VLISSINGSCHE CHRWi.
No. 146.
Vrijdag 13 December 1889.
27ste Jaargang.
iniaif.
Gemeentebestuur.
BUREAU;
Kleine Markt I N°. 187.
Prijs per drie maanden 1.—. Franco per post j 1.15.
Afzonderlijke nummers 10 cent. Men abonneert aich bij
alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
U1TGEYEB;
F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen.
PlïIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels
0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote
letters worden naar plaatsruimte berekend.
Eenig Agent voor Frankrijk de firma G. L. DAUJ3E
Sc Co., te Parijs.
Verschijnt Diusdag-, Ronderdóg;- en Zaterdagavond.
Abonnementen voor België, Duitscbland, Enge
land en Frankrijk 1.65 per drie maanden.
ïotj, t)ie trtclo niet fa et vof-
<jetu) lisvattaal, aauvaucjcuhe 1 0
Sauua-tt 1 8^0,
(9out aut aêoituee-fceM-, outuaticjcti
be van lachen tot bien ha tui 11 vch-
ócljtjueiibc nnnuueKó cpatió.
mkutos.
Eerste oproeping ter inschrijving van de
Nationale Militie.
De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen,
gezien art 19 der wet var den 19 Augustus 1861,
{Staatsblad no. 7 2) maken bekend,
dat het register tut inschrijving van alle mannelijke
ingezetenen, die op den l3teo Januari aanstnaude hun
19e jaar zullen zijn ingetreden, derhalve zij die in 1871
zija geboren, zal gereed liggen ter gemeente-secretarie
van den eersten tot en met don 3(sten Januari 1S90
van des voormiJdaga 9 tot des namiddags 3 uren, met
.au uuu £uuan(;,
dat voor ingezetenen wordt gehouden t
lo. hij, wiens vader, of is dezo overleden, wiens
moeder, of zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten
is, volgens de wet van den 28 Juli 1850, Staatsblad
no. 4*)
2o. hij die geen ouders of voogd hebbende, gedu
rende de laatste achttien maanden, voorafgaande aan den
lsten Januari van het jnar, waarin hij zich moet laten
inschrijven, in hedcrland verblijf hield j
3o. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezetene
was, al is zijn voogd geen ingezetene, mits hij binnen
het rijk verblijf houdt;
dat niet voor iugezetene wordt gehouden de vreem
deling, bchoorendc tot een staat, waar do Nederlander
niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of
waar ten aaDzien der dienstplichtigheid het beginsel van
wederkeerigheid is aangenomen. (Art. IB der wet vau
19 Augustus 1861, Staatsblad no. 72);
dat hij. dio eerst na het intreden van zijn 19e jnar,
doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt,
verplicht is, zich zoodra dit plaats heeft, ter inschrij
ving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders der
gemeente, waar do inschrijving volgens art. 16 moet
geschieden. (Art. 20 der wet)
dat voor de militie niet wordt ingeschreven
lo. de in een vreemd rijk achtergebleven zoon van
een ÏDgezetcu, die gocu Nederlander is
2o. de in een vreomd rijk verblijf houdende ouder,
looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingc-
zeten
8o, do zoon van den Nederlander, die ter zake van
's lands dienst in 's rijks overzeesche bezittingen of
koloniën woont. (Art. 17 der wet);
FEUILLETON.
Uit het Engelsch-
Het was een allerschoonste avond toen
Jeanne Denzil en Cecil Deane vertrokken
om door de heerlijke dreven van het dorpje
Henningtou naar de Towers terug te wandelen.
Uit do zee komt een frissche wind op
zetten.
Eeue volkomen stilte is op alles neder
gedaald, alsof alles tot zelfs de vogels uit
rustten na de afmattende hitte van den dag.
De oude, voor de deuren harer hutten
gezeten vrouwen, zien er uit alsof zij den
laatsten adem zouden uitblazen en de jonge
meisjes staan daar in kleine groepjes te praten,
misschien wel over haar minnaars, maar
misschien ook over bare japonnen,
dat de inschrijving geschiedt
lo. van eeu ongehuwde in de gemeente, waarde
vader, of is deze overleden, de moeder, of zijn beide*
overleden, de voogd woont;
2o, van een gehuwde en van een wednwnaar in de
gemeente waar hij woont;
So. ran li cm, die geen rader, moe der of voogd heeft,
of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten
's lands gevestigd is, in de gemeente waar hij woont;
4o. van don buiten s lands wonendeu zoon van een
Nederlander, dio tor zake van 's lands dieust in een
vreemd land woont in de gemeente, waar zijn vader of
voogd het laatste in Nederland gewoont heeft. (Art.
16 der wet,
dat ieder, die volgens art. 1B behoort te worden
ingeschreven, verplicht is zich daartoe bij Barge mees ter
eu Wethouders ter boven aangegeven plaatse eu binnen
den daar bepaalden tijd nan te geven, eu dat bij diens
ongesteldheid afwezigheid of ontstentenis, zijn vader, of
is deze overleden zijne moeder of zijn beide overleden,
zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht is.
(Art 18 der wet).
Belanghebbenden worden mitsdien dringend aaDge-
ranaud aan de op hen rustende verplichting te voldoen
en wordt hun ten overvloede onder de aandacht gebracht
dat bij bovengenoemde wat, onder meer is bepaald:
dat met boete van f25.lot flnO.— wordt gestraft
de overtreding van art 18. en dat bij elke veroordeeling
tot boete, tevens door den rechter wordt bepaald, dat
indien daarin niet is voldaan binnen twee maanden,
nadat do Veroordeelde tot betaling is anugemaaud, de
boete door gevangenisstraf van ten hoogste tien maan
den zal worden vervangen (Art 183 en 188 der wet).
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort,
den 11 December i889.
Do Burgemeester en Wethouders voornoemd,
TUTËIN NOLTHENIÜS.
Dc Secretaris,
F. N. VAN DER BILT.
P A T E i\ T E
Verknjgbaarstelling der patenten over
het 2e kwartaal dienstjaar 1889,90.
De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen,
maken bekend
dat de patenten orcr het 2e kwartaal dienstjaar
1889/90 verkrijgbaar zijn gesteld tor gemeente-secreta
rie, waar zij kuuncn worden afgehaald vau den 12 tot
en met den 26 December a. s van des morgens 10 tot
des namiddags 3 «ren, de Zondsgen uitgezonderd
dat de patenten, die niet binnen dien tijd zijn afge
haald, overeenkomstig de bepalingen der wet, aan de
huizen van de belanghebbenden zullen worden afgegeven
door den deurwaarder der directo belastingen, tegen
voldoeniug ran het daarvoor verschuldigde
wordende de belanghebbenden tevens herinnerd;
dat zij, die desgevraagd hun patent niet kunnen ver-
toonen, zich blootstellen aan de boete bij de wet
bedreigd.
Eu is hiervan afkondiging geschied wanr hot behoort,
deu 10 December 1889.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIÜS.
De Secretaris,
F. N. VAN DER BILT,
Als Cecil en Jeanne verschijnen, scheiden
de meisjes uit met praten om het voorbij
gaande paar met een nijgiög te begroeten.
„Daar gaat de jongeheerGod zegene
hem 1" zegt er een //met Lady Jeanne. „Wat
een prachtig paar is het I Wie weet of ze
niet nog eens wezeulijk een paar worden.
Ik geloof dat zij het graag op de Towers
zouden zien, anders zou zij er zoo dikwijls
niet zijn. Mr. Cecil schijnt dol van haar te
zijn, dat is zeker, en die hem krijgt, krijgt
een alterbesten man.'7
„Wel," zeide een ander „ik hoop maar
dat het een paartje zal worden, want dan
zullen wij goede dagen beleven. Mr. Cecil
is een beste vent voor ons boeren."
„Wat een verrukkelijke avond I" zeide
Jeanne toen zij langzaam voortwandelden.
„Ik wenschte dat ik hier altijd kon blijven.
Het is hier, zoover van het wereldsche ge-
woei, zoo rustig."
„Wel, Jeanne," zeide Cecil,lachende, „wat
is dat nu een opmerking voor la belle van
den Londenschen season I Gij weet dat het
mij een groot genoegen zou doen, indien gij
Binnenland.
Vlissingen, 12 December.
Betreffende het alhier afgelegd officieel
bezoek door den Commissaris des Konings
van Zeeland op jl. Maandag, waaromtrent
wij door omstandigheden, onafhankelijk van
onzen wil, thans eerst gewag maken, deelen
wij mede, dat Z.H.E.G. te half eif ure hier
arriveerde en ten Raadhuize werd ontvaDgen
door de leden van het dagelijksch bestuur
dezer gemeente.
Na eeuige oogenblikken toevens aldaar,
begaf de Commissaris de9 Konings, vergezeld
door het dagelijksch bestuur, zich in twee rij
tuigen Daar de scholen E. en E., alwaar de
hooge bezoekers werden afgewacht en ver
welkomd, door deu heer J. C. van Ocken-
burg, voorzitter der commissie van toezicht
op het lager ouderwijs.
Met de meeste belangstelling werden door
Z.H.E.G. voornoemde scholen bezichtigd en
het daarin gegeven wordend onderwijs nauw
lettend gadegeslagen.
Na het daarop in oogenschouw nemen
van het brandspuithuisje D, alwaar de opper-
brand meester, de heer Qeijsea, eu de bra ad -
meester, de heer Laemoes tegenwoordig
wareD, werd het Burger-Weeshuis bezocht.
Door den presideDt-regent den heer Kalb-
ffeisch en den heer I. Harder, regent van
dat gesticht ontvangen, werd de Commissa
ris des Konings daarin rondgeleid, en werden
hem daarna door de weesmeisjes eenige
liederen toegezongen.
Vervolgens werd de E. K. zusterschool op
de Markt bezocht, alwaar de Commissaris des
Konings met toespraken door de leerlingen
uit elke klasse werd ontvangen.
Door eeD der meisjes was hem vooraf
een welkomslied toegezongen, dat Diet Da
liet op al de bezoekers een zeer gunstïgen
indruk te maken.
Vervolgeus werd een bezoek afgelegd
aan het Gasthuis, alwaar de Commissaris
des Konings werd ontvangen door de heeren
regenten van dat gesticht J. A. de Wolff
en J. Le Sage van Hoeve.
Met de meeste belangstelling werd mede
het een en ander iu dat gesticht bezichtigd
en onderhield Z.H.E.G. zich minzaan met
verscheidene verpleegden.
Na het vervolgens gebruiken van een
er toe besluiten wildet hier voor goed te
blijven."
Dit zeggende, legde bij tee der zijne hand
op haar arm.
„Praat nu geen onziD," zeide Jeanne, ter
wijl zij knorrig haar arm terugtrok. „Hoe
zou ik hier voor altijd kunnen blijven Mijn
kleeren zouden het zoo lang Diet uithouden,
zelfs niet al bezat ik het elixer des leveDS."
„Ge weet heel goed wat ik bedoel," ant
woordde hij. „Jeanne, lieve Jeanne, gij moet
het weten dat het de dierbaars te wensch
is van mijn hart u de mijne te kunnen
noemen. Ik weet dat gij met mannen zoudt
kunnen huweD, die ver boven mij in rang
verheven zijn, maar ge zult er geen vinden,
die u meer bemint dan ik. Ik wilde u dit
niet zeggen voor ge één ot twee seasons in
de stad geweest zijt. Nu ge weer te huis
zijt, mag ik spreken. Zeg mij Jeanne, mag
ik hopen
Een wanhopige kreet ontsnapte Jeanne's
lippen.
„Te laat te laat 1" zuchtte zij.
z/Hemell" riep, hij woest uit. //Ia het
déjeuner ten huize vau dea Burgemeester
waaraan mede deelnamen de beide Wethou
ders, de Secretaris eu de Gemeente-Ontvanger
dezer gemeente, benevens de heer Kruseman,
hoof'l-comraics Ier provinciale griffie, werd
te 21/3 ure audiëntie ten Raadhuize verleend
en ontving de Commissaris des Koning al
daar, behalve de leden van den gemeente
raad, de heeren commandanten der schut
terij, van het garnizoen en van het wacht
schip, den ingenieur van den waterstaat 6dz.
Deze audiëntie afgeloopen zijnde werd
door Z.H.E.G nog de bijzondere christelijke
school in de Paling9traat en het R. K.
Weeshuis bezocht en ten slotte de Kon.
Maatsch. „De Schelde," alwaar de heer Van
Raalte, directeur der „Schelde", hem rondleid
de.
Na al het bezienswaardige met de meeste
belangstelling bezichtigd te hebben, werd
naar het Raadhuis teruggekeerd, van wanr
's Konings vertegenwoordiger in Zeeland l<*.
5 uren hoogst voldaan over zijn afgelegd
bezoek deze gemeente verliet, die door het
uitsteken der nationale driekleur aan de
openbare gebouwen van dit officieële bezoek
hare belangstelling had getuigd.
Het inleidend woord, waarmede de voor
zitter der afdeeling Vlissingen van den Ned.
Bond „Maatschappelijk Belaug," de openbare
bijeenkomst ter gelegenheid van de lezing
van den heer Nienhuis op jl. Maandagavond
opende, en hetwelk wij heden zouden op
nemen, luidt in zijn geheel als volgt
Zeer geachte en veelgewenschte hoorders
en hoorderessen
Alvorens het woord te verleenen aan den
heer Nienhuis, wien ik u als een bekende
van vroeger voorstel en voor wieias lezing
ik overbodig acht uwe aandacht te vragen,
dunkt 't mij gepast, met een enkel woord te
gewagen van het doel van onzen strijd.
In een tweetal artikelen, getiteld Eigen
Hulp,« welke de MiddelbCour. in hare num
mers van 3 en 5 Juh ten beste gaf, schreef
hare redactie o a.het volgende:
»Op den 26 Oct. trad te Vlissingen de
heer J. Nienhuis, uit Delft, als apostel op,
om de neringdoenden aan te sporen tot den
strijd legen Eigen Hulp, die bet op het ver
derf der winkeliers schijnt toe te leggen. In
hoever nü die bewering succès heeft, of zij
sinds dien tijd zich hier en elders heeft uit
gebreid, of Eigen Hulp nadeelige gevolgen
te laat Wat bedoelt ge P Verklaar u nader.
Zijt gij geëngageerd Elsa heeft me gezegd
dat gij het niet zijt."
„Ik ben met niemand geëngageerd," ant
woordde Jeanne. „Maar, Cecil, wat gij vraagt,
kan nimmer zijn. Het doet mij leed dat ik
u zulk een pijn moet veroorzaken."
Cecil's bleek door zielssmart verwrongen
gelaat sprak van hevig lijden. „Als gij
mij werkelijk liefhebt, vergeet dan dit alles.
Zinspeel er nooit op. Later zult gij mis
schien do waarheid hooren. Laat ons nu
over iets anders spreken."
Maar het gesprek begon hierop te kwijnen
en de wandeling werd verder zwijgend
II.
Uittreksels uit het dagboek vau
Lady Jeanne.
25 Juli. Ik heb de ontzettendste ver
gissing begaan, die ooit door een vrouw
kan begaan wordeD.
„Ik bemin mijn man niet.
//Cecil, miju lieveling, zal ik de kracht