VLISSINGSCHE COURANT.
No. 3.
Woensdag 6 Januari 1892.
30ste Jaargang
Gemeentebestuur.
Binnenland.
riycLLiT©!».
Os meesteres van Thursdan.
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187.
Prijs per drie maanden 1.—. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij
alle Boekbandelaren en Postdirecteuren.
U 1 T G E V E
F. VAN DE VELDE Jr. te Vli»singen.
PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot ^regels
0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote
letters worden naar plaatsruimte berekend.
Benig Agent voor Frankrijk de firma G-. L. DATTBE
Co., te Parijs.
Verscliljut Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Abonnementen voor België, Duitsohland, Enge
land en Frankrijk f 1.65 per drie maanden.
HOOFDELIJKE OMSLAG.
Afkondiging van het uitvoerbaar verklaarde
tweede suppletoir kohier van den hoofdelijken om
slag over 1891.
De Borg. en Wetli. van Vlissingen,
maken bekend
dat het tweede suppletoir kohier van den
hoofdelijken omslag voor het jaar 1891, na
do <r Gedeputeerde Stateu van Zeelaud bij
hun besluit vau 30 December 1891 no. 88
te zijn goedgekcard, op heden in afschrift
gedureude den tijd van vijf maanden op de
secretarie der gemeente voor een ieder ter
lezing is nedergelegd.
En is hiervan afkondiging geschied waar
het behoort, den 5 Januari 1892.
De Burg. en Weth. voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS.
De Secretaris,
J, H. DOMMISSE L.S.
Vlissingen, 5 Januari
Jl. Zaterdag avond had te ongeveer 7 u.
30, op de hoogte van het lichtschip /Wie
lingen' eene aanvaring plaats tnsscben het
met salpeter geladen ijzeren EDgelsche bark
schip „Childwall", komende van Iquique en
bestemd naar Antwerpen en het Belgische
stoomschip „Noordlaod," van de Red Star
line, komende met 400 passagiers aan boord
van Antwerpen en bestemd naar New-York.
De „Noordland" liep de bark aan bak
boordzijde, even achter de fokkemast in,
en sneed die letterlijk in tweeën door, zoo
dat in minder dan 5 minuten tijds de bark
in de diepte verdween en daarvan niets meer te
bespeuren was als de top van de bezaansmast.
Aan een Degental der opvarenden mocht
het gelukken deze te bereiken en aick daar
aan vast te klemmeD.
Drie kwart uur na de aanvaring trachtte
de „Noordland", door het uitzetten van
twee booten, de bemauuing van de bark
zoo mogelijk te redden, doch zonder gunstig
gs.olg.
De tweede boot van de „Noordland"
slaagde door de duisternis en booge zeeën
er bij eene herhaalde poging evenmin in de
ongelukkigen te redden en dreef weg.
Gelokkiglijk daagde te ongoveer half elf
Uit het EngeUch.
5.)
Ik ging zitten op hot dichtstbijzijnde einde
van de sofa met hot gevoel van eene vreemde
linge in mijn eigen huis te zijn, en trachtte mij
tot den glimlach, dien bet fatsoen voorschrijft,
te dwingen, terwijl de oude dame mij vast
bleef aankijken, en haar gezel met meer ver
schooning zich hield alsof hij geheel verzon
ken was in de beschouwing van hetgeen uit
het raam te zien was,
Dit begin maakte mij verlegeD, en daar ik
aanvankelijk besloten was in het geheel niets
to zeggen, pijnigde ik reeds mijn hersens om
na te denken welke aanmerking ik zou maken
om de stilte te verbreken, toen de onde dame
Weder begon te spreken-
oren hulp. De Harwichboot kwam zoo nabij,
dat de hulpkreten der zich in de mast be
vindenden duidelijk konden worden gehoord.
Onmiddellijk werden door dien bodem de
booten uitgezet en mochten de tot red
ding aangewende pogingen, bij de heerschende
duisternis en hooge zeeën, met den besten
uitslag bekroond worden.
De zich aan de bezaansmast Dog vast-
klemmenden, werden uit hun hachelijken
toestand, in welken zij ongeveer drie oren
tijds hadden doorgebracht, verlost en allen
behouden aan boord van de Harwichboot
gebracht, alwaar zij doornat en bijna ver
stijfd van koude met gejuich werden ont-
vaogen en liefderijk verpleegd.
15 der opvarenden van de „Childwall"
zijnde de bemanning die zich op bet voor
schip bevond, verloren bij dit ODgeval het
leven. Het negental gereddeD bestond uit
den Nederlandschen zeeloods L. J. de Waardt
die gisteren morgen met de mailboot alhier
teruggekeerd en, het zal wel niet behoeven ge-s
zegd te worden, met vrengde in den kriDg der
zijnen werd ontvaDgen, de Engelscho loods,
de gezagvoerder, twee stuurlieden en vier
matrozen van de bark, voor welker red
ding en verdere behandeling aan boord van
de Harwichboot, de gezagvoerder, officieren,
loodsen en bemanning van dien bodem alle
lof verdienen.
De „Noordland" bekwam bij deze aan
varing eene belangrijke schade en wel twee
buitengewoon groote gaten in den boeg,
waardoor het water in het voorschip stroom
de. Ook verloor die bodem bij de pogiügen
tot redding der drenkelingen aangewend,
twee personen, terwijl de bemannig der
tweede boot, die er niet in had kannen
slagen, de ongelnkkigen te reddeD, Zondag
aan boord van bet lichtschip kwam, vanwaar
zij door een Ned. loodskotter naar hier werden
gebracht.
Ondanks de zwaar bekomen averij, en het
gevaarvolle van verder te stoomeD, vertrok
Zondag namiddag de „Noordland", nit zee
naar hier teruggekeerd, op verkregen orders
uit Antwerpen, met behulp van twee sleep-
booten van bier naar Antwerpen en zette
aldaar zijne 400 passagiers aan wal.
Door het Nederlandsch fegerbestnur in
Indie werd benoemd tot adjudant onze voor
malige stadgenoot K. M. de Jager, le lui
tenant der infanterio van het garnizoens-
bataillon te Atjeh en onderhoorigheden.
«Ik heet mevrouw Marsden, n is juffrouw
Honor juffrouw Beatrice Honor een
heel mooie naam. Onderwijst u muziek, lieve
«Ik ben gouvernante. Dat wil zeggen, jk
was ja, ik ben gouvernante» verbeterde
ik, boos dat ik geene reden kon Tinden om
eene omstandigheid als deze aan volslagen
vreemdelingen te verklaren.
Maar mevronw Marsden sprong even in
haar stoel op en riep driftig uit
Wat zeide u daarl Is u gouvernante ge
weest' U is dus voor het oogenblik niet in
betrekking 1
«Ik keer na de vacantie niet naar mijne
oude leerlingen terug» begon ik, toen zij zich
op eens met groote levendigheid tot den
heer, die aan het venster stond, wendde en
uitriep
«Zie eens, Clarence, ze is niet in betrekking 1
Ik heb bet. u wel gezegd. Ik heb je gezegd
dat ze wel zou kunnen komen. Je ziet dat
ik toch gelijk had». Waarop de zwijgende
gedaante aan het venster zich omwendde en
mij met iets dat naar een glimlach zweemde
aankeek- Mevrouw Marsden giDg toen zon-
De influenza-epideroie dreigt weder even
he'fjg te worden als voor twee jaar. Niet
minder dan 70 personen van bet Belgische
loodswezen zijn aaDgetast. Het aantal lijders
is groot, en neemt steeds met den dag toe.
Doktoren en apothekers hebben handen vol
we;rk.
-r'Jl. Zaterdag werd ter gelegenheid van de N
opening van den stoomvaartdienst van Vlis
singen op Huil de nationale, driekleur bij
vor8chillende ingezetenen uilgestoken als be
wijs van hunne instemming met dezen dienst,
die voor Vlissingen goede vrachten kan af
werpen.
Het stoomschip „Professor Bnijs," gezag
voerder E. Overlack, opende den dienst, en
vertrok van hier op Zaterdag namiddag te
4 uren met een lading van 130 ton.
Heden vertrok van hier, te 3.30, bet
stoomschip „Minister Tak van Poortvliet",
gezagvoerder Borrendam, eveneens met lading.
Tot de commissarissen vanwege Nederland
tot voorbereiding van eene overeenkomst
tusschen Ned. en België voor den bouw
eener sluis te Ter-Neuzen zijn, naar wij
vernymen, benoemd de heeren J. F. W.
CoDrad, ond-hoofdinspectenr van den water
staat, lid van de Tweede KamerJ. P. I
Bateaux, lid van Ged. Staten van Zeeland
A. van Hooff, hoofdingenieur van den rijks
waterstaat te Middelburg, en J. Nelemans,
ingenieur van den rijkswaterstaat te Ter-
Neuzen.
Gedurende 1891 hebben 30 schepen ge
bruik gemaakt van het droogdok „Prins
Hendrik" te Middelburg, waardoor het 117
dagen bezet was. Het grootste stoomschip
had eene lengte vaD 115 meter en een
diepgang van 13 Rijolandsche voeten en
een laadvermogen van 3260 tonnen. Een
ander stoomschip met een lengte van 114
meter en diepgang van 12 Rijnl. voeten
had een laadvermogen van 3561 ton. De
temggegeven grootte in tonnen zijn zooals
dezelve voor da toepassing vaB het tarief
noodig waren, d. w. z. voor stoomschepen
de netto inhoud volgens meetbrief met bij
voeging van 35 pet. voor machineruimte.
De schepen waren onder Nederlandsche,
Belgische en Noordsche vlag.
Do Minister van Oorlog heeft oen wijzi-
ging gebracht in de regeling omtrent de op
leiding van militaire wielrijders en nu be-
der adem te halen voort.
«Beste meid, je moet bij mij komen wonen
en mjj tot gezelschap zijn. Ik heb genegen
heid voor je opgevat, betgeen niet dikwijls
het geval is met anderen. Ik woon op bet
land, en mijn bnis is saai als er geen jonge
menschen in zijn. Ik stel je nr. voor om in
piaats van hier eene andere betrekking to
zoeken na je vacantie bij mij te komen.»
«Het is beel goed van n en heel vleiend,
maar ïk vrees dat ik geen aangenaam ge
zelschap voor u zal zijn. Ik ben niet ge
makkelijk van hnmeur en bang dat bet stille
landleven mij niet bevallen zal, bovendien,
help ik mijne moeder zooveel ik kan, en van
u kan ik het salaris niet verwachten, dat ik
«Hoe groot was uw salaris vroeg zij
driftig.
«Honderd pond in het jaar.»
Het was bepaald grappig om te zien hoe
de uitdrukking op het gelaat der onde dame
veranderde. Er kwam eene zenuwachtige
trek om haar mond, en ze speelde zenuwachtig
met de zwarte franje van haar mantel. «Hon
derd pond in 't jaar! Het denkbeeld alleen
paald, dat de militaire wielrijder op zijn
verzoek in de gelegenheid gesteld zal wor
den, de velddienstoefeningen van tijd tot
tijd onder militaire leiding in het schieten
met de revolver te kunoeD oefenen.
Bij koD. besluit is A. J. Bierens Jr. be
noemd tot burgem. der gem. St. Annaland.
Men verzekert, dat door de regeering
ernstig overwogen wordt, om, ter gemoet-
koming aan de bezwaren in de afdeelÏDgen
der Tweede Kamer tegen de uitbreiding van
den militiedienst lot tien jaren kenbaar ge
maakt, de aanhangige noodwet in dien zin
te wijzigen, dat de diensttijd gebracht wordt
op 8 jaar.
Van den heer Amand P. Th. Sassen,
directeur dor Rijkspostspaarbank te Amster
dam ontviogen wij dezer dagen het door hem
uitgegeven statistisch- historisch overzicht,
betrekkelijk het eerste tienjarig tijdvak van
haar bestaan (1 April 18811 April 1891).
Dit belangrijk overzicht, dat de schrijver
zoo gaarne op 1 April jl. het licht had doen
zien, verscheen eerst nu tengevolge van de
onmogelijkheid, om reeds op dat oogenblik
alle benoodigde cijfers met volkomen juistheid
te verstrekken.
Betreffende „de Rijkspostspaarbank" schreef
de heer Mr. A. Kerkdijk (en jare 1881 io
een bij duizendtallen verspreid geschrift o.
m. het volgende
„1 April, de dag waaraan voos het Ne-
„derlandsche volk eene belangrijke geschied-
„kundige herinnering verbonden is, heeft
„nieuwe beteekeDis gekregen, na het don
„Koning behaagde, dien dag aan te wijzen
„voor het in werking treden van de Rijks -
„postspaarbanken niet gewaagd ie de
„voorspelling, dat hij nog na jaren zal worden
„herdacht als de geboortedag van eene in—
„stelling, zegenrijk voor velen."
Welnu, schrijft tien jaar later de beer Sas
sen, de resultaten, tot dusverre door do
Rijkspostspaarbank verkregen, zijn van zoo-
danigen aard, dat men die voorspelling than*
reeds als verwezenlijkt mag beschouwen.
En dat bij zulks niet op losse gronden
blijft beweren, blijkt uit de volgende gege
vens, welke wij, voor zooverre onze plaats
ruimte gedoogt, onder de aandacht onzef
lezers brengen.
Het aantel Rijkspostspsarbankboekjes, die
van 1 April 1881 tot 1 April 1891 in het
geheole rijk worden uitgegeven en afbetaald,
bedroeg respectievelijk niet minder dan
scheen de oude dame te schokken. Ik koa
mij niet weerhouden een blik to werpen naar
de plaats waar Clarence stond, en weder wis
selden wij haastig een heimelijken glimlach.
Een oogenblik later deed mevrouw Marsde»
de oogen open en zeide langzaam
«Honderd pond in 't jaar. Dat is heel wat
geld. Zou ik zooveel kunnen geven, Clarence
«Mijn waarde mevrouw, het is uw eigen
geld. Zijne krachtige stem was eene aange
name afwisseling van den bijna slaafscben
toon, waarop de dame zich tot hem gericht
had het is zeker dat er niets is dat een
mensch zoo verachtelijk maakt als laagheid
eu op de toehoorster had zij een won
derbaar bezielenden invloed. Zij ging recht
overeind zitten, knikte mij toe en riep op
beslisten toon nit
«Dan zal ik het u geven 1 Gij znlt het
zelfde salaris, waaraan gij gewoon waart,
ook bij mij hebben- Mjj bevalt iemand zoo
licht niet. maar ik zou graag hebben dat gij
bjj mij woondet.»
Wordt vervolgd.)