic zekere stad de naam doet niets ter
zake gingen diakenen eene schamele
woning binnen om te zien of er ook be
hoefte was aan dekking.
De vrouw des huizes, die de heeren had
zien aankomen, nam, vermoedelijk om rui
mer bedeeld te worden, eene flinke wollen
deken van het bed en verstopte die ouder
de bedstede.
Toen de diskenen binnengekomen waren en
een blik in de bedstede geslagen hadden,
zeideu ze
No, vrouwtje, ge zul^ het in dezen tijd
ook niet warm hebben, als ge u maar invt
die eene dunDe deken dekken kunt.
Maar moeder heeft ook nog een mooie
deken, zei daar onverwacht het dochtertje
van een jaar of vijf, dat ook in de kamer
was.
Zoo, en waar is die dan vroeg een der
bezoekers.
Het kind vertelde natuurlijk in hare og-
noozelheid, waar de deken verstopt was.
Toen de diakeuen vertrokken waren, volg
de er even natuurlijk een flink
pak slaag voor het meisje, waarna ze in een
kast werd opgesloten.
Een poos later, toen de kast geopend
werd, was het kind krankzinnig.
De tweede fout is het eischen dat een
kind 8 ti 1 zal wezen. Het strijdt nn een
maal met de kinderlijke natuur om stil Ie
zijn een kind wil beweging, vroolijkheid
en wie die natuurlijke neiging wil te keer
gaan, kan slagen, het is waar, maar ten
koste van de geestelijke gaven des kinds.
Hij kan slagen door voortdurende onder
drukking der natuurlijkheid, maar bij beden
ke, dat hij dan eeue misdaad bedrijftwant
te zien. Het was maar een oogenblik, en toen
kwam mijnheer Clarence, terwijl ik met een
kreet in mijn stoel nederviel, kalm, onver
stoord en hoffelijk als altijd, mij ter hulp.
Den volgenden morgen scheen het alsof
beide heeren voor het tegenwoordige elkan
ders humeur hadden overgenomen, want de
kapiteinwas nu verlegen en niet op zijn gemak.
Het gevoel van de ontvangen gunstbewijzen
woog hem klaarblijkelijk zwaar op het hart,
en zelfs ging do gedachte aan een verzekerde
toekomst gepaard met berouw en zelfverwijt
dat hij ze zich niet meer waardig had ge
maakt. Daarentegen vertoonde zich mjjnheer
Clarence tegen zijn gewoonte van zijn voor-
deeligste zijde. Hij was vroolijk en glimlachte
steeds met het voorkomen van iemand, die
gevoelt dat hij van een zwaren iast ontheven
en ziet dat een lastig vraagstuk opgelost is.
Hy gedroeg zich zacht en verschoonend te
genover zijne schoonmoeder, hartelijk jegens
den kapitein, dien hij zelfs gelukwenschte, en
jegens mij volmaakt als altijd, zoodat het
bijna onmogeljjk was te gelooven dat de schok