VLISSINGSCQE COURANT.
lAsM kligsldd
No. 13.
Vrijdag 29 Januari 1892.
303te Jaargang.
Gemeentebestuur.
FiUniLL S N.
De meesteres van Thursdan
B i n n e n 1 a nel.
ar—ynwimm m— mui inn J - mi» iwiiiiiuiiMMMMMMmi—i—anaaww
®'euwe Abonné's
der „Vlissingsche Courant"
worden steeds aangenomen.
De reeds verschenen num
mers (1, 2, 3 en 4) zijn te
bekomen bij
DEN UITGEVER.
NATIONALE MILITIE.
Waarschuwing tot inschrijving 1892.
De Burg. en Weth. ran Vlissingen
gelet op hunne publicatie van 10 en 21
Dec. 1891
herinneren de belanghebbenden
dat het register van inschrijving voor de
nationaie militie, ingevolge de wet, op den
31 dezer maand, des uamiddags te 1 uren
voorloopig wordt gedolen, weshalve de mi-
litieplichligen, die in het jaar 1873 zijn ge-
horen eo zich nog niet nebben doen inschrijven
worden aangemaand om zulks alsnog vóór
dien tijd te doen, waartoe ter gemeeDte-se-
cretario dagelijks, met uitzondering van den
Zondag, op de gewoue uren gelegenheid is,
terwijl zij, die verzuimen de inschrijving
vóór het hier bovengenoemde tijdstip te doen
plaats hebben, vervallen in eene boete van
25 lot 100.
Eu is hiervan afkondiging geschied waar
het behoort, den 28 Jan. 1892.
De Burg. «n Weth. voornoemd,
TUTE1N NOLTHENIUS.
De Secretaris,
F. N. VAN DER BILT.
Uit vrees van Vf.rkeerd verstaan te zijn,
toen wij over de wenschehjkheid spraken
van Rijkstoezicht op de Verzekering-maat
schappijen, willen we nog met een kort
woord wijzen op de beleekenis van eena
Levensverzekering.
Allengs meer is de overtuiging algemeen
geworden, dat het de plicht is van ieder
hoofd eena g.izius, er voor te waken dat
zijne vrouw en kinderen niet hulpeloos
achterblijven als hij eenmaal het hoofd
komt neder te leggeo. Eu voorzeker is dat
een gelukkig verschijnselwant zeer veel
ellende, meer dan in enkele (rekken te be
schrijven is, wordt er door voorkomen.
Stel u voor een man, die door ijver en
inspanning eene flinke plaats in de maat
schappij inneemt, maar nochtans onbemid
deld is.Stellig zal znlk een man ernaar streven
Uit het EngtUch.
18.)
»U i* zeker wel goed zooveel belang in mij
te Btellen* antwoordde ik een beelje geraakt.
De kapitein boog zich voorover om de
asch van zijn sigaar af te schudden.
»In het geheel niet. Het is slechts eon me
degevoelen, zooals de dichter zegt. Ik kan
immers sympathie voor u koesteren
Ik keek hem met groote oogen aan. Wilde
hij zeggen dat hij geëngageerd was Ik had
een onbestemd gevoel van teleurstelling en
ergernis. Nooit hadden mevrouw Marsden of
mijnheer Clarence er van gesproken, en toch
moesten zjj, als er een engagement bestond,
er van geweten hebben,
'Wilt g{j zeggen, dat gg.c
zoo mogelijk nog meer vooruit te komen, en
nog hooger te stijgen op de maatschappelijke
ladder. Maar bovendien zal hij er naar
trachten, zijne kinderen door onderwijs en
opvoeding geschikt te maken om later eene
nog betere positie te verwerven dan hij de
zijne noemen mag. Geluk heerscbl er in
dat geziu. lo al het noodige kan voorzien
worden meer dan dat, ook het nuttige
en aangename kan worden genoten, al
beerscht er nu niet direct weelde.
Maar hoe wreed kan dat geluk worden
verstoord, als de Engel des doods neer
strijkt en een einde maakt aan het leven van
den man. Zijn persoon, zijne bekwaamheid,
zijne werkkracht was het kapitaal van dat
gezinmet zijn dood i3 dat kapitaal ver
nietigd vrouw en kinderen verliezen niet
alleen een geliefden man en vader, maar
tevens hun tuekomst. De kommervolle
omstandigheden, waarin de familie achter
blijft, beletten de voortzetting van de studie
der knapen en meisjes, en verplichten de
moeder uit te zien naar eene of andere be
trekking voor hare kinderen, al moeten
daarmee ook alle verwachtingen die omtreBt
huDne toekomst gekoesterd werden, worden
prijs gegeven.
Het zal niet noodig zijn, hier eene lange
beschrijving te geven van den treurigen toe
stand ieder, die meer van de wereld gezien
heeft dan den buitenkant, zal zich dien
toestand voldoende kunnen voorstellen.
Die toestand was evenwel voorkomen kun
nen worden, als er gedurende den gelukkigen
tijd dagelijks eenige stuivers ter zijde gelegd
waren voor deD kwaden dag.
Had de man zich b. v. toen hij 30 jaar
was, bij eene of andere degelijke leveDsver-
zekering-maatschappij laten inschrijven, dan
zou hij, als hij elke week twee gulden had
afgezouderd, do toekomst van zijn gezin in
zooverre verzekerd bobben, dat bij ziju over
lijden aan zijne vrouw eeoe som van nage
noeg ƒ4500.was uitbetaald. Men zegge
nu niet Wat moet die vrouw met 4500
aanvaDgeD Heeft zij, om maar iets te
noemen, als ze die som ontvangt, niet de
gelegenheid om eeDe of andere zaak te btt-
giDDen, terwijl zij anders zeer veel kanszoo
hebben om volkomen afhankelijk te worden
vau welwillende familie zoo ze die heeft
óf in eene ondergeschikte betrekking een
bestaanlje voor zich zelve te moeteD zoekeD.
Maar, hoe gaat het? Zoolang het kar
retje op eeu zandweg rijdt, wit men niet
denken aan mogelijke teleurstelling en kom
mer. Men stelt de verzekering nit van den
eenen dag op den anderenmen wordt een
jaartje ouder; weer een jaartje ouder; en
eindelijk beweert men, dat eene verzekering
te veel kost.
Ja, natuurlijk I hoe onder degene is, die
zich verzekeren wil, des te meer zal hij moe
ten betalen maar, goed beschouwd, is het toch
onverantwoordelijk, dat men door zorgeloos
heid, hetzij die zich openbaart in de uitvlucht
f Komt lijd,komt raad,'hetzij die zich verbergt
achter een BalveDd„De Heer zal dan voorzien!'
Zoo wat I* met esn buiging.
»Dan mag ik u zeker feliciteeren
>Ik dank u verschrikkelijk 1 Ik verdien bet,
dat verzeker ik Als ge haar maar eens
keodet
Dat zou ik wel willdD, Is zij beelmooi?*
>Ja, nogal 1 Hst is eene schoonheid, schoon
als de dag-
Als ik maar eene photographis had Hij
stak zijn banden in zijn zakken en haalde ze
er weder ledig uit. »Neen, ik heb ze hier
niet. Ik zal ze n op een anderen tijd laten
zien. Gouden haar, uw oogen, rozenroode
wangen en daarenboven barst zij van het
geld. Ze is bekoorlijk, dat kan ik u zeggen.*
»Dat moet 213 zijnriep ik uit, veel moeite
doende om geestdrift te laten blijken. >Ik
wenschte dat ik haar portret had, ik stel er
zoo'n belang in, En hoe heet zjj
>Hoe zij heet herhaalde de kapitein lang
zaam. Ze heet Flora, dat is een mooie en
gepaste naam ook 1
Flora' Dat was een naam, dien ik voor
mjjzelvec afschuwelijk vond, maar natuurlijk
ging het niet op dit te zeggen.
wij zeggen het i», goed lesohoowd, onver
antwoordelijk zijne vrouw en kinderen te
laten leven volgens-, en dus te gewennen
aan een bepaalden levensstandaard, en et
niet tegen te waken dat zij bij onverhoopt
sterfgeval alles, waaraan tij gewoon waren,
zich zullen moeten ontzeggen en al hunne vet"
waddingen van de toekomst in rook moeten zien
opgaan!
De arbeidende klasse heeft het goed in
gezien. Er is bijna geen gezin van een am
bachtsman, dat niet is ingeschreven in een
begrafenisfondsook een levensverzekering
op kleine schaal. Die meuschen weten wel,
dat zij niet veel te missen hebben men
behoeft het hun niet te zeggen, dat zij uict
bij machte zijn zelf elke week eenige
stuivers weg te leggen en te bewaren voor
deD dag, waarop iemand uit hel gezin zal
worden weggerukt. Zij hebben nooit zooveel
inkomsten, dat er van weelde sprake kan
zijn soberheid is er beter bekend. Maar
toch zonderen zij wekelijks eenige stuivers
af, die door don bode van het fonds in ont
vangst worden genomen en dus bniten hun
eigen bereik komen. A 1 s de slag dan valt,
kunnen zij ten iniDste hunne dierbaren eene
eerlijke begrafenis bezorgen en zijn gevrij
waard tegen de schande van begraven te
worden „van den arme.'
Maar de verzekering-maatschappijen hebben
niet slechts ten doel, uitkeeriDgen te doen
bij overlijden bij sommige bestaat er nog
eene andere soort van verzekering, die zeker
niet minder aanbevelenswaardig is.
Menigeen is er, die zijn toontje later
gaarne zou willen laten studeereD maar
studie kost geld, en dit heeft hij niet veel
te missen. Voorheen was tr dan ook geen
mogelijkheid voor iemand, die Diet veel geld
bezat, dat zijn zoon de academie of andere
inrichting voor hooger onderwijs bezoeken
kon. Tegenwoordig is dat anders. Een maD,
wien op 80-jarigen leeftijd eeD zoon ge
boren wordt, kan dat kiud reeds dadelijk
eene som van 1000 's jaars verzekeren,
uit te bet&leD van zijn 18a lot zijn 28e
jaar, tegen eene jaarlijksche contributie van
ongeveer 180, dat is nagenoeg 3.50
's weeks. Deze betaling houdt op, zoodra de
zoon 18 jaar oud is, of zooveel vroeger, als
de vader overlijdt zoodat, al sterft de rader
b. v. als het kind 2 of 3 jaar oud is, de
jaarlijksche bijdrage aau de verzekeriogmaat-
scbappij wel ophoudt, maar de uitbetaling
van die 1000 's jaars van het 18e tot het
23e jaar aan het kind, toch verzekerd blijft.
Hoewel deze soort v&u verzekeriug slechts
bijzaak is voor de L. V. M., die hoofd-
z a k e 1 ij k ten doel hebben uitkeering te
verstrekken bij overlijden, dit neemt toch
üiet weg, dat deze vorm van verzekering
evenals zoo menige andere alleszins aanbe
velenswaardig cd zeer nuttig is. Wij
spreken daarom den wensch uit, dat het
sluiten eener Levensverzekering meer eu
meer algemeeD moge worden, wijl de ellende
er door vermindert en de toekomst in ge-
»Niet meer dan Flora?*
»Lady Flora Ponsonbyl* antwoordde ka
pitein Dick plechtig. Misschien hebt gg wel
van haar gehoordgij moet haar portret in
ieder geval in de winkels gezien hebben. Gjj
knnt haar kabinet-formaat overal, waar
gij wilt, voor een paar shillings koopen. Dat
is prachtig, niet waar Ik hoop dat zjj er
goed zal blijven uitzien, dan kan ze weer een
nieuwen stapel portretten laten maken om
mij te helpen als ik in het nauw zit.*.
Ik keek hem verontwaardigd aan.
»Hoe afschuwelijk van u. Ik geloof niet
dat gij het meent.*
»Niet Wacht maar en gij zult het zien.
Waarom zou ik niet even goed als andere
mannen aan de wereld mijne vrouw laten
zien Thursdan heeft zijn invloed op uw ge
voelens uitgeoefend, ziedaar alles. Men mag
zoo iets doeD, het staat zelfs net, dit verzeker
ik u. Maar, luister eens, ik zeg het u als een
geheim, het is nog geen publiek eigendom.
Gij moet er niets van tegen de oude dame
of Clarence zeggen, omdat ik natuurljjk zelf
de zaak later hun in alle deftigheid zal me-
ruslheid kan worden tegemoet gegaan. Eu
hierdoor wordt zeer zeker het geluk ver
hoogd want vrees voor de schrikbeelden
der toekomst brengt in 's menscben binnen
ste een onrust teweeg, die alle genot komt
verstoren.
Wij hebben wel eens tegen Levensverze
kering-maatschappijen hooreu aanvoeren
//Och, het zijn anders niets daD mooie praatjev,
die wordeD verteld omlrent het nut er van
maar inderdaad maken zij, die aan het hoofd
van zoo'n onderneming staan, goede saksD
'hel is hun alleen maar om eigen voordeel
te doen 1
Zij, die zoo spreken, geven blijk dat zij nt
heel weinig inzicht hebben in maatschappelijke
toestanden. Er is immers niemand, die eenig
bedrijf uitoefent, of hij zoekt daardoor zeker
voordeel te trekkenmaar is hij daarom
minder nuttig? Wie zal het een geneesheer
b. v. tot een verwijt maken, dat hij zich
voor zijoe visites laat betalen? Immers
niemandmen zal iutegeDdeel dankbaar
zijn dat er hulp van eeu bekwaam man te
bekomen is. Dat hij Diet voor niets werkt,vindt
iedereen natuurlijk en goed. Eu zou het dan
eenige verwondering mogen wekken dat zij,
die de moeilijke taak op zich genomen
hebbeD, eene Verzekering-maatschappij in 't
leven te roepen en in stand te boudeD,
evenals ieder ander hun bestaan daarin
trachten te vindeD
Neenook dit is een uitvlucht, evenals
de boveugenoetnde. Wel is het waar, dat er
menigeen is, die meer betaalt, dan bij zijn
dood wordt uitgekeerd maar daar tegenover
staat, dat er ook menigeen is, wiens weduwe
veel meer ontvangt, dan door hem is bij
gedragen. En wie verstandig redeneert, zal
zeker hopen, dat hij veel meer aan eene L.
V. M. mag nitbelaleD, dat het bedrag dat
aan zijne weduwe uitgekeerd worden zal
want wie anders spreekt, handelt even dwaas
als de vrouw, welke wij er over boorden
morreD, dat ze nn al vijftien jaar met baar
gezin in een ziekenfonds geweest was en in at
dien tijd oog voor geeD vijftien stuivers ge-
neesmiddeleo had noodig gehad. Wat
als een voorrecht was moeten beschouwd
worden, u.l. eene voortdurende ongeschokte
gezondheid, was voor die vrouw ean groud
tot morren en ontevredenheid.
Vlissingen, 28 Januari.
Geslaagd voor het examen van postamb
tenaar in den telegraafdienst de commies 4e
kl. A. P. dc Vey Mestdagh en de geagreëerde
klerk G. J. Vrolijk te Sluis.
Van het 4e bat. 3e reg. inf. alhier wordt
op den len Februari a. s. eeu detachement,
onder bevel van den tweeden-luitenant Von
Hombracht, sterk 22 onderofficieren en miu-
dedeelen.*
Natuurlijk zal ik er geen woord Tan
zeggen, maar ik geloof dat zjj er heel big
mede zullen zijn ik weet zeker dat het esne
goede tijding voor hen zal zijn.
»0, zij zullen big genoeg zjjn. Ze zullen
denken dat het mg bedaard zal doen worden,
en dat zal het, daar is geen twijfel aan.*
Ik keek hem gestreng aan.
»Uw praten van haar bevalt mij in 't
minst niet- Denk eens dat zij u hooren kon,
wat zou zij dan wel zeggen?*
Zij zou er niets om geven. Zij verstaat
mg zg weet wat een onbezonnen kerel ik
ben, en zij weet ze weet iets anders ook
en de kapitein liet een gemaakt lachje hooren,
dat mg pijnlijk aandeed. Eon oogenblik daarna
boog bij zich naar mij over en zeide, terwijl zijn
oogen meer dan ooit van vroolgkheiö glin
sterden. »Nn is het nw beurt alles te zeggen
wat gij van Lady Flora weet. De eene dienst
is de andere waard. Ik kan ook een geheim
bewaren.*
»Maar er is er geen te bewaren* protes
teerde ik, >gij neemt alles op alsof bet reede