UlSSIMiSIM COlttWT. No. 150. Zondag 22 December 1889. 27ste Jaargang. BEKENDMAKING. 2" KERSTDAG. Gemeenteraad. BUREAU: Kleine Markt I N°. 187. Prijs per drie maanden 1.—Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. UITGEVER: F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen. PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig Agent voor Frankrijk Sc Co., te Parijs. de firma G. L. DATJBE" Verschijnt Dinsdag-, Doudcrd -g- en Zaterdagavond. Abonnementen voor België, Duitechland, Enge land en Frankrijk 1.65 per drie maanden Uithoofde van het KERST FEEST zal de VIissiiigsche Courant a. s. DONDERDAG-a vond 26 December NIET verschijnen. Inzenders van Advertentiën wor den beleefd verzocht, hiervan nota te willen nemen. De Uitgever. Zij, die zich met het volgend kwartaal, aanvangende 1° Januari 1890, op de Vlissingsche Courant abonneeren, ontvangen de van heden tot dien datum verschijnende num mers gratis. VII. «Hsu un:u urlijk iiog meer vertegen woordigers, die ook tot de familie Eigenwaan behoorden, al lag er ia hun karakter een andere kenmerkende trek. De heer, die mij aan mijn voormaligen meester Kamp had doen denken, leed aan dezelfde ziekte, na melijk de verbeelding, uitstekend knap en alleen knap te zijd. Maar ik zag er nog met een waarlijk dom gezicht, waarop ook wel opgeblazenheid te lezen stond, maar van eene geheel andere soort. Zoo zag ik er eeD, die Parvenu heette en die me ook dadelijk een mij zeer goed bekend persoon voor den geest haalde, namelijk de hoogwel- edelgeboren heer Wals. Mijnheer Wals woont in 't mooie nieuwe kuis, dicht bij de prachtige lindenlaan. Zijne woning is met alle recht eene villa te noe men. Wat eene sierlijke veranda aan de rivierzijdeWat een mooi bordes, groote spiegelruiten. Alles getuigt van rijkdom en als men daar dat prachtige rijtuig voor de deur ziet staao met die schimmels, die zich hunne waardigheid bewust scliijneD, dan werpt men onwillekeurig daarop een blik, en daar zoo wachtende, ziet men den eige naar uit zijne woning komen en eerst een oogsnblik stilstaan en rondom zich zien, als wilde hij zeggen is er ook iemand te ont dekken, die het waagt, mooiere paarden te hebben dan ik Hij ontwaart niets, dat hem hindertdeftig en statig daalt hij de steenen trappen af, kijkt naar den koetsier, die de zweep zoo onberispelijk recht als een staak omhoog houdt en een steenen beeld schijnt te zijn. Dat is z ij n koetsier, de koetsier van z ij n paarden, de koetsier, die vier jaar bij baron Van Assenstijn tot Wolfsheuvel heeft gediend en hem door menigeen wordt benijd. Vervolgens bekijkt hij de paarden, klopt ze eens vertrouwelijk op den hals, en verwaar digt zich daarna om tot den koetsier een woord te richten. „Ze zien er goed uit, Hendrik I Mijnheer van Halen denkt, dat de zijne mooier zijn. 't Mocht wat. Ze loopen niet half zoo goed als de mijDe." „Dat zal waar ziju, mijnheer I" antwoordt de koetsier, die hart voor de paarden heeft en zich iets van den lof toeëigent. De baron had ze zelfs niet beter. Eens heeft hij een moeien Arabier gehad, die hem razend veel geld heeft gekost, maar deze schimmels zijn toch nog mooier.De koetsier heeft wel zooveel gezond verstand, dat hij weet, wa3r de zwakke zijde van mijnheer is. De heer Wals stapt in zijn rijtnig en neemt eene zeer gemakkelijke, achterover- liggende houding aan. De paarden zetten zich in bewegiog en voort rolt mijnheer Ik, wiens leuze isik ben ik en niemand anders is als ik. Waar hij ook komt, overal klinkt zijn stem het hoogst. Als hij een kellner iets bestelt, dan luidt het als een koninklijk bevel, als van een gebieder tot den slaaf. Waar een ander tien gulden voor over heeft, zal hij er minstens honderd aan wageD. Zoo iemand verbaast oo overbluft de oa- ingewijdeu en niet zelden kan hij op eene nieuwe plaats geruimen tijd de eerste viool speloD. Met geld kan men zooveel zand in de oogen strooien. Zoo is hij dan nummer één en mocht gij 't nog niet weten, dan zal hij wel zorgen, dat anderen het u vertellen of het u zoodanig doen gevoelen, dat gij die meerderheid stilzwijgend moet erkennen. Hoe lang duurt dat rijk van mijnheer ik? Dat hangt van allerlei omstandigheden af en gewoonlijk van zulke hoogst toeval lige, waarop men in de verste verte Diet gerekend had. Movrouir Wnle hrjeft do verregaande ikke- righeid van haren echtgenoot getrouw leeren nabootsen. Ze neemt goene dienstboden, die niet in voorname diensten geweest zijn, maar ze vergeet ongelukkigerwijze daarbij, dat zulke in werkelijk voorname diensten veel hebben kunnen zien en opmerkeD, dat zij somtijds alleraardigst te pas brengen. Zoo lang ze met mevrouw op tamelijk goeden voet blijven, dan gaat het, maar wanneer mevrouw op zekeren goedea dag eene ge gronde aanmerking durft maken op het te groote verbruik van brandstof of van boter, dan komen de poppen aan 't dansen. Toevallig heeft de keukenprinses bezoek gehad van een oude kennis, die bij zeer voorname meDschen dieDt, en 't is aardig, maar dienstboden pochen en bluffen gaarne op de voornaamheid der lieden, bij wie ze dienen, 't Is dus niet te verwonderen, dat onze keakeomeid hoog opgeeft van den rijk dom van mijnheer Wats en van de prachtige kleeren van mevrouw en van de groote partijeo, die er worden gegeven en van de hooge fooien, welke er nu en dan afvallen. De bezoekster heeft het eenigen tijd zwij gend aangehoord, maar eindelijk verliest ze haar geduld en ze zegt f Alles mooi en wel, maar mijn mevrouw, zie je, is eene echte voorname dame. Haar vader was een baron of een graaf of zoo iets, en dat kan je dan toch in allen ge valle van jou mevrouw niet zeggen „En wat heb je dan op mevrouw Wals aan te merken „Aan te merken? Niemendal, maar ze behoeft zooveel drukte niet te maken, want haar grootvader had maar een klein win keltje I' Terwijl de beide andere dienstboden de hoofden bij elkander steken en met de eJleboogeu op de tafel leuneD, vat de keu kenmeid het woord weer op, niet zoozeer om hare mevrouw te verdedigen als wel om hare eigen eer te redden en zegt //Dan zal jij je toch ook wel vergisseD. Dat is onmogelijk." „Wel zeker niet. Ik kan je man en paard noemen. Mensehen, die haar groot vader best gekend hebben. Ik verzeker je, dat het waar is." Daar stort het gebouw vaD de grootheid nog wel niet geheel en al in, maar het krijgt toch een geduchten schok. De keu- kengesprekkeD blijven daar Diet altijd hangen, en vooral zulke nieuwtjes doen spoedig de ronde. Den volgenden dag weet de vrijer van de werkmeid het al, eu zijn zuster hoort het van hem en zoo bereikt het langs allerlei wegen de sociëteit, de zee, waarin zoovele rifieren zich uitstorten. Is de glorie van mevrouw verdwenen, die van mijnheer gaat denzelfden kaDt op. Een paar gedienstige geesten hebben nog meer weten op te sporen van gelukkige speculatien op" de beurs, van een klein, onaanzienlijk kantoor, dat hij vroeger had en een derde en vierde voegen er nog wat bij en andermaal krijgt het gebouw een schok. Dit duurt zoo lang, totdat men eensklaps hoort, dat mijn heer Wals ergens anders gaat wonen. Zoo verdween de hoogweledelgebnren heer Wals. Uit mijn geheugen was hij niet ver dwenen, anders had ik hem niet herkend onder de vertegenwoordigers van de firma Ik Cie. casacaba. Zitting van Frijdag, 20 December. -yf-Tzitter de beer Totein Noltheoius. Afwezig de beer P. Wibaut met kennis geving en de beer C. Mortier, die later ter vergadering komt. De notulen der vorige zitting worden ge lezen en goedgekeurd. De voorzitter deelt mede de verkregen goedkeuring van Ged. Staten op de vroeger genomen raadsbesluiten, betrekkelijk den ver koop van gemeentegrond en de 3e wijziging der gemeente-begrooting van '89 wijders de beschikking van dat college op de bij hen ingediende bezwaarschriften in zake den hoofdelijken omslag, waaruit blijkt, dat ge handhaafd blijven in de Ze klasse D. N. Krugiü de 7e kt. C. D. Mentink in de lie kt. N. Pervoost in de 18e kl. P. C. Speckens en J. Timmerman van de 11e naar de 10e kl. wordt teruggebracht. Verder de ontvangen dankbetuiging van het bestuur der Vereeniging tot opleiding van Bewaar8choolhouderessen te Leiden voor de toegezegde jaarlijksche bijdrage van tien gulden en ten slotte, dat op 10 December jl. de kas en de boeken van den gemeente ontvanger zijn opgenomen en in orde be vonden. Al deze mededeelingen worden voor kennis geving aangenomen. Wordt overgelegd de door het Departe ment van W., II. en N. uitgegeven statistiek der scheepvaart in 1888, het le, 2e en 8e Wegens periodieke aftreding worden her benoemd als regent van het Gasthuis, de heer T. J. Blonk als regent van het Burgerweeshuis, de heer F. C. Stewart Schultz als leden der commissie van toezicht op het lager onderwijs, de heeren Jos. van Roalte, J. Wilkens en F. N. van der Bilt. Tengevolge van het bedanken van den heer P. Goeree als lid van het bestuur der Bank van Leening, wordt door diakenen der Ned. Herv. gemeente, ter vervulling der daardoor ontstane vacature, voorgedragen de heer C. Wattez, die als zoodauig wordt be noemd. De zitting gaat over in eene zifting met gesloten deuren. Na heropening der zitting wordt vastge steld het 2e suppletoir kohier van den hoofde lijken omslag, waarop zyn aangeslagen G. J. Bijlaard, P. S. B. Laroche, G. Nagel- kerke, J, Pijpe, J, van der SteeD en A, D. Timans in de le klasse N. H. Bierenbroodspot, C. Huogerheide en P. J. Sterk in de 2u klasse C. P. Filies, P. Smaggo en M. van Wouterghem in de 8e klasse J. Zahu in de 4e, F. van de Poll en Grapestein in de 6e, Cb. L. Segier in de Se en J. Huisebos in de 10e klasse. Vervolgens worden op het kohier terug gebracht J. Verloop van de 5e naar de 2e en P. Stellaard vau de 6e naar de 4e klasse. Wordt goedgekeurd de begrooting van den Vlissingschen rijweg voor 1890, bedragende in ontvang 4768,92, in uitgaaf 4-182,80 met een vermoedelijk goed slot van f 586.12. Wordt besloten tot goedkeuring der onder- haudsche tolverpachting van den Koudekerke- Vlissingschen straatweg voor den tijd van één jaar. Naar aanleiding van een ingekomen adres vaD C. Theune c. s., houdende verzoek, om het lokaal achter het brandspuithuisje op het Boterplein wedeiora voor drie jaren in huur te mogen behouden op dezelfde voor waarden, als zulks aan P. Stroo werd verhuurd en waarvan de huurtijd eerstdaags staat te ver vallen, wordt besloten, het gevraagde lokaal aan adressanten af te staan voor den tijd van drie jaren tegen den huurprijs van f 20 's jaars en bij den afstand in huur te bepalen, dat het onderhoud van dit gebouwtje voor rekening der huurders zal komen. Burg. en Wetb. stellen voor aan de nieuw aangelegde straat op het terrain van den voormaligen „Prinsentuin" den naam te geven van Prinsenstraat en aan de straat loopende van af bet Beursplein onder langs de beide loodseD-societeiten en de Breewaterstraat, dien van Noordzeestraat. AIzoo wordt besloten. Door Burg. en Wetb. wordt mede voor gesteld de indertijd bij het doen van uit gravingen voor het leggen van de fondamenten voor de Belgische loodsen-societeit en voor die der tegenwoordige school D op de Groote Markt gevonden voorwerpen, bestaande uit twee graf steenen, wnarschijulijk afkomstig uit het Nonnenklooster, dat in de Beurs straat moet gestaan hebben en waarvan een aanteekeDing voorkomt in de Geschiedkun dige plaatsbeschrijving vati Vlissingen door den heer H. P. Wiukelmanj een geblind doekt steenen vrouwenhoofd, zoo goed als zeker een overblijfsel van het beeld der ge rechtigheid, dat op het verbrande stadhuis heeft gestaan, ten geschenke te geven aan het Zeeuwscli Genootschap der Wetenschap pen te Middelburg. De heer Kalbfleisch vraagt, of het niet wenschelijk zou zijn deze oudheden slechts in bruikleen aan het Genootschap af te staan, teneinde die, waDneer Vlissingen zelve te eeniger tijd eeDe verzameling wonschto aan te leggen, die terug te nemen. Do voorzitter echter acht zulks niet wen schelijk, te meer daar het museum te Middel burg, waarin reeds eenige voorwerpen op Vlissingen betrekking hebbende ziju geplaatst, een Zpeuwsch karakter draagt. Het voorstel van Burg. en Wetb. wordt hierop aangenomen. Naar aanleiding van het adres van het Bestuur der Nederlandsche loodseu-societeit, houdende verzoek tot bet iu goeden staat brengen van de straat aan de Noordzijde van bun gebouw eu het plaatsen van een lantaarn aan den N.-W.hoek van dat gebouw, stellen Burg. en Weth. voor, aan adressau-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1889 | | pagina 1