VIISSINGSCHE llllltVM
No. 132.
Zondag 10 November 1889.
27,u Jaargang.
Binnenland.
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187.
Prijs per drie maanden 1.—Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij
alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
UITGEVER:
F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen.
PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels
0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote
letters worden naar plaatsruimte berekend.
Eenig Agent voor Prankrijkjde firma G. L. DAUBE
t Co., te Parijs.
Abonnementen voor België, Duitscbland, Enge*
laDd en Frankrijk 1.05 per drie maanden.
Gemeentebestuur.
TEHGH«NI@8»8.
Waarschuwing tegen het gebruik van
rauw varkenvleesch.
De Burgemeester van Vlissingen,
gelet op de circulaire van den Commissaris
des Konings in Zeeland dato 7 October jl. Prov
blad no. 107) in verband met die van 16 No
vember 1888 {Prov. blad no. 99,)
macdct bekend:
dat op nieuw gebleken is dat de trichinen ziekte
te Goes niet als uitgeroeid kan worden beschouwd,
daar een onlangs te dier plaatse geslacht varken,
door die ziekte aangetast is bevonden.
Hij ivaarschuwt mitsdien de ingezetenen ten
z-erste tegen het gebruik van rauw of halfgaar
varkenvleesch, en beveelt in het belang der open
bare volksgezondheid aan, het te gebruiken var
kenvleesch, hetzij versch, gezouten of gerookt,
vooraf goed ganr ic koken oft c braden
en wel voornamelijk de [stukken ajkomstig van
het middenrif lendengedeeltede tusschenribbige
epieren en de kauwspieren.
Daarbij wordt aanbevolen het vleesch met koud
water op te zetten en langzaam aan de kook te
brengen, opdat het door en door guar worde.
De houders van varkens kunnen van hunnent
wege, tot bestrijding der ziekte medewerken door
aan die dieren, geen dierlijken afval te verstrekken,
de varkenshokken en mestvaalten zindelijk te
houden en alle ongedierten, als ratten, muizen,
bunsingen enz., zoo veel mogelijk op te vangen
en te vernietigen.
Het gemeentebestuur zal door strenge keuring,
zoo veel mogelijk, trachten te voorkomen dat
trichinen bevattend varkenvleesch in gebruik wordt
genomen.
Vlissingen, 12 October 1889.
De Burgemeester voornoemd,
Th. VAN UIJE P1ETEH&E, L. B.
De Opperbrandmeester te Vlissingen
gelet op zijne kennisgeving, d.d. 30
October 1889,
brengt ter kennis van bet daarbij ge
plaatste personeel
Ie. dat spuit A van af Maandag den Hen
dezer weder in dienst wordt gesteld
2e. dat spuit B met dien dag tot na
dere bekendmaking buiten werking komt.
Vlissingen, 9 November 1889.
De Opperbrandmeester voornoemd,
J. G. GEIJSEN.
liteilen dat hebben gedaan. Toch mag ik wol
zeggen, dat er eene altijd nieuwe bekoorlijk
heid in ligt, vooral wanneer menwatouder-
wetsch is gebleven, en er nog een haard op
nahoudt, waarin men de flikkerende vlammen
en de knettereude vonken kaD zieD. Wat al
vormen nemen die lichtjes niet aan En
terwijl ze daar huppelen, geeft de wind in
schoorsteen of pijp er gratis 'de muziek bij.
Dan heeft oBze verbeelding vrij spel, en ver
toont ons hoe langer boe meer gedaanten
Zoo peiuzende en turende was 't mij, als
zag ik eene gebeele menigte voor mij op
rijzen. Ze schenen bij elkander te hehooren,
al waren ze ook verschillend van grootte en
kleeding. Toch lag er op allen als 't ware
dezelfde stempeldezelfde uitdrukking van
gelaatstrekken kan ik nu juist niet zeggen,
maar toch iels eigenaardigs, overeenkomstigs.
't Was niet te verwonderen, dat ze mijne
nieuwsgierigheid gaande maakten en hoewel
zeer licht mogelijk is, dat ze u al heel
weinig belangstelling inboezemen, wil ik u
toch met hen bekend maken. Het bleek mij
bij gedaan onderzoek, dat ze allen tot eene
groote firma behoorden en ik dus niet zoo
geheel en al verkeerd had geoordeeld, toen
ik mij voorstelde, dat ze elkander niet vreemd
waren. Zij waren de vertegenwoordigers van
de firma IK Cie.
Een paar van die leden wil ik beschrijven
en mocht die beschrijving in uwen smaak
vallen, dan volgen ook de overigen. Zooals
ik reeds zeide, waren ze niet van gelijke
grootte. Daar het groote en kolossale in den
regel nog al eerbied inboezemt, zal ik begin
nen met hem, die mij 't meeste in 't oog viel.
't Was schemeravond. Buiten was 't alles
behalve aangenaam. De najaarswinden hadden
op do meest onbarmhartige wijze huisge
houden en vernieling aangericht in 't ge
bladerte van de statige boomen, waarop ik
't uitzicht hob van uit het hoekraam mijner
kamer. Een veertien dagen geleden zagen ze
m werkelijk nog zoo goed uit, vooral toen
•en vriendelijke zonneschijn hen bestraalde
8Q hun groen nog zoo afstak bij 't gele loof
der kastanjeboomen op den achtergrond. Toen
waren er een paar koude nachten gekomen
die hadden den knak gegeven en het zachtere,
regenachtige weer voltooide het vernielings
werk. En nu? Nu loeide de wiod door die
ontbladerde takken en plechtig klonk de lijk-
zang over die duizenden, die daar waren ge
vallen en vertrapt, en vertreden en op elkan
der gestapeld en gedrukt; onkenbaar, vergeten.
Op zoo'n avond is 't schemeruur niet
zonder gezelligheid, zelfs in de eenzaamheid,
't Zou vermetel zijn, zich aan eene beschrij-
Ting daarvan te wageD, nadat zoovele specia-
Hij was een groot, forsch gebouwd man
met een gelaat, dat allesbehalve vriendelijk
was. Hij had een hoogroode kleur, bolle,
opgeblazene wangen, een lorgnet op den neus
en stond daar in eene, ik zou zeggen, uit
dagende houding. Zijn jas stond wijd open en
de duimen der beide handen staken onder
zijn vest, terwijl de vingers in den vorm van
een waaier rechtuit stonden, hoewel hij ze
ook nu en dan gelijkmatig op zijn borsj, of
vest liet neerdalen en met hen eene beweging
maakte, als trommelde hij een maat.
't Meest frappeerde mij zijn houding, die,
zooal8 ik zeide, bijna uitdagend was. 't
Rechterbeen vooruitgestrekt, 't linker ver naar
achteren gebogen, het bovenlijf vooroverge
bogen, stond hij daar, als wilde hij zeggenj
is er iemand, die lust heeft, togen mij te
vechten, die kome, ik ben gereed, ik wacht
hem af.
Het gelukte mij zijn naam te vernemen,
waDt ik hoorde, hoe een ander lid der firma
hem aansprak onder den naam van eigen
waan. Zoo heette hij. Blijkbaar hadden de
vertegenwoordigers der firma eene vergade
ring, waarop ze verslag kwamen uitbrengen
van hunne verschillende werkzaamheden en
van den stand der zaken.
Ik wil 't een en ander meedeelen van 't
geen ik hem hoorde zeggen
Mijne heeren zoo begon hij, in den laat-
sten tijd heb ik harden strijd te voeren ge
had. 't Is u bekend, dat er een nieuw werk
is uitgekomen over deu toestand op Atjeh,
waarin de schrijver zijne middelen aan de
hand geeft, om er een einde aan te maken,
't Is een prulhoe er nog een uitgever te
vinden was voor zoo'n papieren wangedrocht,
kan ik me niet begrijpen 1 't Is totaal non
sens 1 Wat heb ik vroeger gedaan Ik heb
een werk uitgegeven, dat klinkt als een klok
daarin heb ik duidelijk uiteengezet, waarin
de regeering heeft gefaald en welke maat
regelen er dienaaDgaaDde moeten genomen
genomen worden, en nu durft me zoo'n prul
schrijver mot eene brochure neen minder
nog voor den dag komen, zonder notitie
te nemen van 'tgeen ik heb geschreven!
Maar nu heb ik gisteren eene vergadering
belegd, waarin ik mijne stellingen heb ver
dedigd. Ik rekende op een monsterachtig
groote meeting, niet alleen wegens de hooge
belangrijkheid en aantrekkelijkheid van 't
onderwerp, maar vooral ook, omdat ik daar
zou spreken. Of 't nu lag aan 't ongunstige
weer of aan andere onvoorziene omstandig
heden, dat weet ik niet, maar ik weet wel,
dat ik me heb geërgerd, doodelijk geërgerd.
De opkomst was uiterst geringde belang
stelling beneden het middelmatige. Enfin
ik heb me daardoor niet laten ontmoedigen,
ik heb met kracht en klem gesproken en
ik heb de satisfactie, dat niemand mij heeft
tegengesproken, hoewel er toch gelegenheid
bestond tot debatteeren.
Mijne beeren 1 Ik ga voort. Ik heb nu
een kras artikel geschreven tegen de aan
neming van de schoolwet door de Tweede
Kamer. Ik verklaar en toon zonneklaar aaD,
dat die wet een onding isik verklaar mij
tegen de afschaffing van de vergelijkende
examens op helder ontwikkelde gronden ik
geef daarin een paar geheel nieuwe artikelen
aan, waardoor zeer veel moeite en bezwaren
uit den weg geruimd worden en ik houd mij
overtuigd, dat velen in den lande mij znllen
danken voor de redding, die ik heb aange
toond, en wellicht is 't oogenblik niet verre
meer af, dat men bij afzetting van zoovele
onkundigen, mij een post zal opdragen, waar
door ik de verbeteringen, door mij voorge
steld, in toepassing kan brengen. Ik weet,
dat de oppositie niet zal uitblijven, maar ik
gevoel mij daartegen opgewassen. Ik zal die
verpletteren, den kop indrukken en dau eerst
zal men erkennen, wie ik is en wat ik is!'
Zijn gelaat was, zoo mogelijk, nog rooder
geworden. Hij haalde een zakdoek uit,
wischta zich 't parelend zweet van 't voorhoofd
en nu ontstond er voor een oogenblik eene
plechtige, doodsche stilte. casacara.
Van 2 tot 8 November zijn alhier uit
Queenboro met de mailbooten der Stoomvaart
maatschappij //Zeeland* aangekomen, met de
nachibooten 451 en met de dagbooten 108,
daarheen vertrokken met de nachtbooten 455,
met de dagbooten 158, alzoo samen
men 559 en vertrokken 613 passagiers.
Heden morgen omstreeks half acht uren
heeft alhier in de Keersluis eeue aanvaring
plaats gehad tusschen de Middelborgsche
Raderboot No. 1 en de schroefboot-Politie-
vaartuig /Argus", teDgevolge waarvan beiden
schade hebben bekomeD. De laatste werd
de verschansing, reling en het berghout
beschadigd, terwijl de Middelhurgsche boot
in een der wielen de s'raalijzers gebroken
en een paar wiolplalen zijn beschadigd, zoo
dat zij de reis naar Middelburg en Rotter
dam niet heeft kuDnen voorzetten eD door
de Pennyboot naar bet dok is teruggesleept,
om aan de Kou. Maatsch. //De Scheld
de noodige reparatie ta ondergaaD. Het
ongeval had plaats toen do beide booten
elkander in de Keersluis wilden passeeren.
De „Argus" was alzoo op weg naar Vlis
singen en de Middelburgsche in tegenover
gestelde richting naar Middelburg, 'tls
met geeue zekerheid te zeggen, aan wien
de schuld van dit ongeval zal te wijten zijn.
Vlissingen, 9 November.
Op Donderdag 14 dezer maand zal des
namiddags van de werf der Kon. Maatsch.
„De Schelde" alhier te water worden ge
laten het composite-schroefstoomschip//Raaf",
in aanbouw voor rekening van het Departe
ment van Koloniën en bestemd voor den
dienst der Gouvernements-Marine iu Ned.-
Indië.
Zr. Ms. stoomkanonneerboot „Geep", jl.
Woensdag in dienst gesteld, ouder bevel van
den luitenant ter zee le kl. P. Heijning,
en den volgenden dag 's ochtends van 's rijks
werf te Amsterdam vertrokken, wordt heden
of morgen bier verwacht, om gestationeerd
te blijven gedurende de verwapeniug van de
stoomkanonneerboot „Vos."
Boterkoopiieden nit Friesland hebben van
hunne huizen te Londen een telegram ont
vangen, om tot nadere order de boter te
verschepen via Vlissiugen, daar de lichters
den arbeid gestaakt bebben. De kooplieden
hebben aan dat verzoek voldaan, ofschoon
deze wijze van verzending naar gemeld
wordt vrij wat duurder is dan via Har-
lingen.
Zooals wij onder de Laatste Berichten
van ons vorig nummer nog konden melden,
heeft de voorloopige proeftocht van het
mailstoomschip //Merapi" op jl. Donderdag
uitstekend voldaan.
Naar wij verder vernemen zal de officieele
proefvaart op morgen (Zondag) plaats hebben
en de „Merapi" alsdan gelijktijdig naar
Rotterdam vertrekken, om aldaar, voor hare
eerste reis naar Batavia, die op 16 dezer
is bepaald, te worden uitgerust.
De Provinciale Staten van Zeeland beb
ben het verzoek tot plaatsing van een steiger
te Borsele, ingevolge voorstel van Gedepu
teerde Staten, afgewezen.
Het aangevraagde renteloos voorschot aan
de gemeeDte Klinge voor wegverbetering is
toegestaan. De regeling van de Damespolder
is tot het volgende jaar uitgesteld.
Bij Z. M. besluit van 5 dezer is aan H.
Kayser, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol
ontslag verleend als kantonrechter-plaatsver-
vanger in bet kanton te Goes.
Bij idem van 7 dezer is bij het personeel van
den geneeskundigen dienst der landmacht be
noemd tot officier van gezondheid 2e kl., de
student in de geneeskunde (arts) C. C.Vermaas.
Te Goes heerschen de mazelen op onrust
barende wijze. Sedert het uitbreken der
ziekte hebben zij geheerscht of heerschen
zij nog in 61 huisgezinnen. 29 lijders zijn
hersteld en 3 overledeD, waarvan 2 in eén
gezin.
Naar het Vad. verneemt zal de Tweede
Kamer tegen Dinsdag 19 November worden
bijeengeroepen.
Dit tijdstip hangt sarnon met de vertraging,
die de beantwoording van het verslag der
Indische begrooting ondervindt. De heer Keu-
chenius zal niet vóór Maandag aanstaande met
zijn memorie gereed zijn en eerst daarna
kan de Kamer worden aangeschreven tot her
vatting van den arbeid.
Dat er op die wijze van een grondige behan
deling van Indische en Staatsbegrooting niets
kan komen, ligt voor de hand. Vooral wanneer
men bedenkt, dat de beideKamers waarschijn
lijk tegelijkertijd vergaderd znlleD zijn de
Eerste ter behandeling ook van de Schoolwet